Hans de Bruijn in Trouw over Speech Katie Hill

Nieuws - 11 november 2019 - Webredactie

Het Democratische Congreslid Katie Hill stapte op omdat er pikante foto’s en sms’jes waren opgedoken. Wat zegt haar afscheidsspeech over de moraal en het politieke bedrijf in Amerika? Hans de Bruijn analyseert in Trouw kracht en zwakte ervan.

 

Eerder verschenen columns


Draag het etiket ‘klimaatdrammer’ met trots
Trouw, 16 maart 2019

D66-leider Rob Jetten krijgt het verwijt dat hij een ‘klimaatdrammer’ is. Wat doet hij? Hij ontkent het niet - maar hij omarmt het verwijt. D66 verkoopt inmiddels klimaatdrammer-truien. Tijdens de campagne van 2016 verwijt Hillary Clinton dat veel Trump-supporters seksistisch en racistisch zijn. Het zijn ‘deplorables’ - beklagenswaardige mensen. Onmiddellijk verschijnen Trump-supporters in een T-shirt met daarop ‘adorable deplorable’ - ‘beklagenswaardig, maar aardig’.Het is twee keer het bekende mechanisme: je krijgt een lelijk etiket opgeplakt - en je verzet je er niet tegen, maar je koestert het. Wat is de kracht ervan?

Een. Je maakt er een geuzennaam van. En daarmee sta je in een soort traditie. 'Het zijn slechts geuzen' - bedelaars - werd over de Hollandse edelen gezegd, toen die tegenover de Spaanse landvoogdes stonden. 

Twee. Als je jezelf een klimaatdrammer noemt of een ‘adorable deplorable’, dan zit daar ook humor en zelfrelativering in. Het zijn gewoon lollige truien en T-shirts, die de aandacht trekken. 

Drie. Voor het klimaat en voor beklagenswaardige mensen mag je opkomen - nee, je moet er voor opkomen. Iemand die dat drammen noemt of daar minachtend over spreekt - die zit fout. Door de etiketten van ‘klimaatdrammer’ en ‘deplorable’ met trots te dragen, herinner je ons er aan hoe fout dat etiketteren is. 

Vier. De geuzen namen Den Briel in en versloegen de Spanjaarden. De deplorables wonnen de verkiezingen. Dus wie weet hoe ver de klimaatdrammers nog komen.


De paradox van het referendum: het vergoot de kloof die het moet verkleinen
Trouw, 9 maart 2019

Voorstanders van het referendum, zetten dat vaak in het frame van ‘de kloof’. Er is een kloof tussen burgers en politiek, tussen kiezers en gekozenen. Burgers voelen zich buitengesloten. Die kloof moet worden overbrugd, moet worden gedicht -  en dat kan door de invoering van een referendum. Het referendum is een brug - dat klinkt constructief.

Wie de huidige chaos in Groot Brittannië na het Brexit-referendum beschouwt, heeft een ander frame nodig. Het  referendum blijkt een enorme splijtzwam te zijn in de Britse samenleving. Je wordt als kiezer gedwongen voor of tegen het EU-lidmaatschap te stemmen. Als je daar genuanceerder over denkt - je wilt een beetje minder Brussel, een beetje meer Londen - dan kun je die opvatting niet kenbaar maken. Word je dus buitengesloten. Bovendien, op het moment dat je stemt, weet je niet wat een Brexit concreet inhoudt - omdat die nog jarenlange onderhandelingen vergt met de EU. En dan: een ja/nee vraag over zo’n belangrijk onderwerp, trekt Russische trollen aan met hun desinformatie. Brengt het slechtste in sommige politici boven - denk aan de Boris Johnsons van deze wereld. Polariseert - de keuze tussen voor of tegen wordt al snel een keuze tussen goed of fout. Je bent met je stem een goede Brit of een foute Brit. 

Ziedaar de paradox van het referendum: het moet een kloof overbruggen, maar werkt als splijtzwam - slaat juist een diepe kloof in de Britse samenleving.


Vrouwen in het kalifaat, zijn dat bruiden of strijders?
Trouw, 2 maart 2019

Rechtsfilosoof Afshin Ellian krijgt de vraag of Jihad-bruiden, die naar het kalifaat van Islamitische Staat zijn gereisd, mogen terugkeren naar Nederland. Hij maakt bezwaar tegen het woord ‘Jihad-bruiden’. Het gaat hier om 'Jihad-strijders’, zegt hij.  

Het maakt nogal wat uit welk woord we gebruiken. 

Een Jihad-bruid roept het beeld op van iemand die ‘slechts’ de vrouw-van is - en vaak al weer weduwe is. Het bevestigt het beeld van een kalifaat, dat bestaat uit boze, wrede mannen en onderdanige vrouwen. Bij Jihad-strijder denk je aan sterke vrouwen, die de levensgevaarlijke reis naar het kalifaat ondernemen. Die zich zo juist onttrekken aan dat stereotype man-vrouw beeld.

Een Jihad-bruid heeft ooit een persoonlijke keuze gemaakt - op zoek naar de liefde van haar leven. Noem je iemand een Jihad strijder, dan gaat het om een ideologische keuze: op zoek naar het kalifaat, naar een pure samenleving is, zoals die behoort te zijn.

Een Jihad-bruid is al snel een slachtoffer van de valse beelden die IS haar heeft voorgespiegeld - is gehersenspoeld. Een Jihad-strijder natuurlijk niet. Dat is iemand die de wreedheden van IS mogelijk heeft gemaakt, er aan mee heeft gedaan. Yezidische slaven kunnen er van getuigen - de vrouwen waren soms wreder dan de mannen, schrijft een journalist. 

Bruid of strijder - het zijn woorden die heel verschillende associaties oproepen. En dus is de vraag welk woord het debat over terugkeer domineert.


‘De kracht van Ocasio-Cortez is dat ze zich niet laat uitspelen’
Trouw, 23 februari 2019

Amazon wil een hoofdkwartier vestigen in Queens, een wijk in New York. Het heeft daartoe bij de overheid drie miljard dollar aan financiële voordelen bedongen. 

Alexandria Ocasio-Cortez is het jongste lid van het Huis van Afgevaardigden, namens Queens. Ze is tegen deze deal. Drie miljard? Google kwam gewoon naar New York, zonder zo’n bedrag te eisen. Bovendien, het bedrag was voor Amazon ononderhandelbaar. Dat kan niet. 

“We moeten onze infrastructuur niet weggeven aan zo’n bedrijf”, zegt ze. “En ook onze metro niet. Onze scholen niet. Onze salarissen voor onderwijzers niet. Ons budget voor de brandweer niet.” Wat maakt deze framing bijzonder? 

Een. Het is een redenering vanuit kracht. New York en de New Yorkers zijn eenvoudigweg te goed voor Amazon, dat bedrijf met zijn waarde van een triljoen. Veel steden willen het bedrijven naar de zin maken - Ocasio wil dat bedrijven het de stad naar de zin maken. 

Twee. Er zijn wel 200 steden geïnteresseerd in Amazon. Het gaat altijd weer hetzelfde: overheden bieden tegen elkaar op met steeds grotere financiële voordelen, waardoor bedrijven uiteindelijk nauwelijks belasting betalen. Het is de ‘race naar de bodem’. Dat frustreert iedereen en toch laat iedereen zich uitspelen. Ocasia doorbreekt dit patroon, laat zich niet uitspelen - dat is ook een teken van kracht.

Drie. ‘Iedere bestuurder wil een bedrijf als Amazon binnenhalen’ zegt een oud-gouverneur. Iedereen - behalve Alexandria Ocasio-Cortez. Daarmee is ze anders - dat kan alweer krachtig overkomen.


Van zondaren houden we niet - maar van braveriken evenmin
Trouw, 16 februari 2019

Adriaan Visser is de Rotterdamse wethouder voor Grote Projecten. Hij treedt af. De reden: de Rotterdamse Rekenkamer heeft kritiek op zijn rol in een bouwproject. Visser vindt die kritiek eenzijdig. Hij heeft een journalist een vertrouwelijk stuk laten zien, waaruit dat zou blijken. Dat mag niet.

In de media gaat het over ‘lekken’. Visser heeft ‘gelekt’ - en dat is een politieke doodzonde.
Hoe verwoordt Visser zijn aftreden? 

Hij citeert Jules Deelder: Rotterdam is ‘de motor van het land, het brood waarvan we eten’. Hij heeft ‘samen met de Rotterdammers’ gebouwd aan ‘de mooiste stad van Nederland’. Dat was niet eenvoudig, want ‘niets gaat vanzelf in deze stad’. Hij had een hondenbaan - ‘de leukste hondenbaan’ van Rotterdam.

En ja, hij kreeg kritiek van de Rekenkamer. Het is dan politiek handig als je je stil houdt, op je handen gaat zitten. Maar stilzitten kan Visser gewoonweg niet - dus heeft hij geprobeerd de beeldvorming van de Rekenkamer ‘bij te stellen’. Dat was niet verstandig.
Zo gaat het in het ene frame over de zonde van het lekken en is de wethouder de zondaar.  Dat is fout, denk je.
In het andere frame gaat het over de wethouder die jarenlang door roeien en ruiten gaat voor de stad. En die een keer uit de bocht vliegt. Dat hoort er bij, denk je. Van braveriken wordt Rotterdam niet beter. 

Beide frames spreken ons aan. We willen geen zondaren. Maar ook geen braveriken.


Hoe frame je diversiteit? Denk niet in categorieën, maar in mensen
Trouw, 9 februari 2019

Diversiteit is voor veel organisaties een belangrijk thema. Mensen verschillen en moeten zich allemaal thuis kunnen voelen in een organisatie. Bovendien maakt diversiteit een organisatie creatiever en beter. Dus laten veel organisaties hun medewerkers diversiteit-trainingen volgen.

Hoe frame je het gesprek over diversiteit? Vaak gaat het over categorieën: man - vrouw, homo - hetero, jong - oud. Wat zijn de risico’s daarvan? 

Een. Diversiteit staat in het frame van categorieën - en vervolgens gaan we nog meer in categorieën dan voorheen. Je ziet de ander in de eerste plaats als een man, een homo, een vijftiger - in plaats van als een collega. En dus voelt die zich juist minder thuis in de organisatie.

Twee. Staat diversiteit eenmaal in het frame van categorieën, dan zijn we geneigd om die categorieën bepaalde eigenschappen toe te dichten. Bijvoorbeeld: ‘jonge werknemers zijn creatiever dan oudere werknemers’. We gaan zo in stereotypen denken. Jong en creatief kan samengaan, maar oud en creatief ook.

Drie. We kunnen zelfs het belang van diversiteit gaan relativeren. Stel dat iemand beweert dat ‘vrouwelijke managers beter luisteren dan mannelijke managers’ - ook weer een voorbeeld van categorie-denken. Iedereen kent echter wel een vrouwelijke manager die juist helemaal niet luistert - die bestaat namelijk ook. Dus is dat onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke managers blijkbaar onzin, kun je denken. Zoveel beter wordt een organisatie blijkbaar niet van diversiteit.  

Denk niet in categorieën, zegt een managementgoeroe - maar gewoon in mensen. 


Hoe de baas van ProRail handig Jineks kritische vragen pareert
Trouw, 2 februari 2019

Het gaat sneeuwen. Dus besluiten NS en ProRail dat er minder treinen gaan rijden. Pier Eringa, de baas van ProRail, krijgt kritische vragen over dat besluit van Eva Jinek. Het is een besluit, zegt Eringa, dat genomen is door vakmensen - die verstand van zaken hebben. Van het weer. Van de rails. Van de treinen. Van de wissels. De bestuurders van NS en ProRail zijn er niet aan te pas gekomen. De staatssecretaris ook niet. Vakkundige professionals nemen dit soort besluiten. 

Wat is de kracht van deze framing? 

Een. Het is een besluit van professionals, niet van bestuurders. Voor professionals hebben we vaak sympathie - voor bestuurders en managers heel wat minder. Je luistert dus welwillend naar Eringa. Twee. Het besluit wordt zo een puur technische aangelegenheid - en daarmee min of meer vanzelfsprekend. Als zo veel vakmensen dit voorstellen - wie zijn wij dan om daarvan af te willen wijken? Drie. Het is een technisch besluit, dus gaan we het over technische details hebben. Eringa begint over stuifsneeuw en plaksneeuw. Over bovenleidingen en wissels. Dat roept het beeld op van een organisatie die weet hoe het zit, die in control is. Vier. Met zo’n vanzelfsprekend, technisch besluit, maak je het lastig voor de interviewer om nog kritische vragen te stellen. Die worden al snel gezeur. Waarom kan het misgaan?, vraagt Jinek. ’Nu het goed gaat’ verzucht Eringa, ‘vraagt u waar het mis gaat’.


Het internet kent een nieuw fenomeen: de woedezoeker
Trouw, 26 januari 2019

Een Amerikaanse auteur die schrijft over sociale media, introduceert een nieuwe term: ‘offense takers’. Dat zijn mensen die voortdurend het internet afstruinen, op zoek naar informatie waardoor ze zich beledigd kunnen voelen - waaraan ze aanstoot kunnen nemen. Het kunnen waarheden en halve waarheden zijn, feiten of fabels - dat doet er niet toe, als je je maar gegriefd weet. Het gaat om mensen die boos en verontwaardigd zijn en op zoek zijn naar bevestiging van die boosheid. Je kunt ze, vrij vertaald, ‘woede-zoekers’ noemen. Je vindt ze bij rechts en bij links. Je bent boos omdat voorstanders van zwarte piet ‘racisten’ worden genoemd en bent voortdurend op zoek naar voorbeelden daarvan. Je bent boos omdat marktwerking de zorg kapot maakt - en je verzamelt het ene na het andere voorbeeld waaruit blijkt dat dat inderdaad zo is. Je interesseert je totaal niet voor informatie die op het tegendeel duidt. 
Met zo’n woord doe je twee dingen: je beschrijft een werkelijkheid - er bestaan inderdaad woedezoekers. Maar je creëert ook een werkelijkheid. Als er voor iets een woord is, dan bestaat het opeens. Kun je er het gesprek over aangaan - ‘wordt jij niet te veel een woedezoeker?’. Dankzij zo’n woord, kunnen we er opeens in geïnteresseerd raken - wie zijn die woedezoekers, wat beweegt ze, zijn er verschillende soorten woedezoekers? En als iemand op internet uit z’n dak gaat, wordt het opeens iets gewoons - ‘ach, weer zo’n woedezoeker’.


Waarom de ‘oudejaarsbonus’ voor de jongeren van Wijk bij Duurstede een slimme framingstrategie is
Trouw, 19 januari 2019

In Wijk bij Duurstede valt de schade door vuurwerk mee. Daarom  krijgen jongeren een ‘oudjaarbonus’ van 6000 euro van de wethouder. Er was 9000 euro in de begroting opgenomen, maar er is voor 3000 euro vernield - dus blijft die 6000 euro over.

Veel tegenstanders vinden dit ronduit idioot. Je beloont mensen omdat ze géén strafbare feiten plegen. Iemand dreigt stennis te schoppen, doet dat vervolgens niet en krijgt een beloning? Dat is de wereld op z’n kop.

Hoe kun je de oudjaarbonus framen?

Het eerste frame is dat de wethouder 9000 euro heeft gereserveerd voor het herstel van de schade, die in de oudejaarsnacht wordt aangericht. Valt die schade mee? Tja, dan mag het resterende bedrag naar activiteiten voor jongeren - gaan de jongeren er op vooruit.

Een tweede frame kan zijn dat de gemeente 9000 euro beschikbaar heeft voor activiteiten voor jongeren. Richten die jongeren schade aan in de oudejaarsnacht? Tja, dan worden  de kosten van herstel van die 9000 euro afgetrokken. En dus krijgen de jongeren maar 6000 euro. Jongeren gaat er op achteruit. 

Goede kans dat die tegenstanders van zojuist dat een goede zaak vinden. Als jongeren zich misdragen, worden ze bestraft. 

Het is een bekende framing-strategie. Je kunt opvattingen van mensen heel sterk beïnvloeden door iets niet als winst, maar als verlies te framen. Ondertussen gaat het om dezelfde uitkomst: de jongeren krijgen nog steeds  6000 euro.


Klimaatverandering moet je niet te alarmerend brengen, ‘Hell does not sell’
Trouw, 12 januari 2019

Klimaatwetenschappers gebruiken nogal eens alarmerende frames. Het is vijf voor twaalf. We naderen een levensgevaarlijk omslagpunt. We staan voor de afgrond. Alarmerende frames zijn niet zonder risico: ze kunnen zo angstaanjagend zijn, dat toehoorders gevoelig worden voor de boodschap dat er helemaal geen klimaat-probleem is. Er is altijd wel een wetenschapper te vinden die dat betoogt. ‘Hell does not sell’ zeggen de Amerikanen. 

Peter Kuipers Munneke is klimaatwetenschapper en weerman. We staan niet voor een ravijn, zegt hij. Klimaatverandering moet je zien als een lange, niet al te stijle glijbaan - je gaat langzaam, maar zeker naar beneden. Hoe ziet Nederland er over vijftig jaar uit? Als de temperatuur twee graden hoger is, stijgt de zeespiegel  60 centimeter - daar kan Nederland prima mee omgaan, vervolgt hij. Dan kunnen we het probleem weer een aantal eeuwen vooruitschuiven. 

Het frame van de glijbaan kun je heel krachtig vinden. Kuipers Munneke doet aan dat afgrond-alarmisme niet mee. Maar het is ook risicovol - het gaat allemaal langzaam, kun je denken. Op vlakke glijbanen kom je ook wel eens vast te zitten - kun je het proces van klimaatverandering een tijdje on hold zetten. Als klimaatverandering een lange, vlakke glijbaan is, hebben we nog de tijd zat - kunnen we de problemen blijkbaar nog eeuwen voortuit schuiven. Geen haast, dus. 

Maak je het probleem groot, dan dreigt de ontkenning. Maak je het beheersbaar, dan gaan we achterover hangen.


Hoe waagt de premier van Nieuw-Zeeland zich in het mijnenveld?
Trouw, 5 januari 2019

Jacinda Ardern is premier van Nieuw Zeeland. Tijdens haar premierschap, hebben zij en haar partner een dochter gekregen.

Op een Amerikaanse zender krijgt ze de vraag of het moederschap gevolgen heeft voor haar beleid? Of ze nu anders naar bepaalde onderwerpen kijkt?

Het is een mijnenveld-vraag. Je kunt de vraag heel onbehoorlijk vinden - en je kunt die juist niet onbehoorlijk vinden. Antwoordt Ardern met een ‘ja’, dan zullen velen dat een hele slechte reactie vinden. Antwoordt ze met een ’nee’, dan vinden vele anderen dat een hele slechte reactie.

Wat antwoordt ze? Ze heeft meer waardering gekregen voor ouders die kinderen opvoeden, zegt ze. In het bijzonder voor alleenstaande ouders en alleenstaande moeders. Haar respect voor alleenstaande moeders is heel sterk toegenomen.

Wat valt op? 

Een. Ze krijgt een vraag over beleid en beantwoordt die niet met beleids-blabla, maar ze zegt iets over haar persoonlijke betrokkenheid op mensen. Ze ontloopt daarmee de mijnenveld-vraag. 

Twee. De interviewer stelt een vraag over beleid en krijgt van Ardern een antwoord over mensen. Daar klinkt ook een prioriteit in door. Als het over beleid gaat, gaat het blijkbaar in de eerste plaats over de mensen.

Drie. Ze geeft een oprecht en vriendelijk antwoord - en dat past in haar opvatting over politiek. Politiek is niet alleen voor ego’s, zegt ze vaak - maar ook voor vriendelijke mensen. En als dat zo is, kan politiek de samenleving beter maken. 


Die framing van de gele hesjes als vertegenwoordigers van de middenklasse is bezwaarlijk
Trouw, 29 december 2018

Édouard Louis is een Franse schrijver en komt uit een straatarm gezin. Hij heeft de extreme armoede bij veel Franse families gezien en kent hun levensgevoel: wij zijn arm, wij bestaan niet in de ogen van anderen, wij worden weggehouden uit het publieke debat. 

Hij ergert zich aan manier waarop de gele hesjes worden geframed. Ze zouden de Franse ‘middenklasse' vertegenwoordigen. De middenklasse die noch arm, noch rijk is - alleen minder vanzelfsprekendheden kent dan vroeger.  Wat is zijn bezwaar daartegen?

Als dit protesten van de middenklasse zijn, dan worden de protesten opeens minder bijzonder. Ze worden onderdeel van de Franse traditie van massale protesten en stakingen vanuit de middenklasse - en die protesten gaan meestal vanzelf weer over. Je de-legitimeert het protest hiermee, zegt Louis. Zeker als je vervolgens over het geweld begint - dan zijn de protesten een Franse traditie, die ontaardt in geweld. Dat lijkt twee keer fout. Eén - het is zonde van de mooie traditie, van de Franse folklore. Twee - geweld is natuurlijk onacceptabel als het hier slechts om een traditie gaat. Dus is de logische conclusie dat de gele hesjes moeten ophouden. 

Het gaat niet om de middenklasse, zegt Louis. Het gaat om arm Frankrijk, dat vaak niet eens het geld heeft om naar Parijs te reizen en daar te demonstreren. En het geweld? Dat is niet bijzonder - het is bijzonder dat de meesten van deze arme mensen geweld afwijzen.


Omschrijf de gele hesjes als een ‘veenbrand’ en je hebt altijd gelijk
Trouw, 15 december 2018

In Frankrijk lopen de gele hesjes-protesten behoorlijk uit de hand. Kunnen die protesten naar Nederland overslaan?

Het frame dat sommige analisten graag gebruiken is dat van een ‘veenbrand’. We kunnen Franse toestanden krijgen, want er is een veenbrand gaande in de Nederlandse samenleving, zo luidt de analyse. Er is onder de oppervlakte veel onvrede, frustratie en boosheid en die kunnen zomaar tot ontlading komen - zoals een veenbrand plotsklaps kan oplaaien.

Dat veenbrand-frame is heel comfortabel voor analisten. Waarom?

Een. Je kunt van alles beweren. Mensen zijn boos over dit en boos over dat. Politici in Den Haag zijn losgezongen van zus en losgezongen van zo. Dat is een veenbrand - een brand onder de oppervlakte, die velen dus niet zien. Is iemand het vervolgens niet met je eens? Zeg dat die iemand niet weet wat er onder de oppervlakte speelt. Wat er leeft in Nederland. 

Twee. Je verheft jezelf. Jij ziet wat anderen niet zien. Jij kunt de veenbrand benoemen - anderen niet, die zien niet wat er echt gaande is in Nederland.

Drie. Je hebt altijd gelijk. Als de gele hesjes-protesten overslaan, heb je gelijk: de veenbrand is opgelaaid. Als ze niet overslaan, heb je ook gelijk: de veenbrand is nu weliswaar niet opgelaaid, maar er is nog steeds een veenbrand. Die gaat een keer oplaaien. Dat is nu niet gebeurd, maar daar is het dan ook een veenbrand voor.


Ziedaar, het grote verschil tussen de Bush-generatie en die van Trump
Trouw, 8 december 2018

Deze week werd George H.W. Bush begraven. Tijdens zijn presidentschap viel de Berlijnse Muur. Het symboliseerde het einde van de Koude Oorlog en de overwinning van het vrije Westen. Het was een groot moment en Bush kreeg het advies om naar Berlijn af te reizen - en daar de val van de Muur te vieren. Dat deed hij echter niet - ‘ik ga niet op de muur dansen’ is zijn klassieke framing van dat besluit geworden. 

Het is een variant op het gezegde dat je niet op een lijk moet dansen. Niet op een graf moet dansen. Nooit met de buit moet pronken. Het onderliggende idee is heel eenvoudig. Je hebt in de internationale politiek winnaars en verliezers. Wie wint, moet zich gematigd gedragen - moet niet op het lijk van de verliezers dansen. Die verliezer komt je namelijk altijd weer tegen - die heb je in de toekomst weer hard nodig. En die verliezer kan dan rancuneus zijn, zou kunnen denken ‘gisteren ik, heden gij’. Kan zich onredelijk opstellen.

Dus ging Bush niet op de Muur dansen. Dat zou, legde hij later uit, betekent hebben dat hij zijn vingers in de ogen van de Russische leider Gorbatsjov had gepriemd - en had rampzalige gevolgen kunnen hebben.

Het is misschien wel het grote verschil tussen Bush’ generatie en Donald Trump. Bij Bush heb je recht op respect, omdat je verliezer bent. Bij Trump verspeel je dat recht. 


Conservatief en groen kunnen samengaan; een bevrijdende gedachte
Trouw, 1 december 2018

Winfried Kretschmann is premier van de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. Hij is lid van de Groenen, maar heeft het vaak over ‘Wertkonservatismus’ - waarde-conservatisme. Zijn groene standpunten zijn ingebed in conservatieve waarden - grofweg: de waarden van Merkels CDU. Hij is gematigd, een politicus van het midden, zegt hij. Hij framet veel standpunten in conservatieve taal. ’Bewaren’ is een van zijn kernwoorden - we moeten de leefomgeving bewaren, het weefsel van de samenleving bewaren. Natuurbescherming is de bescherming van Duitsland, van het vaderland. Hij benadrukt het belang van veilige gezinnen voor kinderen. Hij stelt hoge eisen aan nieuwkomers - in ruil voor banen. Merkel heeft het graag over een ‘sociale markteconomie’, Kretschmann over een ‘ecologische sociale markteconomie’. 

Kretschmann is daarmee een conservatief-groene politicus - ‘burgerlijk groen’ zeggen de Duitsers mooi. Het zijn oxymorons - een oxymoron verenigt twee tegenstellingen. Normaliter ben je óf groen óf conservatief, maar Kretschmann is het allebei. Een oxymoron-politicus kan aantrekkelijk zijn voor verschillende soorten kiezers. Voor de traditionele groene kiezer. Maar Kretschmann wordt ook gesteund door kiezers die normaliter CDU stemmen. Door kiezers die het gemaakt hebben in het leven, naar de CDU lonken - maar ook trouw willen blijven aan de linkse idealen uit hun jeugd. Een oxymoron-politicus stijgt boven traditionele tegenstellingen uit. Dat kan een bevrijdende gedachte zijn: conservatief en groen kunnen samengaan. 

Overigens, de voorzitter van de Groenen staat voor een linkse koers. Misschien wel tot opluchting van de CDU.


Het krachtige, schuldbewuste en handige antwoord van Angela Merkel
Trouw, 24 november 2018

In het Duitse Chemnitz werd eind augustus een man vermoord, waarvoor een Syriër en een Irakees werden gearresteerd. Het leidde tot neo-nazistische rellen.

Angela Merkel bezoekt Chemnitz en gaat in gesprek met de stad. Het bezoek is beladen: Merkel heeft asielzoekers uit Syrië en Irak ruimhartig toegelaten - en daartegen bestaat veel weerstand.
Ze krijgt een lastige vraag. Is haar bezoek niet veel te laat? Drie maanden na de moord en de rellen? Had zij niet eerder moeten komen?
Je bent benieuwd naar haar antwoord. Zal ze toegeven of zal ze ontkennen dat ze te laat is? 

‘Ik weet’, zegt ze ‘dat ik met mijn opvattingen veel polarisatie oproep’ - en daarom wilde ze niet meteen komen, toen de emoties hoog opliepen. 

Het is een bijzonder antwoord. Waarom?

Een. Het is een krachtig antwoord. Het is immers een teken van kracht als je als leider je beperkingen kent - en die kent ze. Haar komst zou alleen maar olie op het vuur zijn geweest.
Twee. Er zit iets van schuldbewustheid in. Ze neemt verantwoordelijkheid voor haar immigratiebeleid en voor de consequentie ervan - dat ze op het cruciale moment niet in Chemnitz kon zijn
Drie. Het is ook een handig antwoord. Ze hoeft immers niet toe te geven of te ontkennen dat ze te laat is. Ze reframet de vraag: het gaat er niet om wanneer je als Bondskanselier komt, het gaat erom dat je polarisatie voorkomt - dat bepaalt het goede moment.


Sluw, hoe Asscher meebeweegt met de boeren en ze dan een stoot toebrengt
Trouw, 17 november 2018

Lodewijk Asscher zit in een praatprogramma met twee boeren, die ooit aan ‘Boer zoekt vrouw’ meededen. De boeren hebben jonge gezinnen, werken hard, houden van hun dieren - maar worden veel te weinig gewaardeerd door de politiek, zeggen ze. Voormalig PvdA-staatssecretaris Van Dam was bijvoorbeeld zo'n bad guy met desinteresse voor boeren.

‘Waarom wordt de agrarische sector zo onderschat in de politiek?’ vraagt een van de boeren. Hoe reageert Asscher? 

Je hebt gelijk, zegt hij. Er moet meer belangstelling komen voor waar ons voedsel vandaan komt.

Wat gebeurt hier? Een. Het lijkt erop alsof Asscher meebeweegt met de boeren - hij geeft ze immers gelijk. Twee. Dat doet hij in werkelijkheid natuurlijk niet. De boeren willen meer aandacht voor boeren en boerenbedrijven. Asscher wil meer aandacht voor voedsel. Voedsel moeten we op een goede manier produceren, vervolgt hij - ‘en daar moeten we de boeren bij betrekken’. Kortom, voedsel wordt nu niet goed geproduceerd, dat moet anders en boeren mogen daarover meepraten - dat is niet de waardering die de boeren willen.

Framing heeft vaak iets van de Japanse vechtsport Aikido. Je beweegt eerst mee met je tegenstander en brengt hem daarna een slag toe. Dat is wat Asscher doet. Als je tegenover een beroepspoliticus staat, kun je zijn antwoord knap of handig vinden. Maar deze twee authentieke boeren charmeren je als kijker - en dan komt Asscher’s aikido toch een beetje sluw, een beetje té sluw over.


Rekeningrijden werkt én het is oneerlijk
Trouw, 10 november 2018

Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur krijgt een lastige vraag. Uit allerlei onderzoek blijkt dat rekeningrijden een effectieve manier is om files te bestrijden. Als je in de spits moet betalen, mijdt een aantal automobilisten de spits en neemt de filedruk af.

Van Nieuwenhuizen is tegen rekeningrijden. Hoe gaat zij om met de feiten, die erop wijzen dat rekening rijden werkt? Wel zegt ze, rekening rijden is oneerlijk. Als jij vanwege werktijden in de spits moet rijden, is het oneerlijk als je daarvoor moet betalen.

Wat is het spel van framing hier? De voorstanders van rekeningrijden hebben een feitelijk frame - de feiten zijn dat rekeningrijden werkt, dat het effectief is. Recht tegenover feitelijke frames staan normatieve frames, die gaan over de vraag wat eerlijk en rechtvaardig is. De minister stelt tegenover het feitelijke frame, een normatief frame: rekeningrijden is oneerlijk.

Het is een bekende strategie - een feitelijk frame bestrijd je met een normatief frame. De kracht ervan? Een. Je zet voorstanders van rekeningrijden toch een beetje weg als technocraten - zonder aandacht  voor normatieve vragen, gefixeerd  op uitsluitend effectiviteit. Twee. Als rekeningrijden oneerlijk is, ben je ontslagen van de verplichting om iets te vinden van de feitelijke werking. Die discussie kun je mooi ontlopen. Drie. Je kunt de discussie subtiel verschuiven. Er zijn allerlei andere mogelijkheden om files te bestrijden, die blijkbaar wel eerlijk zijn, zegt de minister. Daar moet het over gaan.


Een ziekenhuis een ‘stapel stenen’ noemen, dat is makkelijk scoren voor de oppositie
Trouw, 3 november 2018

Het Slotervaart-ziekenhuis is failliet. Wat vindt minister Bruno Bruins daarvan?

"Het ultieme doel is goede patiëntenzorg”, zegt hij. “Is het niet in het ene ziekenhuis dan in het andere. Het gaat niet over het bewaken van een stapel stenen.”

PVV-Kamerlid Fleur Agema reageert. De minister noemt een ziekenhuis een stapel stenen, zegt ze. Terwijl werknemers in tranen zijn. Het maakt weer eens heel duidelijk hoe groot de kloof tussen politiek en burgers is. 

We kennen het frame van ‘een stapel stenen’ of van ‘stenen stapelen’ uit de wereld van de woningcorporaties. De corporatie is een huismeester in de wijk, weet wat er leeft in de wijk en kan dus een bijdrage leveren aan leefbaarheid van de wijk - kan meer doen dan ‘stenen stapelen’.

Wat is het verschillen met de stapel stenen van Bruins?

Natuurlijk kun je zeggen dat een corporatie en een ziekenhuis ‘meer zijn dan’ een stapel stenen. Een corporatie zorgt voor leefbaarheid, een ziekenhuis voor goede zorg. Dat zijn positieve dingen. Maar de stapel stenen van Bruins is gekoppeld aan iets negatiefs - de sluiting van een ziekenhuis. Het trieste van failliete corporaties en failliete ziekenhuizen is dat ze ‘slechts nog’ een stapel stenen zijn - en dus moet je ze geen stapel stenen noemen. ‘Meer dan’ een stapel stenen klinkt krachtig, ‘slechts nog’ een stapel stenen klinkt harteloos. En maakt het voor Agema makkelijk scoren.


Als we blijven spreken over ‘onderduikende’ burgemeesters, lijkt het of de overheid haar grip verliest
Trouw, 27 oktober 2018

De burgemeester van Haarlem wordt bedreigd en is ondergedoken. Het woord ‘onderduiken’ wordt vaak gebruikt als een burgemeester vanwege bedreigingen zijn of haar huis uit moet. Maar is dat wel het goede woord? 

Onderduiken doe je als er vijanden zijn die het op jou hebben gemunt en die vele malen sterker zijn dan jij - en dus moet je je onzichtbaar maken. Heel vaak gaat het om moreel foute vijanden. Onderduiken is vaak ook je laatste optie - als je geen enkel verweer meer hebt, duik je onder.
‘Onderduiken’ activeert daarmee een denkschema. Er is een moreel foute vijand die het helemaal voor het zeggen heeft. En er is een slachtoffer, dat slechts nog kan onderduiken - en dat is dan de burgemeester, die nota bene waakt over de openbare orde. 

We hebben taal nodig, die duidelijk maakt wie het in dit drama voor het zeggen heeft: de overheid. Dus gaat het over beveiliging, bewaking, bescherming. Niet over onderduiken. Een burgemeester is veilig, scherm je af, breng je naar een veilige plek - een safehouse. Het is allemaal net iets andere taal, waardoor duidelijk wordt dat die foute vijand níet de baas is. 

Het lijkt misschien Spielerei, maar onderzoek laat zien dat woorden onze beelden van de werkelijkheid sluipenderwijs kunnen beïnvloeden. Als we steeds horen dat burgemeesters onderduiken, kan dat een beeld oproepen dat de overheid blijkbaar haar grip op de openbare orde kwijt is.


De betonblokken die een ‘zorgvuldig proces’ doorkruisen
Trouw, 20 oktober 2018

De baas van ProRail, Pier Eringa, is bezorgd over onbewaakte spoorovergangen. Die zijn levensgevaarlijk. Waarom verwijderen we die overgangen dan niet? Wel, zegt Eringa, daar wordt eindeloos over gepraat - zonder resultaten. Zo liggen wandel- en fietsverenigingen vaak dwars. Je kunt er nijdig om worden - weer zo’n eindeloos praat- en inspraakcircus. Wandelaars en fietsers liggen dwars? Er kunnen slachtoffers vallen - die wandelen en fietsen maar een stukje om. Eringa wil actie: die levensgevaarlijke overgangen met betonblokken blokkeren.

Hoe reageert staatssecretaris Stientje van Veldhoven? Ze ergert zich groen en geel. Eringa komt vlak voor een Kamerdebat altijd met plannetjes in de media, schampert ze. Zijn betonblokken leiden er toe dat  een ‘zorgvuldig proces wordt doorkruist’. 

Wat is het risico van die reactie?

Ten eerste. Van Veldhoven speelt op de persoon. Ze heeft blijkbaar geen inhoudelijke argumenten tegen Eringa’s plan, kun je denken. Dus diskwalificeert ze Eringa. Doet ze alsof dit slechts de Pier Eringa-show is. En daar is het onderwerp net te belangrijk voor.

Ten tweede. Van Veldhoven stapt in het frame van Eringa. Zij wil ‘zorgvuldige processen’ - zij wil dus door met dat praat- en inspraakcircus, denk je. Nog weer een gesprek met de plaatselijke wandelclub.

Welke rolverdeling ontstaat zo? Eringa is natuurlijk de olifant in de bestuurlijke porseleinkast. Van Veldhoven verdedigt zich door de olifant te diskwalificeren. En probeert met haar ‘zorgvuldige processen’ het bestuurlijke porselein te beschermen. 

Eringa vindt het waarschijnlijk prachtig.


Maak je niet druk over je data, het is alsof een hond je naakt ziet
Trouw, 13 oktober 2018

We geven oneindig veel data af door ons zoekgedrag, onze apps en onze apparaten die aan het internet hangen. Die wereld van technologie en data is ingewikkeld en dus gebruiken we metaforen en beelden om die wereld te begrijpen. 

Moeten we ons druk maken om het gesnuffel in onze data? Wel als mensen dat doen, niet als een computer dat doet, zeggen sommigen. Je druk maken over een computer die je data ziet, is als ‘je druk maken over een hond die je naakt ziet’ zegt een medewerker van Google. Het is een krachtig beeld. Inderdaad denk je - als je een hotel boekt in een bepaalde plaats, dan krijg je maandenlang aanbiedingen voor hotels in die plaats. Een computer snuffelt in je data en spuugt die aanbiedingen uit. Dat is onschuldig - daar maak je je niet druk om. 

Wie het hier niet mee eens is, kan met een ingewikkeld technisch betoog komen. Maar je kunt ook met de vergelijking aan de haal gaan - op drie manieren. Een. Verwerp de vergelijking. Een hond? Een computer is geen hond. Een computer slaat data op, een hond niet. Twee. Voer de vergelijking verder door. Een baas kan de gedachten van zijn hond niet lezen - de baas van de computer kan de data wel lezen. Drie. Kom met een vergelijkbare vergelijking. Hang je een camera in je slaapkamer op, als de beelden alleen door een computer worden geanalyseerd? Waarschijnlijk niet.


Bij het ‘afspraak is afspraak’-argument, ontstaan beelden van een koehandel
Trouw, 6 oktober 2018

Het kabinet schaft de dividendbelasting af en is tegen een kinderpardon. D66 en Christen Unie hebben daar grote moeite mee en krijgen kritische vragen. CU-Kamerlid Voordewind vertelt waarom er geen kinderpardon komt: ‘Onze handtekening staat onder het regeerakkoord.’ Afspraak is afspraak, vindt ook D66-Kamerlid Van Weyenberg over de dividendbelasting - ‘en wij hebben ook veel moois binnengehaald.’ 

Zo’n beroep op afspraken-in en handtekeningen-onder een regeerakkoord is altijd prijsschieten voor de oppositie. Ga maar na.
Een. D66 en CU bevestigen het beeld dat politiek ordinaire koehandel is. Het lot van honderden gewortelde kinderen is uitgeruild tegen wat materiële puntjes - je hoort het  oppositiepartij zeggen.
Twee. Dit kabinet hangt als los zand aan elkaar, voeg je er aan toe. Het heeft geen samenhangend beleid. Politiek is punten slikken, ‘een meloen doorslikken’, zoals CU-leider Seegers zegt. Politiek is is punten ‘binnenhalen’, volgens Van Weyenberg. Beide partijen doen zo geen enkele moeite om het kabinetsbeleid te verdedigen. Het kabinet is daarmee van niemand - dat moet een gezellige boel zijn, in de Trêves-zaal.
Drie. Als politiek een kwestie van binnenhalen en slikken is, is er voor heel veel beleid eigenlijk geen meerderheid. D66 en CU laten zich dus gijzelen om een kunstmatige meerderheid te creëren - kan een oppositiepartij zeggen.

Natuurlijk, je sluit compromissen. Maar als je beleid uitsluitend verdedigt met het ‘afspraak is afspraak’-argument, ontstaan de beelden van koehandel, los zand en gegijzelde meerderheden.


In de politiek is er eigenlijk alleen aandacht voor religie als het misgaat
Trouw, 29 september 2018

Wobine Buijs krijgt veel respect voor de manier waarop ze burgemeester voor Oss is, na het drama op de spoorwegovergang.
De Osse gebedshuizen openen hun deuren voor de Ossenaren - voor stilte of een gesprek. Ze vindt het geweldig. Geloof begeleidt je op de weg door het leven, zegt ze. Ze heeft het over de ‘fantastische dingen’ van het geloof - de belangrijkste momenten beleef je ermee. Geloof heeft ‘ontzettend veel waarde’ voor mensen. Tegenwoordig wordt geloof bijna gecriminaliseerd - ‘dan denk ik “oh, wat erg”’.

Wat valt op?
Nederlandse politici - inclusief haar VVD-partijgenoten - hebben over religie bijna altijd dezelfde bezweringsformule: geloof in is een privé zaak. Daarmee wordt geloof uit het publieke domein geduwd. Je spreekt er als politicus niet over, je vraagt er niet naar. Het is altijd wat krampachtig.
Wat is het effect daarvan? In de politiek is er eigenlijk alleen aandacht voor religie als het mis gaat. Als het over geloof gaat, gaat het dus altijd over foute geestelijken, foute opvattingen, foute uitspraken.

Buijs spreekt heel open over geloof, duwt het níet achter de muur van het privé-leven. Wat is het effect? Het is wat meer ontspannen. Er kan in het publieke domein ook aandacht ontstaan voor de positieve aspecten van geloof. De moskee gaat ‘wagenwijd’ open want ‘we moeten naar elkaar toegroeien’, zegt een woordvoerder. ‘Wij begrijpen elkaar in Oss’. Dat kan religie ook zijn. 

Aardig detail: Buijs is zelf niet gelovig.


Passief beleid is fout, actief beleid is goed; zo, niks gezegd en toch blije toehoorders
Trouw, 22 september 2018

Thierry Baudet discussieert over het immigratiebeleid. Luister er naar met de oren van wie  diep bezorgd is over immigratiestromen.
Het Nederlands beleid is passief, zegt Baudet. De overheid wacht af welke immigranten naar Nederland komen. We moeten een actieve rol nemen - aangeven wie we als samenleving nodig hebben. En we moeten het ‘Australische model’ invoeren.  Australië is er in geslaagd de toestroom van immigranten een halt toe te roepen. 

Wat is de kracht van deze framing?
Een. Je bent bezorgd en dan wil je natuurlijk een actief beleid - wat dat ook moge inhouden. Je ergert je dat het bestaande beleid passief is.
Twee. Australië heeft een beleid, en dat noemt Baudet een ‘model’. Dat klinkt goed voor wie bezorgd is: als Australië een model heeft dat werkt, moeten we dat natuurlijk overnemen. 
Drie. Baudet suggereert dat het immigratiebeleid radicaal anders kan - dat horen bezorgde mensen graag. Misschien zijn Baudets ideeën onuitvoerbaar, maar dat doet er niet altijd toe. Hij straalt met dat ‘actief’ en ‘Australische model’ uit dat hij de immigratie onder controle wil krijgen, nieuwe wegen wil bewandelen. Andere politici zitten vast in het bestaande beleid, kun je denken.

Je hebt drie frames: het bestaande beleid is ‘passief', er moet 'actief’ beleid komen, er is een buitenlands ‘model’, dat werkt. Je hebt nog bijna niks inhoudelijks gezegd, maar als je toehoorders diep bezorgd zijn, kun je er al behoorlijk wat impact mee hebben.


Hoe Bill Clinton zichzelf als slachtoffer van de Lewinsky-affaire framet
Trouw, 15 september 2018

Onder invloed van #metoo, krijgt Bill Clinton weer vragen over zijn affaire met stagiair Monica Lewinsky.
Hoe verdedigt Clinton zich? Iedereen weet dat ik beschadigd uit die geschiedenis kwam, zegt hij. Clinton moest dure advocaten huren en bouwde daardoor een schuld van 16 miljoen dollar op. Daarmee framet Clinton zichzelf als een slachtoffer van de Lewinsky-affaire.

En dat doet hij nog een keer. Toen ik gouverneur van Arkansas was, zegt Clinton, had ik twee vrouwelijke stafchefs. Waren vrouwen op mijn Ministerie van Justitie oververtegenwoordigd. Zaten er vrouwen op alle leiderschapsposities bij de staf van de gouverneur. 
Clinton suggereert daarmee dat hij recht heeft op meer waardering, omdat hij zoveel goeds heeft gedaan voor vrouwen - terwijl die vervelende media alleen maar over zijn affaires  berichten. Dus is hij opnieuw slachtoffer - zo veel goeds gedaan, zo weinig waardering.
Ivanka Trump gebruikt hetzelfde argument, om haar vader te verdedigen: beschuldigd van seksuele intimidatie, terwijl hij in zijn bedrijven veel vrouwen op topposities heeft benoemd. 

En verder: met deze argumentatie hebben vrouwen hun leiderschapspositie aan Clinton en Trump te danken. Dat is nogal bevoogdend. De analyse kan ook zijn dat vrouwelijke leiders die posities zelf hebben verworven. Maar die analyse komt Clinton en Trump als slachtoffers natuurlijk niet uit. Dan hebben ze minder goeds gedaan, en hebben ze dus minder recht op waardering en zijn ze dus minder het slachtoffer van de media.


Het dilemma van de hondenfluitjes: zeg je er iets van of niet?
Trouw, 8 september 2018

Een hondenfluitje - een dog whistle - geeft een geluid dat honden wel, en mensen niet horen. In de politiek kennen we de dog whistle ook: je gebruikt woorden, die een verborgen boodschap zijn voor je achterban - en die anderen niet verstaan.

