TNW penvoerder van twee grote nieuwe publiek-private onderzoeksprogramma’s

Nieuws - 08 november 2018 - Communication TNW

NWO heeft bekendgemaakt welke nieuwe onderzoeksprogramma’s van start mogen gaan in het zogeheten ‘Perspectief voor de Topsectoren’-programma. In totaal krijgen zes publiek-private programma’s 28 miljoen euro. Dat bedrag bestaat uit NWO-financiering (19 miljoen), plus investeringen van betrokken bedrijven en organisaties (9 miljoen). TNW is betrokken bij drie programma’s, bij twee daarvan als penvoerder.

De projecten waarbij de faculteit TNW betrokken is, draaien om het maken van chemicaliën en brandstoffen met duurzame opgewekte stroom (penvoerder Bernard Dam, Chemical Engineering), het behalen van een hogere resolutie en gevoeligheid in optische apparaten (penvoerder Paul Urbach, Imaging Physics) en het stellen van betere diagnoses van gevaarlijke vaatproblemen met behulp van een nieuwe echotechniek. Bij dit laatste programma zijn Nico de Jong en Martin Verweij aangesloten (Imaging Physics), samen met Michiel Pertijs (EWI).

Bekijk de video voor een overzicht of lees verder voor een uitgebreide uitleg van alle projecten:  

NWO en bedrijfsleven investeren 28 miljoen euro in zes nieuwe Perspectief-programma's

Met duurzame stroom chemicaliën en brandstoffen maken 
Electrons to Chemical Bonds (E2CB)

Projectleider prof. Bernard Dam (TNW) gaat samen met de faculteit 3mE en collega’s van vijf andere Nederlandse universiteiten onderzoek doen naar efficiënte en opschaalbare productie van brandstoffen en basischemicaliën (zoals ammoniak) door het gebruik van duurzaam opgewekte elektriciteit.

Om op een duurzame manier brandstoffen en chemicaliën te produceren zijn grootschalige elektrochemische synthese-methoden nodig. Het doel van dit project is om het fundament te leggen voor deze grootschalige conversie-technologie. Het consortium zal verschillende elektroconversie-processen en –producten onderzoeken; de keus wordt daarbij mede gestuurd door de industriële partners in dit project.

Het onderzoeksprogramma moet bijdragen aan de omvorming van de Nederlandse industrie, die verantwoordelijk is voor een derde van de Nederlandse CO2-uitstoot. Het zal vooral nuttig zijn voor de chemische industrie, die mikt op een reductie van 90% in CO2-emissie in 2050. Elektro-conversie biedt een ‘groene’ productiemethode voor bijvoorbeeld vloeibare transportbrandstoffen én tevens een manier om elektriciteit op te slaan; dit laatste om schommelingen in het aanbod van stroom op te kunnen vangen.

Dit programma sluit perfect aan op het onderzoek binnen het consortium e-Refinery, een universiteit-breed initiatief van de TU Delft waarbij vier faculteiten (TNW, 3mE, EWI & TBM)  hun krachten bundelen op het gebied van de elektrificatie van chemie en energie. De betrokken onderzoekers die actief zijn binnen dit samenwerkingsverband leggen zich toe op de omschakeling van de energie- en chemiesector van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare grondstoffen en elektriciteit.

Programmaleider: Prof. dr. B. Dam (TU Delft)
Deelnemers: Avebe, Brightlands, Hyet, Nuon, Proton Ventures, Rijksuniversiteit Groningen, Shell, Smartport, Tata Steel, Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven, TNO, Universiteit Leiden, Universiteit Twente, Wageningen University & Research, Yara

Meer inzicht uit licht 
Synoptic Optics (SYNOPTICS)

Een drastische verhoging van de resolutie en gevoeligheid van instrumenten is van oudsher de heilige graal van de optica. Met een hogere resolutie en gevoeligheid wordt het onder meer mogelijk om zeer kleine deeltjes in high-tech maakprocessen te detecteren en om kleine fabricagefouten in de halfgeleiderindustrie in 3D af te beelden. Daarnaast zijn verbeteringen op dit vlak van belang voor het bewaken van de voedselveiligheid en voor het monitoren van luchtvervuiling door kleine deeltjes en gassen, zowel vanaf de aarde als vanuit satellieten.

