Subsidie voor Forensisch Plaats Delict Onderzoek

Nieuws - 14 januari 2019 - Webredactie 3mE

De afdeling BioMechanical Engineering van de TU Delft ontving een subsidie voor hun onderzoek naar de optimalisering van de werkwijze van forensisch onderzoek op een plaats delict. In het projectteam CSI-PEEQ (Crime Scene Investigation Parameters for Efficiency, Efficacy and Quality) werkt Arjo Loeve, Forensisch Engineering expert bij de afdeling BioMechanical Engineering samen met onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam en het team Plaats Delict Innovatie van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). De subsidie is toegekend door Politie en Wetenschap, een programma binnen de Commissie Kennis en Onderzoek van de Politieonderwijsraad.

Het onderzoeksproject “Van opsporing tot bewijsvoering: plaats delict onderzoek voor de hele strafrechtketen” richt zich uiteindelijk op de ontwikkeling van een procesmodel van het forensisch plaats delict onderzoek (FDPO). Het doel van dit model is om forensisch onderzoekers bewust te maken waar bewijsmateriaal binnen de gehele strafrechtketen gebruikt voor kan worden (wat voor sporen stellen ze veilig en waarom?) en duidelijk te maken òf en met welke soort (nieuwe) methoden en technologieën het plaats delict onderzoek verbeterd zou kunnen worden.

Van opsporing tot bewijsvoering: plaats delict onderzoek voor de hele strafrechtketen

Het gebruik van de forensische resultaten is van onschatbare waarde bij de reconstructie en de bewijsvoering van een vermeend misdrijf dat wordt onderzocht. Het is van groot belang dat de sporen van een forensisch onderzoek met de juiste doelen voor ogen verzameld zijn. Dit zorgt voor resultaten die bruikbaar zijn voor alle partijen binnen de strafrechtketen. Het is echter nog onduidelijk wat men verstaat onder een optimaal sporen onderzoek en welke werkwijze bijdraagt aan optimaal gebruik van forensisch onderzoek door alle partijen in de strafrechtketen. Hiervoor is allereerst inzicht nodig van de hele strafrechtketen: op welke manier kunnen zij de forensische resultaten gebruiken en waaraan moet het sporenonderzoek daarvoor voldoen? Uiteindelijk moet dit onderzoeksproject van het CSI-PEEQ team leiden tot een kwantitatief model waarmee de behoefte aan én de effecten van beleid en innovaties op de plaats delict meetbaar én voorspelbaar worden..

Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap (P&W)

Het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap (P&W) vervult een brugfunctie tussen wetenschap en politie. De bedoeling is wetenschappelijk onderzoek te laten verrichten dat leidt tot een daadwerkelijk betere politiepraktijk. Het programma is in 1999 van start gegaan, kent een onafhankelijk karakter en wordt gefinancierd met een jaarlijkse bijdrage van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Lees hier meer.