In Florida strijden de blanke Republikein Ron DeSantis en de zwarte Democraat Andrew Gillan om het goeverneurschap. DeSantis, een Trump-fan, vindt Gillan gevaarlijk. Laten we er geen zooitje van maken in Florida zegt hij - ‘don’t monkey it up’ in Florida. Zijn tegenstanders zijn woedend. ‘Monkey up’ is een hondenfluitje, een verborgen boodschap dat DeSantis racisme goedkeurt. DeSantis noemt Gillan ook ‘articulate’ - ‘welbespraakt’. Het woord ‘welbespraakt’ heeft in Amerika een geschiedenis, een gevoelswaarde. Het is vaak door blanke mensen gebruikt om zwarte politici te prijzen. Er zit een toonzetting van verrassing in: zwart, en tóch welbespraakt. ‘Welbespraakt’ is ook een hondenfluitje, ook verhuld racisme, zeggen DeSantis’ tegenstanders. 

Wat is het risico als je een hondenfluitje ontmaskert - laat zien dat dit racisme is? De medestanders van DeSantis ontkennen dat bij hoog en laag. ‘Monkey up’ gebruikt DeSantis wel vaker. Hij is gewoon complimenteus met dat ‘welbespraakt'- de politiek-correcte elite moet niet zeuren.

Dat is het dilemma van dog whistles. Zeg je er iets van, dan ben je politiek-correct, iemand die overal racisme ziet, ook als het er niet is. Zeg je er niets van, dan kan DeSantis z’n gang gaan. 


Haar falderie-falderavraag maakt Abbring tot een wat cynische complotdenker
Trouw, 1 september 2018

Minister Eric Wiebes draait de Groninger gaskraan radicaal lager. In Zomergasten stelt Janine Abbring er een vraag over. Ze ‘wil niet al te complot-achtig denken’ maar ze is ‘cynisch’ over Wiebes’ beleid. Ze verdenkt Wiebes van een ‘overrompelingstactiek’ - de gaskraan dichtdraaien, zodat je minder huizen hoeft te verstevigen. Dan kan alles ‘weer een paar decennia doorsudderen - falderie, faldera’.
Het is het bekende borreltafel-frame, waarin een bestuurder het nooit goed doet. Je beleid is goed of fout - maar als het goed is, is het een overrompelingstactiek voor iets fouts.

Hoe reageert Wiebes?
Hij stelt Abbring een wedervraag: denk jij, dat ík een overrompelingstactiek op jou loslaat? Dat is een lastige vraag voor haar. Hij vertelt over zijn strijd voor de Groningers in Den Haag. Hij is rücksichtlos, zegt hij. Hij ramt, zeurt, zeikt, is radicaal, is fanatiek. Hij zegt ook iets over zijn beleid. Wiebes wil een einde maken aan de vraag naar het Groninger gas.
Het is een mooi antwoord. Waarom? Een. Een kritische vraag over beleid reframe je tot iets persoonlijks - je persoonlijke commitment en gevecht voor Groningen en de Groningers. Wiebes deugt, kun je daardoor denken. Dan zal dat beleid van hem ook wel deugen. Twee. Wiebes maakt het Abbring zichtbaar lastig. Wiebes deugt, is voor Groningen fanatiek aan het rammen in Den Haag - dus wordt Abbring met haar falderie-faldera-vraag inderdaad een wat cynische complotdenker.


In het onderwijs heerst één gedachte: professionals - de docenten - zijn goed, managers zijn fout
Trouw, 7 juli 2018

Op het VMBO in Maastricht namen leerlingen aan het eindexamen deel, terwijl dat niet mocht. Ook op andere VMBO-scholen hebben leerlingen eindexamen gedaan - terwijl ze te lage cijfers hadden behaald voor hun keuzevakken.
Hoe wordt hierop gereageerd? Reactie 1: Het komt door de regelgeving, die te ingewikkeld is. Door druk van het management: leerlingen moeten van de managers goede cijfers halen. Door de grote stelselwijzigingen van de afgelopen jaren.
Reactie 2 komt bijvoorbeeld van een directeur in Maastricht. De docenten zijn ‘enorm betrokken’. Ze zijn ‘constant bezig met hoe ze de leerlingen beter kunnen helpen’. En tja, daardoor zijn ze ‘de regels vergeten’.

Wat valt op? In de wereld van het onderwijs wordt er veel geklaagd over de spanning tussen professionals en managers. En er is een heel dominant frame: professionals - de docenten - zijn goed. Managers zijn fout. Beide reacties passen in dat frame. In de eerste reactie is het de schuld van het management. En de professionals? Die zijn natuurlijk van goede wil, die kun je dus niets verwijten - de tweede reactie. 

Wat is het gevolg van dat dominante goed-fout frame? Als het probleem is dat docenten leerlingen onterecht toelaten tot het eindexamen - dan is versterking van het management misschien wel de oplossing. Het ligt voor de hand - maar ja, het frame is nu eenmaal dat managers fout zijn. Dus wie durft dan nog voor meer management te pleiten?


Door recht te doen aan emotie, creëert Bakker ruimte voor juridische redenering
Trouw, 30 juni 2018

Frits Bakker is voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak. Hij krijgt een lastige vraag. Anne Faber werd op gruwelijke wijze vermoord door Michael P. De vader van Anne heeft zware kritiek op de rechter, die Michael P. in een eerdere verkrachtingszaak geen TBS oplegde. Dat is een grove fout. Die rechter moet zijn verantwoordelijkheid nemen en aftreden.
Wat vindt Bakker daarvan? Het is een lastige vraag. Er is enerzijds de heftige emotie van de vader van Anne. Anderzijds kan Bakker niet een rechter afvallen, die juridisch waarschijnlijk juist heeft gehandeld.
Wat antwoordt Bakker? Je kunt je niet voorstellen, zegt hij, wat de vader van Anne doormaakt. Als je dat doormaakt, mag je alles schrijven. Op alles en iedereen boos zijn. Dan gaan we niet discussiëren over de vraag of de de kritiek van vader Faber verstandig is.

Wat is de kracht van deze framing? Een. Bakker is empatisch, doet recht aan de woede van de Annes vader. Die mag het aftreden van de betreffende rechter eisen. Twee. Omdat hij empathisch is, luister je meer welwillend naar de rest van zijn verhaal. In Nederland mag je kritiek hebben op rechterlijke uitspraken, zegt hij. Maar je kunt niet zeggen dat de betrokken rechter weg moet - die kon juridisch vaak niet anders. Drie. Emotie staat zo niet tegenover de juridische redenering. Maar Bakker creëert, door recht te doen aan emotie, ruimte voor de juridische redenering.


Wie snuift, maakt zich schuldig aan milieuvervuiling, moord en doodslag
Trouw, 23 juni 2018

In het debat over de legalisering van drugs, spreken de tegenstanders de laatste tijd veel sterker de individuele gebruiker aan. Wie een lijntje snuift of pillen slikt, zou moeten bedenken dat de productie van die drugs gepaard gaat met zware milieuvervuiling - denk aan het illegaal dumpen van drugsafval. De productie gaat ook gepaard met moord en doodslag. Wie drugs gebruikt, houdt dat alles in stand. Bij iemand als CDA Tweede Kamerlid Madeleine van Toorenburg moeten bijvoorbeeld de ‘yoga-snuivers’ het ontgelden: mensen die door de week verantwoord leven, en in het weekend los gaan. 

Wat is de kracht van deze redenering? Je zet drugsgebruik in eenzelfde frame als kinderarbeid. Veel mensen - zeker wie bewust leeft en yoga beoefent - willen geen kleding, waar kinderarbeid aan te pas is gekomen. Wie die kleding koopt, houdt kinderarbeid in stand. Maar diezelfde mensen zouden wel drugs kopen, waar moord en doodslag aan te pas is gekomen? Dat is hypocriet en immoreel.

Wat is het risico van het frame? Het kan zich als een boemerang tegen je keren. Inderdaad, kun je zeggen - de redenering klopt. Je wilt geen kleding, door kinderen gemaakt. Je wilt geen drugs, waar bloed aan kleeft. Dus moeten we eerst maar eens beginnen met het legaliseren van softdrugs. Wie daar tegen is, houdt moord en doodslag in stand. Dat kun je ook als hypocriet en immoreel framen.


Handel drijven met schulden
Trouw, 16 juni 2018

Wie schulden heeft, kan een beroep doen op schuldhulpverlening. Wanneer een schuld moeilijk inbaar is, kan een schuldeiser die schuld aan iemand anders doorverkopen, voor een prijs die lager is dan de schuld. Die iemand anders mag proberen de schuld alsnog te innen - en kan zo winst maken. De branchevereniging voor schuldhulpverlening waarschuwt voor deze ‘schuldenhandel’, voor schulden ‘die in de markt worden gezet’, voor commerciële partijen ‘die verdienen aan schulden’.

Het zijn frames die heel naar klinken. Je hebt al een veel te hoge schuld, en nu wordt daar ook nog eens handel mee gedreven - verdient iemand over jouw rug aan jouw schuld. Het is een frame met een onderliggende drama-structuur. De schuldenaar is het slachtoffer. De schurken zijn die nare commerciële partijen. De brancheverenging, die het voor je opneemt, is de held.

De Vereniging van Incasso-ondernemingen framet het anders. Het is geen schuldenhandel, het is gewoon het ‘verkopen van een vordering’. Dat klinkt niet naar - dan doen kleine en middelgrote ondernemers nu eenmaal, omdat ze geen zin hebben in administratief gedoe. En dat gedoe heb je, want Nederland heeft geen goede betaalcultuur. Die is bij de Duitsers veel beter - daar moet je schulden gewoon inlossen. En zo kent het ‘verkopen van een vordering’ een andere drama-structuur. Het midden- en kleinbedrijf is het slachtoffer. De schurk is degene die niet betaalt - en de held is het incasso-bedrijf.


Volgens de FNV zijn we flexverslaafd, het bekt in elk geval lekker
Trouw, 9 juni 2018

Volgens de FNV lijden veel werkgevers aan ‘flex-verslaving’.

Waar gaat het om? We kennen het bekende verhaal over de noodzaak van flexwerkers. Globalisering leidt tot een concurrentie zonder weerga - dan moet je als bedrijf wendbaar zijn, kan niet iedereen een vast contract krijgen. Veel meer dan vroeger kennen bedrijven pieken en dalen - en ook dat vereist nu eenmaal de inzet van flexwerkers.

Het zal allemaal wel, zegt de FNV, maar werkgevers zijn flex-verslaafd. Wat is de kracht van dat frame?

Een.’Flex-verslaving’ bekt gewoon lekker. Het ligt goed in het gehoor, dus kun je dat frame eenvoudig onthouden, vindt het makkelijk z’n weg.

Twee. Iedereen voelt aan dat je in de economie-van-nu meer flexibiliteit nodig hebt, dan vroeger. Dat bestrijdt de FNV met dat frame ook niet. Ze zegt niet dat flex fout is, ze zegt alleen dat werkgevers verslaafd zijn geraakt aan flex. Zoals iemand drank-verslaafd kan zijn - drank is niet fout, de verslaving is fout.

Drie. En daarmee worden de werkgevers weggezet: wie verslaafd is, is zwak. Een fles drank moet je niet aan een alcoholist toevertrouwen - en flex moet je niet aan een werkgever toevertrouwen. Die kan geen maat houden.

Vier. Met taal associëren we - en flex-verslaving associeer je zo maar met seksverslaving. Daarmee wordt die verslaving nog fouter. Ontstaat het beeld van een ranzige obsessie met flex, ten koste van iedere menselijke relatie. 


Als je klaagt over bureaucratie, lijkt het of je tegen privacy bent
Trouw, 2 juni 2018

Werkelijk niemand wil bureaucratie in de zorg - toch ontstaat steeds nieuwe bureaucratie. Hoe kan dat?

Wel, kijk naar de nieuwe privacywet - de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Door die wet worden we overspoeld met emails, waarin organisaties hun privacybeleid uitleggen - en die we nauwelijks lezen. Ondernemers krijgen er karrenvrachten aan administratieve taken bij. Vrij onschuldige informatie-uitwisseling kan opeens verboden zijn.

Waarom loopt bijna niemand hiertegen te hoop?

Een. De discussie staat in het frame van de privacy. Privacy vinden we een belangrijke waarde. Als je dan over bureaucratie begint, lijkt het alsof je tegen privacy bent. In de zorg gaat dat precies zo. We willen meer kwaliteit - een belangrijke waarde. In naam van kwaliteit kruien we heel veel regels de zorg in. Maar omdat kwaliteit zo belangrijk is, blokkeert het gesprek over de bureaucratie-last van die regels.

Twee. In een interview gaat het over de nadelen van de wet. Maar hoe framet de interviewer die nadelen? Ach, zegt ze, de wet is toch vooral ‘een bewustwordingsproces’. Privacy is immers heel belangrijk. Het is een bekend frame: is er kritiek op de inhoud, dan zeg je dat ‘het proces’ toch zo goed is.

Zo ontstaat bureaucratie. Je hebt een belangrijke waarde - privacy, kwaliteit. Dus zijn nieuwe regels moeilijk te bekritiseren. Als je al kritiek hoort, is die vergoelijkend - het ‘bewustwordingsproces’. Later, als de bureaucratie echt vervelend wordt, zijn de regels al helemaal ingesleten.


In de hele preek werd prinses Diana niet genoemd, maar iedereen voelt: dit was haar boodschap
Trouw, 26 mei 2018

Tijdens de huwelijksdienst van Harry en Meghan wordt de preek verzorgd door Michael Curry. De Afro-Amerikaanse predikant staat uitgebreid stil bij de slavernij. Hij is voor velen de ster van de dag. Hoe krijgt hij dat voor elkaar? Over de slavernij beginnen, tijdens een bruiloft nota bene - en dan toch door iedereen de hemel in worden geprezen?

Een. Hij zet de slavernij in het frame van de liefde - en niemand kan natuurlijk tegen liefde zijn. Twee. Liefde, zo zegt hij Martin Luther King na, verandert een oude wereld in een nieuwe wereld - en dat hebben de slaven ervaren. Curry heeft het daarmee over de kracht van slaven, over hun waardigheid, over hun vertrouwen op die universele waarde van liefde. Drie. In veel verhalen zijn slaven slachtoffers - van de eigenaren en handelaren. In Curry’s verhaal stijgen de slaven boven de eigenaren en handelaren uit. Zij putten immers kracht uit de universele waarde van de liefde. Vier. Liefde kan persoonlijk en romantisch zijn, zegt Curry, en liefde kan iets maatschappelijks zijn - maar het is altijd dezelfde kracht. En daarmee past het verhaal over de slaven bij een huwelijk. Vijf. In de hele preek wordt de naam van prinses Diana niet genoemd. Maar iedereen voelt: dit was precies haar boodschap. ‘Ik weet dat ik liefde kan geven. Soms voor een minuut, een half uur, een dag, een maand. Maar ik kan het.’


De manier waarop westerse leiders een fijne ramadan wensen
Trouw, 19 mei 2018

Veel Westerse leiders wensen hun islamitische landgenoten een goede ramadan toe. Hoe wordt die wens geframed? In samenlevingen met vaak anti-islamitische sentimenten?

Een. Je kunt je beperken tot ‘fijne ramadan’. Heel uitgesproken is dat niet, maar goed - je zegt tenminste iets.

Twee. Veel leiders benadrukken de bijdrage van moslims aan hun samenlevingen - aan de economie, aan zorg voor minderbedeelden, aan het openbaar bestuur. Tonen zo respect voor moslims - door hun maatschappelijke inzet te prijzen. Maar toch: vergelijk het eens met een kerst-boodschap. Je kunt je toch niet voorstellen dat diezelfde leiders ons een goede kerst toewensen - en vervolgens uitweiden over de bijdrage van protestanten en katholieken aan de samenleving. Daar gaat het bij kerst niet om, denken we dan.

Drie. De Canadese premier Justin Trudeau verwoordt het anders. De ramadan leert je te zien en te waarderen wat je hebt ontvangen. Jouw noden ondergeschikt te maken aan die van anderen. Iets terug te geven aan anderen. De wereld een plaats voor iedereen te maken.
Wat valt op? Trudeau verwoordt de essentie van de ramadan. Zoals dat ook in kerstboodschappen gebeurt. Onze leiders wensen onze een goede kerst omdat het kerst is - het over vrede en verzoening gaat. Trudeau wenst moslims een goede ramadan omdat het ramadan is - het over dankbaarheid gaat. Toont respect voor moslims, niet vanwege hun maatschappelijk inzet, maar door te verwoorden waar het hen ten diepste om gaat.


We zijn begunstigden, werknemers, lijfeigenen én klanten van Facebook
Trouw, 12 mei 2018

Hoe verhouden wij ons tot Facebook? Daarover bestaan verschillende frames.
Een eerste frame. Dankzij Facebook kunnen wij kosteloos onze ervaringen en kennis delen - en wordt de wereld beter: meer open, meer verbonden. Facebook is daarmee een weldoener, een filantroop - met ons als begunstigden.
Een tweede frame. Wij zijn gewoon betalende klanten voor Facebooks diensten. We betalen met onze data en met de zeeën van tijd, die we op Facebook doorbrengen. Daardoor wordt Facebook aantrekkelijk voor adverteerders. We zijn alleen dommig - zien niet in hoe waardevol onze data zijn. We moeten kritische klanten worden. Een derde frame komt daar logisch uit voort. Niet Facebook, maar wij zijn de filantropen, die gratis data afgeven - Facebook is de begunstigde.
Een vierde frame. Facebook is een bijenkorf. We brengen als ijverige bijen onze data in, waardoor Facebook zijn diensten kan verlenen. In het bijenkorf-frame zijn wij werknemers - moeten we veel meer voor onze rechten opkomen.
Een vijfde frame. Facebook is een kolonisator, die al onze data rooft en daarmee bakken geld verdient. Wij zijn niet de klant van Facebook, wij zijn het product van Facebook. Een zesde frame: Facebook verlaten is heel lastig, dus is Facebook een feodale heerser, die ons met onze data als lijfeigenen behandelt.

Zo zijn wij de de begunstigden van Facebook, de klanten, de filantropen, de werknemers, een wingewest en lijfeigenen. Waarschijnlijk is het allemaal waar - heeft Facebook vele gezichten.


Hoe Macron zijn pro-Europa standpunt framet
Trouw, 5 mei 2018

De Franse president Macron is sterk pro-Europees. Hij geeft een interview over de opkomst van robotica en kunstmatige intelligentie. Hoe framet hij zijn pro-Europa standpunt?

Een. Kunstmatige intelligentie, zegt Macron, zal helaas banen vernietigen - maar gelukkig ook veel nieuwe banen creëren. Daarom moet Europa investeren in de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Nu zijn vooral China en Amerika sterk in kunstmatige intelligentie. Het risico: onze banen gaan eraan, de nieuwe banen zijn voor de Chinezen en Amerikanen. China en Amerika - dat zijn twee grote machtsblokken en daar moet je een machtsblok tegenover zetten: Europa.

Twee. Hoe gaat Amerika met kunstmatige intelligentie om? Alles wordt overgelaten aan de vrije markt, aan private ondernemingen. Dus krijg je uitwassen als bij Facebook: dat rooft onze data om er geld mee te verdienen - en minacht onze privacy. In China is er het spiegelbeeld: de overheid bepaalt alles, misbruikt kunstmatige intelligentie en data om haar machtspositie te versterken. De Amerikaanse aanpak is fout, de Chinese aanpak is fout, dus moet er een alternatief komen: een Europese aanpak.

De afgelopen decennia ging het vooral over wat er allemaal binnen Europa gebeurde: de Brusselse bureaucratie, de overdreven EU-bemoeienis met nationale aangelegenheden, de herverdelingen van schulden. In die discussie is Europa altijd het probleem. Bij Macron gaat het om wat er buiten Europa gebeurt - om wat China en de VS uitvreten. Dan is Europa opeens de oplossing.


Flauwe moppen en grappen over het communisme als teken van verval
Trouw, 28 april 2018

Na de Tweede Wereldoorlog krijgt de marxistische ideologie Oost-Europa in haar greep. De marxisten-leninisten besturen de Oost-Europese staten, om daar de communistische heilstaat te realiseren. Dat mislukt volledig. In de jaren tachtig wordt het verval zichtbaar en tuimelen de communistische regimes om.

Ronald Reagan is in die jaren de president van de VS - een felle, ideologische anti-communist. Maar hoe framet hij de communistische regimes? Heel vaak door er simpelweg grappen over te maken - op het Internet zijn er talloze te vinden.

In de communistische landen was alles schaars en moest je op alles heel lang wachten. Reagan: een man koopt een auto. De verkoper zegt dat die auto over tien jaar zal worden afgeleverd. De man vraagt of de auto 's morgens of 's middags zal worden afgeleverd. 'Het duurt nog tien jaar, moet je dat nu al weten?' vraagt de verkoper verbaasd. 'Ja', antwoordt de man - 'want op die dag heb ik 's morgens een afspraak met de loodgieter.'

Het doet denken aan een flauwe Belgenmop. Maar Reagan heeft daar blijkbaar genoeg aan om het communisme weg te zetten. Ondertussen noemen de Oost-Duitsers hun marxistisch-leninistische heersers spottend 'marxisten-senilisten' - oude, seniele mannen, losgezongen van de realiteit. Het is misschien wel het grootste teken van verval: alleen maar oude mannen aan de macht, over wie zelfs de felste tegenstanders alleen nog maar flauwe grappen maken. 


De minister zet Wierd Duk in het frame van een Rusland-fan
Trouw, 21 april 2018

In een praatprogramma discussieert Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken over Syrië en Rusland. Journalist Weird Duk is ook te gast en stelt hem lastige vragen. We zijn veel te kritisch op Rusland, volgens Duk. Zonder Ruslands interventie zat er nu wellicht een fundamentalistische regering in Damascus. En wie zegt dat Syrië achter de gifgasaanval in Douma zit? Heeft Rusland misschien gelijk - en zijn het wellicht rebellengroepen geweest?

‘Rusland zal zulke betogen met veel plezier aanhoren’, antwoordt Blok. Even later gaat het over de desinformatie vanuit de Russische regering. ‘Ik hoop altijd dat Nederlandse journalisten daar kritisch mee omgaan’. Hij kijkt Duk spottend aan. Weer even later: ‘We moeten kritisch blijven, niet gewoon de Russen napraten’.

Wat is de strategie? Krijg je kritiek, dan ga je meestal in op de kritiek. Maar je kunt ook iets zeggen over de kritiek. Dat is wat de minister hier doet - hij zegt hier tot drie keer toe iets over Duks kritiek. En hij zet Duk zo in het frame van een Rusland-fan, die Russische informatie voor zoete koek aanneemt.

Wat is het effect? Je kunt het zien als een debat-truc van de minister - die zo de eigenlijke discussie ontloopt. Maar het frame kan ook heel krachtig zijn: toehoorders gaan onwillekeurig kritischer luisteren naar Duk - die is blijkbaar pro-Rusland, veel te goedgelovig. En daarmee kunnen zijn argumenten opeens minder overtuigend worden. 


Hoe Trump de Chinezen framet als 'onredelijk' en 'gemeen'
Trouw, 14 april 2018

Donald Trump heeft de importtarieven op staal uit China verhoogd. Die treffen de Chinese industrie. De Chinezen hebben vervolgens hun importtarieven op landbouwproducten uit Amerika verhoogd. Die treffen de Amerikaanse boeren.

Je kunt naar Trumps maatregelen kijken, met als vraag of ze effectief zijn, of ze werken. Het antwoord is dan dat de importtarieven heel risicovol zijn. Ze kunnen zomaar een handelsoorlog veroorzaken - met mogelijk desastreuze gevolgen. Daar is geen redelijk mens bij gebaat.

Maar Trump zet zijn maatregelen niet alleen in het effectiviteits-frame. Hij benadrukt hoe oneerlijk en hoe gemeen de Chinezen zijn. Ze dumpen hun staal onder de kostprijs op de Amerikaanse markt. Ze roven voor honderden miljarden aan kennis. Ze werpen allerlei barrières voor Amerikaanse bedrijven in China op. Chinese bedrijven kunnen bedrijven in Amerika overnemen, maar andersom is dat veel lastiger. Chinese bedrijven krijgen subsidie van de Chinese overheid en kopen vervolgens Amerikaanse bedrijven met hun technische expertise op - andersom is dat niet zo. Het is gewoon geen eerlijk speelveld. Je kunt er nijdig om worden.

Het is een bekende strategie. Gebruik het oneerlijkheid-frame. Benadruk hoe oneerlijk en gemeen je opponent is - en wij vinden dat die opponent moet worden aangepakt, dat er maatregelen moeten worden genomen. Hoe oneerlijker je die opponent maakt, hoe nijdiger zelfs redelijk denkende mensen worden - en hoe minder we ons de vraag stellen of de maatregelen werken.


Zo doe je dat, als burgemeester je foute burgers toespreken
Trouw, 7 april 2018

Jan Boelhouwer is de PvdA-burgemeester van Gilze-Rijen, een gemeente die nogal wat drugs-criminaliteit kent. Dat geldt ook voor het dorp Hulten, dat tot Gilze-Rijen behoort. Een Hultenaar is voor zware wapenhandel veroordeeld. Een dorpsgenoot legt uit dat deze veroordeelde crimineel een gewone jongen was in het dorp. Die nooit problemen veroorzaakte.

De burgemeester krijgt een vraag. Is dit misschien het probleem? Dat dorpsgenoten de daden van criminelen vergoelijken? Dat criminelen impliciet steun krijgen van dorpsgenoten?

Het is een lastige vraag voor Boelhouwer. Zegt hij ‘ja’ dan is hij heel duidelijk, maar valt hij zijn dorpsgemeenschappen af. Dat past een burgmeester niet. Zegt hij ‘nee’, dan lijkt het alsof hij de problemen niet durft te benoemen, de andere kant op kijkt. Dat past een burgemeester ook niet.

Wat zegt de burgemeester? Hij spreekt bepaald niet met meel in de mond. Hij zegt volmondig ‘ja’ - dit is één van de redenen waarom het met de drugscriminaliteit uit de hand is gelopen. Daarmee spreekt hij de dorpsgemeenschappen bestraffend toe. Maar hij voegt er iets aan toe. Door die criminaliteit is er veel brandgevaar in de woonwijken. Zijn er schietpartijen. Ontstaan levensgevaarlijke situaties. Daarmee is hij ook de burgemeester die het voor de dorpsgemeenschappen opneemt. Eigenlijk een hele logische combinatie: als je het voor de mensen in de dorpen opneemt, kun je ze ook streng toespreken. 


We worden gemanipuleerd met onze eigen data
Trouw, 31 maart 2018

Iedereen maakt gebruik van online diensten - Facebook, zoekmachines, webwinkels. In veel debatten daarover gaat het over onze privacy - en met dat woord is iets fundamenteel mis.

Wat is het probleem? We kennen het privacy-begrip uit de oude, pre-internet wereld. Een privacy-schending betekende dat iemand iets uit jouw privéleven openbaar maakte. Er zijn ergere dingen, denken veel mensen. 'Ik heb niets te verbergen', horen we vaak. De schenders van privacy - de boeven - zijn paparazzi-achting lieden, een beetje sneue types.

In de nieuwe wereld laten we massaal data achter op het internet. De boeven zijn geen sneue paparazzi, maar sluwe data-analisten - ingehuurd door politici als Trump. Analisten kennen individuele kiezers beter dan wie dan ook, dankzij die data. En kunnen kiezers vervolgens beïnvloeden. Hoe? Door selectief nieuws te fabriceren, waar specifieke kiezers gevoelig voor zijn. Iedere groep kiezers krijgt haar eigen informatie. Daardoor worden ze vatbaar voor Trumps boodschap. En zo worden kiezers ‘in een fuik gelokt’. ‘Emotioneel gemanipuleerd’. Wordt ‘kunstmatige intelligentie gebruikt voor gepersonaliseerde propaganda’. Raken kiezers ‘verslaafd aan bepaalde informatie’. Wordt de ‘psychologie van een hele natie’ beïnvloed. En wat Trump kan, kunnen andere politici ook.

Het zijn allemaal waarschuwingen van data-analisten, die hun wereldje kennen. En die worden niet gedekt door dat woord 'privacy'. Bij privacy gaat het om jouw data, die worden onthuld. In werkelijkheid gaat het om jouw data, waarmee je wordt geïntimideerd.


Hoe links en rechts Amerika verschillend naar immigratie kijken
Trouw,  24 maart 2018

Op de grens van Mexico en Arizona ligt de Sonora woestijn, met temperaturen van soms 55 graden. De grens kent geen hek - het Amerikaanse beleid is ‘preventie door afschrikking’. Je zou als immigrant wel gek zijn om de grens over te steken. De kans is groot dat je dat niet overleeft.

Toch wagen veel Mexicanen het erop en stierven er reeds duizenden mensen in de woestijn. Daarover wordt een debat gevoerd, omgeven door heel veel woede. Waar komt die woede vandaan?

Als rechtse Amerikaan redeneer je al snel vanuit het frame van de individuele verantwoordelijkheid. Een immigrant kiest er zelf voor om dit grote risico te nemen. Als dat verkeerd afloopt, is dat diep tragisch - maar een kwestie van eigen verantwoordelijkheid.

Links kiest vaker voor het frame van de collectieve verantwoordelijkheid. Dit is een probleem van ons allemaal, van de arme immigranten tot het rijke Amerika. ‘Preventie door afschrikking’? De vrijhandel waar Amerika van profiteert, leidt tot armoede in Mexico. De overheid doet vervolgens niets om de immigranten uit de woestijn te weren - die zou dan immers haar afschrikkende werking verliezen. Dat is immoreel - immigranten worden de dood ingelokt.

Wie dit alles slechts tragisch vindt, wordt woedend als het verwijt is dat je immoreel bent. Wie dit immoreel vindt, wordt woedend als de ander dit slechts tragisch vindt - en verder niets doet. Allemaal een kwestie van het frame van waaruit je redeneert. 


Oude meuk verjongen: het is Spielerei met woorden
Trouw, 17 maart 2018

Minister Cora van Nieuwenhuizen is verantwoordelijk voor de infrastructuur - voor onze wegen, bruggen, tunnels en sluizen. Haar Ministerie doet twee dingen: aanleg van nieuwe infrastructuur en onderhoud van bestaande infrastructuur. Aanleg van nieuwe infrastructuur is natuurlijk stoer en spannend voor politici en ingenieurs: je creëert iets nieuws, dat nog niet bestaat - en dat is heel zichtbaar. Onderhoud is suf en saai: het moet gebeuren, is vaak onzichtbaar en levert niets nieuws op.

Veel infrastructuur stamt uit de jaren vijftig en is aan het einde van haar levensduur. Dus kondigt de minister een groot en duur onderhoudsprogramma aan. Ze noemt het ‘Verjongen, Vernieuwen en Verduurzamen’. Het zijn precies de goede woorden.

Bij onderhoud van infrastructuur uit de jaren vijftig, denk je al snel aan oude meuk. Door het  onderhoud kan die langer mee - kan die oude meuk nog ouder worden. Nee, zegt de minister, het gaat om ‘verjongen’. Bij onderhoud denk je aan een tunnel uit het jaar kruik, die we met wat plak- en pleisterwerk oplappen. Nee, zegt de minister, het gaat om ‘vernieuwen’. En door dat verjongen en vernieuwen, wordt de infrastructuur ook nog duurzamer.

Het is een beetje Spielerei met woorden. Maar toch, als je voortdurend hoort dat de ingenieurs van het Ministerie de infrastructuur kunnen verjongen en vernieuwen, wordt onderhoud opeens stoer en spannend. Vergeleken daarmee is de aanleg van nieuwe infrastructuur eigenlijk veel simpeler - bijna een beetje suffig en saai.


Niemand die het eens hardop zegt, behalve Juf Ank
Trouw, 10 maart 2018

‘Dag, dag, dag, dag ouders van groep 3’ zingt Juf Ank in de populaire serie ‘De Luizenmoeder’. Daarmee probeert ze die ouders uit het klaslokaal te verdrijven. Ouders die werkelijk continu zeuren en zeveren, mieren en mekkeren - maar één gelijk kennen: hun eigen gelijk.

Wat maakt Juf Ank bijzonder? Onze politieke cultuur kent een heel dominant frame: burgers zijn het slachtoffer van ‘de’ politiek. De burger is door politici vergeten, politici luisteren te weinig naar de burger, de burger heeft te weinig invloed, wordt te weinig bij beleid betrokken - en ga zo maar door.

Het is een frame dat vrijwel niet ter discussie staat, voortdurend wordt bevestigd. Hoe komt dat? De slachtoffers - burgers - zullen het natuurlijk niet ontkennen. De schurken - politici - ook niet, die kijken wel uit om burgers te bekritiseren. Dan word je een nog grotere schurk. Dus horen we politici het voortdurend opnemen voor de burger. De politiek moet beter luisteren naar de burger, moet meer  luisteren, de burger beter betrekken. Media bevestigen het frame ook veelvuldig. Het slachtoffer - schurk model is nu eenmaal een heerlijke verhaallijn voor journalisten, lekker overzichtelijk ook.

Maar ja, burgers hebben goede ideeën - maar ook ronduit slechte ideeën. Kennen hun eigen wereld beter dan bestuurders - maar zien soms alleen hun eigenbelang. Zijn constructief - maar kunnen ook zeuren en zeveren, net als de ouders van groep 3. Niemand die dat eens hardop zegt. Behalve Juf Ank.


Gezinshereniging of ketenmigratie?
Trouw, 3 maart 2018

In het immigratiebeleid kennen we de ‘familie-hereniging’. Een immigrant mag op een gegeven moment familie laten overkomen. De Republikeinen in de VS vinden dat maar niks, en spreken niet over ‘familie-hereniging’, maar over ‘chain immigration’ - vrij vertaald: keten- of ketting-immigratie. Aan een immigrant zit een keten van andere immigranten vast, soms wel vijftig in getal.

Wat is de kracht van die term - althans vanuit Republikeins perspectief?

Een. ‘Familie’ klinkt warm, gaat over mensen. ‘Keten’ klinkt koud, is een technische term. Met dat keten-immigratie, ontloop je de menselijke kant van van dit vraagstuk - je de-humaniseert het. En daardoor creëer je ruimte voor hardvochtige maatregelen.

Twee. De term voedt het beeld dat Republikeinen graag schetsen: er is massa-immigratie en de overheid is de controle daarop volledig kwijt. Je laat een immigrant toe omdat hij of zij bijdraagt aan de Amerikaanse economie. Die ene immigrant wordt echter gevolgd door tientallen anderen, die niet bijdragen aan de economie, maar alleen maar familie-van zijn.

Drie: je maakt het de pers lastig. Moet die spreken over ‘familie-hereniging’ of ‘keten-migratie’? Steeds vaker duikt het woord ‘chain migration’ op. En als de pers het over ‘familievereniging’ gaat kun je als Republikein opmerken dat dit een partijdig begrip is, een veel te rooskleurig beeld geeft van de werkelijkheid. Dat die partijdige pers verhult dat het om keten-migratie gaat.


De witte leugen van Halbe Zijlstra was helemaal niet zo onschuldig
Trouw, 24 februari 2018

Halbe Zijlstra is afgetreden - hij was toch niet in Poetins datsja. Rutte en Zijlstra veronderstelden dat het verhaal over de datsja geen probleem was. Hoe konden zij zo’n inschattingsfout maken?

De Engelse taal kent het frame van de ‘witte leugen’. ‘Wat vind je van mijn nieuwe outfit?’ kan de vraag zijn. ‘Prachtig’, kun je antwoorden, terwijl je die outfit spuuglelijk vindt. Het is een witte leugen: je vertelt een onwaarheid om de gevoelens van een ander te ontzien en doet er niemand kwaad mee. Je zou Zijlstra’s verhaal over de datsja als een witte leugen kunnen framen - om twee redenen.

Een. Hij  moet zijn bron, Jeroen van der Veer, beschermen.
Twee. Zijlstra is er diep van overtuigd dat Rusland een bedreiging is voor de internationale vrede. Als je ergens diep van overtuigd bent, voel je je eerder gerechtvaardigd om witte leugens te vertellen.

Er is echter iets bijzonders met witte leugens. Als ze uitkomen, zijn ze veel minder onschuldig. Als ik hoor dat jij mijn outfit eigenlijk spuuglelijk vindt - kan dat een zeer onaangenaam zijn. En de vraag is ook wie de witte leugen vertelt. Als dat de verkoper is in een peperdure zaak, kan ik me bedrogen voelen. En daar gaat het hier mis - de witte leugen komt van  iemand die inmiddels minister van Buitenlandse Zaken is. En als deze witte leugen uitkomt, kan een minister niet meer functioneren - is ze niet meer onschuldig.


Je ziet het voor je: de zuinige Trouwabonnee, die de krant doorgeeft aan de overburen
Trouw, 17 februari 2018

Ook kranten worden geframed. De Volkskrant was lang de krant voor verzuurd Nederland - je begon de dag met een glas azijn, of met de Volkskrant. NRC zou zelfingenomen lezers hebben - diep tevreden over de eigen ruimdenkendheid.

Hoe ontstaan die beelden? Je neemt de kernwaarde van een krant - en benadrukt vervolgens de schaduwzijde daarvan. De Volkskrant is een linksige, kritische krant - van kritisch maak je zuur, cynisch. NRC is van de nuance, wil alle perspectieven laten zien, zoekt de volle breedte. Daar maak je betweterig van en betweters zijn zelfingenomen. Je herkent die negatieve beelden, die schaduwzijden, omdat ze zo nauw samenhangen met de kernwaarden.

En Trouw? Eerst de schaduwzijden. Trouw-lezers lijken een beetje saai en onbestemd, zijn moeilijk te plaatsen. Zijn wat zweverig. Zuinigjes ook - Trouw heeft meer meelezers dan andere kranten. Je ziet het voor je: de zuinige Trouw-abonnee, die de krant doorgeeft aan de overburen. 

Maar schaduwzijden staan voor kernwaarden. Saai? Trouw-lezers zijn beschouwend, lopen niet hijgerig achter hypes aan. Onbestemd? Trouw past niet in het links-rechts schema, staat open voor beide geluiden. Zweverig? Wellicht is er meer tussen hemel en aarde. Trouw staat er open voor - doorgrondt daardoor het fenomeen ‘religie’, dat zo belangrijk is in onze tijd. Zuinig? Het immateriële is vaak belangrijker dan het materiële. En dat krantjes doorgeven? Tja, Trouw begon als verzetskrant - en die werd niet netjes bezorgd, die moest je heimelijk doorgeven.


Een techneut doet gewoon zijn werk - zijn eerlijke, ingewikkelde werk
Trouw, 10 februari 2018

Shell heeft iets veranderd aan de verhouding met de NAM. Het is slechts een accountants-dingetje, maar het leidt tot een rel in de media. De beeldvorming: Shell ontloopt zo de aansprakelijkheid voor de schade door gaswinning.

Marjan van Loon is president-directeur van Shell Nederland. De beeldvorming klopt niet, zegt ze - Shell vergoedt alle schade. Dat blijkt gewoon als je feiten en data op een rijtje zet. Maar hoe kon die media-rel dan ontstaan? Shell heeft geblunderd, had toch een communicatie-adviseur moeten inzetten?

Ach, zegt Van Loon, wij zijn natuurlijk een stel techneuten - techneuten die de feiten en data kennen en dan denken dat die ook anderen duidelijk zijn. Even later: wij zijn ingenieurs en kijken naar de data, kijken rationeel.
Wat is de kracht van dit ‘techneuten-frame’?

Een. Het is ontwapenend, relativerend. Een techneut doet gewoon zijn werk - zijn eerlijke, ingewikkelde werk. Die heeft nu eenmaal niets met gedoe in politiek en media. En tsja, dan maak je wel eens een communicatie-foutje.

Twee. Ze zet de media weg. Techneuten laten zich leiden door de feiten, door data. Dus laten de media zich níet leiden door de feiten, door data.

Drie. Zo staat de techneut tegenover de communicatie-adviseur. Dan kies je toch voor de techneut, de probleem-oplosser. ‘De Titanic had een ijsberg-probleem, geen communicatieprobleem’ zei een adviseur van Bill Clinton ooit. Zo is dat, denken we.


Waarom ministers van financiën vaak zo populair zijn
Trouw, 3 februari 2018

Wopke Hoekstra, de CDA-minister van Financiën, krijgt de vraag of andere ministers bij hem om geld komen bedelen. Zeker, zegt hij - en zijn belangrijkste rol is om dan ‘nee’ te zeggen. Alleen als een collega-minister vraagt of het antwoord echt ‘nee’ is, moet een Minister van Financiën ‘ja’ zeggen. 

Het is maar een verhaaltje op de zondagochtend - maar toch, wat is de kracht ervan?

Een. Een belangrijk kenmerk van onze tijd is dat we het gevoel hebben dat overheden en ministers niet meer in control zijn. Denk aan immigratie, aan opwarming, aan drugscriminaliteit. Hoekstra straalt uit wel in control te zijn. Nee is nee en ja is ja. 

Twee. Hoekstra is een beetje de anti-politicus, die al die geld claimende vakministers onder de duim moet houden - in z’n eentje nog wel. Hij begint ook over de ‘lange termijn’ - dat bevestigt dat beeld. Politici zijn van de korte termijn, vinden we - behalve blijkbaar deze minister van Financiën.

Drie. Hij zit er daarmee ook voor ons - het zijn niet de centen van de politiek, maar van hardwerkende Nederlanders, zegt hij. Hij is zo de minister die ons beschermt tegen politici die te makkelijk ons geld uitgeven.

In control, eigenlijk geen echte politicus, die onze belangen beschermt. De eerlijkheid gebiedt te zeggen: het zijn de kenmerken van vrijwel al zijn voorgangers - daarom zijn ministers van Financiën vaak zo populair.


Waarom moslims zich niet door Trump uit de tent moeten laten lokken
Trouw, 27 januari 2018

In de New York Times beschrijft een islamitische geestelijke hoe moslims moeten reageren op Donald Trump - die moslims vaak als slechteriken ziet en hen regelmatig beledigt.

De islam leert dat het leven één grote test is, zegt hij. Trump is ook een test voor moslims. Je slaagt voor de Test van het Leven als je gewoon doorgaat met je leven - en niet voortdurend klaagt over Trump. Trumps woorden moeten niet onder je huid gaan zitten. Wie met de Test van het Leven wordt geconfronteerd, moet proberen een beter mens te worden. Beledig daarom nooit wie jou beledigt.

Wat valt op?

Een. De geestelijke kiest op geen enkele manier voor de slachtofferrol. Wie dat wel doet, krijgt dat vaak als een boemerang terug. Je wordt geframed als slechterik en een slechterik die zichzelf slachtoffer noemt, wordt in de beeldvorming nog slechter.

Twee. Zijn reactie op Trump heeft iets superieurs. Je hebt mensen die door beledigingen anderen proberen te raken, uit hun tent te lokken. En je hebt mensen die aan dat spel niet meedoen, daar bovenuit stijgen. Wie niet reageert op een belediging, demonteert een belediging. 

Drie. De boodschap heeft ook iets universeels. Of je nu esoterisch bent, of het christelijke geloof aanhangt, of je laat inspireren door Gandhi - de boodschap dat je niet moet beledigen wie jou beledigt, dat tegenslag je sterker moet maken, kom je altijd tegen.   


Dataverzameling: speld in een hooiberg, of connecting the dots?
Trouw, 20 januari 2018

Technologie is ingewikkeld en dus gebruiken we beelden om technologie te begrijpen. Neem de discussie over dataverzameling door veiligheidsdiensten. Die gaat over meta-data, zelf-lerende algoritmen en kunstmatige intelligentie - en dat is best wel ingewikkeld. 

Mogen veiligheidsdiensten  meer data gaan verzamelen?

Nee, zeggen de tegenstanders en zij gebruiken het beeld van de speld in de hooiberg. Veiligheidsdiensten zijn op zoek naar een speld in een hooiberg. Wanneer ze meer data willen verzamelen, maken ze de hooiberg nog groter. Dat is natuurlijk zinloos, denk je - je vindt de speld niet door meer hooi te verzamelen. 

Voorstanders spreken over connecting the dots, het verbinden van punten. Het gaat over 'data-punten’. Dat doet denken aan punttekeningen. Je ziet honderden genummerde punten voor je - een chaotisch geheel. Maar als je die zorgvuldig, in de juiste volgorde met elkaar verbindt, ontstaat er een patroon. Kun je de terrorist in beeld krijgen. Dat is zo, denk je - maar dan moet je natuurlijk wel over alle data-punten beschikken. Anders vind je de terrorist niet.

Deze beelden zijn natuurlijk ook weer makkelijk te bestrijden. Voorstanders van meer data-verzameling zullen zeggen dat het beeld van de hooiberg simplistisch is. Dat we allang over technologie beschikken om spelden in hooibergen snel te vinden - en dat meer hooi meer spelden oplevert. En tegenstanders zullen hetzelfde doen: het is toch ronduit simplistisch om dataverzameling te vergelijken met kindertekeningen. De werkelijkheid is nu eenmaal ingewikkelder dan het beeld.


Dit had Trump beter kunnen zeggen, in plaats van 'Ik ben een genie'
Trouw, 13 januari 2018

In zijn boek Fire and Fury schetst Michael Wolff een beeld van Donald Trump. Volgens Wolff vinden Trumps medewerkers hem incompetent, een groot kind - met een instabiele persoonlijkheid.

Hoe reageert Trump? Hij twittert over zijn successen in het leven. Ik ben slim, is zijn conclusie - sterker, ik ben een genie, een zeer stabiele persoon.

Wat is het bezwaar hiertegen? Een. Je gaat in op dat frame van dom en instabiel en daarmee verleng je de discussie over je persoonlijkheid, houd je die discussie in leven. Twee. Je versterkt de beeldvorming. Iemand die dom en instabiel is, maar zichzelf een stabiele genie noemt, wordt extra dom en instabiel.