Traditioneel worden vaak maar één of twee eigenschappen van licht gemeten, bijvoorbeeld de intensiteit (amplitude) en de polarisatiedraaiing. De bedoeling van het SYNOPTICS-consortium is om alle eigenschappen van het licht te gebruiken: amplitude, fase, polarisatie en meerdere golflengten, om zodoende meer en betere informatie te vergaren. Een belangrijk onderzoeksonderwerp van SYNOPTICS is dan ook de realisatie van een nieuwe optische bron gebaseerd op zogeheten duale frequentiekammen. Deze frequentiekammen bestaan uit vele duizenden lasers waarmee parallel (dus zeer snel) amplitude, fase en polarisatie van duizenden golflengten in alle pixels van de detector gemeten kunnen worden. Om uit de grote datastromen die dit project zal opleveren de essentiële informatie te filteren, gaat het consortium compressed sensing toepassen, in combinatie met slimme algoritmes gebaseerd op kunstmatige intelligentie en neurale netwerken.

Bij de totstandkoming van dit consortium heeft het Dutch Optics Center (DOC) een belangrijke rol gespeeld. DOC is een initiatief van drie faculteiten van de TU Delft (TNW, 3ME en L&R) en TNO dat als doel heeft om research & development in de optica en de valorisatie van het optica-onderzoek in Nederland te stimuleren.

Programmaleider: Prof. dr. H.P. Urbach (Technische Universiteit Delft)
Deelnemers: Airbus, Bronkhorst, Cosine, Demcon, Grass Valley, Holoeye, Holst Centre, KNMI, Lionix, MenloSystems, Nexperia, Radboud Universiteit, Settels Savenije, Sioux, Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven, TNO, Universiteit Leiden, Universiteit Twente, Universiteit Utrecht, VDL, VSL

Betere diagnose van gevaarlijke vaatproblemen met nieuwe echotechniek
Ultrafast Ultrasound Imaging for Extended Diagnosis and Treatment of Vascular Disease (ULTRA-X-TREME)

Bloedvatproblemen kunnen levensgevaarlijk zijn. Herseninfarcten worden vaak veroorzaakt door aderverkalking in de halsslagaders, en fatale scheuringen van de buikslagader (aorta-aneurysma’s) door verzwakking van de vaatwand. Artsen bepalen de kans op beide problemen nu alleen door het meten van de doorsnede van die vaten. Dit blijkt echter maar een beperkte voorspellende waarde te hebben, waardoor meer mensen risicovolle behandelingen ondergaan dan nodig is en gevaarlijke gevallen gemist worden.

Dit programma ontwikkelt nieuwe, supernauwkeurige echotechnieken om de vaatwanden en bloedstroming driedimensionaal in beeld te brengen. Er zullen nieuwe opnemers, contrastmiddelen en analysetechnieken ontwikkeld worden om veel beter te bepalen of een behandeling  nodig is. 

Nico de Jong zal binnen dit project samen met Martin Verweij en Michiel Pertijs werken aan de ontwikkeling van een unieke matrix transducer (met meer dan 20.000 elementen en geïntegreerde elektronica) voor het maken van 3D-echobeelden met een hoge volume-framerate. Verder worden in Delft methodieken ontwikkeld om niet invasief druk te meten, bijvoorbeeld in het hart of in tumoren, met behulp van deze transducer en nog te ontwikkelen ‘monodisperse contrastbellen’. Dat zijn microscopisch kleine gasbelletjes die bij een patiënt kunnen worden ingespoten. Deze belletjes hebben allemaal precies dezelfde grootte en reflecteren ultrageluid op dezelfde manier.

Het Ultra-X-treme-consortium verenigt de beste Nederlandse onderzoeksgroepen op het gebied van echografische techniek en de biomechanica van de bloedvaten met ziekenhuizen en internationale industrie.

Programmaleider: Prof. dr. ir. C.L. de Korte (Radboudumc en Universiteit Twente)
Deelnemers: ANSYS, Bracco Suisse S.A., Catharina ziekenhuis, Erasmus MC, Harteraad, Mindray, Nederlandse Vereniging voor Vaatchirurgie (NVVV), Philips Electronics Nederland, Pie Medical Imaging, Radboudumc, Rijnstate ziekenhuis, Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven, TOMTEC Imaging Systems, Universiteit Twente, Vermon S.A., Verasonics