We moeten kiezen voor een zo adaptief mogelijk kustsysteem, waarbij we zo veel mogelijk gebruik maken van de natuurlijke veerkracht en het vermogen tot zelforganisatie van die kust. Dat stelt ecoloog prof. Peter Herman, die op woensdag 9 mei zijn intreerede houdt aan de TU Delft.

Afsluitdijk

‘Als je terugkijkt naar grote waterbouwkundige projecten in de Nederlandse geschiedenis, dan is de oorspronkelijke hoofdreden voor de aanleg, vaak al snel achterhaald’, stelt prof. Peter Herman in zijn intreerede als hoogleraar Ecological Hydraulic Engineering. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de Afsluitdijk (1932) en de Zuiderzeewerken. Het hoofddoel van de Zuiderzeewerken was landaanwinning voor de landbouw. Maar die noodzaak verviel al snel door hele andere ontwikkelingen uit die periode, met name het succes van kunstmest, dat de landbouwopbrengsten drastisch verhoogde. Dus toen de Afsluitdijk er eenmaal lag, bleek hij niet meer nodig, althans niet om de oorspronkelijke redenen’, zegt Herman.

Adaptief

‘Ik constateer in het algemeen dat de maatschappelijke prioriteiten en omstandigheden continu veranderen. Mijn advies zou bij kustwerken dus zijn: kies voor een zo adaptief mogelijk systeem, waarbij je zo veel mogelijk gebruik maakt van de natuurlijke veerkracht en het vermogen tot zelforganisatie van de kust.’

‘Hoe ‘harder’ je de kustverdediging maakt, hoe meer mogelijkheden je verliest. Een ‘muur’ bouwen in zee, bijvoorbeeld in de vorm van kunstmatige eilanden in zee, of vliegvelden in zee, lijkt mij dus niet goed. Vandaar mijn titel: ‘Waar een wil is, gaat iets weg…’’

Kustlijn

Herman vindt de klassieke aanpak van zandsuppletie aan de Nederlandse kust, zo slecht nog niet. ‘Daarmee hou je flexibiliteit en garandeer je toch veiligheid omdat je de duinengordel in stand houdt. Voor slibbige kusten, zoals de Waddenzeekust, zie ik ook mogelijkheden voor flexibeler kustbeheer. Wereldwijd valt er nog veel te leren over hoe we ecosystemen (bv. oesterriffen en mangroves) kunnen inzetten om slib in te vangen en daarmee de kust te versterken. Een brede kijk is daarbij nodig. Zowel mondiale trends in zeespiegelstijging als rivierbeheer of bodemdaling van het land, spelen een rol bij het bepalen van de mogelijkheden.’

Kapot gebaggerd

‘Het is belangrijk goed te analyseren waar de wortels van een probleem liggen. Vaak ligt de oplossing ergens anders dan in de waterbouw zelf. Kijk bijvoorbeeld naar de Westerschelde, een gebied waar ik als Vlaming, nauw bij betrokken ben geweest. De Westerschelde is een van de talloze voorbeelden van riviermondingsgebieden die op dit moment kapot gebaggerd worden. En dat uitbaggeren is nodig omdat de containerschepen steeds groter worden. Dat levert een marginale verbetering op voor de vervoerders, vooral omdat de milieukosten niet worden verrekend. Door dit wel te doen zouden we veel schadelijke ingrepen kunnen vermijden.’

Meer informatie

Peter Herman, P.M.J.Herman@tudelft.nl
Carola Poleij (persvoorlichter TU Delft) C.Poleij@tudelft.nl, 015 2787538, 06 41611510
Afbeelding header: Sjaak Kempe https://www.flickr.com/photos/sjaakkempe/36687622136

 

De leerstoel van Peter Herman wordt gesponsord door het Wereld Natuur Fonds. Het WNF wil de ecologie dichter bij de studenten waterbouw brengen. Kustbescherming en natuurbescherming zijn volgens het WNF geen tegengestelde krachten, maar kunnen elkaar juist versterken in een ‘Working with Nature’ benadering. Herman: ‘Door als ecologen en ingenieurs samen te werken, kunnen we kusten maken die veerkrachtiger, mooier en toekomstbestendiger zijn dan wat ieder van ons afzonderlijk zou kunnen bereiken.’