Hoe wel te reageren? De stelregel in de wereld van framing is: ga van het ‘wie’ naar het ‘wat’. Van wie je als persoon bent naar wat je doet, je beleid. Trump had ook kunnen zeggen dat sinds zijn aantreden de economie spectaculair groeit, er veel meer banen zijn, de beurzen record na record breken, IS op sterven na dood is, er conservatieve rechters zijn benoemd, Noord Korea in het nauw is gedreven en weer wil onderhandelen. Wat is de kracht van die reframing? Een. Je blijft weg van een discussie over je persoonlijkheid. Twee. Die discussie wordt voor je kiezers irrelevant. Als iemand dit allemaal heeft bereikt, zo kun je denken, dan zit het met die persoonlijkheid wel goed.


Wat zijn de verschillen tussen Obama en Trump, als je hun toespraken beluistert?
Trouw, 6 januari 2018

Barack Obama was in 2017 de meest bewonderde man in de VS - en wint het van Donald Trump. Wat zijn de verschillen tussen Obama en Trump, als je naar hun toespraken luistert?

Een. Obama’s boodschap aan zijn toehoorders is altijd ‘ik heb jullie nodig’. Trump zal zijn toehoorders altijd voorhouden ‘jullie hebben mij nodig’. 

Twee. Trump houdt van wij versus zij-frames, accentueert tegenstellingen. Het is Trump en de zijnen tegen de Democraten, tegen de fake news media, tegen de liberale elite in Washington. Obama wil juist wij-zij frames doorbreken, tegenstellingen overbruggen. Zwart, blank of latino, jong of oud, Democraat of Republikein, man of vrouw, homo of hetero - het gaat om de Verenigde Staten van Amerika.

Drie. De kracht van Trumps wij-zij frames is dat er altijd een concrete schurk in zit - dat luistert lekker. Een duidelijke schurk is ook een voorwaarde voor een goede politieke toespraak. Wie zijn de schurken bij Obama? Dat zijn mensen die niet in verandering geloven, cynisch zijn, geen ambities hebben. Wat valt op? De schurk is minder een iemand, meer een iets - een houding van mensen. Om wie het gaat, weten we niet, dat blijft een beetje vaag - maar bijna niemand wil natuurlijk als cynisch of ambitieloos te boek staan. En zo heeft Obama zijn schurk, zonder dat hij in een wij-zij frame stapt.


Wie blijkt de lafbek, Trump of Kim?
Trouw, 30 december 2017

Het conflict tussen de VS en Noord-Korea wordt wel geframed als een ‘chicken game’ tussen Trump en Kim. In een chicken game rijden twee automobilisten in volle vaart recht op elkaar af. Ze weten dat dit tot een frontale botsing zal leiden, waarbij ze allebei de dood zullen vinden. Je moet als automobilist dus afbuigen, om een botsing te vermijden. Wie dat als eerste doet, heeft het spel verloren, is de lafaard, de ‘chicken’.

Uiteraard willen de automobilisten niet de chicken zijn, dus zullen ze zo lang mogelijk doorrijden - waardoor de kans op de frontale botsing toeneemt. Chicken games zijn vooral  spannend als de automobilisten een afkeer hebben van verliezen - of zich vernederd voelen als ze de chicken zijn. Denk aan een Trump. Of een Kim.

Het frame van het chicken game tussen Trump en Kim wordt regelmatig gebruikt - door journalisten, politici.  Het risico hiervan is dat wij hun rivaliteit inderdaad als een chicken game gaan zien - en degene die als eerste inbindt, een chicken gaan noemen.
Dat kan vervolgens invloed hebben op het gedrag van Trump en Kim. Die willen niet de chicken zijn en nemen  daarom misschien grotere risico’s - waardoor de kans op een frontale botsing toeneemt. En zo zien we bij de chicken game iets dat we vaker zien bij framing: frames beschrijven niet alleen een werkelijkheid, ze construeren ook een werkelijkheid.


Waarom Hillary Clinton wil dat we 'radicaal empathisch' worden
Trouw, 23 december 2017

Vrijwel alle westerse landen worstelen met de vele scheidslijnen tussen burgers. Rijk versus arm, gelovig versus ongelovig, winnaars versus verliezers, immigranten versus ingezetenen. Die verschillen geven veel mensen het gevoel dat ze in een hun vreemd en verdeeld land wonen.

‘Wat bindt ons nog?’ Is het frame dat vaak wordt gebruikt. Wat is onze identiteit? 

Hillary Clinton komt in haar nieuwste boek met een ander frame. In onze verdeelde samenlevingen moeten we leren ‘radicaal empatisch’ te zijn, leren om door de ogen van de ander te kijken.

Wat is het verschil tussen ‘want bindt ons nog?’ en ‘radicale empathie’?

‘Wat bindt ons nog?’ klinkt defensief, je kijkt terug, er is iets verloren gegaan en dat moet worden hersteld. ‘Radicale empathie’ klinkt offensief - iets waarmee je vooruit kunt. 

Het ‘wat bindt ons?- frame leidt vaak tot praten-over. We gaan discussiëren over het belang van onze waarden of van het Wilhelmus. Empathie is iets wat je moet tonen, is een doe-ding. 

Bij ‘wat bindt ons nog?’ gaat het toch vaak over de ander - die moet iets vinden, om er bij te horen. Bij empathie begint de verandering bij jezelf - je moet empathie tonen.

En dan: als je empatisch bent, begrijp je waarom iemand bezig is met wat ons bindt. Maar als je bezig bent met wat ons behoort te binden, kun je dan empatisch zijn?


Hij zóu het betreuren
Trouw, 16 december 2017

Soms gaat achter een klein zinnetje een hele wereld schuil. Oud-minister Klaas de Vries is voorzitter van een commissie, die onderzoek doet naar seksueel misbruik in de sport. Er hebben zich niet veel slachtoffers van misbruik bij de commissie gemeld.
De Vries krijgt daarover een vraag. Komt dat misschien door de manier waarop De Vries zich presenteerde? Die was weinig vertrouwenwekkend. Het is een heel lastige vraag.

Wat antwoordt De Vries? ‘Ik zou het betreuren als dat de reden was.’
Wat is de kracht van dat antwoord?

Een: áls het zo is - dan zou De Vries dat betreuren, zegt hij. Dus hoeft hij niet te zeggen óf het zo is.

Twee. In de vraag ligt een beschuldiging besloten: De Vries is de bad guy, heeft slachtoffers ontmoedigd zich te melden. In zijn antwoord is De Vries de good guy, neemt hij het voor de slachtoffers op - hij zou het echt betreuren als ze zich niet melden.

Drie. De Vries’ antwoord klinkt een beetje schuldbewust, alsof hij toch ook iets aan de journalist toegeeft. 

Vier. De Vries betreurt het niet, hij zóu het betreuren. Daarmee zaait hij toch ook weer twijfel of dat beeld van de journalist klopt.

Zo demonteert De Vries vakkundig die lastige vraag. En creëert hij vervolgens ruimte voor zijn eigenlijke antwoord: heel veel mensen hadden juist wel vertrouwen in zijn commissie. 


Natuurlijk ontkent Tillerson dat hij Trump een idioot heeft genoemd
Trouw, 9 december 2017

Komt er een ‘Rexit’ - een vertrek van minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson? Nu daarover discussie is, wordt zijn ‘moron’-opmerking weer van stal gehaald. Tillerson zou Donald Trump binnenskamers een ‘moron’ - een idioot - hebben genoemd. Heeft hij de president een idioot genoemd?, is de vraag.

Wat antwoordt Tillerson? ‘Ik doe niet mee aan pogingen om verdeeldheid te suggereren binnen de regering’. Het is een bekende strategie. Je gaat niet in op de vraag - maar je zegt iets over de vraag. Die komt voort uit de drang om de regering zwart te maken. 

Echt een politicus, kun je denken - hij praat er omheen. Maar ligt dan nu aan die politicus of aan ons? 
Zelfs als Tillerson dit binnenskamers niet heeft gezegd, is het nog onverstandig te antwoorden ‘Ik heb de president níet een idioot genoemd’. Als dat tientallen keren wordt herhaald op de nieuwszenders, gaan we toch denken ‘waar rook is, is vuur’.  En als we Trump en idioot horen, koppelen we onwillekeurig aan elkaar. 

Dus moet je dat woord ‘idioot’ mijden. Vergelijk het met een klein kind dat te hard door de kamer loopt. Als je roept ‘niet rennen’, hoort het kind alleen ‘rennen’ en gaat er een schepje bovenop. Dus moet je dat woord ‘rennen’ mijden. Zo is het ook met ons. Als Tillerson zegt ‘niet idioot genoemd’ horen we alleen ‘idioot genoemd’. Dus moet Tillerson dat woord mijden.


Door het frame rond de dividendbelasting lijken GroenLinks en PvdA opeens de bijwagen van de SP
Trouw, 2 december 2017

SP, GroenLinks en PvdA trekken gezamenlijk op tegen Rutte III met als  motto: ‘Mensen boven multinationals’. Het kabinet schaft de dividendbelasting voor multinationals af - vandaar. 

Wat is de kracht van deze framing? 

Eén. Het raakt een gevoelige snaar. Multinationals met hun topmanagers worden altijd ontzien - als het slecht gaat, maar ook als het goed gaat. Dat irriteert ons. Wij zijn de good guys in dit frame, zij de bad guys. 

Twee. Je kunt het eindeloos herhalen. Hogere salarissen voor leraren? Dividendbelasting niet afschaffen. Meer geld voor agenten? Dividendbelasting niet afschaffen. Betere zorg? Dividendbelasting niet afschaffen. Zo ram je het frame er in.

Drie. Doordat je het frame alledrie uitdraagt, geef je het extra gezag. Wie je ook spreekt, het is steeds ‘mensen boven multinationals’.

Wat is het risico van deze framing?

Eén. Het is een frame uit de oude doos: het grootkapitaal versus de gewone man. Alsof Karl Marx wordt afgestoft. Het is ouderwets, weinig vernieuwend - geen inspirerend verhaal over de toekomst.

Twee. Die eindeloze herhaling, gaat vervelen. Alsof je geen andere issues hebt. Het uit arremoede steeds weer over die multinationals moet hebben. 

Drie. Multinationals tegenover mensen - het is zo’n SP-frame. De PvdA weet toch dat honderdduizenden mensen bij multinationals werken? GroenLinks weet toch dat multinationals een belangrijke bondgenoot voor duurzaamheid kunnen zijn? Door het frame verdwijnt de kleur op de wangen van de PvdA en GroenLinks.


Het onhandige optreden van Kemna bevestigde steeds het frame
Trouw, 25 november 2017

Regisseur en producent Job Gosschalk heeft acteurs seksueel geïntimideerd. Hij werkte bij Kemna - een castingbureau dat bijna de hele markt beheerst. Die machtspositie, zeggen acteurs, maakte Gosschalks gedrag mogelijk. Je moest slaafs meedoen, zonder Kemna geen carrière. Bovendien, Kemna wist dit, vermoeden veel acteurs.  Iedereen had het er over. Het frame dat zo ontstaat: seksuele intimidatie, acteurs die hun mond moeten houden, een te machtige organisatie die wegkijkt.

Of het frame over Kemna klopt, weet je als lezer niet. Maar door het onhandige optreden van Kemna in de media, wordt het frame steeds bevestigd.

Eén. Acteur Maarten Spanjer beschuldigt ook oprichter Hans Kemna van intimidatie. Kemna ontkent. ‘Oh, Spanjer… daar gaan we weer. Hij mag blij zijn dat ik hem ooit gecast heb’. De beeldvorming: het castingbureau maakt carrières - dus als acteur moet je je mond houden. 

Twee. Kemna wist dit toch? Heeft de geruchten toch ook vernomen? ‘Ja, geruchten wel. Maar die zijn er zoveel.’  Beeldvorming: er zijn geruchten over seksuele intimidatie, je wuift ze weg, een organisatie die wegkijkt.

Drie. Gosschalk gaat weg bij Kemna. ‘Dat besluit’ zegt het castingbureau, ‘respecteren we met pijn in ons hart’. Respecteren? Met pijn in het hart? Dat zeg je als je het jammer vindt dat iemand vertrekt, niet als die iemand je acteurs seksueel intimideerde. Beeldvorming: een organisatie die seksuele intimidatie niet heel serieus neemt - die wegkijkt.


Hoe Abraham Lincoln in een eenduidig, moreel frame geplaatst wordt
Trouw, 18 november 2017

In 1862 schaft Abraham Lincoln de slavernij af – tijdens de Amerikaanse burgeroorlog tussen de noordelijke en zuidelijke staten.

Hoe wordt Lincoln vaak geframed? Hij nam als president de enige juiste morele beslissing: afschaffing van het kwaad van de slavernij. Hij aanvaardde de consequentie daarvan: strijd tegen de zuidelijke staten, die voor slavernij waren. Het is een eenduidig, moreel frame. Zo staat Lincoln op eenzame hoogte – tegenover onze politici, die vooral het politieke spel spelen.

In werkelijkheid schafte Lincoln niet alle slavernij af – in sommige staten, die hem steunden in de oorlog, mocht slavernij blijven bestaan. Dat was politiek slim: hij wilde geen gedoe met zijn politieke vrienden. Bovendien, door de afschaffing in 1862 kwamen veel zuidelijke slaven vrij, die het noordelijke leger konden versterken. Dat leger stond er beroerd voor. Dat was ook al politiek slim, leverde hem extra steun op bij zijn noordelijke vrienden.

De  werkelijkheid is dus anders dan het frame. Wat leren we daarvan? Een. Wij zijn geneigd het verleden eenduidiger te framen, dan het in werkelijkheid is. Ook toen was er het politieke spel. Twee. Het kan ons geruststellen. Lincoln speelde, net als onze politici, het politieke spel – maar kon toch een historisch, moreel hoogstaand besluit nemen. Drie. We moeten niet zeuren over dat politieke spel. Lincoln kon een historisch, moreel hoogstaand besluit nemen, juist ómdat hij het politieke spel wist te spelen.


Gaat het referendum over een sleepnet-wet of een vangnet-wet?
Trouw, 11 november 2017

In 1992 wordt in Zaandam een jonge vrouw vermoord. De moord is nooit opgelost. De politie beschikt nu over nieuwe technieken. Aan 133 mannen is gevraagd DNA af te staan. Ze zijn niet verdacht, maar dankzij nieuwe technieken kan de politie bepalen of deze mannen mogelijk familie zijn van de dader. Een commentator bij ‘Goedemorgen Nederland’ vertelt enthousiast over deze nieuwe mogelijkheden. Hij heeft het over een ‘vangnet’. Je werpt het net breed uit, en verzamelt data over DNA waar je in de meeste gevallen niets aan hebt. Maar er is ook een kans dat de data over een of twee mannen naar de dader leiden. Het werkt: de moord op Marianne Vaatstra is zo opgelost.

Er komt een referendum over wetgeving, waarmee terroristen kunnen worden gedwarsboomd door ze af te tappen. Tegenstanders hebben het over een ‘sleepnet’: je werpt het net breed uit, en verzamelt data over ons waar je in de meeste gevallen niets aan hebt.

Wat valt op?
Eén. Is de misdaad gepleegd en wordt een net breed uitgeworpen, dan is het een vangnet. Is de misdaad nog niet gepleegd en wordt een net breed uitgeworpen, dan is het opeens een sleepnet.
Twee. Een vangnet klinkt positief, daar ben je voor. Een sleepnet klinkt negatief, daar ben je tegen. Dus is de belangrijke vraag: gaat het referendum over een sleepnet-wet of een vangnet-wet?


Vergelijkingen uit het voetbal hebben vaak extra gezag
Trouw, 4 november 2017

VVD’er Henk Kamp wordt zorgbestuurder. Daarmee is hij de zoveelste VVD’er die een baantje krijgt in de zorg, is het verwijt van Thierry Baudet.
VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff legt hem uit dat besturen een vak is. Voor top-functies vereisen top-bestuurders. Als je spelers zoekt voor een top-elftal als dat van PSV, neem je natuurlijk geen hockeyers. Je neemt top-spelers, die kunnen voetballen.

Wat is de kracht van dat beeld? Eén. Het is een waarheid als een koe, waar werkelijk geen speld tussen is te krijgen. Dat is lastig voor Baudet. Wie iemand aanvalt die een waarheid-als-een-koe verkondigt, wekt de indruk dat hijzelf onzin verkondigt.
Twee. Het is voetbal, voor vergelijkingen uit het voetbal hebben we vaak extra gezag - voetbal is echt en van ons allemaal, het tegenovergestelde van politiek.

Gebruik een frame waar geen speld tussen te krijgen is, gebaseerd op voetbal - en je bent moeilijk te bestrijden. Daarom een advies aan de nieuwe minister van Defensie, Ank Bijleveld. Kan een minister die nooit militair is geweest, militairen aansturen? Nee, zegt Baudet. Er moet een militair op Defensie. Advies aan Bijleveld: begin over voetbal. Kan iemand die geen voetballer was, een goede trainer zijn? Ja, zegt top-trainer Co Adriaanse - ‘een goed paard is nog geen goede ruiter’. Het is frame waar geen speld tussen is te krijgen. Uit het voetbal.


Hoe het referendum over de 'Sleepwet' geframed wordt

Trouw, 28 oktober 2017

Er komt een referendum over de ‘Sleepwet’, die het aftappen van burgers regelt. Dat hebben we deels te danken aan Arjan Lubach, die in ‘Lubach op Zondag’ schaterlachend lobbyde voor het referendum.

VVD-senator Annemarie Jorritsma is voor de wet en tegen het referendum. Het onderwerp is veel ‘te ingewikkeld’ voor een referendum, zegt ze. Wat is het risico van dat ‘te ingewikkeld’-frame? Het gaat bij framing vaak niet om wat jij zegt, maar om wat wij horen. Een referendum betekent dat wij, en niet de Haagse politici beslissen over een onderwerp. Wanneer een politicus zegt dat de wet ‘te ingewikkeld’ is voor een referendum, kunnen wij horen dat wij te dom zijn om over de Sleepwet te beslissen. Dat klinkt arrogant, opeens ben je zomaar vóór een referendum. Is Lubach de held, die het voor ons opneemt.

Mark Rutte framet het anders. Er is in het land grote angst voor terroristische aanslagen, zegt hij. Bij onze veiligheidsdiensten zitten mensen, die deugen. Die hun werk goed moeten kunnen doen. Om aanslagen van ‘schoften’ en ‘klootzakken’ te voorkomen. Wij zijn in dat frame niet de dommeriken, maar potentiële slachtoffers. Die moet je beschermen, daar is niks ingewikkelds aan - waarom dan nog zo’n referendum? En de Lubachen van deze wereld? Die nemen het in Ruttes frame juist niet op voor ons. Lachen het gevaar van die schofterige terroristen gemakzuchtig weg.
 


De discussie over vliegveld Lelystad voedt het beeld dat er feiten zijn en alternatieve feiten

Trouw, 21 oktober 2017

Begin dit jaar had een woordvoerder van Trump het over ‘alternatieve feiten’. Er werd woedend op gereageerd. Feiten zijn feiten. Niets zo gevaarlijk als het dedain voor de feiten van politici als Trump - bij wie feiten slechts een mening zijn.
Er is onderzoek gedaan naar de geluidseffecten van een uitbreiding van het vliegveld van Lelystad. Daarbij zijn fouten  gemaakt en die worden door de regering en de oppositie heel anders geframed.

Staatssecretaris Dijksma heeft het over ‘onvolkomenheden’ in het onderzoek. Onvolkomenheden? Die poets je weg, denk je - die stellen niks voor. Maar GroenLinks heeft het over ‘grove fouten’. Grove fouten poets je niet weg.
Volgens de staatssecretaris hebben de onvolkomenheden ‘zeer beperkte’ gevolgen voor de resultaten van het onderzoek. Volgens GroenLinks is ‘het hele plan’ voor het vliegveld van Lelystad gebaseerd op ‘klungelige rekenfouten’. Dat heeft natuurlijk geen beperkte gevolgen.

Als je volgens GroenLinks de juiste gegevens gebruikt, dan kan de geluidsoverlast vier keer meer zijn dan nu gesuggereerd wordt. Dat is heel veel. Als je volgens de staatssecretaris de juiste gegevens gebruikt, dan zullen er twee huizen meer dan nu last hebben van geluidshinder. Dat is heel weinig.

Zo leidt onderzoek naar eenzelfde werkelijkheid tot heel verschillende frames. Het mag allemaal, maar het voedt ook het beeld dat er feiten zijn en alternatieve feiten. En dat feiten ook maar een mening zijn.

 


Over lastige vragen gaat Thierry Baudet 'even nadenken'
Trouw, 14 oktober 2017

Thierry Baudet krijgt de vraag wat hij vindt van de sleepnet-wetgeving, die het makkelijker maakt ons af te luisteren. Het is een lastige vraag: Baudet komt graag op voor privacy, maar zijn rechtse achterban wil ook dat we boeven vangen - die moet je dus kunnen afluisteren. Wat zegt Baudet? Hij wil het debat volgen, rustig zijn mening vormen, er nog eens goed ‘over nadenken’. Hij krijgt een volgende vraag: politici, inclusief Baudet, zijn te veel met hun ego bezig, zijn een soort acteurs, de inhoud doet er niet meer toe. Het is weer een lastige vraag: Baudet is een en al ego, maar wil tegelijk heel inhoudelijk zijn. Wat is zijn antwoord? Het verwijt aan zijn adres geeft hem iets om eens goed ‘over na te denken’.

Wat is de kracht van dit ‘nadenken’-frame? Een. Het geeft Baudet iets sympathieks. Hij komt vaak over als een betweter, maar is dat blijkbaar niet, hij wil nadenken - het beeld van de betweter klopt niet. Twee. Hij is anders dan politici, die altijd over alles een voorgekookt standpunt hebben - hij denkt na. Met dat ‘nadenken’ stijgt hij zo boven andere politici uit. Drie. Er is nog een veel aardser effect. Hij denkt na, zegt hij - en met dat antwoord ontloopt hij heel handig die lastige vragen. Best knap: geen antwoord op vragen geven en daardoor uitstijgen boven je opponenten.
 


De 'kennis van toen' is een versleten formule
Trouw, 7 oktober 2017

Als iets is misgegaan, hebben bestuurders het vaak over ‘de kennis van toen’. Toen wisten we niet, wat we nu weten. Waren onze militairen in Mali voldoende veilig, nu blijkt dat munitie voortijdig ontplofte?, is de vraag aan Jeanine Hennis. Ze begint meteen over ‘de kennis van toen’.

Dat is niet handig: ’met de kennis van toen’ is taal met een verkeerde gevoelswaarde. Waarom?

Een. Met ‘de kennis van toen’, had Nederland de inval in Irak niet gesteund. Griekenland niet tot de euro toegelaten. De bankencrisis kunnen voorkomen. We hebben het te vaak gehoord en daardoor heeft ‘met de kennis van toen’ de verkeerde gevoelswaarde: het voelt als de standaard-reactie van wie fouten niet wil toegeven.

Twee. Je staat met je mountainbike voor een gevaarlijke helling. Je weet dat afdalen grote risico’s kent. Je besluit dat toch te doen en je breekt je been. Met de kennis van nu had je die afdaling niet gedaan, zo kun je zeggen. Met de kennis van toen wel - je wist immers niet dat je je been zou breken. Met de kennis van nu had je de munitie niet gebruikt. Met de kennis van toen wel - je wist niet dat de munitie voortijdig zou ontploffen. En zo heeft ‘met de kennis van toen’ nog een verkeerde gevoelswaarde: je kunt er ieder besluit mee goed praten, hoe dom het ook was.
 


Hoe Bussemaker de goed-fout-discussie over slavernij wist te ontwijken
Trouw, 30 september 2017

Regelmatig steekt het debat over de duistere kanten van de Nederlandse geschiedenis de kop op - over de slavernij, de uitbuiting door de VOC, wreedheden van Jan Pieterszoon Coen.

Dat debat staat vaak in een goed-fout frame. Coen was fout - dus moet de Coentunnel een andere naam krijgen.
Minister Bussemaker krijgt de lastige vraag wat ze van dit alles vindt. Je bent als kijker benieuwd: kiest ze voor 'goed' of voor 'fout'?

Hoe antwoordt ze? Ze zegt dat je het complete verhaal van onze geschiedenis moet vertellen. Ze zet de discussie zo in een ander frame - niet goed versus fout, maar het complete versus het incomplete verhaal. Wat is de kracht van dat frame?

Een. Het heeft iets superieurs. Je kunt natuurlijk niet over goed of fout oordelen als je het complete verhaal niet kent. Met dat compleet-incompleet frame stijgt de minister zo boven het goed-fout frame uit.

Twee. Niemand kan tegen het complete verhaal zijn. En het complete verhaal, is natuurlijk altijd het genuanceerde verhaal. De VOC heeft foute dingen gedaan, maar ook goede en mooie dingen, legt de minister uit.

Drie. De minister maakt zich onkwetsbaar. Kun je haar verwijten dat ze de mooie kanten van de geschiedenis niet ziet? Nee. Kun je haar verwijten dat ze het foute verleden verzwijgt? Ook al niet - ze wil juist het complete verhaal vertellen.


Trump spreekt bewust niet van terroristen, maar losers
Trouw, 23 september 2017

Donald Trump spreekt systematisch over 'losers', als het over terroristen gaat: 'ik noem ze geen monsters meer, maar losers'. De terrorist als verliezer. Wat is de kracht van die framing?

Een. Meestal horen we na een aanslag, dat terroristen 'een aanval deden op onze vrijheden' of 'op onze manier van leven'. Voor terroristen is dat een enorm compliment, dat zij graag horen. Het is de bevestiging van waar het hen om gaat, waar ze trots op zullen zijn. Daarom noemt Trump ze geen monsters meer, want ook dat horen ze maar al te graag, zegt hij. Een aanval op onze manier van leven, monsters? Welnee, het zijn miezerige verliezers. Daar kun je niet trots op zijn, als terrorist.

Twee. Heel lang was het IS-kalifaat de underdog, die het westen bang maakte. Daar werd het pure leven geleid, het kalifaat groeide, en daagde het machtige westen uit. Het was 'jihadi-cool' om daar bij te horen. Maar nu wordt het kalifaat de nek omgedraaid, verkleden jihadi's zich als vrouw om te kunnen vluchten, verliest IS elke dag terrein. 'Wij zijn niet bang', scanderen de Barcelonezen na de aanslag in hun stad. Een underdog die steeds meer verliest? Dat is gewoon een loser. Als je de terrorist ook als loser framet, dan past dat in het bredere plaatje. Het zijn losers, overal en allemaal.


Trumps tegenstanders moeten iets aan hun taalgebruik doen
Trouw, 16 september 2017

‘Praten’ met Noord-Korea, zegt Donald Trump, levert niks op. Als de Noord-Koreanen niet ophouden, zal Amerika met ‘vuur en woede’  reageren. En zo construeert hij een frame: vuur en woede versus praten - waarbij praten dus niet helpt.
Wat is de kracht van dit frame? Een. Hij heeft gelijk - praten was tot nu toe ineffectief, de Noord Koreanen gaan maar door met hun avonturen. Twee. Het woord ‘praten’ associëren wij intuïtief  met een gebrek aan actie. ‘Geen woorden maar daden’ zeggen we, ‘praatjes vullen geen gaatjes’. Drie. Noord Korea wordt steeds agressiever. Als er maar twee mogelijkheden zijn, vuur en woede versus praten, en als praten niet helpt - kom je zo maar bij vuur en woede uit.

Trumps tegenstanders gebruiken vaak dat woord ‘praten’. ‘We zullen met de Noord Koreanen moeten praten’ horen we.
Die tegenstanders bedoelen natuurlijk dat er harde onderhandelingen moeten komen, Noord Korea onder druk moet worden gezet, Rusland en China moeten worden betrokken, er ook militaire dreiging moet zijn. Ze bedoelen keiharde machtspolitiek. Maar als ze niet meer woorden hebben dan dat slappe ‘praten’, voeden ze het beeld dat ze iets ineffectiefs willen. Bevestigen ze misschien wel Trumps frame: ze willen alleen maar praten, praten helpt niet, tijd voor ‘vuur en woede’. De hoogste tijd dus dat Trumps tegenstanders iets doen aan hun taalgebruik en betere woorden verzinnen dan ‘praten’.


Geen 'boze burgers', maar 'gewone Nederlanders'
Trouw, 9 september 2017

Al jarenlang hebben we het in Nederland over de ‘boze burger’. Burgers zijn boos op de politiek, die is losgezongen van het gewone leven.

Die ‘boze burger’ leidt vaak tot een opgefokte politieke cultuur: veel politici hebben er baat bij om die boosheid stevig op te poken. Tegelijk, die boosheid heeft ook iets onsympathieks. Nederland is een van de meest welvarende landen ter wereld, heeft de gelukkigste kinderen. En Nederlanders zijn boos? De boze burger lijkt ook de verwende en verongelijkte burger.

Sybrand Buma ergert zich aan dat frame van de ‘boze burger’. We moeten het niet hebben over boze burgers, zegt hij, maar over ‘gewone Nederlanders’  - die hun gemeenschapsgevoel en identiteit zijn kwijtgeraakt. Wat is de kracht van die re-framing?

Een. De boze burger wordt opeens de bezorgde burger - en voor mensen die bezorgd zijn heb je meer sympathie dan voor mensen die altijd maar weer boos zijn.

Twee. Er zit erkenning in voor burgers. Als jij boos bent en iemand zegt dat dat volstrekt normaal is, dan voel je je erkend. Andersom, als jij volstrekt normale zorgen hebt en je wordt als boze burger afgetekend, voel je je miskend.

Drie. Je bent van die opgefokte cultuur af. Boosheid is een emotie, die kun je oppoken. Maar als het gaat om gewone zorgen van gewone mensen - dan moet je gewoon op zoek naar oplossingen.


De term 'beeldenstorm' is een frame in de discussie rond omstreden standbeelden
Trouw, 2 september 2017

Amerika is verdeeld over de vraag wat te doen met standbeelden uit de tijd van de burgeroorlog - standbeelden van politici en militairen, die vochten voor het behoud van de slavernij. En in die discussie staan de frames loodrecht tegenover elkaar.
Daar is allereerst het frame van de ‘beeldenstorm’ - een frame dat een historische emotie oproept. Bij een beeldenstorm gaat het altijd om de afschaffing van de symbolen van een fout verleden. Na de val van het communisme was er een beeldenstorm, werden beelden van foute dictators omver gehaald. En nu nemen de Amerikanen, eindelijk, ook afscheid van de symbolen van hun foute verleden.

Rechtse media, Fox News voorop, moeten niets hebben van het verwijderen van deze beelden. Wat zijn hun frames? Een. Het gaat hier om ‘historisch erfgoed’. De geschiedenis van ieder land heeft nu eenmaal donkere kanten. Wie de beelden verwijdert, probeert de geschiedenis te wissen. Twee. Waar eindigt dit? Worden straks bepaalde boeken uit die tijd ook geweerd uit het publieke leven? Dat gaat op een ‘boekverbranding’ lijken - en dat roept ook een historische emotie op. Boekverbrandingen symboliseren het einde van het vrije woord.

Wat valt op? De Fox frames zijn het spiegelbeeld van het beeldenstorm frame. Wanneer hadden we in de geschiedenis beeldenstormen? Als we van foute heersers af wilden. Wie herschrijven de geschiedenis, wie verbranden boeken? Foute heersers.


Het risico van Theresa Mays slogan over stabiel leiderschap
Trouw, 26 augustus 2017

De Britse premier Theresa May voerde dit voorjaar campagne met de slogan ‘Strong and Stable Leadership’. Ze heeft het eindeloos herhaald: in roerige tijden heeft het land sterk en stabiel leiderschap nodig. Wat is het risico van zo’n slogan?

Een. Hoe harder May roept dat ze staat voor sterk en stabiel leiderschap, hoe meer haar tegenstanders op zoek gaan naar voorbeelden van het tegendeel. En die tegenstanders vinden natuurlijk altijd wel wat.

Twee. Er is een belangrijke regel voor het gebruik van slogans in campagnetijd: je mag de slogans niet zo maar kunnen verdraaien of vervormen. Dat is hier wel erg makkelijk. Sterk en stabiel? May is 'Weak and Wobbly', zeggen haar tegenstanders - vrij vertaald: Zwak en Zwalkend. Die tegenstanders rammen hun frame erin. En dus word je iedere keer dat May over sterk en stabiel begint, ook aan dat 'weak and wobbly' herinnerd.

Drie - maak jezelf nooit complimenten. Er is namelijk nog een belangrijke regel in campagnetijd: 'Show, don’t tell'. Laat gewoon zíen dat je sterk en stabiel leiderschap biedt, maar zeg het niet. Dat is de Merkel-lijn. Die zal niet snel over haarzelf zeggen dat ze voor stabiel leiderschap staat - terwijl ze dat de Duitsers natuurlijk wel wil bieden. Als dat echt zo is, dan weet de kiezer dat ook wel zonder dat je het zegt. En dan moeten anderen dat zeggen - niet jij.


Wie zijn de Nederlandse Heinekenpolitici?
Trouw, 2 juli 2017

In Groot Brittannië is er de ‘Heineken-politicus’. Heineken voerde ooit een succesvolle marketing campagne die de Britten aan de pils moest krijgen - en die hen afscheid moest doen nemen van hun slappe Britse bier. Er zijn talloze filmpjes gemaakt die eindigen met de slogan: ‘Heineken verfrist, daar waar andere bieren niet kunnen komen’.

Een Heineken politicus  is iemand die kiezers kan bereiken, die partijgenoten niet kunnen bereiken. Boris Johnson, de Minister van Buitenlandse Zaken, was jarenlang een Heineken politicus - een aristocratische conservatief, die door zijn botte en directe taalgebruik ook niet-conservatieve kiezers trok.

Het idee is dat in onze gepolariseerde samenleving, de Heineken politici het verschil maken - zij kunnen extra kiezers trekken en kunnen mensen verbinden.

Wie zijn de Nederlandse Heineken-politici? Op rechts kun je denken aan Mark Rutte. Een VVD’er - die uiterst sober leeft, wekelijks les geeft op een vmbo school en tot ergernis van menig VVD’er heel graag praat over waarden en normen. En op links? Daar was Jan Marijnissen heel lang een Heineken politicus - de leider van de felle, activistische SP, die vaak heel vaderlijk en gemoedelijk overkwam. En nu is Jesse Klaver een goede kandidaat. De leider van een vrijzinnig-linkse partij, die zichzelf graag presenteert als een brave family man, die in een onesie naar zijn favoriete TV-serie kijkt. Een echte Heineken politicus: je zou er als brave burger zomaar GroenLinks door kunnen gaan stemmen.


Tegen de term 'scheefwoner' kan SP'er Sandra Beckerman zich moeilijk verdedigen
Trouw, 24 juni 2017

SP Kamerlid Sandra Beckerman verdient 7700 euro per maand en woont toch in een sociale huurwoning - ze is een ‘scheefwoner’. Ze verdedigt zich. De SP heeft een afdrachtregeling, zegt ze. SP-Kamerleden dragen een groot deel van hun salaris af aan de partij en houden een bescheiden inkomen van 2750 euro netto per maand over. Wat is er onhandig aan deze verdediging?

Over de afdrachtregeling bestaan twee frames.

Het eerste frame is positief. SP Kamerleden hebben door de afdracht een veel lager inkomen dan hun collega’s. Ze wonen in gewone buurten, tussen gewone mensen. Ze leven hun waarden: als je als Kamerlid opkomt voor de lage inkomens, dan past het niet dat je zelf een hoog inkomen hebt.

Het tweede frame is negatief. Eerst betalen wij Kamerleden hun salaris, dat ze doorsluizen naar de SP - en daarmee subsidiëren we de SP. Een deel van de afdracht kunnen de SP Kamerleden aftrekken bij de belastingdienst - en daarmee betalen wij hen ook nog een belastingvoordeel. SP-Kamerleden zijn de duurste Kamerleden, schamperde een CDA’er ooit.
De SP heeft er natuurlijk alle belang bij dat het positieve frame veel aandacht krijgt. Maar doordat Beckerman iets negatiefs - scheefwonen - verbindt aan de afdrachtregeling, activeert ze dat negatieve frame. We betalen dus ook nog voor haar woning, kun je zo maar denken - daarmee is ze een nog duurder Kamerlid en subsidiëren we de SP nog meer dan we dachten.


Kracht of last

Trouw, 17 juni 2017

Universiteiten hebben bestuurders en managers en daarover bestaan twee opvattingen.

Er is de low-trust school. Bestuurders en managers hebben geen verstand van onderzoek en onderwijs. Bemoeien zich te veel met de professionals. Maken de universiteit daardoor slechter. Universiteiten zijn over-managed. Bestuurders en managers zitten professionals in de weg - professionals komen niet aan hun echte werk toe.

Er is de high-trust school. Bestuurders en managers begrijpen echt wel hoe je onderzoek en onderwijs aanstuurt. Zijn vaak zelf professional geweest. Maken de universiteit beter. Kijk uit voor een universiteit die under-managed is. Waar een slonzige organisatie ontstaat, waardoor professionals niet aan hun echte werk toekomen.

Minister Bussemaker heeft in de wet de bestuursstructuur van de universiteiten veranderd. Inspraakorganen krijgen meer invloed en er komt zelfs nog een inspraakorgaan bij. De low trust school is er blij mee: het betekent meer invloed voor professionals, minder voor managers.

En de high trust school? Daar hoor je iets ander. Het is moeilijk om professionals voor inspraakorganen te interesseren - die doen liever onderwijs en onderzoek. Meer inspraakorganen met meer invloed, betekent dat meer professionals de inspraak in moeten, die daar meer tijd aan kwijt zijn.

Hoe herken je aanhangers van de twee scholen? De minister en de low trust school hebben het over de Wet Versterking Bestuurskracht. De aanhangers van de high trust school hebben een ander frame: de Wet Versterking Bestuurslast.


Fraude

Trouw, 7 juni 2017

Bij het ROC Zadkine hebben leraren gefraudeerd. Ze hebben  tentamenvragen aan leerlingen gegeven - met de goede antwoorden er bij. Leerlingen die absent waren, zijn als aanwezig geregistreerd - dan konden ze hun beurs behouden. Je wordt er heel boos van.

Rector Luc Verburgh reageert. Hij is duidelijk: de leraren hebben een doodzonde begaan. Dit kan niet en mag niet, zegt hij.
Maar de rector voegt er wat aan toe. Hij legt ook uit wáárom de leraren dit deden. Ze zijn erg betrokken bij de leerlingen. Ze willen dat de opleiding het goed doet. Ze willen dat veel leerlingen hun tentamens halen.

Is het verstandig om het gedrag van de leraren te verklaren? Niet altijd - er is nu eenmaal het bekende mechanisme: het gaat niet om wat jij zegt, maar om wat wij horen. Bovendien, er is een tweede mechanisme: als wij boos op iemand  zijn, dan horen wij in een verklaring al snel een soort vergoelijking. Als de rector de goede bedoelingen van de leraren zo benadrukt, wat is dan het sfeertje op Zadkine? vraag je je af. Is het daar misschien een beetje te soft, allemaal?

Even naar de website. Daar gaat het helemaal niet over fraude of doodzondes. Het gaat over ‘fouten in de communicatie over tentamenopgaven en -antwoorden’. Dat is wel heel soft en vergoelijkend. Er is toch echt iets mis met de cultuur daar, denk je.


Gek voorstel om bedelaars hun geld af te pakken

Trouw, 3 juni 2017

Amsterdam heeft last van bedelaars en de Amsterdamse VVD heeft de oplossing: je moet het geld dat bedelaars ophalen, van hen afpakken. Daarmee vernietig je het ‘business model’ van de bedelaars en zijn ze zo verdwenen.

GroenLinks fractievoorzitter Rutger Groot Wassink reageert. Hij vindt het voorstel volstrekte flauwekul. Het helpt echt niet om die paar grijpstuivers af te pakken. Belangrijker, de politie heeft wel wat beters te doen - bijvoorbeeld de bestrijding van de drugscriminaliteit.

Je kunt ook heel anders reageren. Zeggen dat het schandalig is dat de VVD bedelaars zo wil aanpakken. Dat deze mensen de hele dag op straat zitten en bijna niets ophalen. Dat de VVD hen ook het weinige dat ze krijgen, nog afneemt. Dat zou de VVD een prachtige reactie vinden. Dan kan GroenLinks worden weggezet als de partij van de naïeve moralisten, die niet willen zien dat achter al die bedelaars Roemeense bendes zitten. Het frame: de VVD is realistisch, GroenLinks is weer moralistisch.

Groot Wassink stapt niet in dat frame. Hij reageert niet vanuit de moraal, maar vanuit realisme. De politie heeft echt wel wat beters te doen. Daarmee voorkomt hij niet alleen dat GroenLinks als moralistisch en naïef kan worden weggezet. Hij pakt de VVD ook nog eens op haar kernwaarden aan: je moet een beetje realistisch zijn als het gaat om politie-inzet - dat is de VVD totaal niet, met dit gekke voorstel.


McKinsey-slim

Trouw, 27 mei 2017

Een mooi frame, uit de Haagse wandelgangen - als er straks nieuwe bewindspersonen worden gezocht en er melden zich onbekende kandidaten, kijk dan uit voor wie ‘McKinsey-slim’ is. McKinsey is een gerenommeerd adviesbureau. Wat is ‘McKinsey-slim’?

McKinsey adviseurs denken veel in modellen. Het 7S-model voor organisatie-analyse - zeven factoren die de prestaties van een organisatie bepalen. Of een model met de vijf benaderingen voor digitale dienstverlening. Wie McKinsey-slim is, heeft die modellen in zijn hoofd. Is de vraag hoe goed een departement het doet?  Je komt meteen met die zeven factoren op de proppen. Gaat het over digitale dienstverlening? Je hoest zo de vijf benaderingen op. Dat is slim.
Wie McKinsey slim is, neemt volgens de Haagse wandelgangen echter alleen informatie op, die past in het model. Die wordt een beetje blind voor wat er anders gaat in de werkelijkheid. Dat is níet slim. Daar moet een politicus juist heel gevoelig voor zijn. 

Bovendien, vaak zijn er heel verschillende opvattingen over wat goed en gewenst is. Die prop je niet in één model. En dus word je ook een beetje blind voor die verschillen. Zet twee economen bij elkaar en je hebt twee opvattingen. Behalve, zei Winston Churchill ooit, als een van die economen John Maynhard Keynes is - een Nobelprijswinnaar. Dan heb je met twee economen, drie opvattingen. Dan helpt het niet als je McKinsey-slim bent.


Hét bedrijfsleven

Trouw, 20 mei 2017

Vaak wordt in debatten gesproken over ‘het’ bedrijfsleven waar alles beter gaat dan bij ‘de’ overheid. Er is bijvoorbeeld een probleem bij de overheid en iemand constateert dat ‘zoiets in het bedrijfsleven nooit zou gebeuren’. Het frame: het bedrijfsleven is efficiënt en dynamisch, de overheid is inefficiënt en bureaucratisch. Wie het voor de overheid opneemt, wordt in de verdediging geduwd.

Een veelgehoorde reactie is dat de overheid nu eenmaal principieel anders is dan een bedrijf. Het is een waarheid als een koe - maar wie dat zegt, maakt zich blijkbaar niet druk om inefficiëntie en bureaucratie. Sterker, je bevestigt zo het frame dat de overheid inefficiënt en bureaucratisch is.

Er is een alternatieve reactie. Bij alles wat je als overheid doet, moet je je hart laten spreken. Je beslissingen raken immers het alledaagse leven van de mensen. In het bedrijfsleven en de wereld van de concurrentie ben je soms beter af als je je hart het zwijgen oplegt.

In dat frame gaat het niet om efficiënt versus inefficient. Het gaat om betrokkenheid op de ander versus betrokkenheid op jezelf. Dan staat de overheid opeens in een positief daglicht - en duw je degene die altijd weer over ‘het’ bedrijfsleven begint, in de verdediging.
Van wie is dat frame van je-hart-laten-spreken? Geloof het of niet: van Donald Trump. Ondernemen was veel eenvoudiger, voegt hij er aan toe.


Politiek correct

Trouw, 13 mei 2017

Geen Stijl schrijft grof over vrouwen - en dus publiceren 100 vrouwen een oproep aan adverteerders om Geen Stijl te boycotten.

‘Zou je ook getekend hebben?’, is de vraag voor journalist Phaedra Werkhoven. Nee, antwoordt ze - dit is politieke correctheid. Die oproep dwingt je in de rol van politieke correcte vrouw. Als een vrouw in opspraak komt, staat meteen het cordon sanitaire er om heen - alle vrouwen steunen je. Je krijgt jeuk van dat slachtofferschap van vrouwen.

Haar opvatting is dat Geen Stijl een journalistiek platform is. Als journalist mag je journalistieke platforms nooit boycotten om louter inhoudelijke redenen. Je mag adverteerders ook niet vragen om zich met de inhoud van zo’n platform te bemoeien.

Werkhoven framet de oproep als gemakzuchtige ‘politieke correctheid’ - en zichzelf dus als iemand die tegen de politieke stroom ingaat. Maar je kunt haar net zo goed politiek correct noemen. Haar opvatting dwingt je in de rol van politieke correcte journalist. Als een journalist in opspraak komt, staat meteen het cordon sanitaire er om heen - alle journalisten steunen je. Je krijgt jeuk van dat slachtofferschap van journalisten.

Frame een opvatting als ‘politiek correct’ en die is verdacht - en jij bent interessant. Vaak kun je de andere opvatting net zo goed politiek correct noemen. Maar het werkt wel. Dus heb je niet zo’n sterk verhaal? Zeg dan voor het gemak dat de ander politiek correct is.


Begrijpen

Trouw, 6 mei 2017

De PvdA ging na de vorige verkiezingen met de VVD regeren - terwijl de PvdA voor die verkiezingen nog had gewaarschuwd voor die vreselijke VVD.

Iemand heeft er in een talkshow een meninkje over. De PvdA had dat niet had moeten doen, zegt hij. Het argument: 'de kiezers begrijpen dat niet’.

Je hoort dat vaak: de kiezers 'begrijpen dat niet'. Wat is de kracht van dat frame?

Je maakt het jezelf comfortabel. Je beweert dat de kiezer iets niet begrijpt - en meer argumenten heb je niet nodig. Die keuze voor de VVD is uiteraard heel erg fout,  als de kiezer dat niet begrijpt. Discussie gesloten.

Je maakt het je tegenstander lastig. Als je zegt dat de kiezer de samenwerking  met de VVD niet begrijpt en je tegenstander gaat daar tegenin - dan gaat hij tegen de kiezer in. Dat is niet handig.

Als je wordt geconfronteerd met dat de-kiezer-begrijpt-dat-niet-frame, hoe moet je daarop reageren? Zeg dat VVD en PvdA midden in de crisis samen móesten werken, dat ze het land niet in de steek konden laten. En voeg er aan toe: ‘de kiezer begrijpt dat heel erg goed’. Dan heb jij ook de kiezer als getuige - alleen bij jou begrijpt de kiezer het wel en bij je tegenstander niet. Dan heb jij de kiezer blijkbaar een stuk hoger zitten.


Interessant

Trouw, 29 april 2017

De Wereld Draait Door interviewt de voormalig treitervlogger Ismail Ilgün en Hans Nijenhuis, de hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad. Ilgün wordt journalist bij het AD om vlogs te maken over lastige jongeren. Nijenhuis vertelt waarom. Ismael heeft spijt van zijn getreiter. Hij heeft ook talent. Hij komt op plaatsen waar journalisten niet makkelijk komen. En als je op je twintigste in de fout gaat, moet je dan nooit meer een kans krijgen?

NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch wordt om een reactie gevraagd. Zal hij het AD complimenteren, of is hij kritisch?, denk je in een split second. Vandermeersch antwoordt dat hij het allemaal ‘interessant’ vindt. Interessant. Het is een heel fout frame.

Een. Je ontloopt de vraag, met dat ‘interessant’ - dat is flauw.
Twee. Nijenhuis en Ingün zijn slechts ‘interessant’. Vandermeersch positioneert zich zo als iemand die boven hen uitstijgt. Dat is arrogant, een zelf-felicitatie.
Drie. In het gesprek met Ilgün en Neijenhuis zit passie en engagement. Maar het is alleen maar ‘interessant’ - dan ben je toch een beetje losgezongen van het echte leven.
Vier. Het is zo’n kinderachtig antwoord - alsof Vandermeersch niets positiefs over het AD wil zeggen.

Vandermeersch moet eerst maar eens zien of de treitervlogger z’n leven écht heeft gebeterd. Laten we eerlijk zijn: dat is de meest voor de hand liggende reactie. Daar is werkelijk niets interessants aan.


Meldpunt

Trouw, 22 april 2017

Nederland kent diverse meldpunten voor klachten over discriminatie. FvD Kamerlid Theo Hiddema houdt zijn maiden speech en moet niets hebben van die ‘klaag- en klikpunten’. Wat zeg zo’n klacht, die niemand controleert, nu eigenlijk? Niets. Afschaffen dus, die meldpunten.

Je zou Hiddema kunnen verwijten dat hij zijn schouders ophaalt over discriminatie. Dat dit platte, rechtse praat is. Maar hoe framet hij zijn standpunt?

Voordat hij zijn kritiek uit, benadrukt hij dat discriminatie ‘dom en bekrompen’ is. Wie discrimineert is ‘vreugdeloos en verbeten’. Dat soort mensen moet je laten ‘gaar koken in hun vooroordelen en chagrijn’. Wat gebeurt hier?

Een. Hiddema benadrukt eerst zijn waarden - hij verwerpt discriminatie en veracht wie discrimineert. Wie wordt gediscrimineerd, heeft Hiddema aan zijn zijde. Hij kijkt echt niet de andere kant op.
Twee. Als het met de waarden van een politicus goed zit, word je ontvankelijker voor zijn standpunten over beleid. Inderdaad, kun je denken, wat moeten we met die meldingen? Wat zeggen ze, als ze niet worden gecontroleerd?
Drie. Omdat je waarden goed zijn, kom je niet over als plat-rechts, maar als doordacht-rechts. En wellicht aantrekkelijk voor al die rechtse kiezers die hun opvattingen vaak verwoorden als ‘ik wil niet discrimineren, maar …’.

Iets zal er overigens aan Hiddema knagen. Als je meldpunten echt volstrekt overbodig vindt, dan is het toch wat onbenullig dat je maiden speech uitgerekend daar over moest gaan.


Spaghetti

Trouw, 15 april 2017

Volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid is Schiphol een ingewikkelde spaghetti van start- en landingsbanen. Die spaghetti is verwarrend voor piloten. Bovendien worden vluchten steeds dichter op elkaar gepland.
De grenzen van de veiligheid komen zo in zicht, zegt de voorzitter van de Raad. Schiphol kan niet zo maar groeien, er zijn eerst fundamentele maatregelen nodig.

‘Kan Schiphol pas groeien als die fundamentele veiligheidsmaatregelen zijn genomen?’ is de vraag aan de directeur van Schiphol. Hij antwoordt gepassioneerd: ’Schiphol wil alleen groeien als het veilig is’. Wat gebeurt hier?
Een. Hij ontloopt de vraag. Die gaat over het kúnnen groeien en hij antwoordt met wat hij wil - alleen groeien als dat veilig is. Maar dat was de vraag niet. De vraag was of het kan.
Twee. Hij komt heel betrouwbaar over - er vindt alleen groeit plaats als het veilig is. Punt. Daar kunnen we gerust op zijn. Dat is natuurlijk best wel knap - een vraag ontlopen en tegelijk vertrouwen creëren.
Drie. Het spel van framing en reframing is hier buitengewoon eenvoudig. Je krijgt een vraag over de feiten - kan Schiphol groeien en veilig blijven? Je geeft een antwoord over je intenties, je bedoelingen - ik wil alleen groeien als dat veilig kan. De intenties van mensen zijn vrijwel altijd goed - en daarmee wekken we vertrouwen op. Maar ze zijn tegelijk verraderlijk: met alleen goede bedoelingen kom je er niet in het leven.


Trumpcare

Trouw, 1 april 2017

Partijleider Paul Ryan heeft de Republikeinse zorgwet ingetrokken. Die wet werd afwisselend ‘Ryancare’ en ‘Trumpcare’ genoemd. Dat zien we vaker - politici verbinden hun naam aan wetten of beleid. Waarom is dat risicovol?

Een. Als de wet het niet haalt - is dat jouw persoonlijke nederlaag. Hebben je tegenstanders een trofee in handen. Mike Pence waarschuwde Trump dan ook: spreek niet over Trumpcare, benadruk dat het Ryans wet is, dan ben je minder kwetsbaar.
Twee. Vaak stopt het denken, als er namen worden gebruikt. Obamacare? Obama is fout, denken veel Republikeinen - dus Obamacare ook. Daar trek je ten strijde tegen.
Drie. Met bijna alle beleid gaat een keer wat mis. PVV’er Fleur Agema regelde ooit de 'Agemagelden': extra middelen voor de zorg. Die gelden lekten weg naar heel andere zaken. Daar kon Agema niets aan doen, maar als ‘Agemagelden weglekken’, kleeft dat toch aan Fleur Agema. Is het voor haar tegenstanders misschien wel aantrekkelijk om dat uit te vergroten.

Natuurlijk, als je wet of beleid succesvol is, is het mooi als je naam er aan is verbonden. Maar zonder naam krijg je de eer ook wel. Ook zonder ‘Agemagelden’, weten we dat Agema zich om de zorg bekommert. Ook zonder ‘Obamacare’, weten we dat Obama de zorg hervormde.

Uitkijken met namen, dus. Een wet zowel Ryancare als Trumpcare noemen - dat is twee trofeeën voor de tegenstanders.


Altijd

Trouw, 25 maart 2017

Stel, jij bent rechts. Je linkse opponent verwijt jou iets - je doet bijvoorbeeld niets voor een groene economie.Je hebt je argumenten, maar het debat kun openen met een eenvoudig frame. Zeg eerst iets als 'dit is altijd weer het verwijt van links' of 'dit is typerend voor linkse politici' of 'zo redeneert links nu altijd'. We hebben het tijdens de campagne regelmatig gehoord.

Wat is de kracht van het frame?

Een. Je creëert een sfeertje, degradeert het debat: die linkse argumenten voor vergroening, die horen we al jaren. Die zijn niks bijzonders, het bekende linkse stokpaardje.
Twee. Je stuurt het debat: dat gaat niet over vergroening, maar over het linkse standaardverhaal - dus kun jij je standaard-bezwaren tegen links spuien. Links komt altijd weer met plannen die te veel geld kosten. Die niet werken. Die de middeninkomens treffen. Die slechts bureaucratie opleveren. Zo staat vergroening opeens in het frame van geldverslindende papieren plannen en bureaucratie.
Drie. Je maakt het je toehoorders comfortabel - die hoeven zich niet te verdiepen in plannen voor vergroening. Die plannen zijn immers slechts de bekende linkse riedel, die tot de bekende ellende leidt.

Overigens, iedereen kan het frame gebruiken. Zeg in een debat tegen Rutte 'dit is echt weer typerend voor VVD-politici' of tegen Buma 'zo redeneert het CDA nu altijd' - en je hebt dezelfde effecten.


Leider

Trouw, 18 maart 2017

Premier Theresa May krijgt een lastige vraag van oppositieleider Jeremy Corbyn.
Donald Trump, zo zegt Corbyn, verscheurt verdragen over vluchtelingen, dumpt klimaatverdragen, steunt martelingen, zaait haat tegen moslims, schendt vrouwenrechten.
Het is allemaal immoreel. En dus moet zijn staatsbezoek aan het Verenigd Koninkrijk worden afgeblazen, stelt Corbyn.

Hoe reageert May?
Corbyn verzet zich tegen het gekozen staatshoofd van onze belangrijkste bondgenoot, zegt ze. Hij bereikt daar niets mee. May heeft met Trump onderhandeld. Het is haar gelukt Britse burgers te beschermen tegen Trumps executive order. Ze heeft de basis gelegd voor een handelsovereenkomst, die meer welvaart brengt. Ze heeft Trumps volledige steun gekregen voor de NAVO. En wat heeft Corbyn met zijn Trump-kritiek te bieden? Minder bescherming voor burgers, minder welvaart, minder veiligheid.

Wat is hier het spel? In Corbyns frame is een staatsbezoek van Trump immoreel - in strijd met de Britse idealen. May stapt niet in dat frame. Zij is een realist. Corbin begint over waarden, zij over feiten - haar successen met Trump.
Wat is de kracht daarvan? Ze hoeft niet in debat over die lastige morele vraag van Corbyn. Dat is comfortabel. Bovendien, zij is de realistische vrouw van de resultaten, dus is Corbijn opeens de wat sukkelige man van de idealen. Die ook nog eens niets opleveren.
‘Corbyn kan een protestbeweging leiden’, sluit May triomfantelijk af, ‘ik leid een land’.


Boemerang

Trouw, 11 maart 2017

Mark Rutte is een goedlachse premier. In de afgelopen jaren is hem, door bijvoorbeeld de SP,  verweten dat hij de problemen van Nederlanders ‘weglacht’. Rutte pareerde dat verwijt altijd vakkundig. ‘Weglachen’? Welnee, ik ben ‘een optimist’, zei hij. En dus waren de SP’ers natuurlijk pessimisten. Je framet Rutte als een ‘weglach-premier’ en je krijgt het als een boemerang terug: jij bent een zurige pessimist.

De VVD heeft ‘optimisme’ inmiddels tot een centrale boodschap in de campagne gemaakt. We zien een filmpje met een lachende Rutte. ‘Ze zeggen dat hij zo veel lacht. Tja, lachen is normaal. Optimisme brengt je een stuk verder dan pessimisme’. Rutte staat voor optimisme, is het frame. Wat zegt iemand als Sybrand Buma over dat optimisme? Het is ‘weglachen’, volgens Buma. Rutte zegt dat hij Nederland een ‘supergaaf’ land vindt - hij heeft er geen oog voor dat veel mensen oprecht onzeker en bezorgd zijn over de toekomst. Die gevoelens mag je niet als pessimisme afdoen.

Het is hetzelfde spel als in de afgelopen jaren. Met één verschil. Als de ander jou framet als ‘weglacher’, krijgt die dat als een boemerang terug: die ander is een zure pessimist. Als jij jezelf framet als een optimist, krijg jij dat als een boemerang terug - je ridiculiseert de zorgen van de mensen. Eigenlijk heeft de VVD met dat filmpje haar boemerang uit handen gegeven.


SGP-Vrouw

Trouw, 4 maart 2017

Het zijn de standaardvragen van een kritische journalist voor Kees van der Staaij van de SGP - het is toch te gek voor woorden dat er geen vrouwen op de kandidatenlijst van de SGP staan? Dat vrouwen geen vooraanstaande functies binnen de SGP vervullen? Het is een lastig frame voor Van der Staaij - het is inderdaad een idiote situatie en daar is Van der Staaij verantwoordelijk voor - als partijleider en als man. De vrouwen zijn het slachtoffer, Van der Staaij de schurk en de journalist de held - die komt voor de vrouwen op.

Van der Staaij heeft een serie standaardantwoorden. Bij de SGP zijn heel veel vrouwen betrokken, zegt hij. Die kunnen zeer goed voor zichzelf opkomen. Ze zijn assertief. SGP-vrouwen kunnen echt hun eigen boontjes wel doppen.
Wat doet Van der Staaij zo? Hij suggereert dat de journalist de SGP-vrouwen aanvalt, hen niet respecteert. De vrouwen zijn het slachtoffer, en de schurk is niet Kees van der Staaij - dat is de journalist. Het effect? Vaak gaat de discussie hierover uit als een nachtkaars - heeft een journalist er geen zin in en gaan we het over iets anders hebben.


Idioot

Trouw, 25 februari 2017

Nu Donald Trump zich gek en onvoorspelbaar gedraagt, is er opeens weer heel veel belangstelling voor de ideeën van de Amerikaanse founding fathers - de grondleggers van het Amerikaanse politieke systeem.

Voor die van James Madison: ‘Als mensen engelen waren, had je geen overheid nodig. Als mensen door engelen werden bestuurd, had je geen controle nodig. Maar als mensen mensen gaan besturen, heb je heel veel controle nodig’. Voor die van Thomas Jefferson: ‘We moeten de macht van de overheid eerst opsplitsen over meerdere organen. Daarna zorgen we ervoor dat niemand macht kan uitoefenen, zonder door anderen te worden gecontroleerd en beperkt.’ Nog een keer Madison: ‘Als je alle macht aan één persoon of aan één groep geeft, krijg je er tyrannie voor terug - zelfs als die persoon of groep democratisch is verkozen.’

Het is het Amerikaanse systeem van checks and balances - niemand heeft de macht, iedereen die macht heeft wordt met tegenmachten geconfronteerd. En dat geldt twee eeuwen later dus ook voor Donald Trump. Het wordt allemaal samengevat in dat prachtige en bekende frame: ‘het Amerikaanse politieke systeem is ontworpen door geniale geesten, zodat het kan worden bestuurd door idioten’.


Katholiek

Trouw, 11 februari 2017

In de jaren tachtig ontdekte een journalist een nieuwe groep kiezers, die hij als 'Reagan-Democraten' framede - Democraten die op de Republikein Reagan stemden. Zo'n frame beschrijft niet alleen een werkelijkheid, het creëert ook een werkelijkheid: het beïnvloedt de verkiezingsstrijd. De Reagan-Democraten waren nieuw, kregen media-aandacht. De Republikeinen gingen aan de slag, probeerden meer Reagan-Democraten te winnen. De Democraten wilden ze juist terugwinnen.

In Frankrijk duikt momenteel het frame 'culturele katholiek' op - niet-kerkse kiezers, die door de opkomst van de islam, zich weer betrokken voelen bij de katholieke traditie. En dus heeft presidentskandidaat Francois Fillon plots verklaard dat hij een christen is en zich door christelijke waarden laat inspireren - om zo de cultureel katholieken aan te spreken. Zijn tegenstanders reageerden woedend - in Frankrijk met de strikte scheiding tussen kerk en staat, zeg je zoiets niet. En zo is er opeens reuring in Frankrijk over het thema God, geloof en politiek. Vraagt iedereen zich af of en hoe je de steun van de culturele katholieken verwerft - een kwart van het electoraat. En wordt opnieuw duidelijk: frames beschrijven niet alleen een werkelijkheid, ze creëren een werkelijkheid.


Ondermijning

Trouw, 4 februari 2017

Er zijn grote zorgen over ‘ondermijnende criminaliteit’. Wat is dat? Criminelen uit de illegale onderwereld vermengen zich met de legale bovenwereld. Dat is een ernstig verschijnsel - maar met dat woord ’ondermijnende criminaliteit’ is iets heel erg mis.

Een. Als je voor het eerst hoort van ondermijnende criminaliteit, is je eenvoudigweg niet duidelijk wat dat begrip betekent. Alle criminaliteit is toch ondermijnend? Je fiets bij het station blijkt gestolen - dat  is ‘ondermijnende criminaliteit’, zo kun je denken, je planning voor de hele dag is ondermijnd. Maar zo is het begrip dus niet bedoeld.

Twee. Er zit iets van vergoelijking in. Als er ondermijnende criminaliteit is, is er blijkbaar ook niet-ondermijnende criminaliteit. Alsof van een deel van de criminaliteit wordt gezegd dat die eigenlijk niet zo erg is.

Drie. Je voelt niks bij het begrip. Noem het wat het is - infiltratie, daar voel je wat bij. Of pure mafia, daar voel je ook wat bij. Dan wil je actie zien.

Het is toch opmerkelijk: Justitie wil meer aandacht voor deze gevaarlijke criminaliteit, en gebruikt woorden die niets oproepen. Je zou bijna denken dat de term door die ondermijnende criminelen zelf is bedacht.


Boos

Trouw, 28 januari 2017

Nederlanders hebben kritiek op de overheid. Dat is van alle tijden. Maar tegenwoordig framen we burgers met kritiek als ‘boze burgers’. ‘De burger is boos’ horen we voortdurend. Medewerkers hebben kritiek op hun baas. Dat is ook al van alle tijden. Maar tegenwoordig horen we steeds vaker dat de baas het ‘onveilig’ maakt. ‘Medewerkers voelen zich onveilig’. Of er heerst zelfs een ‘angstcultuur’.

‘Kritiek op’ wordt dus gereframed als ‘boos’, ‘onveilig’, ‘angst’. Wat zijn de gevolgen daarvan? Eén. Als je kritiek hebt, ga je het gesprek met elkaar aan, de confrontatie. Maar als je boos en onveilig bent, stokt ieder redelijk gesprek. Twee. Wie boos en onveilig is, is een slachtoffer - je bent niet voor niets boos en onveilig. En dus is de ander de schurk. Een verschil van inzicht wordt zo enorm gedramatiseerd. Drie. Boosheid, onveiligheid - het zijn gevoelens. En gevoelens, zo vinden we vaak, moet je respecteren, kun je niet wegnemen. Dus hoeft je niets aan jezelf te doen, als je boos bent of het onveilig is. Eigenlijk zijn ‘boos’ en ‘onveilig’ dus hele comfortabele frames: de ander is de schurk, jij kunt blijven zitten waar je zit.


Ikzelf

Trouw, 21 januari 2017

'We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk’, is de mooie uitspraak van hoogleraar Jan Rotmans.

In een interview legt Rotmans het uit: de samenleving verandert structureel. Wordt meer van onderaf vormgeven en minder van bovenaf gestuurd. Hij geeft voorbeelden op talloze terreinen. Maar het gaat ook over hemzelf. ‘Ik ben hier al dertig jaar mee bezig, begon ermee in de tijd dat bijna niemand het zag’. Klopt dat?, denk je. Dertig jaar geleden, in de jaren tachtig hadden alle politici het over minder centrale overheidssturing, meer sturen van onderaf. Over de klimaatdiscussie: ‘daar ben ik dertig jaar geleden als één van de eersten mee begonnen’. Is dat nu echt zo? denk je. Zelfs Thatcher waarschuwde in 1988 al. Rotmans wordt ’ten onrechte wel vergeleken met Marx’. Karl Marx - dat is geen kleine jongen in de filosofie.

Waarom zou je dit alles zeggen? Het is altijd risicovol om jezelf te framen als degene die het altijd al heeft gezegd. Dan gaan anderen zich misschien afvragen of je wel kritisch genoeg naar jezelf kijkt. En naar je ideeën. Dan gaan ze misschien wel twijfelen aan je ideeën.


Water

Trouw, 14 januari 2017

De stuw bij Grave is kapot gevaren. De gevolgen: vertragingen, kosten voor binnenvaart, beschadigde woonboten, opstoppingen op andere vaarroutes. Bovendien heeft Rijkswaterstaat de sluis bij Heumen heel laat gesloten, waardoor de problemen nog groter zijn.

Stel dat zoiets op het spoor zou gebeuren – met de NS en ProRail als verantwoordelijken.  Goede kans dat er woede alom zou zijn. Dat de NS en ‘PrutsRail’ de volle laag zouden krijgen.

Waarom gebeurt dat hier niet? Omdat het om water gaat. De strijd tegen het water is deel van onze geschiedenis – Rijkswaterstaat grijpt in de framing helemaal terug op de Watersnoodramp van 1953. In die strijd gaat het altijd weer over de Nederlandse deskundigheid. Ook nu: Rijkswaterstaat heeft het over mobiele dijken, pontons op big bags, damwanden, een benedenstroomse breuksteendam.

Bij vervoer over water, gaat het om onze strijd tegen het water, dat is deel van wie wij zijn – dus zijn we vaak vergevingsgezind ten opzichte van Rijkswaterstaat.

Bij vervoer over het spoor, gaat het over de noodzaak van een vlekkeloze dienstverlening, dat is iets waar we recht op hebben – dus zijn we vaak kritisch op de NS en ProRail.


Onderliggend

Trouw, 7 januari 2017

NRC-columnist Bas Heijne analyseert in een essay het politieke debat in Nederland. Eerst voert hij NPO-voorzitter Rijxman op. Die twijfelt of de media de Nederlandse bevolking wel voldoende representeren. Domineren hoogopgeleiden niet te veel? Je moet iedereen een stem geven.

Dat is het belangrijkste niet, zegt Heijne. Het gaat om ‘wat er onder zit’ - om een onderliggende vraag. Wat zijn de ideologische opvattingen over de goede samenleving? Daarover wordt geen fatsoenlijk debat gevoerd.

‘Wat er onder zit’ - het is een frame waarin de ander een platte redenering heeft en jij de verdieping aanbrengt, meer fundamenteel bent. Prachtig natuurlijk - alleen kun je Heijnes analyse net zo goed omkeren. De één kan pleiten voor een debat over wat een goede samenleving is. Nee, kan de ander zeggen, er is een onderliggende vraag: wordt de Nederlandse bevolking wel voldoende gerepresenteerd wanneer dat debat wordt gevoerd? Zo niet, dan is er geen fatsoenlijk debat. 

Altijd opletten dus als iemand zichzelf de ‘onderliggende vraag’ toedicht. Is dat echt die meer fundamentele vraag? Of is dit iemand die gewoon zijn eigen opvatting verwoordt, en die meteen maar als onderliggend en meer fundamenteel framet?

Ontkloven

Trouw, 24 december 2016

Gert Jan Seegers van de ChristenUnie analyseert het gedoe rond het Oekraïne-referendum. We leven in een tijd van een vertrouwenscrisis, zegt hij. Er is een kloof tussen politiek en burgers. Veel burgers vinden dat het 'ze' in Den Haag niet uitmaakt wat burgers vinden. Als je in deze tijd van zo weinig vertrouwen, toch instemt met het Oekraïne-verdrag, dan levert dat heel veel schade op.
Hoe moet je zijn standpunt waarderen?

Frame 1 - je kunt zeggen dat je hier te maken hebt met oprecht politicus. Die echt wil luisteren naar die boze burger. Een politicus die de burger tegemoet komt en zo bouwt aan vertrouwen tussen politiek en burger.

Frame 2 - je kunt ook zeggen dat je hier te maken hebt met een verkrampte, bangige politicus. Die helemaal aan het lijntje loopt van die boze burger. Een politicus die zijn rug niet durft te rechten, de kiezer niet in de ogen durft te kijken. Niet zegt wat iedereen weet: zo'n referendum voor internationale verdragen werkt niet, dat verdrag komt er gewoon. Een politicus die ons respect voor de politiek zo verder doet afnemen.

Luisteren

Trouw, 17 december 2016

Volgens PvdA-staatssecretaris Sharon Dijksma moeten 'linkse politici beter durven luisteren naar de onderbuik van de samenleving'.
Wat is er fout aan die uitspraak?

Een. Het is het zelf-kwellerige dat zo typerend is geworden voor links. Rechts roept heel graag dat links niet luistert naar de onderbuik, rechts natuurlijk wel. Links is de elite, losgezongen van de 'echte mensen', rechts is dat natuurlijk niet. Het zelf-kwellerige is dat Dijksma deze beelden zondermeer bevestigt.

Twee. De uitspraak is feitelijk onjuist. 'De afgelopen jaren', zegt Dijksma,  'hebben we alles wat uit de onderbuik kwam heel snel weggezet als fout, terwijl het soms gaat om hele reële zorgen van mensen.' Links heeft de reële zorgen van mensen niet gezien? Come on - sinds de Fortuyn revolutie is dat echt niet meer zo. Iemand als PvdA Kamerlid Marcouch gaat helemaal voor veiligheid. Die ziet de reële zorgen van mensen misschien wel beter dan rechtse law and order politici.

Drie. We horen dit mantra al jaren - 'de PvdA moet weer gaan luisteren.' Als Dijksma dat nu ook weer zegt, roept ze het beeld op dat de PvdA het nooit leert: luisteren naar burgers met reële zorgen.

Botsproef

Trouw, 10 december 2016

Minister Schultz van Infrastructuur informeert de Tweede Kamer over nieuwe wetgeving. Die wetgeving, zo schrijft ze, is getoetst en verbeterd aan de hand van 'botsproeven'.

Wat is een botsproef? Je rijdt met een auto, met honderd kilometer per uur, tegen een muur. Vervolgens weet je of de bestuurder nog heelhuids uit die auto komt.

Maar wat is een botsproef van wetgeving? Het betekent dat je toetst of een nieuwe wet werkt. Hoe gaat zoiets? Even googelen en je komt bijvoorbeeld bij Adviesbureau AT Osborne uit. De botsproef blijkt gewoon de zoveelste workshop te zijn met deskundigen, die iets van die wetgeving vinden. Een workshop met uitkomsten als: 'De integratie van beleid en de realisatie van doelen zoals duurzaamheid hangt mede af van stevig en duidelijk beleid van de overheid'. Het is van die wollige, warrige workshop-taal - en het zijn natuurlijk boterzachte uitkomsten. En dat is het belangrijkste bezwaar tegen dat woord 'botsproef'. Een botsproef komt uit de wereld van de techniek en leidt tot harde, duidelijke uitkomsten. Maar botsproeven van wetgeving door maar weer eens een workshop te organiseren, leiden tot zachte, onduidelijke uitkomsten. 'Botsproef' is misleidend taalgebruik, dus.

Toen

Trouw, 3 december 2016

Donald Trump beledigt continu minderheden. Nu hij president wordt, zien sommigen de jaren dertig herleven. Anderen vinden dat onzin, bijvoorbeeld omdat het Amerikaanse politieke systeem allerlei tegenkrachten kent. 'Dat dachten we in de jaren dertig ook' is dan de reactie van wie de jaren dertig wel ziet terugkeren.

Sommige mensen denken dat elektriciteitskabels kanker veroorzaken. Wie zegt dat dat onzin is, kan als reactie krijgen 'dat dachten we indertijd van asbest ook'. Wat is de kracht van dat 'dat dachten we toen ook' frame?

Een. Je hebt eenvoudigweg gelijk - dat dachten we toen ook. Dus is het lastig je tegen te spreken.

Twee. Je maakt je tegenstander naïef - net zo naïef als wie in de jaren dertig optimistisch was of wie geen probleem had met asbest.

Drie. Dat 'dat dachten we toen ook' lijkt een bewijs dat we nu in de jaren dertig leven of dat kabels ziekmakend zijn. Toen waren we naïef, dat zijn we nu weer, dus zal er gebeuren wat er toen gebeurde.  Maar dat is natuurlijk niet zo: dat dachten we toen ook - maar dat betekent nog steeds niet dat dat nu ook zo is.

Interesse

Trouw, 26 november 2016

Na de overwinning van Trump legt Dan Moore uit Ohio uit waarom hij op Trump heeft gestemd. In Ohio gaat het slecht en "het voelde alsof Trump tegen ons zei: 'Ik begrijp jullie'". 'Barack has lifted people' zegt John Lewis in 2008, na de overwinning van Obama - 'Obama tilt je op'. Wat valt op? Trump en Obama voeden een emotie, een gevoel. Kiezers voelen zich gezien en ervaren een band - daarom stemmen ze op hen.

George Bush kreeg als gouverneur van Texas heel veel stemmen van Latijns Amerikaanse kiezers. Dat is bijzonder voor een conservatieve Republikein. Hoe speelde hij dat klaar? Omdat hij zei dat zijn conservatieve family values geen halt houden bij de Rio Grande, de grensrivier met Mexico. 'Iedere moeder wil het beste voor haar kind. Een moeder met honger wil haar kind voeden' - en steekt dus die grensrivier over. Hispanics voelden zich gezien door Bush en stemden massaal op hem. Zonder dat gevoel van verbinding, geen kiezers, welk beleid je ook voorstelt. Jack Kemp formuleerde het ooit mooi: 'het interesseert kiezers niet wat je vindt, als ze vinden dat je je niet voor hen interesseert'.

Strateeg

Trouw, 19 november 2016

Je hebt ' adviseurs' en 'strategisch adviseurs', je hebt 'beleid' en 'strategisch beleid', je hebt 'HRM' - 'human resource management' en 'strategisch HRM'.

Het woord 'strategisch' heeft iets bijzonders. Een adviseur is er voor het gewone werk. Wordt het erg ingewikkeld of belangrijk, dan heb je een 'strategisch adviseur' nodig. Iemand die groot denkt.

Veel Haagse departementen hebben een afdeling 'Strategie'. Werken daar de grote denkers? Soms. Maar je hoort in Den Haag ook een ander verhaal fluisteren. Als je nou echt geen enkel praktisch inzicht hebt, in het echte leven werkelijk niets voor elkaar krijgt - dan kun je nog altijd worden opgeborgen bij de Afdeling 'Strategie'. En wat heb je aan de Afdeling? De wereld is veel te ingewikkeld om strategievorming over te laten aan een aparte Afdeling met denkers. De doeners 'on the ground' zijn veel belangrijker, geven door hun beslissingen veel meer richting aan de strategie, dan de denkers van de Afdeling.

Dus als iemand zich strateeg noemt, je altijd afvragen wat voor vlees je in de kuip hebt. Een groot denker? Of iemand waar je he-le-maal niets aan hebt als echte problemen moeten worden opgelost?

Samen in control

Trouw, 12 november 2016

De Clinton-Trump campagne laat zien dat zich in de Westerse wereld twee typen politieke frames hebben ontwikkeld.  Onze wereld is heel, heel ingewikkeld geworden – en de Trump-school activeert de emotie van ‘controle’. We willen weer in control zijn. Dan kunnen we de problemen aan. De Clinton-school activeert de emotie van ‘samen’ – we kunnen de problemen alleen aan als we samenwerken. Wie van ‘samen’ is, vindt de ‘controle’ emotie dom en lomp. Je kunt in deze ingewikkelde wereld niet in alleen in control zijn – ja, als je anderen uitsluit. Wie van ‘controle’ is, vindt dat ‘samen’ weëig gezever – onduidelijk, een laat-maar-waaien mentaliteit.

Lodewijk Asscher wil zich in de campagne verzetten tegen de ‘hitsers en splitsers’, Mark Rutte tegen de ‘linkse en rechtse schreeuwers’. Ongetwijfeld gaan andere middenpartijen met soortgelijke frames komen. Daarmee activeren ze vooral de ‘samen’-emotie – we verzetten ons tegen wie niet ‘samen’ problemen wil oplossen. En dat is risicovol – want die ‘controle’-emotie is er ook. Wie die in control emotie heeft, vindt dit gezever, voelt dat zijn emotie wordt ontkend. Dus is de grote vraag voor de middenpartijen hoe ze ook de in control-emotie kunnen aanspreken.

Somber

Trouw, 5 november 2016

Pagina 1 van het CDA concept-verkiezingsprogramma geeft een analyse van de Nederlandse samenleving. Je wordt er niet heel vrolijk van. De woorden die vallen: onzeker, verlies aan zekerheid, angst voor terreur, gebrek aan respect, rechten belangrijker dan plichten, beledigen en kwetsen, tarten en treiteren, eigenbelang boven algemeen belang, boos, burgers aan hun lot overgelaten, vervreemd, oorlogsdreigingen.

Zo gaat het nog even door. Met zo’n eerste pagina reik je ons het frame aan, waarmee we het programma gaan lezen. Hoe moeten we zo’n introductie waarderen? Analyse 1: het CDA benoemt de problemen - een prima inleiding. Analyse 2: ‘hell does not sell’ - met zoveel gesomber krijg je de kiezer niet mee.

Vervolgens volgen voorstellen die tot een sterkere samenleving moeten leiden. Dat zijn: meer aandacht voor burgerschap, invoering dienstplicht, ruim baan voor vrijwilligers, meer aandacht voor sport, voor cultuur en een nieuwe toekost voor krimpregio’s.

Eerst een beeld van een wereld vol onzekerheid en angst en dan als antwoord: sport, vrijwilligers en krimpregio’s. Dat levert toch echt een disconnect  op tussen de inleiding en de oplossingen. En zo dringt die analyse van ‘hell does not sell’ zich toch het meeste op.

Commissietaal

Trouw, 29 oktober 2016

Na de studentenopstand aan de Universiteit van Amsterdam, werd een commissie ingesteld. Die presenteerde deze week haar advies.

Hoe begint de commissie haar rapport? 'Een commissie wordt vaak gebruikt om kritiek te omzeilen en mogelijke oplossingen op de lange baan te schuiven’, zegt ze. ‘Veel rapporten worden achteloos in een la geschoven’. Het is een futloze opening. Je begint het rapport te lezen  met als frame dat rapporten meestal in een bureaula eindigen.

Een ellenlange samenvatting volgt, met draken van zinnen - zoals deze ‘Voor een aanvaardbare verzoening van de verscheidenheid aan ambities en middelen is een goed en transparant bestuurs- en allocatiemodel nodig, dat bovenal leidt tot functioneel geïntegreerde strategieën en beleid.’ Beeld: een commissie die vlucht in dit soort taal, kan gewoon niet goed zijn. Het frame wordt bevestigd - de bureaula lonkt.

Dan het slot. ‘De commissie ziet dit rapport als een onderdeel van een proces dat een aantal jaren in beslag zal nemen. Het is een stap en niet de finish. Volgende stappen vereisen breed gedeelde afspraken over de vormgeving en bewaking van dit proces’. Een eerste stapje in een heel breed proces. Het frame opnieuw bevestigd: waar is die bureaula?

Gelovigen

Trouw, 22 oktober 2016

Veel evangelicale christenen in de VS hebben een hele strikte moraal, zeker ook waar het seksualiteit betreft. Hoe kunnen die in hemelsnaam massaal Trump steunen? Trump die met zijn uitspraken over vrouwen mijlenver van die moraal af staat? Welke frames gebruiken evangelicals om hun steun te rechtvaardigen?

Een. 'We zijn allemáál zondaars' zegt een dominee devoot - dus moet je Trump niet veroordelen. 'Niemand is perfect' is het volgende frame, 'totdat Jezus zich kandidaat stelt'. En: 'God gebruikt heel vaak zwakke karakters als zijn instrument'. De bijbelse koning David kon er ook wat van als het om vrouwen en overspel ging. Zwakke karakters voorkomen dat we hoogmoedig worden als mensen.
Wat valt op? Met dit soort frames kun je iedere kandidaat verdedigen - verdwijnt de moraal helemaal uit de politiek.

En dan het tweede frame. Het is ‘policy over character’, wordt gezegd. Trumps karakter doet er niet toe, zijn beleid is veel belangrijker. Hij heeft beloofd conservatieve rechters te benoemen en dat vinden de evangelicalen heel belangrijk. Met ‘policy over character’ verdwijnt de moraal nog verder uit de politiek – en steunen de evangelicalen een kandidaat die alles doet wat God verboden heeft.

Stille Meerderheid

Trouw, 15 oktober 2016

Mark Rutte wil met zijn VVD de ‘stille meerderheid’ gaan aanspreken. Dat zijn de Nederlanders die hard werken en de moed erin houden als het tegen zit.
Wat is de kracht van dat frame van de ‘stille meerderheid’? 
 
Een. Die stille meerderheid staat volgens Rutte tegenover “de linkse en rechtse schreeuwers die aan de kant staan”. Heel weinig mensen willen een schreeuwer worden genoemd, die aan de kant staat – dan ben je liever lid van de stille meerderheid.
 
Twee. Als je tot de stille meerderheid behoort, heb je te weinig stem en wordt er te weinig naar je geluisterd – dat hoor je graag over jezelf. Je hebt opeens een recht – dat je meer stem krijgt.
 
Drie. De stille meerderheid is het hardwerkend deel der natie – dat Nederland in de lucht houdt. Daartoe wil je ook al behoren.
 
Vier. De stille meerderheid is een meerderheid. Het versplinterde Nederland is een opstelsom van minderheden - maar plots ben je geen minderheid meer.
 
Rutte suggereert dat die stille meerderheid feitelijk bestaat. Dat weten we niet. Daar gaat het ook niet om. Het gaat erom dat veel mensen graag tot de stille meerderheid willen behoren.

Vindicat

Trouw, 1 oktober 2016

Studenten van de Groningse vereniging Vindicat maken een ranking van studentes, gebaseerd op hun prestaties in bed. Dat kan niet, dus worden de studenten geschorst. De voorzitter van Vindicat legt namens het bestuur een verklaring af. Daar zal goed over zijn nagedacht. Wat zegt hij? 'Vrouwen vormen een onmisbaar en waardevol onderdeel van onze vereniging'. Het is een heel fout frame. Waarom?

Een. Het is een volstrekt overbodige mededeling. Natuurlijk is dat zo. Punt.
Twee. Als je deze vanzelfsprekendheid zo sterk benadrukt, roep je het beeld op dat er op Vindicat iets heel erg mis is. Er het idee heerst dat vrouwen niet waardevol zijn.
Drie. Je kunt je niet voorstellen dat een voorzitter zou zeggen 'Mannen vormen een onmisbaar en waardevol onderdeel van onze vereniging'. Dus hangt er de geur van ongelijkheid rond zijn frame.
Vier. Het is natuurlijk heel badinerend, wat de voorzitter zegt, zeker als hij het later ook nog over 'meisjes' heeft in plaats van 'vrouwen'.

Ach, het zal allemaal niet zo bedoeld zijn, maar het komt zo knullig over. En dus heb je ook nog de indruk dat Vindicat een wat dommig bestuur heeft.

Referendum

Trouw, 24 september 2016

Moet er een bindend referendum komen?  Nieuwsuur interviewt hierover een politicoloog. Die houdt zich, zoals een wetenschapper betaamt, keurig aan de feiten. Hij geeft cijfers over het vertrouwen in de politiek, zegt iets over Zwitserse referenda, iets over de verhouding tussen referendum en grondwet.

Dan komt die lastige vraag: sommige onderwerpen zijn toch veel te ingewikkeld voor een referendum? Bijvoorbeeld de vraag of we de EU uit moeten? Wie overziet alle consequenties daarvan?

Wat antwoord de politicoloog? Kiezers zijn heel verstandig. Kunnen prima ingewikkelde afwegingen maken. We moeten niet onderschatten hoe goed kiezers functioneren.

Het is een frame dat voorstanders van referenda graag gebruiken. Wat is er goed aan dat frame? Je maakt het tegenstanders van een referendum erg lastig - die hebben blijkbaar geen vertrouwen in de kiezer.

Wat is er fout aan het frame? De politicoloog schakelt opeens over van feiten op meningen, op opvattingen. Of een kiezer verstandig is of niet, hangt af van je politieke opvattingen - dat is geen feit, dat je kunt bewijzen. Je gelooft dat. Of je gelooft dat niet. Zo heeft zelfs een wetenschapper een geloof nodig om het referendum te verdedigen.

Brede aanpak

Trouw, 17 september 2016

In Zaandam intimideert een aantal jongeren een hele buurt – iedereen die erover hoort, voelt de woede in zich opkomen. VVD’er Onno Hoes vertelt wat er moet gebeuren. Er is een ‘brede aanpak’ nodig, zegt hij. Bovendien moet je dit soort jongens ‘terugtreiteren’. Het zijn twee hele foute woorden. ‘Brede aanpak’ is ambtelijk taalgebruik. Je voelt er niets bij. ‘Terugtreiteren’ is kinderachtig taalgebruik. Je verlaagt je tot het niveau van die jongens. Overheden treiteren niet.

Hoe wel te reageren?
Een. Bedenk, mensen zijn woedend over deze intimidatie. Die woede neem je maar op één manier weg: zeg dat de eerste prioriteit is dat de intimidatie moet stoppen en dat het gezag dus gaat optreden in de buurt. Punt. Dat is immers de kerntaak van een overheid – burgers beschermen.
Twee. Daarna worden we gevoelig voor meer genuanceerde verhalen – voor brede aanpakken, voor het idee dat er meer moet gebeuren dan alleen optreden. Drie. Spreek niet over een ‘brede aanpak’, maar zeg wat je concreet gaat doen – leerplicht handhaven, meelopers isoleren van de harde kern, achterstallige huur innen, sportverenigingen inschakelen. We willen geen brede aanpak, we willen actie.

De Amerikaanse trukendoos

Trouw, 10 september 2016

Donald Trump bezoekt de Mexicaanse president. Het gaat over illegale immigratie. Trumps verhaal daarover is bekend – Mexicanen zijn fout volk, overtreden de wet door illegaal de grens over te steken, pikken Amerikaanse banen in en zijn crimineel. Trump gaat hier een einde aan maken – de Amerikaans-Mexicaanse grens gaat op slot.
 
Het is een wat ongemakkelijk verhaal als je de gast bent van de Mexicaanse president. Dus hoe reframe je het? Heel eenvoudig. In het verhaal van Trump zitten slachtoffers (de Amerikanen), schurken (de Mexicanen) en een held (Trump). Reframe zo’n verhaal door gewoon andere slachtoffers en schurken te introduceren.
 
Wat zegt Trump? Immigranten komen niet alleen uit Mexico, maar ook, via Mexico, uit Zuid Amerika. Veel immigranten maken een levensgevaarlijke reis. Ze worden mishandeld  door criminele bendes en kartels, staan aan extreme gevaren bloot. Illegale immigratie is een humanitaire ramp. Wie zijn de slachtoffers in dit verhaal? De immigranten en de Mexicanen – omdat Mexico het doorreisland is. De schurken zijn de criminele bendes en kartels. En de held? Dat is nog steeds Donald Trump, die hier een einde aan maakt door de Amerikaans-Mexicaanse grens in het slot te gooien.

Wetsuit

Trouw, 3 september 2016

Soms roep je met de woorden die je kiest, de tegenstand al over je af. Een minister wil een ‘Betuwelijn’. Een Betuwelijn? Dat is een lijn door de prachtige Betuwe, daar ben je instinctief tegen. Een overheid ‘subsidieert’ een bedrijf. Dat klinkt suf - een beetje ondernemer heeft geen subsidie nodig. Zeg dat een overheid ‘investeert’, dat klinkt beter. Noem successiebelasting een ‘overlijdensbelasting’. Opeens is die belasting idioot - iemand overlijdt en vervolgens moet je belasting betalen?!

Aheda Zanetti heeft een ideaal. Ze wil moslimvrouwen de mogelijkheid bieden in het openbaar te sporten en zwemmen, wil bijdragen aan integratie en vrijheid. Ze ontwerpt wetsuits voor moslimvrouwen. Die verkopen goed. Veertig procent van haar klanten is overigens geen moslim - maar zijn vrouwen die hun lichaam willen beschermen tegen de zon.

Fundamentalisten zijn fel tegen de wetsuits - te onthullend, vrouwelijke vormen zijn te zichtbaar.
Hoe noemt ze haar wetsuit? Een boerkini. Fout natuurlijk. Een boerkini doet denken aan de boerka, riekt naar fundamentalisme. De Franse premier Valls zegt dat de boerkini bedoeld is om vrouwen tot slaaf te maken. Precies het tegenovergestelde van wat Zanetti beoogt. Volgende keer een ander woord kiezen.

Ik

Trouw, 27 augustus 2016

Mohammed B. heeft Theo van Gogh vermoord. Hij zit in een gevangenis met een zwaar regime. De rechter wil een ander beleid: Mohammed B. heeft recht op een lichter regime. Dat kan je irriteren - weer een rechter die het voor een fout iemand opneemt.
Staatssecretaris Klaas Dijkhoff moet het nieuwe beleid uitvoeren. Hoe reageert hij?

Ik kan nu koppig zijn richting de rechter, zegt hij. Ik kan ook zorgen voor een ander zwaar regiem. Ik ga hem niet in een normale cel doen. Ik heb een afdeling waar terroristen zitten. Ik ga daar onderscheid maken tussen volgers en meelopers. Ik wil hem niet bij de meelopers hebben, die hij kan beïnvloeden met z’n ‘achterlijke ideeën’.

Dijkhoff praat niet over beleid, hij praat over ‘ik’. Wat is het effect?
Een. Je voelt eigenaarschap – Dijkhoff vindt het persoonlijk belangrijk dat Mohammed B. geïsoleerd blijft.
Twee. Door dat voortdurende ‘ik’ straalt hij uit dat hij er bovenop zit, in control is. Dat heb je niet bij abstracte beleidsverhalen.
Drie. Door die betrokkenheid en dat in control, verdwijnt je irritatie over het beleid van de rechter. Dit komt wel goed, denk je.

Tuig

Trouw, 2 juli 2016

Donald Trump verwijt Barack Obama dat hij nooit spreekt over ‘radicale islamitisch terreur’ als het over Islamitische Staat gaat. Obama noemt de feiten niet bij de naam, is Trumps boodschap. Durft de werkelijkheid niet onder ogen te zien. Is naïef. Trump is anders - die benoemt de feiten, is realistisch.

Hoe reageert Obama?

Een. Het tuig van IS wil dolgraag ‘radicale islam’ worden genoemd, zegt hij. Dan staat haar strijd immers in het frame van de wereldwijde aanval op de islam. Obama durft de feiten niet bij de naam te nemen? Trump benoemt de feiten zoals IS dat graag ziet, speelt IS in de kaart.

Twee. Wat schiet het op, als je het label ‘radicale islam’ gebruikt? Amerikaanse special forces bestrijden momenteel IS. Wordt hun strijd anders als Amerika het opeens over de ‘radicale islam’ heeft? Natuurlijk niet. Obama durft de feiten niet bij de naam te nemen? De werkelijkheid niet onder ogen te zien? Trump wil de feiten anders noemen, denkt dat je IS verslaat als je ze als ‘radicale islam’ labelt. Maar een ander label zal niets aan de werkelijkheid veranderen. Dus wie is hier naïef en wie realistisch?

Toezicht

Trouw, 18 juni 2016

Grote bedrijven hebben een Raad van Bestuur met een bestuursvoorzitter. Die bestuurt het bedrijf. En ze hebben een Raad van Toezicht. Die houdt zich niet bezig met de dagelijkse gang van zaken, maar ziet toe op de hoofdlijnen van het beleid.

De Trump-campagne legt uit hoe Trump zijn presidentschap zal gaan invullen, mocht hij worden gekozen. Trump wil een vice-president die de weg in Washington weet. Die vice-president wordt een soort bestuursvoorzitter, doet de dagelijkse dingen. Trump gaat zich niet met die dagelijkse details bemoeien - die kijkt op afstand toe, wordt een soort voorzitter van de Raad van Toezicht.

Het is vooral een boodschap voor de Republikeinen. Want wat wordt hiermee gezegd?

Een. Trump is anders dan andere presidenten. Die gaat niet verdrinken in de details van Washington. Dat horen zijn volgers in de partij heel graag.

Twee. Trump gaat zich niet met de dagelijkse gang van zaken bemoeien - laat die over aan een ervaren vicepresident. Dat horen zijn tegenstanders in de partij heel graag.

Drie. Onmiddellijk komen Trumps tegenstanders van buiten de partij met historische, constitutionele en juridische bezwaren tegen dit model. Dat levert aandacht op - en ziet Trump graag.

Great again

Trouw, 11 juni 2016

‘Make America Great Again’ is de verkiezingsleus van Donald Trump. Hillary Clinton fileert de leus vakkundig. Want wat zegt Trump daar eigenlijk mee?

Een. Trump vindt Amerika blijkbaar zwak, zegt Clinton. Noemt het leger bijvoorbeeld ‘een ramp’, terwijl er geen enkel land militair tegen Amerika op kan.

Twee. Trump kent Amerika niet. Als je echt vindt dat Amerika zwak is, met zijn leger, zijn waarden en potentieel, waar geen land ook maar bij in de buurt komt - dan weet je niet wat Amerika is.

Drie. Trump roept dit al jaren. Zelf in het gouden Reagan-tijdperk, toeterde Trump dat Amerika zwak is. Kun je iemand president maken die al dertig jaar zo weinig vertrouwen heeft in Amerika?

En dan nog dit. Trump vindt Amerika zwak en is ook nog eens vol lof over dictators, die niet van Amerika houden. Over de Noord Koreaans leider Kim Jong-un. Over de Chinese leiders, die studentenprotesten bloedig uiteensloegen. Over Poetin - die krijgt van Trump het cijfer 10 voor leiderschap.

Clinton doet niet eens meer een poging om het te begrijpen, zegt ze - dat laat ze maar over aan de psychiaters.

Pil

Trouw, 28 mei 2016

D66'er Pia Dijkstra staat voor het recht op zelfbeschikking en is voorstander van een ‘laatste wil pil’. Ouderen die lijden aan het leven, hebben recht op regie over hun dood. Aardig detail: de EO, waar ze dit uitlegt, framet de pil als een ‘zelfmoordpil’.

Psychiater Jan Mokkenstorm heeft problemen met de pil. Hij krijgt een vraag: wij hebben toch recht op zelfbeschikking? Het is een lastig frame. Met een ‘ja’, speelt hij Dijkstra in de kaart. Als hij ‘nee’ zegt, neemt hij ons een recht af. Hoe antwoordt Mokkenstorm? Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat de vrije wil niet bestaat, zegt hij. Wij passen onze wil aan onbewuste beweegredenen aan. Onze wil valt niet samen met wie we zijn.

Wat gebeurt hier? De vraag gaat over normen: hebben wij recht op zelfbeschikking? Mokkenstorms antwoord gaat over de feiten. Wetenschappelijk onderzoek bewijst dat zelfbeschikking problematisch is. Het is een bekende strategie. Iemand beroept zich op een norm waar iedereen voor is. Dan bestrijd je niet de norm, maar begin je over de feiten. De norm is prachtig – maar feit is dat die vrije wil niet werkt in de praktijk.

Tampontaks

Trouw, 14 mei 2016

Veel landen kennen een laag BTW tarief voor basisbehoeften, maar tampons vallen onder het hoge BTW tarief - en zijn dus blijkbaar geen basisbehoefte.

Dat hoge BTW tarief wordt wereldwijd geframed als een ‘tampontaks’: een belasting op ongesteldheid. Het is een perfect frame. Waarom?

Een. ‘Tampontaks’ is een woord met een hoge ‘plakfactor’, het blijft makkelijk hangen.
Twee. Belasting op ongesteldheid is zo idioot - je bent het meteen eens met afschaffing van die belasting.
Drie. Als de taks zo idioot is, is de volgende vraag welke gek of schurk de taks heeft verzonnen? Het frame heeft prachtige schurken. Dommige mannen, zegt Obama, die de regels maken. Europa, zegt Cameron, dat hiertoe verplicht.
Vier. Je kunt prachtige vergelijkingen maken. Tampons zijn geen basisbehoefte, maar kangoeroevlees is dat blijkbaar wel, want dat kent een lage BTW. Dat is ook al idioot.
Vijf. Voorstanders van de taks, zitten in de verdediging. Frankrijk wilde de taks handhaven. Argument? Scheerapparaten voor mannen kennen ook een hoog BTW tarief. ‘Doe jij een maand zonder scheerapparaat, en ik zonder tampons. Kijken wat er gebeurt', was de reactie. Inmiddels is de taks in Frankrijk afgeschaft.

Benoemen

Trouw, 7 mei 2016

Een van de populaire woorden in het huidige politieke vocabulaire is 'benoemen'. Je moet als politicus problemen durven te 'benoemen'.

Wat is de kracht van dat 'benoemen'-frame? Heel eenvoudig - je poneert wat en je voegt er in een adem aan toe dat jij dit probleem wilt 'benoemen'. Als je tegenstanders het vervolgens niet met je eens zijn, kun je hen verwijten dat ze 'wegkijken'. Jij durft te benoemen - zij niet.

Het benoemen-frame is ook het standaard-excuus voor politici met de meest botte en idiote opvattingen. Te bot? Idioot? Ik benoem 'tenminste' de problemen, kun je zeggen.

Hoe te reageren op dat benoemen-frame? Vaak wordt geantwoord dat benoemen niet zo moeilijk is. Het gaat er om dat problemen worden opgelost, dat is veel ingewikkelder. Dat klopt - maar daar heb je iemand die van de afdeling benoemen is, nog niet mee te pakken. Lodewijk Asscher heeft het over de vele 'benoemkampioenen'. Daar zit een vleugje humor in en misschien is dat wel de beste manier van reageren. Iemand die iets benoemt? Daar heb je weer zo'n benoemkampioen, die makkelijk kletst, maar niks oplost.

Sultan

Trouw, 30 april 2016

President Erdogan is beledigd door een Duitse komiek. De Duitse wet verbiedt de belediging van een staatshoofd. Dus heeft Erdogan de Duitse regering gevraagd opdracht tot strafvervolging te geven - en laat Merkel het Openbaar Ministerie onderzoek doen of de komiek strafbaar is.

Merkels besluit wordt vooral in een moreel frame gezet. In dat frame is sultan Erdogan de schurk: hij probeert de vrijheid van meningsuiting te beperken. Onze vrijheid in het geding, dus wij zijn het slachtoffer. Zo'n situatie heeft een held nodig, die ons tegen de sultan-schurk beschermt. Maar Merkel pakt die heldenrol niet en is dus moreel fout.

CDA-leider Buma krijgt de vraag wat hij van het besluit van Merkel vindt. De Duitse wet verbiedt de belediging van een buitenlands staatshoofd, zegt hij. Daar maakt Erdogan misbruik van. En het lukt Erdogan zo verdeeldheid te zaaien in Europa. Het is een subtiele reframing van Merkels besluit. De schurk is nog steeds Erdogan. Maar doordat wij zo moreel verontwaardigd reageren op Merkels besluit, spelen we de schurk in de kaart. Zijn we opeens minder slachtoffer en is het minder eenvoudig om Merkel te veroordelen.

België

Trouw, 23 april 2016

Sinds de aanslag op vliegveld Zaventem wordt België verweten dat het terrorisme slecht bestrijdt. België is te verdeeld, heeft te veel bestuurders - en wordt zelfs een failed state genoemd.

Minister Jacqueline Galant is verantwoordelijk voor Zaventem en vertrekt. Ze heeft het parlement fout geïnformeerd. De Belgische kwaliteitskrant De Tijd heeft de analyse. Galant was een ‘stemmenkanon’, maar premier Michel moest haar laten vallen. Er werden 'steeds meer gaten geschoten' in de 'verdedigingslinies' die Galant met Michels 'ruggesteun' optrok.

Op de achtergrond speelt 'de oorlog' tussen 'de clan Michel' en de 'Reynders-boys'. Michels coalitiegenoten trokken ook een ‘verdedigingsgordel' op. Maar Michel moet de 'strategische pion' Galan 'opofferen' - om zo meer aanvallen op 'de veiligheidsflank' van het kabinet te voorkomen.

Wat valt op? Het gaat in België blijkbaar om strijd en oorlog. Er zijn beschietingen en opofferingen. Je hebt wel of geen ruggesteun. Er moeten flanken verdedigd worden. De strijdende partijen leggen verdedigingslinies en -gordels aan. Er zijn rivaliserende clans, pionnen en kanonnen.

Het is bloemrijk Vlaams, maar je vraagt je als Nederlander door deze framing af of het misschien toch een beetje waar is - die failed state.

Identiteit

Trouw, 16 april 2016

Mocht noch Trump, noch Cruz de voorverkiezingen winnen, dan hopen veel Republikeinen dat Paul Ryan zich kandideert - de jongensachtige voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Ryan zegt dat hij ab-so-luut niet wil, maar heeft wel een soort campagnevideo gelanceerd. Hij maakt zich daarin zorgen om de ‘identiteitspolitiek’ - waarbij het gaat om mijn identiteit versus hun identiteit, wij versus zij. Wie daarmee campagne voert, verdeelt het land, zegt Ryan. Je moet mensen inspireren - met onze idealen en met nieuwe ideeën. Het is duidelijk: hij stijgt zo uit boven Trump en Cruz, die heel goed zijn in wij versus zij.

Democraten en Republikeinen hebben verschillende ideeën, vervolgt Ryan. Dat is geen probleem. Laten we de strijd aangaan - dan zal blijken wie de beste ideeën heeft. Hij straalt zo zelfvertrouwen uit - en stijgt ook nog eens boven Democraten en Republikeinen uit.

En tenslotte, in Ryans framing hoor je de boodschap waarmee Obama zo succesvol was. Die bestreed de verdeeldheid in Amerika en hamerde het er in: we zijn geen blauwe en rode staten - de kleuren van de twee partijen. We zijn de Verénigde Staten van Amerika. In de gaten houden dus, die Ryan.

Opwarming

Trouw, 9 april 2016

Volgens de Republikeinen, Trump en Cruz voorop, is er geen wetenschappelijk bewijs dat de mens de klimaatverandering veroorzaakt. Hoe framen de Republikeinen hun standpunt? Vaak gebruiken ze hetzelfde openingszinnetje: ‘ik ben geen wetenschapper’. Wat is de kracht daarvan?

Een. Je bent geen wetenschapper en weet dus niet of het de mens is die opwarming veroorzaakt. Je bent zogenaamd bescheiden. Je kunt je zo aan die hele discussie daarover onttrekken.

Twee. Door die openingszin kun je het debat reframen. Je weet níet of er een menselijke oorzaak is voor opwarming, maar Republikeinen benadrukken dat ze veel andere dingen wél weten. Ze weten dat de voorstellen van klimaatwetenschappers Amerikaanse banen kosten. Dat is dom. Dat China in die voorstellen wordt ontzien en Amerika niet. Dat is oneerlijk.

Drie. Wie die domme en oneerlijke voorstellen heeft aangehoord, wordt gevoelig voor een volgende Republikeinse redenering: ‘belangrijke beslissingen kun je niet aan wetenschappers overlaten’. Dat klopt, denkt rechts Amerika. Belangrijke beslissingen nemen we zelf. Wetenschappers kunnen het fout zien - zie die domme en oneerlijke voorstellen. Goede kans dat ze het ook fout zien als het gaat om de oorzaken van klimaatverandering.

Kritiek

Trouw, 2 april 2016

De Participatiewet moet mensen met een arbeidshandicap aan het werk te krijgen. Staatssecretaris Jette Klijnsma voert de wet uit. Dat moet allemaal veel en veel beter, volgens een aantal Kamerleden. De wet levert ‘geen garantiebanen’ op, ‘mensen raken buiten beeld’ en ‘worden aan hun lot overgelaten’.

Een journalist stelt een zuigerig vraagje: ’trekt u zich die kritiek aan?’ Je kunt geen ’nee’ antwoorden. Maar ‘ja’ is ook lastig. Als je eerst karrevrachten kritiek over je heen krijgt en dan antwoordt dat je je die kritiek aantrekt - dan komt dat zwak over. Dan hebben de enorm kritische Kamerleden blijkbaar gelijk.

Trekt Klijnsma zich die kritiek aan? is de vraag. ‘Altijd’ zegt ze blijmoedig. Het is een prachtig antwoord. Waarom? Een. Ze zegt geen ‘ja’ en ze zegt geen ‘nee’. Twee. Je kunt haar tegelijkertijd niet verwijten dat ze geen antwoord geeft op de vraag. Ze trekt zich kritiek altijd aan, dus nu ook. Drie. Ze is iemand die altijd naar kritiek luistert, altijd probeert er beter van te worden - of kritiek nu terecht is of onterecht. Daarmee komt ze juist heel krachtig over.

Het veld

Trouw, 26 maart 2016

Staatssecretaris Dekker wil meer Engels en ICT in het onderwijs. Geen slecht idee, denk je.

Ad Verbrugge van Beter Onderwijs Nederland reageert. Let op zijn taalgebruik. Hij is tegen. Het gaat te snel. Het veld is niet op de hoogte. Er zijn veel bezwaren. Docenten zijn onvoldoende gehoord. Het veld zit er niet op te wachten.  Althans, niet het hele veld. De onderwijscorporaties zijn er te laat bijgehaald. Wat valt op? Het is van die dorre, inhoudsloze procestaal. Er zit totaal geen energie in. Ze zitten ‘er niet op te wachten’.

Hij gaat verder: de gewone leraar Duits of Aardrijkskunde heeft heel veel bezwaren tegen Dekkers ideeën. Blijkbaar kunnen leerlingen geen extra Engels krijgen, omdat de leraar Duits daar bezwaar tegen heeft, denk je. En tenslotte: in het onderwijs is 14% functioneel analfabeet. Dat probleem moet volgens Verbrugge éérst opgelost. Dat kost minstens tien jaar, denk je. Tot die tijd mag er geen extra Engels komen? 'Het veld' kan die twee dingen toch wel tegelijk doen? Zo roept Verbrugge het beeld op dat leraren nooit in beweging zijn te krijgen. Een beeld waar we nou net van af waren.

Zwitserland

Trouw, 19 maart 2016

VVD-minister Stef Blok krijgt kritiek op het akkoord tussen de EU en Turkije, dat de vluchtelingenstroom moet  indammen. Dat akkoord is moreel gezien fout: Turkije schendt mensenrechten en met zo’n land sluit je niet dit soort deals.

Hoe reageert Blok? Mensen vluchten uit landen waar mensenrechten worden geschonden, zegt hij. De buurlanden van dat soort landen, vervolgt hij, ‘zijn meestal ook geen Zwitserland’. Het is een mooi frame, dat ‘Zwitserland’-frame - het roept allerlei associaties op.

Een. Opeens is dat moreel hoogstaande standpunt van zijn criticus naïef. Alsof je pas afspraken met landen mag maken als ze zich tot een Zwitserland hebben ontwikkeld - dan kan er niks meer in deze wereld.

Twee. Wie Zwitserland als norm heeft, is gemakzuchtig. Kan comfortabel op zijn handen gaan zitten, terwijl mensen als Blok aan het werk zijn, in gevecht met die schurk Erdogan, om de vluchtelingenstroom te stoppen.

Drie. De Stef Blokken van deze wereld zijn aan het werk - dat klinkt stoer. En hun tegenstanders? Die zijn van de afdeling Zwitserland - het land van Heidi, de koekoeksklok en heel veel bloembakken met geraniums. Dat klinkt vooral heel truttig.

Onafhankelijk

Trouw, 12 maart 2016

De Haagse rechtbank bereidt de strafzaak tegen Geert Wilders voor. De persrechter benadrukt dat de rechters ‘geen lid zijn van een politieke partij’. Daar zijn ze zelfs op geselecteerd, zegt ze. Wat koppen de media? Rechters in zaak-Wilders ‘zijn a-politiek’, ‘zijn gekozen op politieke onafhankelijkheid’. Wat is de beeldvorming?

Een. Wilders hamert er al jaren een frame in: Nederland heeft ‘D66-rechters’ - en die zijn dus niet politiek onafhankelijk. Vervolgens benoemt de rechtbank ‘apolitieke' of ‘politiek onafhankelijke’ rechters. Blijkbaar zijn er dus ook rechters die níet politiek onafhankelijk zijn. En zo wordt Wilders’ frame bevestigd.

Twee. Onafhankelijkheid is de kernwaarde van iedere rechter. Maar blijkbaar kun je deze zaak niet overlaten aan een rechter die lid is van een politieke partij. Is die kernwaarde veiliger bij de ene rechter dan bij de andere. Lijkt Wilders tóch een punt te hebben.
Overigens, niemand kan straks beweren dat deze rechters bevooroordeeld zijn omdat ze lid zijn van een politieke partij. Dus best verstandig dat de rechtbank hen heeft geselecteerd. Maar dat moet een persrechter natuurlijk niet hardop zeggen - dan roep je het beeld op, dat je juist wilt bestrijden.

Eén Gebouw

Trouw, 5 maart 2016

De politie is in de afgelopen jaren gecentraliseerd tot de Nationale Politie. Daar waren veel politiemensen tegen. De nieuwe baas van die Nationale Politie, Erik Akerboom, is ook kritisch over de centralisatie. Politiemensen willen niet alles voorgeschreven krijgen, zegt hij. Moeten ruimte krijgen om zelf beslissingen te nemen. Alleen dan kun je aansluiting houden bij de snel veranderde samenleving. Dat kan niet vanuit ‘een centrale kolos’. Vernieuwingen komen ‘van onderen af’.

Wil hij misschien weer gaan decentraliseren?, denk je. Daar kan en mag Akerboom geen ‘ja’ op zeggen. Dus wat antwoordt hij? Nee, ‘de politie blijft één gebouw’. ‘Eén gebouw’ is een prachtig frame. Je zegt er niets mee - wat je ook van centralisatie of decentralisatie vindt, je kunt moeilijk tegen ‘één gebouw’ zijn. Niemand is voor een politie die uit een aantal gebouwen bestaat. Tegen de voorstanders van centralisatie kun je zeggen dat die niet wordt teruggedraaid - de politie is en blijft ‘één gebouw’. Tegen de tegenstanders zeg je dat de politie weliswaar ‘één gebouw’ is, maar dat je net hebt gepleit voor een drastische verbouwing. En zo kan iedereen 'één gebouw’ op z’n eigen manier interpreteren.

Leugenaar

Trouw, 20 februari 2016

De conservatieve Ted Cruz doet het goed in een debat met Trump - hij wijst op een paar zwakke prestaties uit Trumps verleden. The Donald reageert woedend en maakt Cruz voor een ‘nare man’ uit, de ‘grootste leugenaar ooit’. Het is typisch Trump, die voortdurend zijn tegenstanders persoonlijk aanvalt.

Wat zegt Cruz vervolgens? ‘Donald heeft een rare gewoonte. Iedere keer als je hem wijst op zijn zwakke prestaties, begint hij je er van te beschuldigen dat je een leugenaar bent’ . Cruz stapt niet in het frame - begint niet over de vraag of hij een leugenaar is of niet. Hij zegt iets over het frame - laat zien dat Trump je een leugenaar noemt, als hij het van je dreigt te verliezen. De kracht hiervan is dat er iets van ontmaskering in zit. Bovendien, door het zo te expliciteren, gaan we er op letten. Trump kan een volgende keer, als hij een debat verliest, echt niet meer zeggen dat de ander een leugenaar is - dat geeft hij Cruz alsnog gelijk. En tenslotte, door iets over Trumps frame te zeggen, is Cruz eigenlijk niet meer in debat met Trump - hij stijgt boven Trump uit.

Slimmer

Trouw, 13 februari 2016

Welk vraagstuk Donald Trump ook bespreekt, hij heeft telkens dezelfde boodschap: anderen zijn veel slimmer - 'much smarter' - dan Amerika. Ze zijn slimmer, op een oneerlijke manier. Immigratie? De Mexicaanse overheid is 'slimmer' dan de Amerikaanse - stuurt met opzet slechteriken als immigrant naar de VS. Economie? De Chinezen zijn 'slimmer' - houden hun munt kunstmatig laag, waardoor ze oneerlijk concurreren. Veiligheid? ISIS is 'slimmer' - wint de strijd op het Internet.

Waarom landt deze framing bij zoveel mensen? Het frame is overzichtelijk. Alle complexiteit wordt gereduceerd tot dat ene: zij zijn slimmer dan wij. Het frame raakt aan Amerikaanse kernwaarden - het is toch ondenkbaar dat Chinezen, Mexicanen en ISIS slimmer zijn dan wij? Maar gelukkig, zij zijn oneerlijk slim - dat voelt dan weer comfortabel. Dan: zij zijn slimmer geworden dan wij, dus zijn onze leiders dom bezig geweest - iets wat Trump voortdurend benadrukt. En de oplossing voor dit alles is ook niet erg ingewikkeld: Amerika moet gewoon weer slimmer worden dan de anderen. En daar gaat Trump voor zorgen. 'Ik ga de allerslimsten in Silicon Valley inzetten om ISIS op Internet te verslaan’ zegt hij. Zo eenvoudig is dat.

Stiekem

Trouw, 6 februari 2016

Na de verschrikkelijke aanslagen in Frankrijk, weten we allemaal: zoiets kan ook in Nederland gebeuren. Dus hopen we dat onze inlichtingendiensten hun werk goed doen en potentiële terroristen in het vizier hebben. Daarover kunnen die diensten niet in het openbaar spreken en dus is er de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. In die commissie worden de fractievoorzitters vertrouwelijk geïnformeerd over wat de inlichtingendiensten doen.

Hoe noemen we die belangrijke commissie in Nederland? De ‘Commissie-Stiekem’. Dat is heel fout. Stiekem staat voor achterbaks en geniepig - roept hele negatieve associaties op. Stiekem klinkt badinerend, je wordt een beetje lacherig als je hoort dat het parlement zo’n commissie heeft. Een land dat zo'n belangrijke commissie de Commissie-Stiekem noemt, roept het beeld op dat het terreur niet serieus neemt. Het is ook zo'n kinderachtig woord. Alsof we nog steeds niet willen accepteren dat de wereld gevaarlijker is dan voorheen. En tenslotte - je kunt het niet continu hebben over de Commissie-Stiekem, en vervolgens verontwaardigd zijn als uit die commissie wordt gelekt. Lekken uit een achterbakse en geniepige commissie - dat klinkt juist heel goed.

Besluiteloos

Trouw, 30 januari 2016

CDA’er Mona Keijzer wordt geïnterviewd over de vluchtelingen. Wat is haar frame? Het kabinet doet twee dingen, zegt ze: het praat alleen maar of het blokkeert juist een fatsoenlijke gesprek. F16’s in Syrië? Het kabinet blijft maar praten, neemt geen besluiten. Militairen op de grond? Het kabinet wìl er niet eens over praten. Er moeten bij deze enorme aantallen ‘heilige huisjes omver’ - bijvoorbeeld dat vluchtelingen met een status dezelfde rechten hebben als Nederlanders. Je hoort niets van het kabinet.

Wat is de kracht van dit besluiteloosheid-frame? Keijzer straalt uit dat ze actie wil, níet besluiteloos is. Dat je het probleem van de vluchtelingen onder controle kunt krijgen - dat voelt goed. Bovendien, Nederland wil een veilige haven voor vluchtelingen zijn. Door besluiteloosheid slibt die haven dicht, zegt ze. Keijzer neemt het dus op voor vluchtelingen - dat voelt ook goed. Maar Keijzer maakt het zichzelf ook comfortabel. Het kabinet is besluiteloos, blijft ze herhalen. En dus hoeft ze het niet te hebben over de vraag wat die noodzakelijke besluiten zijn. Zo straalt ze actie uit, zonder te vertellen wat die actie concreet inhoudt.

Root cause

Trouw, 23 januari 2016

ISIS, zo zegt een Libanese politicoloog, heeft vele vaders. De haat die de Assads zaaiden. De dictatuur van Saddam. Het mismanagement van George Bush na Saddams val. De agressieve rol van Iran. De steun van de Saoudi aan foute groepen. De verwrongen interpretatie van de islam door bepaalde geestelijken.

Het is een prachtige analyse, maar wat is de tragiek ervan? Hoe meer verklaringen, hoe moeilijker ISIS is te begrijpen. We horen veel liever wat Amerikanen de 'root cause' noemen - die ene oorzaak voor alles. Voor de een is dat de islam. Voor de andere George Bush. Voor de derde Saoedie Arabië. Waarom zijn die 'root cause' frames zo fijn?
Een: je hoeft niet verder na te denken. ISIS? Hebben we te danken aan de islam.
Twee: je weet precies wie moreel fout is. ISIS? Komt door de foute Bush.
Drie: die ene oorzaak verklaart vaak veel meer ellende.

De islam? Ook een bron van criminaliteit. Bush? Veroorzaakte ook de bankencrisis. Vier: je hebt het gevoel van controle - er zijn veel problemen met één oorzaak. Dat klinkt beter dan de werkelijkheid: er is één probleem met vele oorzaken.

Freiwild

Trouw, 16 januari 2016

We kennen de ‘power of three’: zeg hetzelfde op drie verschillende manieren. ‘Wij zijn vanavond, op deze januari-avond, op dit beslissende moment, bijeen’, zegt Obama - het schijnt een gevoel van compleetheid op te roepen. Er is ook de ‘power of two’: noem steeds twee dingen - het enerzijds en het anderzijds. Daarmee roep je het gevoel op dat je goed kunt analyseren. En we kennen de ‘power of one’. Zegt iets zo kort mogelijk - dat komt heel krachtig over.
Een Duitse minister is woedend over de gebeurtenissen in Keulen. ‘Frauen sind kein Freiwild’ zegt ze.

Freiwild - het is echt zo’n Duits, samengesteld woord, dat veel betekenissen en veel emotie oproept. Je bent blijkbaar verlaagd tot wild. Er mag op je worden gejaagd. Die jacht is vrijgegeven - anderen mogen doen wat ze willen. Uiteraard word je door niemand beschermd. Freiwild - het is een verwijt aan de daders, maar ook aan de politie, die geen bescherming bood. Freiwild - het is echt de ‘power of one’. Als je het frame op je in laat werken, word je er woedend van - en wil je dat er onmiddellijk actie wordt ondernomen.

Boos

Trouw, 9 januari 2016

Welke Amerikanen steunen nu toch die Donald Trump? In Nieuwsuur worden ze geframed als ‘boze, blanke mannen’. Het is een bekend frame en roept een beeld op. Boze blanke mannen van middelbare leeftijd - dat is de groep die niet kan meekomen in de moderne samenleving. Zich geen raad weet met globalisering, vrouwenemancipatie, multi-culturaliteit. Aan de verkeerde kant van de geschiedenis staat.

De Democratische presidentskandidaat Bernie Sanders duidt de Trump-aanhang heel anders. Het zijn bezorgde mensen met de lagere middeninkomens. Die zo maar hun baan kunnen verliezen. In de crisis harde klappen hebben gekregen. Hoger onderwijs voor hun kinderen niet kunnen betalen. Hun inkomen al decennia lang nauwelijks zagen stijgen.

Het is een heel ander frame: geen boze blanke mannen, maar de bezorgde middenklasse - en iedereen weet: de middenklasse is de ruggegraat van de samenleving, niet de groep die niet kan meekomen.

Gaat het om boze, blanke mannen of om de bezorgde middenklasse? Wie het weet, mag het zeggen. Maar een ding is duidelijk: als jij je tot die bezorgde middenklasse rekent en wordt geframed met dat denigrerende ‘boze, blanke man’ - dan wordt je pas echt boos.

CDA/CDU

Trouw, 2 januari 2016

Bij het CDA staan discussies over de identiteit van de partij vaak in een wat tobberig, defensief frame. Het is best lastig om die C uit te leggen. En het CDA is een middenpartij  - dat staat in Nederland voor vlees noch vis.

Op de CDU-partijdag houdt Angela Merkel een meeslepende rede. De C, zegt ze, betekent dat ieder mens van God gegeven waarde heeft. Dus is haar CDU de ‘volkspartij van het midden’: niet de partij van werkgevers of werknemers, maar de partij die tegenstellingen overbrugt. Dus ziet de CDU in de vluchtelingencrisis geen mensenmassa’s naar Europa komen, maar ziet ze mensen naar Europa komen. Dus hoopt ze dat Duitsland over 25 jaar nog steeds een land is, dat ook door de ogen van anderen naar de wereld kan kijken. 

Wat valt op? De identiteit van het CDU staat in een offensief frame. Een middenpartij overbrugt tegenstellingen - in een tijd waarin die heel groot zijn. Een middenpartij ziet iedereen staan, is empathisch, niet verblind door politieke ideologie. En dus hoopt ze, zegt ze, op een land dat open, nieuwsgierig, tolerant en spannend is. Daar is niets tobberigs aan.

Weer centraal

Trouw, 12 december 2015

Een aantal ‘vernieuwers’ lanceert een nieuwe zorgverzekering, waarin ‘de mens weer centraal staat’. Het is een frame, dat we vaker tegenkomen. Het openbaar vervoer moet reizigers weer centraal stellen. Het onderwijs moeten leerlingen weer centraal stellen. In het overheidsbeleid moeten burgers weer centraal komen te staan.

Wat is de kracht van het frame? Een. Niemand kan hier tegen zijn. Niemand durft in het publieke debat te beweren dat patiënten, reizigers en burgers moeten ophouden met zeuren. Twee. Het voelt aangenaam - het gaat immers over ons. Wij zijn die patiënt, reiziger of burger. Drie. Het suggereert dat het makkelijk veel beter kan - organiseer het gewoon ‘weer’ als vroeger. Vier. Er zitten duidelijke schurken in het frame, die ons blijkbaar niet centraal stellen, meestal zijn dat arrogante managers en bureaucraten.

Maar een krachtig frame heeft altijd een nadeel: je stopt met nadenken. Wie zich afvraagt, hoe je de mens weer centraal stelt in een zorgverzekering, leest daarover verbluffend weinig op de website van de vernieuwers. Dat is best wel arrogant als je wilt dat wij klant worden. Het wordt tijd voor een zorgverzekeraar, die de klant weer centraal stelt.

Expert

Trouw, 5 december 2015

Bibi van Ginkel is terrorisme-expert en geeft commentaar op de dood van Abdelhamid Abaaoud. Was deze man het brein achter de aanslagen in Parijs? is de vraag. Hij had ‘in zekere zin’ een sleutelrol, zegt Van Ginkel, hij was een ‘soort’ spin in ‘een’ web. Dat ‘lijkt’ nu wel duidelijk.  Het is een antwoord waarmee ze bijna niets zegt, denk je - zo’n antwoord kan iedereen geven. Daar heb je geen expert voor nodig.

Maar kun je hem het brein noemen? Zijn dood, betoogt Van Ginkel, heeft een groot nadeel: je kunt hem niet meer vragen wat hem bewoog. Een waarheid als een koe, denk je - zo’n antwoord kan iedereen geven. Daar heb je geen expert voor nodig.

Wat zijn de gevolgen van zijn dood? ‘Als’ hij een sleutelrol speelde en ‘als’ er nog aanslagen waren gepland, is er ‘iets van een direct gevaar weggenomen’ - met ‘alle voorbehouden van dien’. Het is weer zo’n antwoord dat bijna niets zegt - dat iedereen kan geven. En zo voedt ze een frame dat veel mensen hebben van terrorisme-experts: die weten net zo weinig over terroristen als wij.

Arie

Trouw, 28 november 2015

Andries Knevel en Ton Verlind discussiëren over de terrorist Abdelhamid Abaaoud. De media noemen hem een ‘mastermind’, het ‘brein’ achter de aanslagen in Parijs. Een ‘superster’. Helemaal fout, doceren Knevel en Verlind. Met dat soort woorden zet je Abaaoud op een voetstuk. De media moeten ophouden met die eeuwige overdrijving. Moeten de feiten laten spreken. Zaken niet spannender maken dan ze zijn. Het is tijd voor journalistieke nuchterheid.
Het zijn wijze woorden van twee prominente journalisten.

Vervolgens gaat het over Arie Boomsma. Die gaat weg bij de KRO, naar Net 5. Knevel en Verlind zijn verbijsterd. Arie was een kernfiguur. Arie was de verpersoonlijking van de missie van de KRO. Arie was van ons. Arie vertrekt – en dat zegt iets over de staat van de publieke omroep. Arie’s overstap brengt mensen in verwarring. Arie vertegenwoordigde immers de kernwaarden van de publieke omroep.

Van die wijze woorden van Knevel en Verlind over journalistieke nuchterheid is zo niets meer over. Ze werken op je lachspieren. Sterker, ze voeden een frame dat veel mensen hebben over journalisten: op het ene moment een meninkje-zus – dat even later een meninkje-zo is.

Kruitvat/Broedgebied

Trouw, 21 november 2015

Hoe gaan we na Parijs met IS om? Er zijn politici die geen militair ingrijpen willen. Irak en Syrië zijn een ‘kruitvat’ en je gooit geen bommen op een kruitvat, zegt de SP. Militair ingrijpen heeft een ‘waterbed-effect’, zegt een expert. Op de ene plaats verjaag je terroristen, maar die duiken ergens anders weer op. IS is een ‘piramide’, zegt een volgende expert. Als je de leiders doodt, verwijder je de top van de piramide, maar daaronder staan dubbel zo veel terroristen klaar om de leiding over te nemen. Gebruik beelden als ‘kruitvat’, ‘waterbed’, ‘piramide’ - en militaire actie is niet verstandig.

Politici die voor ingrijpen zijn, gebruiken andere metaforen. IS is een ‘kankergezwel’, zegt Obama. De Koerden hebben het over de ‘IS-ratten’. Die ratten beschikken nu over een broedgebied, waar ‘het kwaad’ zich straffeloos kan ‘voorplanten’, zegt een expert. Sterker, ze ‘planten’ hun extremisme in de hoofden van kinderen, die tot jihadisten worden opgeleid. Als ‘ratten’ en ‘het kwaad’ zich straffeloos kunnen ‘voortplanten’, dan moet je die natuurlijk met wortel en tak uitroeien - en is dus onmiddellijk militaire actie geboden.

Eigen risico

Trouw, 14 november 2015

VVD-minister Schippers legt haar opvattingen over het eigen risico in de zorg uit. Het is een eenvoudig verhaal. Iedereen heeft een eigen risico van 375 euro, zegt ze. Of je nu voor honderduizenden euro’s zorg nodig hebt - of nauwelijks zorg nodig hebt. Ze is er trots op in zo’n land te wonen.

Het is een mooie framing. Waarom? Een. Ze ontloopt die politiek gevoelige vraag of het eigen risico nu te hoog of te laag is. Twee. Ze benadrukt de onderliggende kernwaarden - iedereen krijgt de zorg die nodig is, wat dat ook kost. Over te hoog of te laag kun je ruzie maken, over waarden ben je het meestal met elkaar eens. Drie. Ze roept emotie op. Je voelt inderdaad iets van trots op ons Nederlandse systeem met die mooie kernwaarden.

Ze maakt je zo trots op de kernwaarden van de zorg - en daarmee ook ontvankelijk voor haar standpunt over het eigen risico. En tenslotte, ze beroept zich als VVD’er op de linksige waarde van gelijkheid - en stijgt zo boven al het politieke gekrakeel over te hoog of te laag uit.

Houding

Trouw, 7 november 2015

CDA’er Madeleine van Toorenburg is voorzitter van de Fyra-enquêtecommissie. Het Fyra-drama is ingewikkeld - gaat over de NS, de minister, de Kamer, aanbestedingen, de reiziger, veiligheid. Maar Van Toorenburg heeft een bijzonder taalgebruik. Ze heeft het over ‘scherper doelen formuleren’, over ‘steeds toetsen’. Ze ‘pikt het niet’ dat een minister de Kamer ‘voor de gek houdt’. Wil dat ministers ‘met knikkende knieën' naar de Kamer komen. Die snelle trein is er nog niet? ‘Daarom moet die er komen’ - zo snel mogelijk. Ze wil niet dat we ‘met de pootjes in de lucht gaan liggen’.

Door haar taalgebruik straalt Van Toorenburg uit dat ze in control wil zijn. Actie wil zien. Zo snel mogelijk. Dat is belangrijk - want hoe luisteren we naar politici? We luisteren naar hun inhoud, naar wat ze zeggen - maar ook naar hun houding, hoe ze het zeggen. Als de inhoud te ingewikkeld of te saai wordt, dan bepaalt hun houding vaak ons beeld over hen. Het inhoudelijk gedoe met de Fyra is ingewikkeld - maar je houdt een belangrijke indruk aan Van Toorenburgs houding over: die rust niet voordat er een snelle trein is.

Realist

Trouw, 31 oktober 2015

GroenLinks Europarlementariër Bas Eickhout debatteert over de vluchtelingen. Hij is voor versterking van de grenscontroles, voor betere opvang in de regio, voor betere Europese samenwerking. Maar, voegt hij er aan toe, je moet realistisch zijn. Je moet durven erkennen dat er vluchtelingen zullen blijven komen.

Diep in je hart weet je dat hij gelijk heeft. Dat hij realistisch is - er zullen vluchtelingen blijven komen. Maar hoe framet zijn PvdA opponent, Rene Cuperus, Eickhouts realisme? Het is fatalisme, zegt hij. GroenLinks ziet vluchtelingen als een natuurverschijnsel, waar je niets aan kunt doen. Is onverantwoordelijk bezig.
Wat is de kracht van dat fatalisme-frame? Cuperus boort een emotie bij ons aan: dat we in control zijn, het probleem onder controle kunnen krijgen. Dat wij bepalen hoe het verder gaat, niet dat anderen dat doen. Door Eickhout als fatalist te framen, roept Cuperus dat gevoel op. Terwijl hij ook niet verder komt dat strengere grenscontroles en regionale opvang.

Toegeven, Eickhout voedt dat beeld ook wel. Vluchtelingen zijn ‘geen management-probleem, ze zijn een mensen-probleem’, zegt hij mooi. Het is mensen-probeem, denk je, maar ook een management-probleem. 

We weten het niet

Trouw, 24 oktober 2015

Een directeur van Vluchtelingenwerk wordt geïnterviewd over de vluchtelingen. ‘De’ politiek heeft geen oplossing, zegt hij. We hebben ‘leiderschap’ nodig, ‘politiek leiderschap’ nodig. Hij ziet slechts ‘verkrampt leiderschap’.

Je kunt altijd en over alles beweren dat er ‘gebrek aan leiderschap’ is. De vluchtelingencrisis? De problemen met de euro? Heerenveen voetbalt slecht? Ook al weet je er niets van af, ook al heb je geen idee hoe het verder moet, je kunt altijd nog zeggen dat er een ‘gebrek aan leiderschap’ is. Bij wie daarover klaagt, moet je dus altijd even checken. Is dit echte kritiek? Of zegt de klager eigenlijk ‘ik weet het ook niet’?

Wat houdt leiderschap in? checkt een journalist bij de directeur. Meer kleinschalige opvang, is het antwoord. En politici moeten durven zeggen dat de vluchtelingen ‘waarschijnlijk voor een deel’ blijven. Is dat alles?, denk je meteen. Kleinschalige opvang? Dat wil de staatssecretaris ook. En ‘waarschijnlijk’, ‘voor een deel’ blijven – dat klinkt wel heel verhullend, klinkt niet als leiderschap.

Eerst zware kritiek op het leiderschap van politici. En dan zelf met niets komen. Vluchtelingenwerk weet dus ook niet hoe het verder moet, denk je.

Leiderschap

Trouw, 17 oktober 2015

De oppositie verwijt Mark Rutte dat hij geen leiderschap toont in die ingewikkelde vluchtelingencrisis. Het is een lastig frame voor Rutte. Een premier geeft leiding - en de oppositie valt Rutte dus op zijn kernwaarde aan. Leiderschap betekent dat je boven de partijen staat. Maar wat wordt daar nu concreet mee bedoeld?

Emiel Roemer legt het uit. Mensen hebben niet alleen zorgen over vluchtelingen, zegt hij. Ze hebben veel meer zorgen. De rechtszekerheid is afgebroken. De zorg is afgebroken. De koopkracht is onder de maat. Mensen zijn lang aan het solliciteren en krijgen geen baan. Kunnen de zorg niet betalen. Kunnen geen woning krijgen. Het wordt tijd dat het kabinet die grote maatschappelijke problemen eens gaat oplossen.

Wacht even, denk je. Leiderschap is toch dat je boven de partijen staat? - Roemer dreunt hier gewoon de SP-agenda op. De grote maatschappelijke problemen moeten worden opgelost? Ja dat vindt Rutte ook - die heeft alleen andere opvattingen daarover. Dat is politiek. En zo roept Roemer het beeld op dat leiderschap voor hem betekent dat we het SP-programma gaan uitvoeren. Dat mag je vinden, maar dan kun je Rutte natuurlijk niet verwijten dat hij geen leiderschap toont.

CZ

Trouw, 3 oktober 2015

Wie in Zoetermeer om wijkverpleging vraagt, heeft een probleem. Zorgaanbieder Vierstroom weigert nieuwe patiënten. Een bestuurder legt uit: het is de schuld van CZ, de zorgverzekeraar. Die weigert extra te betalen.

Hoe reageert de woordvoerder van CZ?
Een: het komt door de minister, die geeft minder geld. Fout antwoord, denk je – CZ duikt, schuift haar verantwoordelijkheid af.
Twee: CZ moet met schaarse middelen werken. Fout antwoord, denk je – het bewijs dat zorgverzekeraars in geld denken, niet in mensen.
Drie: we hebben een zorgplicht, die gaat altijd voor, we zetten geen mensen op straat.

De eerste twee argumenten activeren bij ons een negatief frame van zorgverzekeraars: fout volk, geïnteresseerd in geld, niet in zorg. Dat derde argument valt daardoor zomaar in onvruchtbare aarde.

Draai de volgorde nu eens om.
Een: natuurlijk zetten wij geen mensen op straat. We hebben een zorgplicht voor iedereen, die gaat altijd voor. Goed antwoord, denk je.
Twee: wij moeten met schaarse middelen werken.
Drie: dat wil de minister. Tja, denk je, dat begrijp ik – maar mensen krijgen wel de zorg die ze nodig hebben.

Andere volgorde, ander frame, krachtiger boodschap.

Nederland-Duitsland

Trouw, 26 september 2015

De toevloed van vluchtelingen maakt veel mensen boos – Nederland kan dit onmogelijk aan. Wat te doen? Kim Putters, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, weet het. Het ‘proces’ van democratische besluitvorming moet anders. Politici moeten ‘iedereen erbij betrekken’. We hebben nieuwe ‘methoden’ van besluitvorming nodig, een ‘debat’. Het is een frame dat in Nederland altijd opkomt als het lastig wordt. En het is typerend voor wat wij verstaan onder politiek leiderschap. Boze burgers? Leiderschap is een ‘proces’ van ‘iedereen erbij betrekken’.

Inderdaad, mensen zijn bezorgd en boos, zegt de Duitse minister Schäuble. Maar ja, politici moeten ‘de moed hebben om leiding te geven’. Duitsland mag niet ‘wegduiken’. Duitsland staat aan ‘de top van de welvaartspyramide’ en moet dus meer doen dan anderen.  De islam? Die is ‘deel van Duitsland’. Al die vluchtelingen? Die kunnen Duitsland ‘sterker maken’.

Het is een heel andere framing van politiek leiderschap. Geen procestaal, maar een glashelder inhoudelijk verhaal. Boze burgers? Leiderschap betekent dat je daar tegenin durft te gaan. Een debat? We moeten voor de vluchtelingen aan de slag, zegt Schäuble en hij weet zeker: ‘wir schaffen es’.

Christenen

Trouw, 19 september 2015

Christenen worden massaal verdreven uit de gebieden waar ISIS het voor het zeggen heeft. De liberale New York Times vraagt zich af waarom veel Amerikaanse politici daarover zwijgen? Dat heeft alles te maken met framing.

ISIS zet de strijd in het Midden Oosten graag in het frame van een confrontatie tussen de Islam en christelijke kruisvaarders. Hoe meer Amerikaanse politici het hebben over christelijke slachtoffers, hoe meer je die framing voedt - ISIS in de kaart speelt. Dus als ISIS koptische christenen vermoordt omdat het koptische christenen zijn, heeft Obama het liever over ‘Egyptische burgers’.

Rechtse Amerikanen zien hun beeld van Obama zo bevestigd: een slappe president, die wegkijkt. Toch houden ook veel rechtse politici zich koest. Waarom? Rechts Amerika is sterk pro-Israel, maar de meeste christenen in het Midden Oosten staan aan de kant van de Palestijnen. Die zien Israel niet als hun natuurlijke bondgenoot - en dat is lastig voor rechts, volgens de NYT. Zo ontstaat toch een wrang plaatje: omdat het kruisvaarders-frame ISIS in de kaart speelt, wordt er omfloerst gesproken over christelijke slachtoffers. En daarmee speel je ISIS toch ook weer in de kaart.

Ombudsman

Trouw, 5 september 2015

De Ombudsman heeft zware kritiek op staatssecretaris Van Rijn. Die heeft het nieuwe PGB systeem helemaal fout ingevoerd. Hoe kan dat een volgende keer beter? Wel, zegt de Ombudsman, door  'een goede samenwerking, adequate informatieverstrekking, een adequate respons en oplossing van individuele problemen.'

Het zijn prachtige, Haagse feel good aanbevelingen. Ze voelen goed. Niemand kan er tegen zijn. En je kunt ze voor ieder probleem gebruiken. Hoe gaan we in Europa om met de vele vluchtelingen? Hoe gaan we de radicalisering van jongeren tegen? Hoe voorkom je een echtscheiding? 'Een goede samenwerking, adequate informatieverstrekking, een adequate respons en oplossing van individuele problemen.'

Feel good aanbevelingen zijn ook veilig. Niemand kan er tegen zijn. Dus kan de Ombudsman later nooit het verwijt krijgen dat hij iets fouts heeft gezegd. En kan de staatssecretaris ze zonder risico overnemen. Enige probleem: je hebt er niet zo veel aan. Het gaat natuurlijk om de vraag hoe je dat alles doet. En daarover zwijgt de Ombudsman. En dan blijft toch een beetje het beeld hangen dat hij heel goed weet hoe het niet moet. Maar niet weet hoe het wel moet.

Belofte

Trouw, 29 augustus 2015

Mark Rutte heeft een belofte gebroken – hij geeft de Grieken toch weer geld. Dat ‘belofte breken’ roept een emotie op, mensen vóelen wat. Beloftes breek je niet. Dat ben je onbetrouwbaar. Zeker als je, in ruil voor die belofte, onze stem hebt gekregen. Hoe verdedigt Rutte zich?

Een. Politici, zo zegt hij, moeten hun ‘verantwoordelijk nemen’. Dat voelt slecht. ‘Verantwoordelijkheid nemen’ klinkt formeel, ambtelijk, stoffig. Het is versleten taalgebruik. Wanneer begint een politicus over ‘verantwoordelijkheid nemen’? Meestal als die zich in de nesten heeft gewerkt – een rookgordijn nodig heeft.

Twee. Inderdaad, zegt Rutte, ik had een belofte gedaan. Maar helaas, die bleek ‘niet houdbaar’, het is me ‘niet gelukt’. Die taal voelt beter, roept een ander beeld op. Rutte heeft in Europa z’n uiterste best gedaan. Stond in de onderhandelingen bekend als de hard-liner, zij aan zij met de Duitsers. Heeft de Grieken keiharde voorwaarden opgelegd. Dat is logisch, als je tegen geld voor de Grieken bent. Rutte is er vol voor gegaan, maar het is helaas ‘niet gelukt’.

Maar als je dat hele gevecht samenvat in ‘verantwoordelijkheid nemen’ – dan blijft toch vooral die gebroken belofte hangen.

Papa Biden

Trouw, 6 juni 2015

De Amerikaanse vicepresident Joe Biden verloor afgelopen week zijn 46-jarige zoon Beau aan kanker. Het moet diep tragisch voor hem zijn – eerder overleden zijn dochter en zijn eerste vrouw, de moeder van zijn zoon.

Op website van het Witte Huis staan verklaringen van Joe Biden en Barack Obama.

Eerst vertelt Biden met ‘een gebroken hart’ wie zijn zoon was. Hij eindigt met de zin ‘Beau belichaamde iets van wat mijn vader altijd zei: het mooiste wat je als ouder kunt meemaken, is dat je kind een beter mens is dan jij’.

Daarna volgt Obama. ‘Beau’, zegt hij, ‘was net als zijn vader Joe’.  Hij wijdde zijn leven aan de publieke zaak – ‘net als zijn vader’. Hij had een groot hart – ‘net als zijn vader’. Zijn liefde voor zijn familie was voor hem het belangrijkste in het leven. ‘Net als voor zijn vader’.

Het is een mooi tweeluik. Biden treurt om zijn zoon en vindt er troost in dat hij een goed mens was, beter dan zijn vader. Beau was inderdaad een goed mens, zegt Obama. Net als zijn vader. Biden verheft de zoon, Obama de vader.

Vrijemarktpragmaticus

Trouw, 30 mei 2015

VVD premier Mark Rutte en de Conservatieve premier David Cameron worden wel 'vrijemarktpragmaticus' genoemd. Het is een mooi frame.

Van alle kanten is er tegenwoordig kritiek op de neoliberale ideologie van Thatcher en Reagan. Een ideologie die overal de markt wil introduceren - in het ziekenhuis, het onderwijs, de thuiszorg. De neoliberale ideologie zit dus in de verdomhoek - en die foute neoliberalen vinden we vooral bij de VVD en de Conservatieven, denken we. Welnee, zegt dit frame - geen zorgen: Rutte en Cameron zijn geen ideologen. Ze zijn pragmatisch.

Dan die vrije markt. Heel veel mensen zijn voor de vrije markt. Dan kunt je dus goed bij een vrijemarktpragmaticus terecht. Ben je juist kritisch op de vrije markt? Moet die toch echt gereguleerd worden? Prima: Rutte en Cameron zijn voor de vrije markt, maar op een pragmatische manier - als er gereguleerd moet worden, doet een pragmaticus dat.

En tenslotte, als jij pragmaticus bent, dan is je tegenstander blijkbaar ideologisch. Ideologische scherpslijpers denken niet na. Dus die moeten zich maar niet met de vrije markt bemoeien.

Adviseur

Trouw, 23 mei 2015

Jesse Klaver is de nieuwe leider van GroenLinks en houdt zijn eerste persconferentie. Hij gebruikt een slim frame: hij zegt iets 'dat zijn adviseurs hem hebben afgeraden'. Het is een ‘haakje’: je aandacht blijft haken bij zo’n zinnetje.

Wat is de kracht ervan? Klaver zet zichzelf neer als iemand die niet wordt ingesnoerd door zijn adviseurs. Die zijn eigen lijn kiest. Dat vinden we mooi – dat hoort bij een leider. En: je leest toch even terug wat hij van zijn adviseurs niet mag zeggen.

Dat is dat de samenleving anders moet. Dat er meer is dan economie. 'Ik heb goed nieuws. De samenleving hebben we zelf opgebouwd en we kunnen hem dus zelf ook weer veranderen. En dat geeft hoop.'

Wat?, denk je. Dit zijn toch de kernwaarden van GroenLinks? Dat  zijn toch mensen die enorm gedreven zijn om de samenleving te veranderen? Vanuit een diepe overtuiging dat die beter, eerlijker en groener kan? Bij GroenLinks lopen dus adviseurs rond die Klaver aanraden om de kernwaarden van de partij níet uit te dragen. Wat is daar aan de hand? En zo werkt het haakje ook een beetje averechts.

Spindoctor

Trouw, 16 mei 2015

David Cameron heeft de Britse verkiezingen gewonnen. Hij verraste iedereen, dus begint het grote framen van Camerons overwinning. Een frame dat het goed doet, is dat de overwinning te danken aan is aan Camerons spindoctor, Lynton Crosby. Crosby is ‘de echte winnaar’ van de verkiezingen, kopt een krant. Voerde een ‘briljante campagne’, is een ‘tovenaar’, heeft Cameron ‘de overwinning bezorgd’.

Drie weken geleden lag Crosby zwaar onder vuur van de analisten. Camerons campagne liep helemaal niet. Nu is dit volgens de analisten opeens de ‘slimste truc’ van Crosby – suggereren dat de campagne niet liep.

Niet Cameron, maar Crosby heeft gewonnen – waarom doet dit frame het zo goed?

Camerons  Conservatieven houden hun mond. Als ze in dit frame stappen, ontstaat er een discussie over de rol van Crosby en over spindoctors – dat willen ze natuurlijk niet. Crosby zelf vindt deze beeldvorming waarschijnlijk wel mooi. En voor verliezers is dit een heel comfortabel frame. Je kunt je verlies toeschrijven aan die sluwe, rottige spindoctor van je tegenstander. En je hoeft niet toe te geven aan een akelige gedachte: de kiezers vonden de Conservatieve ideeën gewoon beter dan de jouwe.

Gesloten

Trouw, 9 mei 2015

'Een Vandaag' onthult dat het ministerie van defensie een zwarte lijst van journalisten heeft. Dat kan natuurlijk niet. Wat zegt die lijst over het ministerie? Die zegt iets over 'de cultuur' van het ministerie, beweert een journalist - over de 'gesloten cultuur'.

Dat is een diepzinnig antwoord. Hier speelt niet zomaar wat, de hele cultuur is fout. Maar zo'n verwijzing naar de cultuur is ook altijd een beetje makkelijk. Als je een lastige vraag over misstanden krijgt, kun je altijd zeggen dat het aan 'de cultuur' ligt. Waarom heeft VVD opeens zo veel frauderende bestuurders? Dat ligt aan 'de cultuur' onder VVD-bestuurders. Waarom heeft de PvdA-top telkens herrie met de achterban? Dat ligt aan 'de gesloten cultuur' van de PvdA-top. Niemand weet precies wat 'de cultuur' is, dus zit je altijd goed.

Op de website van 'Een Vandaag' staat het bestaan van de lijst als een feit gemeld. Terwijl niet zeker is of deze bestaat. Is dat misschien slordige journalistiek? En als dat zo is, hoe kan dat gebeuren, bij de publieke omroep nota bene?

Als je het allemaal niet weet, begin gewoon over 'de gesloten cultuur' bij de publieke omroep.

Zwerven

Trouw, 25 april 2015

Er is gedoe in het kabinet over de bed, bad en broodregeling voor uitgeprocedeerde asielzoekers. De VVD is tegen - zo'n regeling trekt alleen maar meer asielzoekers. De PvdA is er voor: zo'n regeling is gewoon humaan.

Maar wat valt op? Locale VVD'ers en PvdA'ers zijn het vaak roerend eens. Met precies hetzelfde argument: de regeling voorkomt dat mensen over straat gaan 'zwerven'. Wat is de kracht van dat woord 'zwerven'? Het past prima bij links: wie mensen over straat laat zwerven, is inhumaan bezig. Maar 'zwerven' past ook prima bij rechts. Rechtse mensen zijn immers van law and order - die willen niet dat er voortdurend mensen door hun buurt zwerven. Met dat 'zwerven' appelleer je dus aan linkse en aan rechtse waarden. Dus als je bestuurders over 'zwerven' hoort, moet je goed luisteren om uit te vinden of ze links of rechts zijn. "Wij willen niet allerlei zwervende types hebben” zegt een burgemeester. 'Types'? Dat klinkt als law and order, niet als een pleidooi voor humaniteit. Dat moet een VVD'er zijn. Maar dat zwerven een probleem is, dat zijn we met die VVD'er eens.

Spelletje

Trouw, 18 april 2015

'Er wordt hier een politiek spelletje gespeeld' - die uitdrukking kennen we allemaal. Maar wat zeggen we als we klagen over 'politieke spelletjes'? Op het eerste gezicht is dat duidelijk. Hier is niet eerlijk gehandeld. Hier is geen recht gedaan aan de feiten. Hier is een ordinair machtsspel gaande.

Maar is dat altijd zo? Stel, je wilt heel graag een promotie maken op het werk. Je bent ervan overtuigd dat je geschikt bent voor die nieuwe baan. Je hebt dat op feesten en partijen aan je vrienden ook al omstandig uitgelegd. Maar dan word je door een selectiecommissie afgewezen - je bent totaal ongeschikt. De commissie is unaniem daarover.

Wat vertel je aan je vrienden op het volgende feest? Dat je totaal ongeschikt bleek te zijn? Vaak zeg je dat niet. Het is veel comfortabeler om te zeggen dat er 'een politiek spelletje' is gespeeld.'

Let maar eens op, als er geklaagd wordt over politieke spelletjes, bedoelen we heel vaak dat iets is besloten wat ons niet bevalt. Of dat we niet begrijpen. Of dat de feiten ons even niet zo goed uitkomen.

Havik

Trouw, 11 april 2015

In de jaren zestig ging het plotseling heel snel met de maatschappelijke veranderingen – voor veel behoudende mensen veel te snel. In die progressieve jaren was de conservatieve Piet de Jong premier van Nederland. Een mooie paradox: een behoudende premier loodst een land door tijden van grote verandering. In de Nederlandse politiek kennen we nog zo’n paradox. Socialisten zijn niet Oranjegezind. Toch werd het Koningshuis steeds weer gered door socialistische premiers – rond Greet Hofmans, rond Lockheed, rond vader Zorreguita. Wat verklaart die paradox? Wel, wie conservatief is, zal veranderingen waarschijnlijk eerder accepteren als een conservatieve premier die steunt. Wie kritisch is op de Oranjes, zal besluiten over Hofmans en Lockheed en Zorreguita waarschijnlijk eerder accepteren als ze van socialistische premiers komen.

In de internationale politiek komen we er nog een tegen. De vrede wordt niet door de duif gesloten, maar door de havik, is het bekende frame. De havik Reagan sloot de grote vredesakkoorden met de Russen. De verklaring? Wie rechts is en de Russen wantrouwt, wantrouwt ieder vredesakkoord. Behalve natuurlijk als dat door een echte havik wordt gesloten. Dan moet het wel goed zijn.

Duurzaam

Trouw, 4 april 2015

Amerikaanse economen hebben zware kritiek op het Europese economische beleid. Europa is gefixeerd op bezuinigen en het reduceren van overheidstekorten. Dat draait economische groei de nek om. Amerika doet dat anders: je zorgt voor een tekort en zo jaag je economische groei aan.

Typisch Amerikaans, denk je: Amerika is altijd weer kampioen economische groei. Ook nu groeit Amerika als een tierelier.

Jeroen Dijsselbloem krijgt de vraag wat hij van die kritiek vindt. Het is een vraag die de minister in de verdediging dringt. Hij is voor de Europese lijn. Dus moet hij die onpopulaire bezuinigingen verdedigen én zich verweren tegen het idee dat hij zo economische groei afremt.

Wat zegt de minister? Hij is inderdaad voor economische groei. Maar hij wil vooral 'duurzame groei'. Hij wil niet opnieuw een zeepbel in de economie creëren. Daarom moeten die tekorten weg.

Wat is de kracht van dat antwoord? Dijsselbloem stapt niet in het frame van 'bezuinigen' versus 'groei' - hij stijgt erbovenuit, het gaat om 'duurzame groei'.

En, denken we, die zeepbellen zijn ook typisch Amerikaans. Die hebben al genoeg ellende gebracht.

Beter

Trouw, 28 maart 2015

Het gaat weer beter met Nederland. Hoe profiteer je daarvan als regeringspartij? Ronald Reagan wist dat wel. Hij maakte na vier jaar presidentschap het filmpje 'It's Morning Again in America'. Daarin zie je dat er weer werd gebouwd en gewerkt in Amerika, het optimisme was teruggekeerd in de jaren onder Reagan. Veel mensen werden er vrolijk en warm van.

Er wordt weer gebouwd en gewerkt in Nederland, zegt de PvdA. Het optimisme is terug. Maar ze heeft een waarschuwing: 'Zet het herstel niet op het spel'.

Is dat verstandig? Het komt een beetje als bangmakerij over  - en daar houden veel kiezers niet van. Als intimidatie - als je geen PvdA stemt, geen verder herstel. Je weet bovendien dat de PvdA in de penarie zit, dus zo'n dreigement komt toch ook als paniekvoetbal over, als een zwaktebod. En zo verdwijnt de optimistische flow uit de PvdA boodschap - wordt je er niet warm van. Tip voor de volgende keer: zeg dat het veel beter gaat, benadruk een paar typische PvdA punten waarvoor je hebt gevochten en die je hebt gerealiseerd. Hou hou het daarbij - laat de kiezer zelf de consequentie trekken.

Kernwaarde

Trouw, 21 maart 2015

Premier Rutte klaagt over het CDA. Die partij doet maar niet mee met het kabinet, wil geen afspraken maken. Andere partijen doen dat wel, in het belang van het land. Waar is toch de bestuurderspartij gebleven? vraagt Rutte zich af.

Het is best wel pijnlijke kritiek. Veel CDA'ers zijn gematigde mensen, hebben een hekel aan politieke en ideologische scherpslijperij. Je moet je verantwoordelijkheid nemen, het land moet bestuurd worden – en dat doe je samen. ‘Samen’ – het is een kernwaarde van het CDA.

Zo zit Rutte met z'n frame aan de kernwaarden van het CDA. Hoe reageert CDA-leider Buma? ‘Het is nu eenmaal de democratische taak van een oppositiepartij om kritisch te beoordelen of de regering zijn werk goed doet’ zegt hij. Analyse 1: Buma reframet Ruttes kritiek op een slimme manier. Rutte klaagt over de oppositie van het CDA? Hij kan er blijkbaar niet tegen dat hij kritiek krijgt. Dat is niet best, want een kritische oppositie is een kernwaarde in een democratie. Analyse 2: Buma gaat met zijn reframe helemaal niet in op Ruttes kritiek. En dan blijft toch het beeld hangen dat Rutte een punt heeft.

Wapens

Trouw, 14 maart 2015

Na iedere schietpartij in de VS zijn wij opnieuw verbijsterd dat Amerikanen thuis wapens mogen hebben. Hoe framen voorstanders van wapenbezit hun standpunt? De feiten zijn toch dat je daardoor die schietpartijen uitlokt?

Het eerste frame: 'je hebt het recht op zelfverdediging'. Die is sterk. Een recht ontkennen is altijd lastig. En een echte Amerikaan komt voor zichzelf op, is onafhankelijk. Dat is voor velen een diepe emotie.

En de feiten dan? Het tweede frame: 'wapens doden niet, mensen doden'. Gekken bemachtigen altijd wel een wapen, ook als wapenbezit verboden is. Het derde frame: was er bij zo'n schietpartij maar iemand geweest met een wapen. 'De beste manier om een bad guy met een geweer te stoppen, is een good guy met een geweer'.

Pas doodde een gek een collega met een mes. Hij stortte zich op de volgende collega. Gelukkig, haar leven werd gered - door een omstander met een wapen. Het vierde frame: ‘als er doden vallen, heb je media-aandacht, maar als je doden voorkomt, heb je geen media-aandacht’.

Wie een emotie bij een onderwerp voelt, weet er altijd feiten bij te construeren.

Analyticus

Trouw, 13 februari 2015

IS vermoordt een Jordaanse piloot en iedereen is woedend. De dag erna houdt Obama een toespraak, waarin hij de relatie tussen religie en geweld analyseert. De barbaren van IS zijn moslims, zegt hij. Maar, voegt hij er aan toe, laten we niet hoogmoedig zijn. Ook het christendom heeft verschrikkelijk geweld voortgebracht - denk aan de kruistochten en de slavernij.

Obama's verhaal is het betoog van een analyticus. Een analyserende politicus probeert een verschijnsel te duiden en te begrijpen. Maar als we woedend zijn, is dat risicovol. Want hoe framen Obama's tegenstanders deze analyse? Obama relativeert IS-geweld door te benadrukken dat christenen ook het nodige op hun kerfstok hebben, zeggen ze. Hoogmoedig? Wat is er hoogmoedig aan als je barbaars, islamitisch geweld veroordeelt? Je hebt de morele plicht om dat te doen.

Wie woedend is, heeft even geen behoefte aan vergelijkingen met kruistochten of slavernij. Wil dat de barbarij op geen enkele manier wordt gerelativeerd. Er geen greintje begrip voor wordt getoond. Ziehier het risico van de politicus-als-analist. Die wil iets alleen maar kunnen begrijpen, maar tegenstanders framen dat 'begrijpen' zomaar als 'begrip tonen'.

Zelf-kritiek

Trouw, 7 februari 2015

De bekende Amerikaanse prediker Ali Khan houdt een toespraak over terrorisme en islam. Wij moslims, zegt hij, moeten leren in de spiegel te kijken. Er is iets misgegaan met onze traditie. Wil je corrupte overheden zien? Dan moet je door de islamitische wereld reizen. Hoe komen moslims in het nieuws? Als ze iets hebben opgeblazen. En dichtbij, veel Amerikaanse moslim-ondernemers hebben een lage morele standaard. Ze beduvelen de belasting omdat de overheid ongelovig is. Maar ondertussen verdienen ze wel aan de verkoop van alcohol. We zijn onze waardigheid kwijt, concludeert hij.

Zo kijkt hij kritisch naar zijn traditie. Het effect? Je ontspant als je naar hem luistert. Hij bouwt vertrouwen bij je op voor de rest van zijn verhaal.

De islam is geen religie van het zwaard en geweld, vervolgt hij. Maar van mooie gedachten. Van grote ideeën. De islam zocht altijd weer de relatie met de wereld op. Is open minded. Is uit op dialoog met anderen. Hij heeft allerlei historische voorbeelden van de bijdrage van de islam aan cultuur en wetenschap. Je luistert er welwillend naar. Waarom? Omdat het in het frame van zelfkritiek staat.

Dynamisch

Trouw, 31 januari 2015

Het Amerikaanse Congres kent een bureau dat effecten van belastingmaatregelen doorrekent. De Republikeinen hebben zware kritiek op de rekenmethode van dat bureau. Die is ‘statisch’, zeggen ze. Er moet een ‘dynamische’ rekenmethode komen.

De dynamische methode is onbetrouwbaar, betoogt een geïrriteerde expert, die een hele rij argumenten heeft. Als onderdeel van zijn argumentatie geeft hij toe dat de statische methode tekortkomingen kent. Legt hij uit dat de perfecte rekenmethode niet bestaat. Dat er veel onzekerheden zijn. Dat economen het onderling oneens zijn.

Het is een schoolvoorbeeld van het spel van framing. Eerst: het eenvoudige frame. Statisch versus dynamisch? We kiezen als toehoorders natuurlijk voor dynamisch, dat voelt beter. Dan: eenvoudige frames lokken een rij aan tegenargumenten uit. Het risico: hoe meer tegenargumenten, hoe meer kansen je de Republikeinen biedt om je onderuit te halen. De expert geeft de tekortkomingen van de statische methode toe, kunnen ze zeggen. Economen zijn het oneens, dus is het standpunt van deze expert ook aanvechtbaar.

Een rij aan argumenten als reactie op een eenvoudig frame: het wordt een hordeloop-redenering genoemd. Valt één horde om, dan is de hele redenering verloren.

Moslim

Trouw, 17 januari 2015

Na de aanslagen in Frankrijk gaat het weer over de vraag hoe moslims zich verhouden tot terroristen, die zich beroepen op de islam. Welk frame, welke taal gebruik je om die vraag te verwoorden? Het is niet onbelangrijk: taal roept altijd associaties op, een bepaalde sfeer.
De framing is vaak dat moslims 'afstand moeten nemen van terroristen', 'publiekelijk afstand moeten nemen', 'terroristen moet veroordelen'. Het is wij versus zij-taal. De sfeer? Eigenlijk zeg je dat je moslims verdacht zijn, tenzij ze afstand nemen. Dat zij, de bad guys, verantwoording moeten afleggen aan ons, de good guys - die slachtoffer zijn van terrorisme.

Een imam in het Franse Drancy zegt het anders.
Zwijg niet langer, zegt hij. Praat erover. Uit je mening. Vertel je buren, collega's, vrienden dat je je niet met deze mensen identificeert. Kom allemaal bij elkaar - burgers, vreemdelingen, moslims, niet-moslims.

Het is een heel andere sfeer. Praten, vertellen, bijeenkomen, allemaal, vrienden, buren - het is wij-taal. En, zegt hij, dat móet je doen. ‘Het gaat over jouw religie, ze hebben jouw religie gegijzeld’. Dat is ook al wij-taal - iedereen is slachtoffer van terrorisme.

Filosofen

Trouw, 10 januari 2015

De Erasmus Universiteit heft misschien de faculteit Filosofie op. Veel filosofiestudenten zijn daar tegen, maar ze framen erg beroerd. Hun eerste frame: filosofie moeten blijven bestaan, opdat studenten kritisch worden opgeleid. Het is nogal zelfgenoegzaam. Filosofiestudenten worden kritisch opgeleid, al hun mede-studenten blijkbaar niet. Filosofiestudenten denken groot, andere studenten – sociologen, econometristen, historici – denken klein. Hun tweede frame: bestuurders denken alleen aan de centen, zien de universiteit als een BV. Het is toch een wat gemakzuchtig en plat frame. Je zet bestuurders als enorme dommeriken neer – dan hoef je je verder niet te verdiepen in hun argumenten. En dat voor een kritisch filosoof, denk je onwillekeurig.

Overigens verdwijnt de studie filosofie niet.  Filosofie is alleen niet langer een apart organisatiedeel. Waarom is dat eigenlijk erg? Wat maakt de manier van organiseren nu helemaal uit? Het derde frame: als filosofen geen eigen organisatie meer hebben, gaat de kwaliteit van de filosofie achteruit. Hoe kan dat nu?, denk je. Dat grote denkers zo afhankelijk zijn van de manier van organiseren? En zo wordt het allemaal een beetje klein – juist doordat de filosofiestudenten zichzelf zo groot maken.

Filosofen

Trouw, 10 januari 2015

De Erasmus Universiteit heft misschien de faculteit Filosofie op. Veel filosofiestudenten zijn daar tegen, maar ze framen erg beroerd. Hun eerste frame: filosofie moeten blijven bestaan, opdat studenten kritisch worden opgeleid. Het is nogal zelfgenoegzaam. Filosofiestudenten worden kritisch opgeleid, al hun mede-studenten blijkbaar niet. Filosofiestudenten denken groot, andere studenten – sociologen, econometristen, historici – denken klein. Hun tweede frame: bestuurders denken alleen aan de centen, zien de universiteit als een BV. Het is toch een wat gemakzuchtig en plat frame. Je zet bestuurders als enorme dommeriken neer – dan hoef je je verder niet te verdiepen in hun argumenten. En dat voor een kritisch filosoof, denk je onwillekeurig.

Overigens verdwijnt de studie filosofie niet.  Filosofie is alleen niet langer een apart organisatiedeel. Waarom is dat eigenlijk erg? Wat maakt de manier van organiseren nu helemaal uit? Het derde frame: als filosofen geen eigen organisatie meer hebben, gaat de kwaliteit van de filosofie achteruit. Hoe kan dat nu?, denk je. Dat grote denkers zo afhankelijk zijn van de manier van organiseren? En zo wordt het allemaal een beetje klein – juist doordat de filosofiestudenten zichzelf zo groot maken.

Systeem

Trouw, 3 januari 2015

Stel, er gaat iets mis met een regeling in de sociale zekerheid. Die leidt tot te veel bureaucratie. Daar kun je pragmatisch op reageren. Zoiets gebeurt nu eenmaal. Daar zal een aantal oorzaken voor zijn. Die spoor je op. En je bedenkt iets slims, dat tot minder bureaucratie leidt.

Nee, zegt een docent in de online cursus ‘Waar is de overheid van?’, er is veel meer aan de hand. Het hele systeem van de verzorgingsstaat loopt vast. ‘Het systeem leidt tot bureaucratie, het systeem leidt tot consumentistisch gedrag van de burger’.

Wat is de kracht van deze framing? Het klinkt heel fundamenteel. Dat voelt prettig. Er zijn heel veel problemen en die hebben één oorzaak: het systeem. In die pragmatische reactie heb je één probleem, met heel veel oorzaken. Dat voelt niet prettig.

Het klinkt geleerd, die fundamentele oorzaak. Maar het is ook gemakzuchtig. Als je iets te veel borrels hebt ingenomen en een gesprek over politiek niet meer kunt volgen, wat doe je dan? Zeg gewoon dat 'het fundamentele probleem is dat het systeem niet meer werkt'. Dat is altijd goed. Je wordt weer helemaal serieus genomen.

Zorg

Trouw, 27 december 2014

Woorden roepen associaties op, een gevoel. Een arts levert prutswerk. Een tuchtcollege nagelt hem aan de schandpaal: zijn prutswerk wordt gepubliceerd, met naam en toenaam. Dat is nogal wat. Maar hoe wordt het genoemd? Een ‘berisping’. Dat klinkt als een standje. Dat stelt niks voor, denk je.

Zorgverzekeraars noemen zichzelf ‘zorginkopers’. Inkopers? Dat associëren we met foute meneren, die niets met de inhoud hebben, alleen maar kunnen pingelen. Inderdaad, denken we, het gaat verzekeraars alleen om de centen. De staatssecretaris heeft het over ziekenhuizen en noemt ze ‘zorgaanbieders’. Zorgaanbieders? Dat klinkt koud, doet aan de markt, aan marktwerking denken. Dat voelt niet goed. Weer zo’n marktdenker.

‘De zorg moet efficiënter’ zegt iemand. Efficiënter? Het gaat om kwaliteit, om mensen, denken we meteen. Niet om dat stomme managementdenken, waarin alles efficiënter moet, het wassen van een bejaarde zeven minuten mag duren. Er wordt geld verspild in de zorg, zegt iemand. ‘Geldverspilling’? Dat klinkt slecht. Dat mag niet, denken we. Als je geld verspilt, kun je minder en minder goede zorg bieden. Gebruik dus dat woord 'geldverspilling'. En dan niet verklappen dat ‘minder geldverspilling’ hetzelfde is als ‘efficiënter’.

Papieren

Trouw, 13 december 2014
 
Amerika kent veel illegale immigranten. Het verhaal over die immigranten kunnen je in twee verschillende frames zetten.
Het eerste frame: ze zijn hardwerkend en loyaal, versterken de economie, doen het zware werk, hun kinderen zijn in Amerika opgegroeid. Ze willen een toekomst voor hun kinderen – zoals iedereen dat wil.

Het tweede frame: ze zijn illegaal Amerika binnen gekomen, hebben de wet overtreden. Je moet je aan de wet houden, dus moeten ze het land verlaten.

De aanhangers van het eerste frame, spreken niet over ‘illegalen’, maar over ‘immigranten zonder papieren’.  Proef het verschil. Noem je deze mensen illegalen, dan zit je in het tweede frame. Ben je er voor dat deze mensen mogen blijven, dat zit je alleen door dat woord ‘illegaal’ al in de verdediging. Heb je het over hardwerkende, loyale immigranten zonder papieren – dan roept dat een heel ander beeld op. Het zijn mensen die helemaal meedoen in Amerika, ze hebben alleen geen papieren. En hoe sympathieker ze voor ons worden, hoe meer die ‘papieren’ iets formeels worden. Een bureaucratisch papiertje – het is toch bijna ondenkbaar dat je dat niet even regelt voor hen.

Rook

Trouw, 6 december 2014

Het is een basisregel van framing: door een beeld te ontkennen, roep je het juist op. Stel, je hebt een conflict met je gemeente en gaat vol vertrouwen naar een rechtszitting bij de Raad van State. Je loopt op de website even door de rubriek ‘Veelgestelde vragen’. Na een vraag over parkeren, volgt de vraag ‘Klopt het dat de Raad vaak overheden de hand boven het hoofd houdt?’ Hé, denk je, daar is wat aan de hand. Waar rook is, is vuur. Dat wordt opletten tijdens de zitting.

Na een uiterst formeel antwoord, volgt de vraag: ‘Klopt het dat staatsraden allemaal oud-politici zijn?’ Je schrikt. Behoren die rechters tot de politiek-bestuurlijke elite? Dat mag niet. Opeens begrijp je dat 'overheden de hand boven het hoofd houden'.

Maar de website meldt trots dat dat beeld niet klopt. Ja, de Raad kent oud-politici, maar ook voormalige bestuurders en top-ambtenaren. Dat is dus de politiek-bestuurlijke elite, denk je. Voor wie daaraan nog twijfelt, is er een laatste vraag: ‘Organiseert de Raad lunchpauzeconcerten in de Grote Zaal?’ Lunchpauzeconcerten? Bestaat zoiets nog? Dat moet inderdaad de elite zijn.

Files

Trouw, 29 november 2014

De vervoersbranche maakt zich grote zorgen over files. Hoe zet je die weer op de politieke agenda? Door een onderzoek te laten verrichten naar de schade van die files. Dat is altijd een aantrekkelijke manier van framing. Het hele probleem wordt in één bedrag samengevat, waarmee je vervolgens politici alarmeert.

TNO doet het onderzoek en de uitkomst is dat de maatschappelijke schade van files 797 miljoen euro is. 797 miljoen? Dat is een schijntje. De computerproblemen van Nederlandse werknemers kosten jaarlijks 19 miljard. Verkeersongevallen kosten 12,5 miljard. Stikstof kost 12,6 miljard. Dat zijn pas bedragen. Overmatig drankgebruik? 2,5 miljard. Een paar dagen vuurwerk per jaar? Een groter probleem dan die files: 1 miljard schade.

Daar sta je met je 797 miljoen. Dat bedrag van TNO is zo bescheiden, dat neem je niet serieus, dat alarmeert niemand. Als je met schadebedragen framet, doe het dan goed. Of ligt het anders? Al die miljardenbedragen zijn natuurlijk opgeklopt – als je al dat soort onderzoeken optelt, is de totale schade waarschijnlijk groter dan onze hele economie. Dat bedrag van TNO is zo bescheiden, dat je het juist wel serieus neemt.

Jaloers

Trouw, 22 november 2014

Doe je een voorstel tot belastingverhoging? Dan wordt er altijd stevig geframed.

De VVD framet zo'n voorstel graag als 'jaloeziebelasting' - wie de rijken wil belasten, is gewoon jaloers op hun rijkdom. Het is een frame dat als een boemerang op je terug kan slaan. Wie verdenkt Emiel Roemer, die pleit voor belastingverhoging, van jaloezie? Niemand, toch. Die is echt begaan met het lot van gewone mensen. Jaloeziebelasting bevestig zo het beeld van VVD'ers die zijn losgezongen van het echte leven. Die onverschillig zijn over het lot van gewone mensen. Alleen maar jaloezie zien.

De FNV wil een hogere belasting over vermogens boven de vijf ton - en framet dat als de 'Dagobert Duck belasting'. Het is ook zo'n frame dat een boemerang-effect kan hebben. Iemand die vijf ton heeft, is een Dagobert Duck? De gierigaard, die letterlijk in zijn geld zwemt? Dat is echt niet zo. Dat kunnen ook ondernemers zijn - die hun vermogen willen investeren, banen willen maken. Belangrijker, Dagobert Ducks bestaan alleen in de fantasie van kinderen. En blijkbaar in de fantasiewereld van de FNV. Die is dus ook al losgezongen van de werkelijkheid.

Bronnen

Trouw, 15 november 2014

Een Trouw-journalist heeft gerommeld met brongebruik. Je bent verbijsterd. Het gaat in tegen de kernwaarden van de journalistiek.

Oud-hoofdredacteur Jan Greven heeft de verklaring. Het ging hier om iemand met een sterstatus, hoog in de pikorde. Zo’n iemand wordt onaantastbaar.  Bovendien, de druk om iets bijzonders te publiceren is erg hoog. En de journalist werkte alleen, kreeg daardoor geen tegenspraak van collega’s.

Wat valt op? Het zijn precies dezelfde verklaringen als die voor de fraude van wetenschapper Diederik Stapel, die zijn onderzoeken bij elkaar fantaseerde. Die link wordt dan ook al snel gelegd.

Wat is de kracht van deze framing? Je bent als lezer verbijsterd. Maar plots blijkt dat dit gedrag vaker voorkomt. Dat er blijkbaar sprake is van een patroon. Door de link naar Stapel wordt het gedrag van de journalist bijna gewoon – en daarmee minder verbijsterend. Greven legt het op rustige toon uit en opeens begrijpen we het hele verhaal.

Wat is het nadeel van deze framing? We kennen de feiten niet. Het onderzoek daarnaar  moet nog beginnen. Eerst de feiten, dan de verklaringen – het is een journalistieke kernwaarde.

Excuses

Trouw, 8 november 2014

Excuses maken is ook een vak. Pieter Broertjes, de burgemeester van Hilversum, zegt na de MH17-ramp dat Putins dochter - die in Nederland woont - moet worden uitgezet. Dan vergelijkt hij jihadisten met joden die na de oorlog in Israël gingen vechten. Twee keer moet hij excuses aanbieden. Hoe doet hij dat? Die opmerking over Putins dochter was niet verstandig, maar 'die kwam voort uit een vorm van onmacht die velen zullen herkennen'. Die opmerking over jihadisten was 'ongelukkig'. Maar het is toch wel erg jammer dat alle aandacht daar naar uitgaat, voegt Broertjes er snel aan toe - het punt waar het hem om ging krijgt daardoor geen aandacht.

Het is twee keer een excuus met een 'maar'. Je kunt ook zeggen dat die opmerking over Putins dochter stom was en dat je excuses aanbiedt. Punt. Dat de vergelijking van jihadisten en joden stom was en dat je excuses aanbiedt. Punt. Excuses-punt zijn excuses. Excuses-maar veel minder. Het risico: door een 'maar' roep je het beeld op dat je verongelijkt bent. Dat excuses een noodzakelijke formaliteit zijn - maar dat je excuses eigenlijk.

XTC

Trouw, 1 november 2014

XTC-gebruik neemt sterk toe en kan tot doden leiden. Dat komt niet omdat XTC-pillen steeds sterker worden. Nee, je kunt aan iedere pil overlijden, zeggen experts. Als je minder weerstand hebt, kan het al mis gaan.

Moeten er dus testen voor XTC-pillen komen? Nee, zegt rechts. Testen dragen bij aan ‘normalisering’ van drugsgebruik. Wie pillen test, vindt gebruik blijkbaar normaal. 'Normalisering' is fout.

Er is iets mis met dat woord 'normalisering' - althans vanuit rechts perspectief. Je soest er bij weg, het alarmeert niet.
‘Normalisering’ klinkt namelijk positief – we zeggen bijvoorbeeld dat de relatie tussen twee landen is ‘genormaliseerd’. Voorstanders van testen nemen het woord dan ook gretig over. Meer XTC-gebruik? Inderdaad, er is een ‘proces van normalisering’ gaande, zegt een expert. Ach, steeds meer mensen slikken wel eens een pilletje.

XTC-gebruik in Nederland is ‘een epidemie’, zegt een andere expert. Je kunt aan iedere pil overlijden, dus wie XTC slikt, speelt ‘Russische roulette’. Dat alarmeert wel, doet aan ebola denken. Epidemieën moeten onmiddellijk ingedamd. Steeds meer mensen spelen Russische roulette? Daar soes je niet bij weg. Daar moet onmiddellijk worden ingegrepen.

ICT

Trouw, 25 oktober 2014

VVD'er Ton Elias heeft ICT projecten bij de overheid onderzocht. Dat is een grote ellende. Dat kan beter.
Hoe? Er moet in Den Haag een bureau komen, vindt zijn commissie. Dat bureau gaat alle ICT projecten bij de overheid, van boven de vijf miljoen, toetsen. Zonder goedkeuring van dat bureau mag een project niet starten.
Dat wordt toch één groot bureaucratisch circus? vermoed je. Elias legt zijn idee uit.

'Een bureau', zegt Elias, 'is het verkeerde woord.' Het wekt de indruk dat dit 'weer een nieuwe ambtelijke bureaucratische organisatie is'. Wat is het effect van zo'n antwoord? Het bevestigt je vermoeden dat dit een bureaucratisch circus wordt. Blijkbaar is Elias er zelf ook bang voor. Het moet echt een 'klein, wendbaar en flexibel orgaan' worden, benadrukt Elias. Hij ziet dus een risico, vermoed je. Dat dit een groot, log en inflexibel orgaan wordt. ICT-projecten, zegt hij even later, moeten door de 'sluis van dit ICT bureau'. Een sluis? Dat klinkt niet wendbaar en flexibel. Een bureau? Dat woord was fout, te bureaucratisch. Toch gebruikt Elias het. Het wordt dus gewoon een bureaucratisch bureau.

Snoeien

Trouw, 18 oktober 2014

Het Nederlandse belastingstelsel kent een groot aantal aftrekposten. Achter elk van die aftrekposten gaat een doel schuil, dat iedereen goed vindt: een schoner milieu, bevordering van ondernemerschap, compensatie voor hoge ziektekosten. Maar door al die aftrekposten is het belastingstelsel een veel te ingewikkeld oerwoud geworden.

Staatssecretaris Eric Wiebes wil een eenvoudiger belastingstelsel met veel minder aftrekposten. Dat kun je op twee manieren uitleggen. Je kunt zeggen dat je gaat 'snijden' in het bestaande stelsel. Maar snijden roept al snel de foute associaties op. Snijden is pijnlijk. Snijden is hardvochtig. Snijden is dom. Je snijdt niet in wat je goed vindt.

Daarom heeft Wiebes het over 'snoeien'. Snoeien roept de goede associaties op. Wanneer snoei je? Als sprake is van wildgroei - de wildgroei aan aftrekposten. En iedereen is natuurlijk tegen wildgroei. Door snoeien wordt iets beter: snoeien-nu leidt tot groei-straks. Snoeien is ook een natuurlijke noodzaak - het is ondenkbaar dat je niet zou snoeien.
Moet je als bewindspersoon iets afschaffen dat iedereen slecht vindt? Frame je ingreep als snijden. Moet je iets afschaffen dat iedereen goed vindt? Frame je ingreep als snoeien.

ICT

Trouw, 11 oktober 2014

Waarom mislukken ICT projecten zo vaak? Bijvoorbeeld bij de politie? Die dus onder vuur ligt? Daar zijn allerlei verklaringen voor. Maar het mooiste frame is toch dit: 'ICT projecten mislukken omdat het ICT projecten zijn'. Wat is de kracht van dit frame?

Een: het is heel makkelijk te onthouden, zelfs een beetje grappig. En dus is de kans groot dat anderen het frame over nemen.
Twee: het is heel eenvoudig, maar tegelijk is het niet plat. Je moet er zelfs even over nadenken.

Want wat wordt bedoeld? ICT projecten bij de politie mislukken omdat al die ICT'ers verstand hebben van ICT, maar geen idee hebben wat de dagelijkse praktijk van de politie inhoudt. Ze ontwerpen IT-systemen die helemaal zijn losgezongen van de werkelijkheid van de politieagent op straat. En dan het derde punt. Een ICT project bij de politie is mislukt? Onze eerste reactie is dat de politie daar schuldig aan is. Dat er bij de politie sukkels hebben zitten slapen. Maar in dit frame zijn de ICT'ers de sukkels. Want die hebben toch werkelijk he-le-maal niets begrepen van het echte leven.

Belasting

Trouw, 4 oktober 2014

Staatssecretaris Eric Wiebes schrijft een glasheldere brief aan de Kamer. Hij wil het belastingstelsel vereenvoudigen en veranderen - werken moet minder worden belast. Veel meer mensen willen en kunnen werken.

Het is een brief met, natuurlijk, veel beleidstaal. Maar Wiebes vertelt ook waarom hij de verandering wil. Hierom bijvoorbeeld: waar meer mensen werken 'komen meer mensen elkaar vaker tegen. De werkvloer kweekt meer sociale samenhang dan de straat. Een tweedeling gedijt niet op het werk.'

De brief heeft meer van zulke passages. Het is duidelijk waar Wiebes voor gaat: waar meer mensen werken, heb je een betere samenleving.

Wat is het effect, als je je onderliggende waarden laat zien? Er spreekt een persoonlijke drive uit de brief. Dit is niet de zoveelste financiële technocraat, dit is iemand die iets heeft met maatschappelijke vragen. Als je je waarden laat zien, werkt dat ook vaak verbindend. Je kunt het met Wiebes en zijn passie om meer werk te maken, niet oneens zijn. En waarden maken beleid warm. Wiebes' beleid gaat opeens voor je leven. Belastingherziening gaat niet meer over dorre cijfers, maar gaat over het echte leven.

Afstand

Trouw, 27 september 2014

Soms gaat achter een enkel zinnetje een heel frame schuil. Neem dit zinnetje: “Nederlandse moslims nemen steeds meer afstand van IS”.
 
In Oeganda is terreurorganisatie ‘Verzetsleger van de Heer’ actief. De jacht op de leider Joseph Kony kreeg wereldwijd aandacht door een YouTube-video. Het beroept zich op de Tien Geboden uit de Bijbel. In naam van dat geloof verricht het onvoorstelbare gruweldaden. Meisjes werken als seksslavin, kinderen worden verminkt. Stel dat een presentator bij de publieke omroep zou zeggen: “Nederlandse protestanten nemen steeds meer afstand van het Verzetsleger van de Heer.” Als alledaagse protestant wordt je dan toch nijdig. Hij suggereert namelijk dat je ooit sympathie hebt getoond voor deze barbaren. En natuurlijk: een presentator zal dat ook nooit zeggen.

In Irak is de terreurorganisatie IS actief. Die beroept zich op de Koran. In naam van dat geloof verricht het onvoorstelbare gruweldaden. Meisjes werken als seksslavin, kinderen worden verminkt. “Nederlandse moslims nemen steeds meer afstand van IS”, zegt een presentator van de publieke omroep. Als alledaagse moslim wordt je dan toch nijdig. Hij suggereert namelijk dat je ooit sympathie hebt getoond voor deze barbaren.

Italië

Trouw, 20 september 2014

Hoofofficier van Justitie Bart Nieuwenhuizen waarschuwt voor de zware criminaliteit in Brabant. Er dreigen Italiaanse toestanden. De onderwereld verovert zich een plaats in de bovenwereld. Het is echt heel erg in Brabant.

Bij criminaliteit is de framing meestal overzichtelijk. Er is een Slachtoffer, dat schade oploopt  – iemand die klappen krijgt, bijvoorbeeld. Er is een Schurk, die de klappen uitdeelt en ons angst inboezemt. En als het goed is, is Justitie de Held, die achter de schurk aangaat.

De hoofdofficier gebruikt hele zware woorden, wil achter de boeven aan. Hij heeft de rol van de Held. Maar verder we weten eigenlijk nauwelijks waar hij het over heeft. In zijn verhaal ontbreken de Schurken en Slachtoffers. Wie zijn die onderwereldfiguren eigenlijk? Welke schade brengen ze ons toe? Waarom moeten we er bang voor zijn? Het is allemaal niet zichtbaar. We kunnen ons er weinig bij voorstellen. Als er al Schurken zijn, zijn dat blijkbaar ‘de Brabanders’. En dus laten de reacties zich raden: de ene na de andere Brabander die wordt geïnterviewd, verklaart dat ‘het allemaal wel meevalt’.

En zo wordt het toch een beetje: Held zoekt Schurk en Slachtoffer.

JV Team

Trouw, 13 september 2014

Bij een nieuw en onbekend gevaar is het altijd de vraag hoe je dat framet. Je kunt het klein maken: het valt allemaal wel mee. Je kunt het groot maken: het gevaar kan in een totale ramp ontaarden.

Neem IS. Rick Perry, de gouverneur van Texas, maakt het gevaar groot. IS werkt samen met levensgevaarlijke Mexicaanse drugsbendes en wil met die bendes de Amerikaanse grens over. Barack Obama maakte IS in januari nog heel klein: een ‘Junior Varsity Team’, vrij vertaald: een club van lokale amateurs.

Stel dat er straks inderdaad aanslagen komen op Amerikaanse bodem. Dan heeft Perry gelijk – hij heeft gewaarschuwd voor IS. Obama heeft ongelijk – die ‘JV team’ opmerking wordt hem nu al nagedragen, maar dan helemaal.

Stel dat straks blijkt IS helemaal niet in staat is tot aanslagen op Amerikaanse bodem. Dan heeft Obama gelijk. Maar Perry kan ook zeggen dat hij gelijk heeft. Dankzij zijn waarschuwingen zijn de Amerikanen alerter geworden, hebben ze de aanslagen voorkomen. Of die aanslagen kunnen nog altijd komen. Wie een onbekend gevaar onderschat, loopt een politiek risico. Wie het overschat, heeft altijd gelijk.

Geweldsorgie

Trouw, 6 september 2014

Wie de beelden van de verschrikkelijke geweldsorgie van IS ziet, voelt een diepe walging en woede in zich opkomen. En wil dat daar een einde aan komt. Nu.
 
De Amerikaanse rechtse politicus John McCain weet wat er moet gebeuren. IS-terroristen moet je 'platbombarderen', 'aan flarden schieten', 'rechtstreeks de hel in, waar ze thuishoren'. Wat je er ook van vindt, je voelt zijn woede. En hij verwoordt zo onze woede. Bovendien, hij wil actie. Nu.
 
Daartegenover staan de enerzijds-anderzijds politici, waaronder Obama. Enerzijds, het geweld moet stoppen. Anderzijds, we moeten geen nieuw Vietnam creëren. Anderzijds, we moeten voorkomen dat IS dit kan framen als een strijd tussen het Westen en de islam. Anderzijds, we moeten de foute Assad niet in de kaart spelen.
 
Allemaal verstandig, maar het grote risico: er klinkt geen woede in door. Geen actie, in het hier en nu. Zolang gematigde politici hun woede niet laten blijken en niet laten zien wat ze nú gaan doen, maken ze het de haviken veel te makkelijk. 'Je moet ze afmaken' zegt een Amerikaanse havik, 'en ze blijven afmaken, tot je de laatste hebt afgemaakt. En dan moet je z'n geit afmaken'.

Slaapzak

Trouw, 30 augustus 2014

Bij framing geldt een belangrijke regel: het gaat niet om wat een politicus zegt, het gaat om wat wij horen.

ISIS verkracht, executeert, kruisigt en onthoofdt. Sommige dorpen worden acuut bedreigd door ISIS. De mensen ‘smeken om hulp’ weet SP-Kamerlid Sadet Karabulut. Ze wil humanitaire hulp. Mag militaire hulp ook? vraagt een journalist.

‘De mensen zitten niet op meer geweld te wachten’ weet Karabulut zeker. ISIS versla je toch niet met ledlampen en slaapzakken? is de vraag. ‘Maar wel door de mensen goed op te vangen’ antwoordt ze. Dan is het kwaad al geschied, denken we.

Wapens sturen? De Koerden mogen ‘materieel krijgen’ waarmee ze zich kunnen verdedigen ‘ter ondersteuning van humanitaire hulp’. Dus niet om ISIS weg te blazen, horen we. De SP is ‘niet per definitie’ tegen het sturen van wapens, vervolgt ze. Wat horen wij? Je bent voor of tegen militaire steun. Als je ‘niet per definitie’ tegen bent, ben je dus in principe tegen. Het is nogal vaag voor die altijd duidelijke SP. En zo blijft het beeld hangen: van de SP moet je ISIS maar met ledlampen en slaapzakken verjagen.

Plezier

Trouw, 28 juni 2014

Pretpark Walibi bij Dronten trekt jaarlijks een miljoen bezoekers. De lokale PvdA wil de toegangskaartjes een klein beetje duurder maken. Daarmee spaart de gemeente geld om de infrastructuur te verbeteren. Dat is best redelijk, andere gemeenten doen dat ook.

Maar hoe framet de PvdA dit voorstel? Als een ‘vermakelijkheidsbelasting’ of een ‘plezierbelasting’ – en daarmee haalt Dronten meteen de landelijke pers. Het beeld: je wilt een leuk dagje uit, de PvdA staat meteen klaar om dat pleziertje te bederven. En zo worden al die flauwe vooroordelen tegen de PvdA weer bevestigd. De regel is toch zo simpel. Wil jij iets belasten en dat goed framen? Dan zet je voor het woord ‘belasting’ of ‘taks’ altijd een woord dat negatief is: vettaks, slurptaks, graaitaks, obesitaks. Iedereen is tegen graaien en slurpen. En dus vinden we zo’n taks prima. Wil je tegenstander iets belasten en wil jij dat niet? Dan gebruik je een positief woord. Je tegenstander wil het financieel onmogelijk maken dat studenten twee studies doen? Noem het een ‘ambitietaks’. Idioot toch, denken we – een taks voor ambitieuze studenten. Net zo idioot als een taks op vermakelijkheid.

Veilig

Trouw, 21 juni 2014

De batterijen van de Boeing Dreamliner kunnen ontploffen. Het toestel is niet veilig genoeg, zegt de Amerikaanse onderzoeksraad. 

Steven Verhagen is voorzitter van de verkeersvliegers. Hij doet een poging ons gerust te stellen. Boeing heeft voorlopige maatregelen genomen. Een ontploffing gebeurt hierdoor op een ‘gecontroleerde manier’. Een gecontroleerde ontploffing? Tijdens de vlucht? Dat zal best meestal goed gaan, denken we. Maar dat gaat natuurlijk ook een keer net-niet-goed. Je krijgt het wat benauwd.

Maar Verhagen stelt ons verder gerust. Als de problemen zich voordoen, is het vliegtuig ‘niet metéén’ onbestuurbaar. De problemen worden ‘over het algemeen’ door de piloot opgelost. Er is geen reden voor paniek. Hoewel, waarom zoekt Boeing dan ‘koortsachtig’ een definitieve oplossing? Het kan overigens ‘een structuurfout’ zijn, vervolgt Verhagen en die los je niet makkelijk op. Een gecontroleerde ontploffing? Daarmee is het probleem ‘nu enigszins verholpen’. Dus niet helemaal, horen we. Of helemaal niet.

Door zijn relativerende taalgebruik wil Verhagen ons gerust stellen. Maar hij roept precies het tegenovergestelde op. Je hebt het inmiddels Spaans benauwd. Voortdurend bevestigt hij het ‘het-gaat-net-niet-goed’-frame. Dus gaat het een keer goed fout, denken we.

Emotie

Trouw, 14 juni 2014

'Met alle respect' is meestal de inleiding tot een opmerking waaruit juist geen enkel respect blijkt. 'Met alle respect, maar het lijkt of minister Opstelten een plaat voor zijn kop heeft' zegt een politieman. Die heeft echt geen respect voor de minister. Veel politici gebruiken een soortgelijk zinnetje: 'ik begrijp de emotie' - dat steevast wordt gevolgd door een 'maar'. Een rechter laat een boef lopen en mensen zijn nijdig. 'Ik begrijp de emotie' zegt een politicus, 'maar rechterlijke uitspraken moet je respecteren'. 'Ik begrijp de emotie' is meestal fout. Een emotie begrijp je niet, een emotie voel je. Dus volgt er geen 'maar'. Nee, je voelt de emotie ook, vindt die uitspraak ook vreselijk. 'Ik begrijp de emotie' is arrogant. De ander blijft hangen in zijn woede, jij stijgt daar bovenuit. Jij begrijpt het, de ander niet. ‘Ik begrijp de emotie’ is olie op het vuur. Zeg het maar eens midden in een ruzie thuis, als de ander witheet is, 'ik begrijp de emotie, maar ...'. Goede kans dat de ander vervolgens ontploft. Wie 'ik begrijp de emotie' zegt, roept het beeld op dat hij juist niets van emoties heeft begrepen.

Leenstelsel

Trouw, 7 juni 2014

De studiebeurs verdwijnt, studenten gaan geld lenen. De minister noemt het een ‘leenstelsel’. Welnee, zegt de SP, het is een ‘schuldstelsel’. Je bouwt tienduizenden euro’s schuld op. Dat zal jonge mensen uit lage inkomensgroepen afschrikken. Het is een mooi frame. Het spreekt ons rechtvaardigheidsgevoel aan. Een schuld van 35.000 euro kan inderdaad jonge, getalenteerde mensen afschrikken. Bovendien, het frame raakt een onderstroom in de samenleving. We vinden sinds de bankencrisis dat we af moeten van onze schulden. Ont-schulden is de nieuwe moraal. De overheid stimuleert ouders hun hypotheekschuld af te bouwen. Maar hun kinderen moeten zich in de schulden steken. Dat klopt niet. GroenLinks is voor het leenstelsel en heeft ook een mooi frame. ‘Waarom moet de bakker betalen voor de studie van de advocaat?’, is de vraag. De advocaat die straks een prachtig inkomen krijgt, dankzij zijn studie. Het spreekt ons rechtvaardigheidsgevoel ook aan. Bovendien, de SP is de partij voor de lage inkomens? Welnee, de SP neemt blijkbaar dure advocaten in bescherming. En het kan nog onrechtvaardiger. ‘Waarom moet de bakkersknécht betalen voor de studie van het zóóntje van de advocaat?’

Alarm

Trouw, 31 mei 2014

‘Fred Teeven slaat alarm over asielzoekers’ luiden de krantenkoppen. Er zijn ‘alarmerende cijfers’: per week komen duizend asielzoekers naar Nederland. Een politicus die alarm slaat, zegt dat er een gigantisch probleem is. Dat is risicovol. Kan een boemerangeffect hebben: het beeld ontstaat dat je niet in control bent. Daarom is er een eenvoudige regel: wie een groot probleem agendeert, moet er onmiddellijk de oorzaak en oplossing bijleveren.
De oorzaak? Die weet Teeven: mensenhandelaren. De oplossing? Die heeft Teeven: hij zet honderd extra mobiele grenspatrouilles in, gaat valse vluchtverhalen ontmaskeren, kent de trucs van mensenhandelaren, heeft zijn organisaties opgeschaald, roept burgers op uit te kijken. Het beeld: Teeven heeft de boel onder controle. Beperk je verhaal tot een probleem, een oorzaak en een oplossing. Verder geen franje – en je hebt een waterdicht frame. De journalist die Teeven interviewt, kan er geen speld tussen krijgen en begint dus maar te overdrijven. ‘U kondigt een soort algehele mobilisatie af?’, vraagt hij. Het is een comfortabele vraag voor Teeven. De vraag bevestigt het beeld dat hij in control is. En hij kan minzaam glimlachend zeggen dat 'een mobilisatie' overdreven is.

Jean-Luc

Trouw, 24 mei 2014

Als politici over ‘de kiezer’ praten, wordt het vaak heel voorspelbaar. ‘De kiezer heeft altijd gelijk’, zegt de verliezer op een verkiezingsavond. ‘De kloof tussen politiek en kiezer is te groot’, behoor je als politicus te zeggen. ‘En dat ligt aan ons’, voeg je er aan toe.

Jean-Luc Dehaene, ooit premier van België, werd gisteren begraven. Hij dacht heel anders over de kiezer. ‘Ik heb een hekel aan verkiezingstijd’ zei hij gerust. De verkiezingstijd was verworden tot ‘een vorm van prostitutie’. Hij wilde tijdens campagnes geen barbecues aflopen – in prachtig Vlaams: ‘pensenkermissen afdweilen’. De kiezer? ‘Die wisselt van partij als van ondergoed’. Die heeft ‘over alles meteen zijn zeg’ in deze tijd van ‘steekvlamjournalistiek’. Een politicus moet met zijn beleid niet te snel gaan. Maar wel ‘sneller dan de burger spontaan wil’.

Het is een dwars frame: de kloof tussen politiek en kiezer is eerder te klein dan te groot. Van een dwarse, volkse man. Dol op bier en frieten. Steenkolen Engels, maar toch een hele grote mond in het buitenland. Een loodgieter in de politiek. Een dwars frame – hij werd er onder kiezers razend populair mee.

Dood paard

Trouw, 10 mei 2014

Op internet circuleert een powerpoint presentatie over het ‘management van dode paarden’. Als een paard dood is, hebben Dakota-indianen een eenvoudig advies: je moet afstijgen. Maar bestuurders, zo wordt gezegd, komen met heel andere adviezen. Je moet de ruiter verwisselen. Een betere zweep aanschaffen. Andere landen bezoeken en leren hoe ze daar dode paarden berijden. Een task force oprichten om het dode paard te reanimeren.

Minister Plasterk wil dat provincies fuseren. De provincies willen dat niet. Het journalistieke frame: die fusie, dat is inmiddels toch trekken aan een dood paard?

De minister heeft krachtige argumenten om niet af te stijgen. Er ligt namelijk een uitgebreide nota over het dode paard. Bovendien, niet alleen de minister, het kabinet als geheel is bezig met het dode paard. Het dode paard is immers onderdeel van het regeerakkoord – de handtekeningen van VVD en PvdA staan onder het dode paard. Het dode paard is ook goed voor het midden-bestuur in Nederland. Hij ligt trouwens helemaal op schema met het dode paard. Het komt dus echt wel goed met het dode paard. ‘Er moet alleen nog een aantal randvoorwaarden worden vervuld’.

Blij

Trouw, 3 mei 2014

Voor rechts Nederland is de SP de partij van de nee-zeggers. De partij die altijd tegen is. Voor de SP is het nooit goed.

In het Zorgakkoord wordt 360 miljoen minder bezuinigd op langdurige zorg. Emile Roemer geeft commentaar. Het zal wel weer niet goed genoeg zijn, denk je, met je rechtse DNA. Daar komt weer zo’n zuur verhaal. Maar Roemer begint anders. Hij is ‘natuurlijk blij’ met iedere euro extra die naar de zorg gaat. Verder is het overigens wel ‘kaalslag’. In 2013 ziet het Begrotingsakkoord het licht. Roemer is ‘oprecht blij’ met het terugdraaien van bezuinigingen – maar verder is het allemaal ‘verschraling’. In 2012 wordt het Kunduz-akkoord gesloten. Roemer is alweer ‘blij’ met het ‘goede nieuws’ dat er bezuinigingen worden teruggedraaid. Maar de ‘sloop’ van de economie gaat gewoon door.

Ben je rechts, dan is dit slimme framing: zeg eerst dat je blij bent met bepaalde maatregelen, dan demonteer je het verwijt dat je een zure nee-zegger bent. En kun je daarna over kaalslag, verschraling en sloop beginnen. Voor SP’ers is dit natuurlijk helemaal geen framing. Die zijn oprecht ‘oprecht blij’ als bezuinigingen niet doorgaan.

Werk

Trouw, 26 april 2014

Hoe breng je je politieke boodschap over? We kennen het 3P-model.  Leg je beleid uit (policy). Laat passie voor je waarden zien (principles). Of maak je persoonlijk commitment duidelijk (personality). Zorg altijd dat je een verhaal over elk van die P’s hebt.

PvdA’er Agnes Jongerius wil een nieuwe Europese norm: een maximale werkloosheid van 5%. Werkloosheid is immers hét probleem in Europa. Ze spreekt vol passie over haar waarden – een echt PvdA-verhaal: werk is waardigheid, bestaanszekerheid. Ze is echt persoonlijk gecommitteerd: ze gaat ‘vanaf dag één knokken’ voor meer werk. Met twee van die P’s zit het dus wel goed. Maar wat is het spel? Je bevraagt een politicus niet op de P’s waarmee het goed zit, maar op die andere P. Wat wordt het beleid? Hoe halen we die norm? Wel, zegt Jongerius, banenplannen en structurele hervormingen. Banenplannen? Dat riekt naar papier. Naar ouderwets plansocialisme. Dat heeft nog nooit gewerkt. Structurele hervormingen? Niets nieuws. Daar heeft rechts het ook over. Dat betekent minder sociale voorzieningen. De P van ‘policy’ lijkt nog niet op orde. Het risico: die passie en dat commitment, ze worden opeens een beetje naïef.

Cultuur

Trouw, 19 april 2014

Cultuur wordt steeds minder belangrijk gevonden. Dat is ernstig en wordt besproken op een congres in Amsterdam. Een van de sprekers legt uit. Het belang van cultuur ‘wordt niet meer gezien’. Dat komt door de ‘regerende klasse’ – de politiek, de media, het onderwijs. Die hebben ons ‘belazerd’, op een ‘afschuwelijke manier in de steek gelaten’. Die hebben mensen ‘afgeleerd om na te denken’. We zijn verworden tot ‘morele zombies’. Techniek en economie winnen het van cultuur. De ‘ziel verdwijnt’ uit de samenleving. Het Rijksmuseum trekt veel bezoekers? Musea ‘zijn er niet om veel bezoekers te trekken’. Obama in het Rijksmuseum? Helemaal fout. ‘Het’ heeft allemaal ‘geen kwaliteit’ meer.

‘Het gaat niet om wat je zegt. Het gaat om wat mensen horen’ zei een Amerikaanse campagnestrateeg ooit. En wat horen we hier? Een zuur verhaal over Obama. Een elitair verhaal over het belang van bezoekers. Een belegen marxistisch verhaal over de regerende klasse. Een simplistisch verhaal waarin cultuur tegenover techniek en economie staat. Zulke frames helpen natuurlijk niet om cultuur belangrijker te maken. En wat we dan ook nog horen is dat het congres wordt gesubsidieerd. Door de regerende klasse.

Verontwaardiging

Trouw, 12 april 2014

In 2011 maakte Wilders PvdA-leider Job Cohen uit voor een 'bedrijfspoedel'. Er was verontwaardiging alom. Dit kon echt niet. Een paar dagen later herinnerde Wilders er aan dat Wim Kok ooit Jan-Peter Balkenende een 'schoothondje' noemde. Toen was niemand verontwaardigd. Het frame: Wilders mag blijkbaar niet zeggen, wat anderen wel mogen zeggen. De politieke elite is selectief verontwaardigd.

In 2012 stelde Wilders een meldpunt Overlast Midden- en Oost-Europeanen in. Verontwaardiging alom. Dit kon echt niet.  Een paar dagen later herinnerde Wilders er aan dat ook de SP ooit zo'n meldpunt instelde. Toen was niemand verontwaardigd. Het frame: Wilders mag blijkbaar niet zeggen, wat anderen wel mogen zeggen. De politieke elite is selectief verontwaardigd.

Een paar weken geleden riep Wilders 'minder Marokkanen'. Verontwaardiging alom. Het duurde even, maar toen herinnerde Wilders aan PvdA'ers die het hadden over een 'etnisch monopolie op overlast', over de noodzaak Marokkanen 'te vernederen'. Het spelpatroon is duidelijk. Wilders roept wat, wordt door iedereen voor schurk uitgemaakt. Dan komt hij met een vergelijkbare uitspraak van anderen. En probeert hij zich in de rol van slachtoffer van de politieke elite te manoeuvreren.

Minder

Trouw, 29 maart 2014

Wat was lang het succes van Geert Wilders’ framing? Marokkaanse jongeren misdroegen zich – lachten een rouwstoet uit en staken hun middelvinger op. Vervolgens ging Wilders vol op het orgel over het ‘Marokkaanse straattuig’. Daar zat woede en emotie in. Hoe reageerden zijn tegenstanders? Met dorre zinnen als ‘u zet een hele groep in een keer weg’. Daar zit geen woede en emotie in. Welk beeld ontstond? Wilders is boos, zijn tegenstanders komen met kille, D66-achtige argumentaties. Wilders is concreet, zijn tegenstanders abstract. Wilders heeft vechtlust, zijn tegenstanders niet. Zo kreeg Wilders het monopolie op de emotie. En wie het monopolie op emoties heeft, zit vaak heel comfortabel. Het lijkt alsof jij de ellende benoemt en anderen die ontkennen.

En toen liet Wilders een zaal ‘minder Marokkanen’ scanderen – en Wilders ging dat regelen. En opeens was de reactie van zijn tegenstanders ongemeend fel. Het ging over walging. Over koude rillingen over je rug. Over onthutst zijn. Afschuwelijk. Vreselijk. Over de samenleving die wordt vergiftigd. Over niet langer je mond kunnen houden. Daar zit emotie in, passie, vechtlust. En zo verloor Wilders het monopolie op de emotie.

Bang

Trouw, 22 maart 2014

‘Bangmakerij’ – het is een mooi frame om de kritiek van je tegenstander af te serveren.  De PVV wil Europa uit. Mark Rutte waarschuwt dat zo’n stap honderdduizenden banen kan kosten. ‘Bangmakerij’ reageert Geert Wilders. Het is een frame dat allerlei associaties oproept. Rutte heeft blijkbaar geen argumenten meer, moet het hebben van onzinnige angstscenario’s. Rutte intimideert de kiezer. Is misschien zelf wel een angsthaas, die Europa niet uit durft. En als Rutte de bangerd is, dan is Wilders natuurlijk de dappere held.

Hoe reframe je het verwijt van ‘bangmakerij’? Er is een bekende strategie in het spel van framing en reframing, die we de aikido-strategie noemen. Ga niet in tegen het frame van je tegenstander, maar pak het over – in twee stappen. Inderdaad, kun je zeggen, het is een bangmakend scenario dat Nederland de EU uitstapt. En als je nu echt een held bent, ga je ideeën dan maar eens uitleggen aan vrachtwagenchauffeurs, die op het buitenland rijden. Aan mensen die werken bij bedrijven, die naar Europa exporteren. Die lopen een groot risico, je speelt met hun banen en inderdaad, die hebben alle reden om bang te zijn.

Arena

Trouw, 15 maart 2014

Steeds weer zijn er gewone burgers die bereid zijn om de politiek in te gaan. Of om te besturen. Vrijwel altijd omdat ze Nederland beter willen maken. Het is ondankbaar werk. Er staat een leger aan duiders klaar. Die vaak nog geen postzegelclub kunnen besturen. Maar dag in, dag uit vertellen wat er mis is met politici en bestuurders. In een prachtige toespraak van meer dan honderd jaar geleden, ‘De man in de arena’, gaat de Amerikaanse president Theodore Roosevelt in op duiders en politici.

“Het is niet de criticus die onze waardering verdient. Niet degene die uit kan leggen waarom de ander struikelt. Die precies weet wat iemand, die tenminste in actie komt, beter had kunnen doen. Onze waardering is voor de man die daadwerkelijk in de arena staat. Zijn gezicht ontsierd door stof, zweet en bloed. Die zich kranig weert. Die fouten maakt. Steeds weer tekortschiet. Omdat dat nu eenmaal onvermijdelijk is.

Die desondanks toch probeert iets te bereiken. Die toewijding kent. Zich geeft voor de goede zaak. Die als hij slaagt,  de overwinning proeft. En als hij faalt, tenminste grote moed heeft getoond.”

Burger

Trouw, 1 maart 2014

Er dreigt een lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen. Waarom? De commentatoren buitelen over elkaar heen om het bekende frame op te zetten: burgers herkennen zich niet in beleid, vertrouwen politici niet, voelen zich niet vertegenwoordigd, gemeenten doen maar wat, of je nu door de kat of de hond wordt gebeten, de politiek maakt beloften niet waar.

Voor politici levert het frame een duivels dilemma op. Je kunt zeggen dat je het hier niet mee eens bent. Dat burgers soms heel onredelijke wezens zijn. Maar zo’n ontkenning is voor de commentatoren natuurlijk het ultieme bewijs dat je het contact met de burger kwijt bent. Arrogant bent.

Dus kies je er maar voor om het frame te bevestigen. De Zoetermeerse politicus Jan Slagter hoort op straat dat burgers politici niet vertrouwen – ‘ik kan me dat heel goed voorstellen’ voegt hij er snel aan toe. En zo draaien we al jaren in een cirkeltje rond. Commentatoren hebben hun makkelijke frame over politici en burgers. Politici moeten zeggen dat het frame juist is. Iedereen is het eens, dus is het zo. Je zou het als burger bijna gaan geloven.

Screening

Trouw, 22 februari 2014

Heeft borstkankerscreening zin? Nee, zegt Canadees onderzoek over een periode van 25 jaar. Dat klopt, zegt arts Luc Bonneux. Sterftecijfers onder wel en niet gescreende vrouwen verschillen niet. En er zijn veel deskundigen die hun carrière danken aan screeningen. Die zullen nooit kritisch durven zijn. Het frame is duidelijk: het Canadese onderzoek bewijst dat screening niet helpt.

Professor Harry de Koning stapt in het frame. Duikt diep de inhoud in. Komt met een gedetailleerd betoog over de tekorten van het Canadese onderzoek. Het is de klassieke fout van een expert. Zijn verhaal is werkelijk on-be-grij-pe-lijk. En wat denken we onwillekeurig? Als je zo’n ingewikkelde redenering nodig hebt, dan hebben die Canadese onderzoekers waarschijnlijk een punt. Hou het als expert nou toch eenvoudig. In die 25 jaar zijn screeningen veel beter geworden. Dat begrijpen we. Stel voorop dat wie in Nederland wordt gescreend, vijftig procent minder kans op overlijden heeft. Dat begrijpen we ook. En zeg iets over Luc Bonneux – dat bijna niemand zijn standpunt deelt. Dan is het ons helemaal duidelijk. En geloven we dat gekke Canadese onderzoek wel.

Voor-ons

Trouw, 15 februari 2014

Je hebt ‘tot-ons’ politici en ‘voor-ons’ politici. ‘Tot-ons’ politici spreken ons toe, leggen hun beleid uit. Ze dragen informatie over. ‘Voor-ons’ politici zijn voortdurend voor ons in de weer. Ze willen een relatie met ons aangaan.

De Haagse CDA-wethouder Karsten Klein presenteert zich in een campagnefilmpje. Je vist er zo de vijf kenmerken van de ‘voor-ons’ politicus uit. Een. Hij gaat bij de mensen langs en luistert. Ouderen vertellen hem dat het eten beter moet. Twee. Hij gaat voor hen de strijd aan, ook als iedereen zegt dat iets onhaalbaar is. Dus is het eten nu beter. Drie. Hij maakt zijn werk persoonlijk. Mensen raken hem. Ouderen vooral, zijn oma woonde bij zijn ouders in. Vier. Hij relativeert zijn partij – partijpolitiek is voor ‘tot-ons’ politici.  Een dame in het filmpje zegt dat ze niets met het CDA heeft, maar alles met Karsten Klein. Tenslotte, het gaat om de mensen, dus relativeert de ‘voor-ons’ politicus ook zichzelf. Een Haagse vrijwilliger vertelt iets over zijn werk. ‘Nou môt ik ook nog wat over Karsten Klein zegguh’ sluit hij relativerend af. Vooruit maar, die mag blijvuh.

Polderen

Trouw, 8 februari 2014

Woorden als ‘polderen’ en ‘stroop’ behoren tot ons nationale klaagjargon. Nederlanders zijn kampioen ‘polderen’: iedereen wordt betrokken bij ieder besluit. Daadkrachtige besluitvorming is onmogelijk. Ieder besluit komt stroperig tot stand. Iedereen bemoeit zich met alles en dus heb je alleen maar grauwe compromissen.

Zo typisch Nederlands is dat niet. In ieder modern land gaat dat zo. En ieder land heeft zijn eigen klaagjargon. De Belgische politicus Guy Verhofdstadt wist het al: ‘als je in België met een raspaard de ministerraad in gaat, kom je er met een boerenknol uit’. ‘Een dromedaris is een paard dat door de ministerraad is besproken’, vult zijn collega Gaston Eyskens aan. In Duitsland is Angela Merkel kampioen ‘Weichkochen’: net zo lang praten tot je tegenstander kapot is gekookt en je een ondefinieerbaar prutje als resultaat hebt. China accepteert nog wel het centrale gezag uit Beijing? Dat valt mee. ‘De bergen zijn hoog en de keizer is ver weg’, luidt het spreekwoord. En Amerika? ‘Ik heb me soms afgevraagd’, zei Ronald Reagan, ‘wat er met de Tien Geboden zou zijn gebeurd, als Mozes ze door het Huis van Afgevaardigden had moeten loodsen.’

Uitleggen

Trouw, 1 februari 2014

Nederlanders zijn boos op Europa, blijkt uit onderzoek. Twee politici reageren.

We moeten burgers beter informeren over de voordelen van Europa, zegt Neelie Kroes. Het is het bekende we-moeten-het-beter-uitleggen-frame en dat is erg fout. Het is arrogant. Wie kritiek heeft op Europa, is blijkbaar niet goed geïnformeerd. Heeft wat extra uitleg nodig en zal daarna het licht zien. Bovendien: Kroes moet vervolgens natuurlijk de perfecte uitleg geven. Wat zegt ze? Dankzij Europa wordt bellen in het buitenland goedkoper. Goedkoper bellen? Ach, denken we, dat is een dingetje. Dat lukt met minder Europa ook wel. Als voor zo’n dingetje die hele Europese bureaucratie nodig is, wordt Europa wel erg benauwend.

Minister Jeanine Hennis reageert luchtiger. Waarom moeten we van Europa houden? vraagt ze. Je houdt toch ook niet van de Rijksoverheid? Europa is belangrijk. En dat zijn de provincie en gemeente overigens ook. Wees pragmatisch, doe je voordeel met Europa.

Hoe feller je Europa verdedigt, hoe meer weerstand je oproept. Doe een beetje ontspannen over Europa en we geloven het verder wel. Je kunt per slot van rekening wel goedkoper bellen dankzij Europa.

Tiran

Trouw, 25 januari 2014

De gouverneur van de Amerikaanse staat New Jersey, Chris Christie, ligt onder vuur. Zijn medewerkers durfden hem niet te informeren over een groot schandaal. ‘Komt dat misschien’, vraagt een journalist, ‘omdat u in uw organisatie bekend staat als een tiran?’

Wat antwoordt Christie? Een tiran? Ach, ik heb soms verhitte discussies met mijn mensen. Ik ben gepassioneerd. Ben ambitieus. Laat mijn emoties zien. Ben niet helemaal fijn gepolijst om kiezers te behagen. Sommige mensen houden van mijn stijl. Anderen niet. Of ik mijn stijl wil aanpassen, om meer kiezers te trekken? Dat doe ik niet. Ik ben wie ik ben.

Het is mooie reframing: een tiran wordt een gepassioneerd, emotievol en authentiek politicus, die weigert om met alle winden mee te waaien. En natuurlijk, zegt Christie, ik heb een valkuil – ik kan als een tiran overkomen. Daar ga ik diep over nadenken. Je krijgt sympathie voor hem.
Maar dan volgt het klassieke foutje. ‘Ik ben geen tiran’ vat hij samen. Dat zinnetje blijft hangen. Staat boven vrijwel alle artikelen over zijn verklaring. Dus associeert iedereen Christie met een tiran. En blijft weinig over van zijn mooie reframing.

Ontmoedigen

Trouw, 18 januari 2014

Veel frames bevatten een boef en een slachtoffer. Nederland ontmoedigt samenwerking met Israëlische bedrijven als samenwerking de positie van illegale Joodse nederzettingen versterkt. Dus hebben Nederlandse bedrijven een paar waterprojecten afgeblazen. In het ontmoedigingsbeleid zijn de Israëli’s de boeven en de Palestijnen het slachtoffer. Hoe demonteer je zo’n frame? Heel eenvoudig: maak boeven minder boef en slachtoffers minder slachtoffer.

Joël Voordewind van de Christenunie doet dat vakkundig. Waarom die fixatie op Israël?, vraagt hij. De Chinezen bezetten Tibet. De Turken Noord-Cyprus. Voor die landen is er toch ook geen ontmoedigingsbeleid? Daar zit wat in, denken we. Dat is niet helemaal consequent. En Palestijnen zélf willen graag dat die waterprojecten doorgaan, vervolgt hij. Die zijn dus slachtoffer – niet van Israël, maar van het ontmoedigingsbeleid van minister Timmermans. Van dat duidelijke boef – slachtoffer schema blijft zo weinig over.

Overigens, hoe verdedigt de minister zich? Het ontmoedigingsbeleid is precies hetzelfde als dat van mijn voorgangers, benadrukt hij. Het risico: we kunnen zomaar  denken dat Timmermans geen zin heeft om zijn beleid inhoudelijk te verdedigen. Niet verder komt dan een verwijzing naar zijn voorgangers. Dus heeft die Voordewind een punt, denken we.

Zelf

Trouw, 11 januari 2014

De Fortuyn-revolutie leidde tot een zware crisis binnen de PvdA. De partij bleek de band met de achterban helemaal kwijt te zijn. Hoe reageerden PvdA-kopstukken? Jarenlang was de boodschap dat ‘de PvdA weer moet gaan luisteren naar de burger’. Daar is niks mis mee. Maar het is een boodschap met een risico. Steeds als we die horen, herinneren we ons het probleem: de PvdA is de achterban kwijt. En, denken we, zolang PvdA’ers over ‘weer luisteren’ beginnen, is er blijkbaar nog steeds een probleem. Is de crisis niet over.
 
Het CDA heeft het moeilijk. Het heeft een flets profiel. Het weigert samenwerking met het kabinet. Waarom? ‘Omdat het CDA jarenlang compromissen heeft gesloten’, zegt Sybrand Buma. Het gaat om de vraag ‘wat wil het CDA zelf?’ Het is ook een boodschap met een risico. Steeds als we horen dat het gaat om wat het CDA 'zelf wil', herinneren we ons het probleem: het fletse profiel, waardoor het CDA geen compromissen aandurft. En, denken we, zolang CDA’ers over ‘wat willen we zelf’ beginnen, is er blijkbaar nog steeds een probleem. Is de partij de nederlagen niet te boven.

In de steek

Trouw, 4 januari 2014

Hoe frame je dat je wilt opkomen voor de zwakken in de samenleving? Er is het ‘rechten-frame’. Wie niet kan meekomen, heeft er recht op dat de samenleving voor hem opkomt.

Mark Rutte wordt door een buitenlandse journalist gevraagd wat Nederlanders kenmerkt. Hij noemt drie dingen. Nederlanders zijn ondernemend en trekken eropuit. Nederlanders hebben een hekel aan hiërarchie. En: Nederlanders laten je niet in de steek als je in problemen komt. Opkomen voor de zwakken staat niet in het rechten-frame, maar in het niet-in-de-steek-frame.

Wat is het verschil? Het rechten-frame gaat over de zwakte van mensen, over hun recht op solidariteit. Het niet-in-de steek-frame gaat over de kracht van mensen: je bent ondernemend, je trekt er op uit – en natuurlijk, je laat mensen niet in de steek als ze  problemen hebben. Daar gaat natuurlijk veel meer energie vanuit dan van het rechten-frame. Toegegeven, het is een typisch VVD-geluid. De VVD is er voor hardwerkend Nederland, voor wie wat van zijn leven wil maken, zegt Rutte graag. Typisch VVD. Maar bedenk, veel mensen horen graag over zichzelf dat ze hard werken en wat van het leven maken.

Europa

Trouw, 14 december 2013

Politici hebben inhoudelijke frames – verhalen over wat ze willen bereiken. En ze hebben frames over het politieke spel – verhalen over hoe ze dat willen bereiken.

Mark Rutte ligt weer eens onder vuur over de VVD-visie op Europa. Inhoudelijk, zo zeggen zijn tegenstanders, is die visie heel tweeslachtig. In Nederland is de VVD kritisch op Europa, maar in Brussel doen VVD-politici gewoon braaf mee met Europa.

Inderdaad, dat inhoudelijke frame van de VVD is niet heel duidelijk.
Hoe leg je een inhoudelijk tweeslachtig verhaal in hemelsnaam uit? Er is een bekende strategie: maak van een inhoudelijk debat, een debat over het politieke spel. Wat zegt een VVD’er? ‘Als je in Brussel altijd ja zegt, vinden ze je aardig. Als je af en toe ook nee zegt, nemen ze je serieus. Mark wordt serieus genomen in Europa.’ Dat is zo, denken we. Politici die thuis kritisch zijn over Europa, hebben natuurlijk een sterke onderhandelingspositie in Brussel. Veel sterker dan politici die thuis maar roepen dat ze zo pro-Europa zijn. Eigenlijk heel verstandig, dat tweeslachtige standpunt over Europa.

Econoom

Trouw, 7 december 2013

Altijd lastig als je als politicus moet debatteren met een expert. Met een hoogleraar economie, bijvoorbeeld. Een expert weet alles over iets. Een politicus moet iets over alles weten. Dus verlies je.

Veel hoogleraren economie hebben kritiek op de bezuinigingen. Die beschadigen de economie. Hoe reageer je als politicus? Ga niet in op de economen, maar zeg iets over de economen. Zeg dat ze het onderling ook niet eens zijn. Dat de wetenschap dus geen eenduidig antwoord heeft. Dat de ene econoom een hoger tekort wil, terwijl de andere dat niet wil. Het tekort laten oplopen? Dat is dus gokken. Gokken dat die ene econoom gelijk heeft en die andere niet. Zolang het over economen gaat, hoef je die ingewikkelde inhoud niet in.

Hoogleraar economie Sylvester Eijffinger ergert zich aan deze frames.  Vooral Mark Rutte maakt zich er schuldig aan. Economen zijn het wel eens, schrijft Eijffinger. Althans, als je geen rekening houdt met wetenschappers als financieel geografen. En geen rekening houdt met allerlei specialistische economen. De economen die dan overblijven, zijn het eens. Althans, op zo’n twintig tot dertig procent na. Mark Rutte zal het tevreden lezen.

Slim

Trouw, 30 november 2013

Staatssecretaris Dijksma wil natuurgebieden ‘slim benutten’. Dat woord ‘slim’ hoor je overal in Den Haag – ‘slim werken’, ‘slim bezuinigen’, ‘slimme sturing’. Met ‘slim’ verhef je jezelf. Wie het over ‘slim benutten’ heeft, suggereert dat anderen allerlei mogelijkheden over het hoofd hebben gezien. Noem het een Louis van Gaal-frame: ‘ben ik nou zo slim of ben jij nou zo dom?’ ‘Slim’ behoort ook tot Haags jubeljargon: niemand kan tegen ‘slim benutten’ zijn. ‘Slim’ is een woord om pijnlijke waarheden toe te dekken. Er is gewoon geen geld voor natuurbeheer. Dat is pijnlijk. Hoe maak je dat verteerbaar? Gelukkig, we kunnen de natuur ook ‘slim’ beheren. De Amerikaanse macht in de wereld kalft af. Dat is pijnlijk. Hoe maak je dat verteerbaar? Zeg dat je als Amerika voortaan investeert in ‘slimme macht’, in smart power. Je tegenstander ruikt dat natuurlijk. Niets zo leuk om te zeggen dat ‘slim’ verhullend taalgebruik is van politici die met de handen in het haar zitten. Bovendien, hoe meer het over ‘slim’ gaat, hoe hoger de verwachtingen. Goede kans dat concrete voorstellen tegenvallen. Uitkijken dus met dit Louis van Gaal-frame.

JFK

Trouw, 23 november 2013

Ich bin ein Berliner, zei John F. Kennedy, toe hij voor de Berlijnse muur stond. Wat bedoelde hij?

Kennedy gebruikte graag een frame waarin het gaat over ‘één’ en ‘allen’.  Op 11 juni 1963 spreekt hij Amerika toe over de achterstelling van zwarte Amerikanen. De aanleiding: een zwarte Amerikaan wordt de toegang geweigerd tot de universiteit van Alabama. ‘De rechten van ieder mens worden geschonden, als die van één mens worden geschonden’ is Kennedy’s boodschap. Op 26 juni 1963 spreekt hij de wereld toe bij de Berlijnse muur. Berlijn – die ene vrije stad, gevangen in het onvrije Oost-Europa. ‘Als één mens niet vrij is, is niemand vrij’, zegt Kennedy. En voor iedereen die relativerend doet over het communistische gevaar, heeft hij een boodschap: kom naar Berlijn.

Als een lijdt, lijden allen. Dus heeft iedereen de morele plicht om zich het lot van die ene aan te trekken. Alle Amerikanen moeten meewerken aan betere verhoudingen tussen blank en zwart, zegt Kennedy. En het bedreigde Berlijn? ‘Alle vrije mensen, waar ter wereld ook, zijn burgers van Berlijn’. En dus is hij er trots op Berliner te zijn.

Don’t Ask

Trouw, 16 november 2013

Komende week wordt de moord op John F. Kennedy herdacht. We kennen zijn beroemde oproep aan Amerika: ‘vraag niet wat Amerika kan doen voor jullie, maar vraag wat jullie kunnen doen voor Amerika’. Het mooie ritme luistert makkelijk: Amerika – jullie – jullie – Amerika. Er zit een verrassing in: een kleine verandering van woorden, leidt tot een radicaal andere boodschap. 

We komen dit JFK-ritme vaker tegen. Obama’s tegenstanders zijn tegen extra belasting voor miljonairs, dat kost economische groei. ‘Niet meer belasting betalen door miljonairs, maar meer miljonairs die belasting betalen’. Een milieugoeroe vindt dat het radicaal anders moet: ‘we leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk’. Amerika’s leiderschap, zegt Joe Biden, is niet alleen gebaseerd op onze ‘ideeën over onze macht, maar op de macht van onze ideeën’.

Kennedy heeft ook een oproep aan de rest van de wereld: ‘vraag je niet af wat Amerika doet voor jullie’. Je kunt natuurlijk moeilijk vervolgen met ‘vraag je af wat jullie doen voor Amerika’. Hij stijgt boven zijn eigen ritme uit: ‘vraag je af wat we samen kunnen doen voor vrijheid in deze wereld’.

Geldmuseum

Trouw, 9 november 2013

Het Geldmuseum gaat dicht. De directeur wordt geïnterviewd door een NOS-journalist. Die stelt wel heel sturende vragen. Is de sluiting ‘een gebrek aan beschaving?’ Zijn ‘de boekhouders aan de macht?’ Is de sluiting ‘pure culturele armoede?’ De overheid is toch alleen maar geld aan het rondpompen?

De journalist framet er lustig op los. Welk effect heeft dat? Het lijkt wel of hij de directeur niet serieus neemt – hij trekt de ene na de andere conclusie voor haar. Die conclusies zijn blijkbaar voorspelbaar en dus wordt het kneuterig: weer een organisatie die even mag klagen over bezuinigingen. We hebben de indruk dat we het halve verhaal krijgen voorgeschoteld – er wordt geen enkele kritische vraag gesteld. En dat bij de publieke omroep, hoe kan dat in hemelsnaam? Ach, denkt iedereen die weinig heeft met de publieke omroep, daar wordt ook bezuinigd. Dat vinden ze waarschijnlijk ook gebrek aan beschaving. En dan stoppen ze met kritische vragen over bezuinigingen. 

De directeur legt duidelijk uit wat haar bezwaren zijn. Maar door die sturende frames, haal je er uiteindelijk toch je schouders over op. Journalisten kunnen het je ook te makkelijk maken.

Sicilië

Trouw, 2 november 2013

Het is een bekend frame: in de politiek gaat het steeds minder om de inhoud, steeds meer om de persoon van de politicus. Steeds minder om het wat, steeds meer om het wie. Het is een frame waarin iets klagerigs ligt besloten.

Rosario Crocetta is de kleurrijke gouverneur van Sicilië: homo, katholiek, links en kettingroker. Hij laat sigaretten oplichten zonder dat die zijn lippen raken. En hij bevestigt dat klagerige frame helemaal. Mijn beleid is niet zo belangrijk voor Sicilië, verklaart hij. Het enkele feit dat ik er ben, doet er veel meer toe. Het klinkt arrogant en zelfvoldaan. Wie over inhoud wil praten, gruwt er van. 

Diezelfde Crocetta bestrijdt de maffia met gevaar voor eigen leven. En heeft in een keer de provincie afgeschaft. Waarom? Hij legt het woedende provinciebestuurders bulderend uit. Sicilianen worden gek van de verspilling en bureaucratie. Als je de provincie handhaaft, zullen de mensen op een dag het provinciehuis binnenstormen en jullie uit het raam gooien. En, zegt Crocetta, ik spring er persoonlijk achteraan – want ze hebben helemaal gelijk.

Dat laatste is stukken duidelijker dan een inhoudelijk verhaal over beleid.

Iedereen

Trouw, 26 oktober 2013

Veel economen hebben kritiek op het kabinetsbeleid. Het kabinet is gefixeerd op het tekort en op bezuinigingen. Dat kost economische groei en banen. De overheid moet juist investeren, het tekort mag best omhoog.

Hoe pareer je die kritiek? We komen twee frames steeds weer tegen. Het eerste is het ‘Iedereen begrijpt’-frame. ‘Iedereen begrijpt’, zegt Henk Kamp, dat je schulden niet eindeloos kunt laten oplopen. Daar voelt ‘niemand zich lekker bij’. Het is ‘volkomen logisch’ dat je daar wat aan doet. Het tweede is het ‘Doen we al’-frame. De overheid moet meer investeren? Dat doen we al, is de reactie van Halbe Zijlstra. Nederland geeft ieder jaar 20 miljard meer uit dan er binnenkomt. ‘We investeren ons met die 20 miljard per jaar een ongeluk’. ‘En het helpt niet’, voegt hij er aan toe.

Door die twee frames soezen we een beetje weg. Over iets wat ‘iedereen begrijpt’, hoeven we niet na te denken. Investeren ‘doen we al’ – dus hoeven we ons niet te verdiepen in de kritiek van die economen. Als we al doen wat ze zeggen, doet die kritiek er eigenlijk niet toe. Dat begrijpt iedereen.

Vaticaan

Trouw, 19 oktober 2013

In Amerika staat ‘Washington’ voor alles wat fout is. Voor besluiteloosheid, voor onkunde, voor bureaucratie. In Nederland klinkt ‘Den Haag’ of de ‘Haagse vierkante kilometer’ ook fout. Op die vierkante kilometer wonen politieke leiders, die niet weten wat er onder de mensen leeft. Den Haag is ‘bestuurs-centristisch’, zeggen we. De bestuurders staan er centraal, niet de mensen.

Politici die op Washington of Den Haag afgeven, doen dat natuurlijk om hun eigen positie te versterken. Om zieltjes te winnen. Stuur mij naar Washington of Den Haag, zo luidt de boodschap, en ik zorg dat het daar de goede kant op gaat.

Paus Franciscus heeft een soortgelijk frame. De medewerkers van het Vaticaan zijn 'Vaticaan-centristisch', zegt hij. De kerkleiders waren dikwijls narcisten, opgejut door de hofhouding van het Vaticaan. Die hofhouding is de ‘lepra van het pausdom’.

Hij durft. En lijkt een politicus, die zijn eigen positie versterkt. Maar nee, zieltjeswinnerij vindt hij ‘onzin’. Iedereen heeft nu eenmaal een eigen visie op het Goede. ‘We moeten ieder aanmoedigen om voort te gaan in de richting van wat hijzelf als het Goede ziet.’ En zo is hij toch geen politicus.

Afschuiven

Trouw, 12 oktober 2013

Henk Krol verlaat de Tweede Kamer. Als directeur van de Gay Krant betaalde hij geen pensioenpremies voor zijn mensen. Het levert een overzichtelijk frame op: Henk Krol is de schurk en zijn toenmalige medewerkers zijn slachtoffers.

Krol voerde strijd voor homo-rechten, legt hij uit. En zijn secretaresse moffelde de brieven over de pensioenpremies weg. Voor wie vanuit het slachtoffer-schurk frame kijkt, is het een heel foute verklaring. ‘Wegmoffelen’ suggereert kwade opzet. Krol roept het beeld op dat hij het slachtoffer is van zijn medewerkers. Als schurken opeens slachtoffers gaan spelen, dan klopt er iets niet. Dat voel je aan. Bovendien, bij iemand van Krols statuur past die slachtofferrol gewoon niet. En dan: een secretaresse. Dat je slachtoffers tot schurk maakt, is al niet fraai. Maar je pijlen richten op  de medewerkers onder aan de ladder – dat doe je niet. Iemand met ook maar een beetje statuur staat vierkant achter zijn secretaresse.

Misschien heeft Krol gelijk. Maar met zo’n verklaring krijg je geen gelijk. Hij maakt het verhaal alleen maar erger. Hij wil ‘de schuld niet afschuiven’ zegt hij regelmatig. Dat doe je dus wel, denken we.

Heilig

Trouw, 5 oktober 2013

Het kabinet heeft een sociaal akkoord gesloten over ontslagrecht en WW. VVD-minister Kamp wil dat best openbreken. Maar hoe leg je dat uit, als de inhoud van de afspraken gevoelig ligt bij de PvdA?

Het gaat om het proces, doceert Kamp. Eerst heb je een verkiezingsprogramma. Dan sluit je een regeerakkoord. Wie een verkiezingsprogramma heilig verklaart, kan geen regeerakkoord sluiten. Dan sluit je een sociaal akkoord. Wie een regeerakkoord heilig verklaart, kan geen sociaal akkoord sluiten. Dan sluit je een akkoord met de Senaat. Wie het sociaal akkoord heilig verklaart, kan geen akkoord sluiten met de Senaat.

Lastige vragen over de inhoud van ontslagrecht en WW, reframet Kamp tot vragen naar het proces. Dat is comfortabel: je hoeft niet over die gevoelige inhoud te beginnen. Kamps proces-verhaal klinkt ook heel logisch, je krijgt er geen speld tussen. En hij bruuskeert de PvdA niet, hij heeft het ‘slechts’ over het proces.

Het sociaal akkoord ‘staat als een huis’, roept de PvdA. Zo is dat, beaamt Kamp, ‘je moet er achter staan en het verdedigen’. Het klinkt mooi, maar in het proces-frame betekent dat: je moet vervolgens wat weggeven.

Hervormen

Trouw, 28 september 2013

VVD-fractievoorzitter Zijlstra debatteert over het kabinetsbeleid. Hij kent natuurlijk die lastige kritiek van D66: het kabinet hervormt niet. En hervorming is bitter noodzakelijk.

Wat zegt Zijlstra? Het kabinet is bezig Nederland ‘vergaand te hervormen’. Het ‘hervormt de arbeidsmarkt’. De economie ‘moet worden hervormd’. Er zijn ‘hervormingen op bijna alle terreinen’. Het is een eenvoudige boodschap, die hij er zonder blikken of blozen inhamert. En natuurlijk, hervormingen zijn pijnlijk, maar we moeten er doorheen. 

Het is een bekende tactiek. Hou je frame eenvoudig en blijft het herhalen. Dan wordt het verhaal van je tegenstander al snel te ingewikkeld. Pechtold vindt dat het kabinet te weinig doet. Hij begint over het woonakkoord. Het sociaal akkoord. Het regeerakkoord. Het verschil tussen het regeerakkoord en het sociaal akkoord. Over fiscale prikkels. Over hervormingen naar voren halen. Een moeilijk verhaal, we zijn de draad helemaal kwijt. En Zijlstra houdt het weer eenvoudig. ‘D66 en het kabinet zijn het eens’, zo vat hij Pechtold gewiekst samen.

Soms is het leven simpel. Zijlstra demonteert vakkundig het verwijt dat hij niet hervormt. Door het hele debat te roepen dat hij wel hervormt.

Machtfrau

Trouw, 21 september 2013

Intellectuelen hebben gemakzuchtige kritiek op politici, zegt journalist Pieter van Os. Net zo gemakzuchtig als populisten. Dus noemt hij hen ‘salon-populisten’. Het is een oxymoron: je combineert twee woorden die elkaar tegenspreken. We komen de oxymoron vaker tegen. Feministen zijn strijdbaar, gaan het gevecht aan. Maar er zijn ook ‘comfort-feministen’. Misstanden op de wallen? Je hoort ze er nooit over. Je hebt de ‘biefstuk-socialist’: links, heel goed betaald en een diepe minachting voor gehaktballen. Liberalen zijn verstandig en genuanceerd, ‘bierpomp-liberalen’ zijn dom en plat. 

De oxymoron kan ook positief zijn. Beieren? Dat is ‘Laptop und Lederhose’, zeggen de christendemocraten. Moderne technologie gaat samen met de diepgewortelde tradities van de Lederhose. Links is voor meer overheid, liberalen zijn voor minder overheid, maar je hebt ook ‘links-liberalen’. Angela Merkel wordt ‘Mutti’ genoemd, Duitslands ‘oer-moeder’ - feminiene, zachte typeringen. Maar ze is ook masculien, speelt het machtsspel. Dus maakt Duitsland er een oxymoron van: Merkel is een ‘Machtfrau'.

Overigens, waar de een de oxymoron ziet, ziet de ander die niet. Links-liberaal? Dat is geen tegenstelling, zal D66 zeggen. ‘Machtfrau’ een oxymoron? Een beetje comfort-feminist wordt daar woedend om.

Visie

Trouw, 21 september 2013   

Mark Rutte vertelt dat hij een afkeer heeft van het woord ‘visie’. Waarom? ‘Visie’ doet hem denken aan een blauwdruk. Een mal waarin de samenleving wordt geperst. Een dwingend format. Dat riekt natuurlijk naar linkse ideologie. 

Die afkeer van ‘visie’ vind je bij veel rechtse politici. De PvdA wil een kabinet met een visie. Welnee, reageert Stef Blok pesterig, een setje spread sheets is voldoende. Visie? Regeren is volgens Hans Wiegel gewoon 'op de winkel passen'. ‘Ach, dat visie-gedoe’ verzucht George H.W. Bush, als hij naar een vergadering moet om zijn visie te bepalen. Wie gelooft in de vitaliteit van de samenleving en niet gelooft in de overheid, heeft geen behoefte aan visie-gedoe.

Erg handig is het allemaal niet. De meeste Nederlanders houden het eenvoudig. Iemand met een afkeer van visie? Die moet visieloos zijn. En met een visieloze premier krijg je een stuurloos land. Door die allergie voor dat woordje ‘visie’, maak je het jezelf zo wel erg lastig. Advies aan de VVD: zet je over je afkeer van visies heen. Vertel wat je altijd al vertelt. En noem dat vanaf vandaag een visie.

Hart

Trouw, 7 september 2013    

Ooit stelde een aidspatiënt aan Bill Clinton een lastige vraag over het aidsbeleid. 'I feel your pain', reageerde Clinton met schorre stem.
Het is een klassieker: op lastige vragen over beleid reageer je met een persoonlijke emotie. Dan wordt het moeilijk je te bekritiseren. Geen journalist vraagt door.
Lilian Janse uit Vlissingen krijgt als eerste vrouwelijke SGP-lijsttrekker lastige vragen over boze partijgenoten.
Ach, de SGP waarden en normen zitten in haar hart, antwoordt ze. Politiek? Ze hóudt van politiek. Die liefde heeft ze van haar vader. Ze heeft een echte SGP-inborst. Ze is vooral erg dankbaar. Janse grossiert in de warme taal van de emotie. Het werkt: geen journalist is kritisch.
Hoe ontlopen politici lastige vragen van journalisten over beleid? Door in emotietaal te spreken. Maar het spel gaat door.
Hoe ontlopen journalisten emotietaal? Die gaan vragen naar beleid. Wat heb je aan die waarden, normen en dankbaarheid in de praktijk van beleid? Een lastige vraag. Hoewel, misschien heeft Janse geluk.
Ze heeft veel geleerd van haar vader, vertelt ze - ook dat is emotietaal. Die is apetrots. 'Journalisten?' legt hij uit, 'Die zijn te lui dat ze leven.'

Concurrrentie

Trouw, 31 augustus 2013   

Ieder tijd kent frames, die bijna onomstreden zijn. ‘Marktwerking = fout’ is zo’n frame. Marktwerking betekent concurrentie. Concurrentie heeft de thuiszorg verschraald. Het onderwijs ontzield. Een taxi-oorlog veroorzaakt.

Topeconoom Sweder van Wijnbergen en topeconoom Barbara Baarsma ruziën over een rapport van Baarsma’s onderzoeksbureau SEO. Het gaat over de Amsterdamse rondvaartsector. Een slecht rapport, zegt Van Wijnbergen. Nee, een goed rapport, zegt Baarsma. Ze hebben beiden een batterij argumenten en dus is het voor ons een onbegrijpelijke discussie. Maar Van Wijnbergen weet ook hoe je taal gebruikt.

Hij warmt je op met een serie superlatieven. Het rapport kent een ‘onbegrijpelijke tekortkoming’, verkondigt ‘natuurlijk volstrekte onzin’, toont een ‘verbijsterend onbegrip’ en doet ‘doodleuk’ bizarre aanbevelingen.

Maar er is meer. ‘Het probleem met de SEO-analyse is dat ze concurrentie tot dogma verheft’. Er dreigen taferelen als in de taxibranche. Van Wijnbergen zet het  rapport in dat onomstreden frame ‘marktwerking = fout’. Aha, denken we, SEO gelooft blijkbaar in die verwerpelijke marktwerking. Dan kunnen we stoppen met nadenken. Ploegen we ons niet meer door al die argumenten. Dan moet het onzin zijn, dat rapport. Nee, het moet 'natuurlijk volstrekte onzin' zijn.

Ongelijkheid

Trouw, 24 augustus 2013  

Je hebt idealen – en de harde werkelijkheid. Links pleit voor hogere belastingen voor de allerrijksten. Waarom? Dat is eerlijk, bevordert gelijkheid en past dus bij linkse dealen. Hoe reageert de rechtse tegenstander? Die benadrukt dat die idealen niet werken. Je hoort het rechts zeggen: belastingverhoging leidt in de praktijk tot belastingontwijking. Ontmoedigt in de praktijk ondernemerschap. Levert in de praktijk nauwelijks iets op, zoveel rijken zijn er niet.  

Er zit een bekende strategie achter: een debat over idealen reframe je tot een debat over de werkelijkheid. Dat is heel comfortabel: opeens zijn die idealen simplistisch, werken ze gewoon niet in de praktijk.

Obama wil belastingverhoging voor de allerrijksten. Hoe framet hij? De enorme ongelijkheid in Amerika betekent dat de middenklasse minder uitgeeft. Drukt de economische groei. Maakt de economie instabiel en gevoelig voor bubbels. Beperkt de economische kansen van de middenklasse. Bij Obama is ongelijkheid zo een economisch probleem. Is ze slecht voor de economie, ‘bad economics’ – economen zat die het met hem eens zijn. Daarmee ontneemt hij zijn tegenstanders dat comfortabele frame. Zíj willen de economische werkelijkheid niet onder ogen zien – en dus zijn zij simplistisch.

Oost-Duitsland

Trouw, 17 augustus 2013  

Als politicus altijd uitkijken met ontkenningen. ‘Ik ben géén schurk’ zei Richard Nixon toen hij werd beschuldigd van afluisteren. ‘Géén schurk’? Als de president ontkent dat hij een schurk is, dan is er iets aan de hand, denken we. Is hij wellicht juist wel een schurk. Wie een beeld ontkent, roept dat beeld juist op.

Angela Merkel krijgt kritiek van haar socialistische tegenstander Peer Steinbrück. Merkel heeft geen visie op Europa, zegt hij. En hij voegt er aan toe: ‘wellicht komt dat omdat ze in Oost-Duitsland is opgegroeid’. Daar moest je immers je mond houden. De verontwaardiging is groot. Hoe reageert Steinbrück?

Hij wilde de Oost-Duitsers ‘níet allemaal op een hoop gooien’. Zijn uitspraak betekent ‘níet dat Oost-Duitsers een aangeboren afstand tot Europa hebben.’ ‘Géén aangeboren afstand tot Europa’? Blijkbaar is die gedachte dus wel eens in je opgekomen, denkt heel Oost-Duitsland. Dat wij een ‘aangeboren afstand’ hebben – en dus gooi je ons wel op een hoop. Steinbrück ontkent een beeld - en roept het dus op. Erger, wat begon als kritiek op Merkel, is nu een zaak van alle Oost-Duitsers. Angela Merkel zal het tevreden aanzien.

Conservatief

Trouw, 10 augustus 2013 

De Republikeinse senator Marco Rubio is rechtser dan rechts en stemt toch voor een voorstel om elf miljoen illegalen te legaliseren. Zijn achterban zit bij de conservatieve Tea Party en is woedend. Amerika wordt al overspoeld door immigranten, die het vertrouwde Amerika veranderen. En dan dit?

In een indrukwekkende speech verdedigt Rubio, kind van immigranten, zijn stem. Natuurlijk, immigranten veranderen Amerika. Maar, belangrijker: Amerika verandert immigranten. Zijn ouders leefden in armoede op Cuba, hij leeft nu in rijkdom in Amerika. En, nog belangrijker: veel immigranten nemen de waarden van Amerika over – een kleine overheid, vrij ondernemerschap, het diepe verlangen naar vrijheid. Hoe langer zijn familie in Amerika woonde, hoe conservatiever ze werd. Amerika verandert niet alleen je banksaldo, maar ook je gevoel en je verstand.

In het frame van de Tea Partystemmen echte Amerikanen tegen de legalisering. Rubio reframet het vakkundig: wie echt vertrouwt op de kracht van Amerika, kan gerust voor stemmen. De Tea Party is pessimistisch, Rubio straalt Amerikaans optimisme uit. Marco Rubio: hij is rechts, welbespraakt en kan heel veel stemmen van immigranten ophalen. Voor sommigen is hij nu al de Republikeinse Obama.

Held?

Trouw, 3 augustus 2013

De Australische premier Kevin Rudd heeft een dramatisch besluit genomen: Australië gaat potdicht. Er komt geen vluchteling meer in. Iedere vluchteling wordt voortaan doorverwezen naar Papua Nieuw Guinea.

De verontwaardiging is groot. Hoe kun je als sociaaldemocraat wanhopige mensen weigeren? Papua Nieuw Guinea? Het is immoreel, zegt zijn tegenstander, om duizenden mensen in zo’n verarmd land te dumpen.

Het is een frame met een duidelijke rolverdeling. De vluchtelingen zijn het slachtoffer, Rudd is de schurk en zijn tegenstanders zijn de helden.

Hoe komt de schurk uit dit frame? Rudd vertelt een heel ander verhaal. De schrijnende problemen met vluchtelingen worden veroorzaakt door gewetenloze mensenhandelaren. Die mensen valse hoop geven. Ze afpersen. Op de oceaan in levensgevaar brengen. Doden op hun geweten hebben. Australië overspoelen met immigranten. Door Rudds maatregelen kan geen mensenhandelaar meer zeggen dat hij je naar Australië brengt. Ligt het verdienmodel van mensenhandelaren in gruzelementen. Zo pakt Rudd problemen bij de wortel aan, als eerste politicus ter wereld. Zijn frame levert een heel andere rolverdeling op. Natuurlijk, de vluchtelingen zijn het slachtoffer. De mensenhandelaren zijn de schurken – en  de held? Dat is Kevin Rudd.

Alledaags

Trouw, 27 juli 2013

Criminaliteit, zegt links, kent een oorzaak: armoede. Rechtsige mensen kunnen zich daaraan ergeren. Armoede verklaart criminaliteit? Dat klinkt als goedpraten. Zo vervaagt het onderscheid tussen goed en kwaad, tussen nette burgers en foute criminelen. Bovendien, wat kun je doen? Het vraagstuk van armoede los je voorlopig niet op. Daar is het te groot voor. 

Onder Afro-Amerikanen is veel criminaliteit en ja, armoede is een oorzaak, zegt Barack Obama. Maar hij vertelt meer. Iedere zwarte Amerikaan kent de ervaring dat je langs een auto loopt en dat die nette bestuurder de auto snel in het slot gooit. Dat je een lift instapt en een nette dame haar portemonnee vastklemt. Dat in een warenhuis het veiligheidspersoneel je volgt. Die negatieve ervaringen beïnvloeden je, zegt Obama.

Je herkent het, voelt je als nette burger betrapt, vindt het beschamend. Het onderscheid tussen nette burger en foute crimineel vervaagt? Sterker, je bent als nette burger onderdeel van het probleem. Maar in Obama’s verhalen kun je wel wat doen. Je hoeft geen grote vraagstukken op te lossen. Het gaat om je alledaagse gedrag – in de auto, de lift of het warenhuis.

Wolvenplan

Trouw, 20 juli 2013 

Er was dus een dode wolf.

Die is aangereden in Luttelgeest. Of in Oost-Europa en door een grapjas naar Nederland meegenomen. En er is het VVD-Kamerlid Johan Houwers, dat vindt dat je wolven moet kunnen afschieten.

Maar het mooiste zijn toch de reacties op Houwers. Wolf-minnend Nederland hapt meteen en huilt van verontwaardiging. De VVD’er moet de ‘fact finding studie’ over wolven lezen, twittert een politicus. Dat is een studie naar ‘de beleidsvoorbereiding op de komst van de wolf ’, schrijft het Ministerie van Economische Zaken. Er  komt een ‘transparant beleid voor wolven’. Afschieten? We werken aan een ‘Wolvenplan’, schampert een Wageningse wetenschapper. Er is een project ‘De komst van de wolf’ en een ‘concept-draaiboek wolvenbescherming.’ En zo associëren we de wolf met beleid, plannen, concepten en draaiboeken. Voordat die arme wolf zich in Nederland heeft gevestigd, is hij een ambtelijk project geworden. Advies aan de wolven-lobby: je taalgebruik veranderen en niet gelijk happen als een VVD’er iets over wolven toetert. En mocht de dode wolf door een Oost-Europeaan zijn geïmporteerd  – dan vergt zoiets natuurlijk nieuw beleid. En een plan. En een project. En een draaiboek.

Sharia

Trouw, 14 juli 2013 

De Egyptische politicus Mohamed ElBaradei is een liberaal met veel internationaal aanzien. Hij vindt het prima dat president Morsi is afgezet. Maar hoe kun je dat als keurige liberaal goed vinden? Dat het leger je fundamentalistische tegenstander dwingt tot aftreden? De democratie opzij schuift?

De vragen vormen een lastig frame, waar ElBaradei natuurlijk niet in stapt. Dit gaat niet om fundamentalisten versus liberalen, doceert hij. Morsi’s regering bestond uit onervaren, incompetente lieden. Ze hadden geen idee hoe je een land bestuurt. Wisten van toeten noch blazen. ElBaradei reframet een ideologisch conflict zo tot een praktisch vraagstuk: versta je het vak van besturen?

Waartoe heeft die incompetentie geleid? Tot een diepe economische crisis, stijgende criminaliteit, lynchpartijen op straat, armoede. Morsi heeft van Egypte een failed state gemaakt, een land zonder overheidsgezag, zegt ElBaradei. Egypte een failed state? A la Somalië en Jemen? Dan moet je niet over democratie beginnen, denken we. Dat is bijna potsierlijk. Zo is dat, zegt ElBaradei. Morsi’s Moslimbroeders besturen niet, maar verkondigen alleen hun religieuze ideologie. Het levert de Egyptenaren chaos en bittere armoede op. Hij framet het mooi: ‘Sharia kun je niet eten’.

Dossier

Trouw, 29 juni 2013 

Het woord ‘dossier’ is het politieke taalgebruik binnengeslopen. Een Kamerlid is woordvoerder ‘op het dossier klimaat’ en is bezorgd over ‘de voortgang van het dossier’. De Fyra? D66-Kamerlid Van Veldhoven vindt het ‘een rampdossier’. Obama bespiedt ons? D66-Kamerlid Schouw eist een hoorzitting met alle mensen ‘die betrokken zijn bij dit soort dossiers’.

Een dossier is een ordner met papier. Is hét symbool van de papieren werkelijkheid. Is ouderwets en muf. Wie zich woordvoerder noemt ‘op het klimaatdossier’, roept het beeld op dat hij voortdurend in die papieren werkelijkheid verkeert. Belangrijker: ‘dossier’ is ambtelijke taal, ambtenaren beheren dossiers. Wie het over dossiers heeft, komt over als een verambtelijkte politicus – en dat is heel fout. Het woord ‘dossier’ is ook overbodig. Ben je woordvoerder ‘op het dossier klimaat’, bezorgd over ‘de voortgang van het dossier’? Nee, je bent woordvoerder klimaat en je bent bezorgd. De Fyra is geen rampdossier, maar een ramp. Een spiedende overheid? Je eist geen hoorzitting met mensen ‘die betrokken zijn bij dit soort dossiers’, maar met mensen die hierbij betrokken zijn.

Ouderwets, muf, papieren werkelijkheid, ambtelijk en overbodig. Niet gebruiken dus, dat woord ‘dossier’.

VVD-taal

Trouw, 22 juni 2013 

De VVD heeft altijd een eigen taaltje gehad. VVD’ers willen aanpakken en doorpakken – links wil bijstellen, uitstellen, afstellen. VVD’ers willen meer banen – links wil meer uitkeringen. De VVD hervormt – links verdedigt bestaande rechten. De VVD geeft ondernemend Nederland volop de ruimte – links staat altijd klaar met nieuwe geboden en verboden.

D66-leider Alexander Pechtold haalt een bekende strategie van stal. Hij neemt in een interview gewoon de VVD-taal over. Hij wil doorzetten. Versnellen. Eindelijk eens besluiten nemen – na jaren van gezeur. D66 wil banen – het kabinet kiest voor WW uitkeringen. Het gevolg: 20.000 banen vernietigd.  D66 wil  hervormen – Rutte stelt de ene na de andere hervorming uit. Al dat gesteggel over het bijstellen, uitstellen of afstellen van de 3% norm? D66 gaat voor 0% tekort. D66 is er voor ondernemend Nederland – het kabinet wil nota bene een startersheffing invoeren. Dat is dus een boete op ondernemen. Niks meer en niks minder.

Een beetje VVD’er moet dit toch tandenknarsend aanhoren. De interviewer vraagt een van zijn andere gasten wat hij stemt. ‘Altijd VVD gestemd’ gromt hij. ‘Maar tegenwoordig is een stem op de VVD, een stem op de PvdA.’

E-team

Trouw, 15 juni 2013      

Elektrisch rijden kan de wereld van mobiliteit radicaal veranderen. Oud ProRail topman Bert Klerk is voorzitter van het Formule E-Team, dat elektrisch rijden promoot. Een mooie, verheven opgave. ‘Elektrisch vervoer’ zegt hij ‘betekent ook slim reisgedrag, waarbij je per dag afweegt of reizen nodig is en welk voertuig het meest geschikt is’. Je voelt meteen nattigheid. Slim reisgedrag? Iedere dag een afweging? Steeds een ander voertuig? Dat wordt hoofdpijn, denken velen. De essentie van autobezit is toch juist dat je ieder moment kunt instappen en wegrijden?

Autofabrikanten hebben andere verhalen. De elektrische auto is een gewone auto, met een bijzonder hart. Dezelfde prestaties, hetzelfde comfort en je rijdt goedkoper, met dank aan de fiscus. Die batterij waarop je rijdt, is bijna een soort accessoire. Altijd leuk, een accessoire.

Het is een bekend paradoxje bij radicale veranderingen. Frame die juist níet als de grote verandering – dat maakt argwanend. Maar benadruk dat aan de essentie van het autorijden helemaal niets verandert – dat maakt nieuwsgierig. Toegegeven, Klerks verhaal is veel mooier dan dat van de autoverkopers. Maar ja, verheven taak of niet – zijn E-team is nu eenmaal ook een autoverkoper.

Integriteit  

Trouw, 8 juni 2013      

Tijdens de Fortuyn-revolutie krijgt de PvdA het verwijt dat ze er niet meer voor de gewone man is.  Hoe reageert de partij? ‘De PvdA gaat weer luisteren naar de burger’ wordt het mantra, dat eindeloos wordt herhaald. Het klinkt goed. Maar telkens als het over ‘weer gaan luisteren’ gaat,  worden we er aan herinnerd: de PvdA is de gewone man kwijt. Bovendien is het vanzelfsprekend dat politici luisteren naar burgers, denken we. Als je dat steeds maar herhaalt, moet het wel heel erg mis zijn. 
 
De VVD gaat het ‘integriteitsbewustzijn’ vergroten, horen we voortdurend. Het klinkt mooi, maar telkens herinneren we ons: de VVD heeft problemen met integriteit.  Als je steeds over integriteit begint, moet er iets heel erg mis zijn.
Natuurlijk, de VVD kent dit mechanisme. De instructie aan partijgenoten zal zijn om even niet over integriteit te beginnen. Dus wordt het een sport de VVD uit de tent te lokken. Het is wel heel stil bij de VVD. Je hoort ze nooit meer over integriteit. Zelfs niet als Jos van Rey het Openbaar Ministerie een ‘losgeslagen bende’ noemt. Is het VVD’ers eigenlijk wel menens met integriteit?

Grot 

Trouw, 1 juni 2013      

Aan de Vrije Universiteit is het hommeles. Er zijn grote misstanden, althans volgens de wetenschappers. Een voorbeeld. Als je een vraag hebt over personeelszaken, moet je tegenwoordig eerst op de website kijken of de vraag daar wordt beantwoord. Als dat niet zo is, bel je. Als je vraag te ingewikkeld blijkt, kun je langskomen. Dat wordt click, call, face genoemd – klikken, bellen, en daarna pas contact met de medewerker.
Click, call, face, zo wordt ons voorgehouden, maakt de gemeenschapszin kapot. Het komt voort uit bedrijfsmatig managementdenken. En dat wortelt in de rauwe, neoliberale markt-ideologie. Die we te danken hebben aan Reagan en Thatcher.

Het zijn altijd mooie frames. Iets is niet zo maar iets, maar onderdeel van een structurele en gevaarlijke ontwikkeling. Wie zo’n frame opzet, maakt indruk – is de hoogleraar die de diepere oorzaken ziet. Hoe te reframen? Het heel klein maken, tot iets vanzelfsprekends. Click, call, face is een dingetje. Het is toch werkelijk overal de praktijk. Jonge mensen doen dat als vanzelf, gaan echt niet bij een loket in de rij staan. ‘Mijn hemel’, denken we dan, ‘in wat voor grot leven die VU-hoogleraren?’

Oppositie 

Trouw, 25 mei 2013      

Het kabinet krijgt de economie niet aan de praat en de middenpartijen CDA en D66 hebben daar zo hun kritiek op. Ach, denken we al snel, ze scoren hun puntjes. Het is een procentje meer-van-zus of minder-van-zo, maar het is geen fundamentele kritiek. Dat is ook logisch, met VVD-PvdA compromissen kom je nu eenmaal in het midden uit.

PvdA-econoom Rick van der Ploeg geeft les in oppositievoeren. De overheid moet twee dingen doen. Ze moet nu geld uitgeven om de economie te stimuleren. Tegelijk moet ze hervormen, zodat er straks minder overheidsuitgaven zijn. Dan snijdt het mes aan twee kanten: nu de economie aanjagen, straks geen tekorten.

Waarom gebeurt dat niet? Door de samenstelling van dit kabinet, framet Van der Ploeg. De PvdA durft weer niet te hervormen, dus wil de VVD niet stimuleren. De VVD durft weer niet te stimuleren, dus wil de PvdA niet hervormen. Opeens is er een fundamentele oorzaak voor de pruttelende economie: het DNA van het kabinet. De coalitiepartijen leggen elkaar hun taboes op. Blijkbaar beland je met  VVD-PvdA compromissen niet in het midden, maar krijg je het slechtste van beiden.

Illegaal 

Trouw, 18 mei 2013     

De Republikeinen in de VS hebben nu twee keer presidentsverkiezingen verloren en dus wordt er driftig geëvalueerd hoe dat toch heeft kunnen gebeuren. Wat is het grote probleem? De kiezer vindt de Republikeinen te hardvochtig, te weinig menselijk. Het frame in een belangrijk rapport: ‘Mensen zijn echt niet geïnteresseerd in wat wij vinden, omdat zij vinden dat wij niet echt in hen geïnteresseerd zijn’. Dat moet anders. Wie is het lichtende voorbeeld? George W. Bush. Bush? Die rechtse houwdegen? Met z’n conservatieve fixatie op gezinswaarden – family values? Als gouverneur van Texas had hij te maken met de vele Mexicaanse illegalen die in wanhoop de grensrivier Rio Grande overstaken. Hij nam het voor ze op – dwars tegen de Republikeinse opvattingen in. ‘Mijn family values stoppen niet bij de Rio Grande’, is een uitspraak die bleef hangen. En: ‘iedere moeder met honger wil toch het beste voor haar kind?’ Zelfs jaren later nog, stemde bijna de helft van de Spaanstalige kiezers op Bush – omdat hij in hen geïnteresseerd was, is de analyse nu. George W. Bush: misschien een aardige gastspreker op het eerstvolgende PvdA-congres? 

S-woord 

Trouw, 11 mei 2013    

Kamervoorzitter Van Miltenburg doet bij de planning van debatten aan ‘sturing’, zegt Sybrand Buma. De altijd opgewekte Van Miltenburg reageert woedend. Buma heeft helemaal geen punt. De kritiek is heel erg onterecht. Is het allerergste. Haar integriteit staat op het spel. Dit moet Buma niet nog een keer zeggen, dreigt ze.

Een verstandige reactie?
Analyse 1: Nee. Kritiek op haar kwaliteit reframet ze tot aantasting van haar integriteit. Zo maak je een gesprek over je functioneren loodzwaar. Wek je de indruk dat je niet met kritiek kunt omgaan. Je betwijfelt de integriteit van je critici – en doet dus wat je anderen verwijt.
Analyse 2: Ja. Onpartijdigheid is de kernwaarde van de Kamervoorzitter. Als daar twijfels over zijn, mag je hard terugslaan. Reken maar dat Kamerleden vanaf nu het S-woord zullen mijden.
Een verstandige reactie? Daar gaat het niet om, zal een slimmerik zeggen. Het gaat er om dat er over de Kamervoorzitter niet te veel publiek debat mag zijn. Laat het een volgende keer nu gewoon overwaaien. Zeg opgewekt dat iedereen z’n sterke en zwakke momenten heeft – en laat in het midden over wie je het hebt.

Onontkoombaar 

Trouw, 4 mei 2013   

HBO’ers moeten eenzelfde titel krijgen als universitaire studenten, vindt top-bestuurder Sijbolt Noorda. Het onderwijs internationaliseert. Het onderscheid tussen HBO en universiteit krijg je in het buitenland niet meer uitgelegd. Noorda’s voorstel staat zo in het frame van de onontkoombaarheid: we moeten wel, ons aanpassen aan de internationale werkelijkheid.

Wat te doen als tegenstander? Natuurlijk niet in dit frame stappen. Dan ben je het provinciaaltje, dat de internationale werkelijkheid niet ziet. Nee, zet het voorstel in het frame van de zesjescultuur. Weer een beloning voor wie zesjes voldoende vindt: het HBO levert dezelfde titel op als de universiteit. Zet het in het frame van de fusiedrift. Weer zo’n poging om instellingen op een hoop te vegen. Eén titel? Dan begint de volgende bestuurder natuurlijk over één organisatie. Zet het in het frame van die dominante bestuurders. Weer die eenzijdige, bestuurlijke werkelijkheid. Weer geen aandacht voor wat professionals hiervan vinden.

Belandt Noorda’s voorstel in frames als zesjescultuur, fusiedrift en bestuurlijke dominantie, dan zijn we gewoon teugen. We stoppen met nadenken – dat is altijd de kracht van een goed frame. Daarom is dat frame van de onontkoombaarheid zo sterk.

Republikein 

Trouw, 27 april 2013  

Het zijn zware tijden voor republikeinen. Als je over de kroning als ‘feestje’ begint, ben je zuur. Als je over het ‘sprookje’ begint, ben je arrogant. Als je over ‘principes’ begint, ben je drammerig. Hoe frame je een standpunt waar velen niets van moeten hebben? Ronald Reagan wist het: zijn harde inhoud schrok velen af, maar zijn presentatie was vol zelfrelativering. Het werkte.

Het Nieuw Republikeins Genootschap (kleiner dan de Oranjevereniging te Katwijk) stuurt het lid Beukenkamp naar een talkshow. De monarchie? Ach, hij gaat niet de barricades op. Het debat over het te hoge salaris van de koning? Eigenlijk een beetje ordinair. Principiële discussies? Alsjeblieft niet, nu. Nee, hij heeft geen persoonlijke weerzin tegen de monarchie. Is zeker niet ongevoelig voor nationale sentimenten. Inderdaad, de meeste mensen zijn trots op de monarchie. Toegegeven, die dramaseries over de Oranjes zijn prachtig.

Er is niks zuurs, arrogants of drammerigs aan. Onze republikein is relativerend en open-minded. Maar ondertussen komt de republikeinse boodschap natuurlijk wel voorbij. Dus, Oranjegezinden, opgelet. “Ik ga altijd met een open mind het debat met mijn tegenstander in’’ zei Reagan graag, “voordat ik tegenstem”.

Metaalmoeheid 

Trouw, 20 april 2013

VVD-prominent Frits Bolkestein waarschuwt: er dreigt voor Mark Rutte ‘metaalmoeheid’. Het is een gevaarlijk frame. Het leven van iedere premier bestaat nu eenmaal uit hoogte- en dieptepunten. Lijdt een premier aan metaalmoeheid, dan registreren we vooral zijn dieptepunten. De reacties op het sociaal akkoord zijn heel kritisch – dus nadert Rutte zijn houdbaarheidsdatum, denken we. Het is wachten op de volgende keer dat de premier tegenvalt. Dieptepunten zien we als bewijs van een neerwaartse spiraal.

Het alternatieve frame is natuurlijk ‘teflon’. De teflon-politicus kent ook zijn dieptepunten, maar alles glijdt af. Noem de premier teflon-Mark en we kijken heel anders naar tegenslag. De reacties op het sociaal akkoord zijn heel kritisch. Maar ach, iemand die van teflon is, gaat gewoon door, is een soort comeback kid, net als Bill Clinton. Dieptepunten laten vooral Ruttes veerkracht zien, zijn onderdeel van een opwaartse spiraal. Vergelijk het met de beurs:  wat nu daalt, zal straks wel weer stijgen.

Metaalmoeheid of teflon: het zijn frames die ons heel anders naar Rutte doen kijken. Zoals het voor onze waardering van Bolkesteins waarschuwing veel uitmaakt of we hem als VVD-prominent zien, of als VVD-mastodont.

Maggie

Trouw, 13 april 2013

In een kolkend Lagerhuis voert Margareth Thatcher haar laatste debat. Haar linkse tegenstanders vallen hard aan: na elf jaar Thatcher is de kloof tussen arm en rijk veel te groot. Ze dient zich diep te schamen.

Thatcher reageert furieus. Inderdaad, de rijken zijn rijker geworden. Maar de armen zijn ook rijker geworden. Linkse politici zien liever dat de armen arm blijven, zolang de rijken maar niet rijker worden. Zo beperk je de kloof tussen arm en rijk. Maar zo creëer je geen welvaart – en kun je overigens ook geen uitkeringen meer betalen. De boodschap: wie arm is, is bij Thatcher beter af dan bij links. Het is een frame dat rechts daarna telkens weer heeft gebruikt. Werkloos? De PvdA laat je met een hoge uitkering wegzakken in lethargie, zegt de VVD. Wij zorgen  dat je weer werk krijgt – bij ons ben je beter af. Iemand met rechts DNA vindt dit soort frames natuurlijk prachtig. De kernwaarde van links – zorg voor de zwakken – is bij rechts in veel betere handen. ‘Goed zo, Maggie’ schreeuwt een partijgenoot met veel rechts DNA, ‘je kunt de vloer aanvegen met ze.’

Déjà VU

Trouw, 6 april 2013   

Bestuurders in het onderwijs zijn weinig benijdenswaardig. Er hangen wel heel veel negatieve sentimenten om hen heen. Ze zijn veelverdieners, zonder liefde voor het onderwijs. Ze spuwen voortdurend bedrijfsmatig jargon uit. Ze weten niet wat er op de professionele werkvloer speelt. De sentimenten vormen een sterke maatschappelijke onderstroom – bestuurders zijn de bad guys,  professionals de good guys.

Frames winnen altijd aan kracht als ze zo'n onderstroom activeren, er bij aansluiten. Hoe? Eenvoudigweg woorden gebruiken die ons aan het sentiment herinneren – ‘o ja, alweer’, denken we dan. 

Zo is er gedoe aan de Vrije Universiteit. Het lijkt een verhaal van enerzijds-anderzijds. Enerzijds zijn bestuurders te veel top down bezig. Anderzijds eisen faculteiten met hun professionals te veel autonomie op. Maar in de discussie over het gedoe vallen telkens weer bepaalde woorden. ‘Groei’. ‘Balkenendenorm’. ‘Derivaten’. ‘O ja, alweer’, denken we en ons oordeel is snel geveld: foute bestuurders, goede professionals. We kunnen stoppen met nadenken. D66–Kamerlid Kees Verhoeven verwoordt het wel heel mooi in een tweet: 'Expansiedrift. Topsalarissen. Derivaten. Niet luisteren naar de werkvloer. Het verhaal van de Vrije Universiteit is een déjà VU’.

Recht 

Trouw, 30 maart 2013   

Staatssecretaris Sander Dekker wil een verplichte toets in het onderwijs. Bovendien worden de toetsresultaten per school openbaar gemaakt.

Volgens zijn critici zegt zo’n toets veel te weinig. Als we niet uitkijken, worden scholen straks gerankt en gaan ouders op die nietszeggende rankings af.

Dekker houdt voet bij stuk. Ouders hebben er ‘recht op’ om te weten hoe scholen het doen. En leerlingen hebben na acht jaar onderwijs ‘recht op’ een objectief gegeven waar ze staan. Het is een bekend frame. Wie meer concurrentie en keuzemogelijkheden in de zorg wil, moet dat vandaag de dag niet hardop zeggen. Marktwerking is uit. Dus begin je over het ‘recht van de patiënt om te kiezen’. Frame je eigen standpunt als een recht van de burger. Dan is je criticus iemand die dat recht blijkbaar niet erkent – en de burger dus niet serieus neemt. Dekker doet er nog een schepje bovenop. Ouders zouden op die al te simpele rankings afgaan? Welnee, zo onnadenkend zijn ouders echt niet. Zijn critici ontnemen ouders niet alleen een recht, maar vinden ze blijkbaar ook nog dom. Zulke critici kun je niet serieus nemen.

3%

Trouw, 23 maart 2013    

Het is crisis, dus de hoogleraren economie zijn niet aan te slepen in de talkshows. Vaak hebben ze eenzelfde frame. Politici, zo vertellen ze ons, zijn volledig gefixeerd op het begrotingstekort en die rare, toevallige 3%-norm van Europa. Maar daar gaat het niet om. We moeten ‘structureel’ en ‘fundamenteel’ hervormen – en dan volgen de bekende voorbeelden. Je zit als politicus meteen in een moeilijke hoek. Blijkbaar hol je als een blind paard achter de 3% aan, terwijl de hoogleraar de grote, structurele problemen ziet – en dus ver boven je uitstijgt. Wat te doen?

Tip 1: begin ook over ‘fundamenteel’ en ‘structureel’, voordat de hoogleraar dat doet. Zeg dat er een fundamentele noodzaak is om begrotingstekorten structureel te reduceren. Het werkt altijd, opeens zit je tegenstander in de moeilijke hoek.

Tip 2: zeg dat het theoretisch juist is wat de hoogleraar zegt, maar dat de praktijk ingewikkelder is. Dat klopt, denken we, wetenschappers zijn losgezongen van het echte leven.

Tip 3: zeg dat de ene econoom dit zegt en de andere dat. Dat klopt, denken we alweer, die hoogleraren zeggen ook waar wat. Eigenlijk net politici.

Waarden 

Trouw, 9 maart 2013    

Als politicus altijd alert zijn als partijgenoten over de waarden van de partij beginnen. Het PvdA-bestuur, bijvoorbeeld, heeft een voorstel gedaan voor nieuwe sociaal-democratische kernwaarden – bestaanszekerheid, verbinding, goed werk. Een journalist kan daar natuurlijk helemaal niets mee. Niemand is tegen bestaanszekerheid en goed werk, iedereen is voor verbinding. Waarden zijn bloedsaai: je kunt geen spannende vragen stellen, het is veel te comfortabel voor een politicus.
Wat zal een journalist altijd doen als een politicus over zijn waarden begint? Die vraagt niet naar die waarden, maar naar  concreet beleid. De PvdA is voor bestaanszekerheid? Hoe kan Lodewijk Asscher dan het ontslagrecht versoepelen? Dat is veel minder comfortabel voor een politicus. Je valt of je waarde af, of je concrete beleid. Je lijkt opeens hypocriet - mooie praatjes over bestaanszekerheid, maar ondertussen.
Asscher reframet het allemaal keurig. In ons ontslagrecht gaat de een met een paar ton naar huis, de ander krijgt niks. Hij gaat dat gelijktrekken, dat is eerlijker. Dat is alweer een waarde. Daar is ook niemand tegen. Daar kun je ook geen spannende vragen over stellen. En zo maakt Asscher het zichzelf alsnog comfortabel.

Standaardvragen 

Trouw, 1 maart 2013    

CDA-leider Sybrand Buma heeft harde kritiek op de EU: Europa moet bevoegdheden teruggeven aan de lidstaten. Zijn kritiek roept  de bekende standaardvragen op.
Standaardvraag 1: Harde kritiek?
De huidige situatie is toch het CDA te verwijten? Dat heeft Nederland altijd bestuurd. Buma heeft een mooi antwoord: alles wat de afgelopen 200 jaar is gebeurd en daarna gebeurt, is de schuld van het CDA. Hij zegt het lachend en de boodschap is duidelijk: wat een flauw vraagje.
Standaardvraag 2: Past die harde kritiek bij een gematigde bestuurderspartij?
Het CDA is opeens anti-Europa. Onzin, zegt Buma. Kijk naar Nederland. Als politici nationale bevoegdheden teruggeven aan gemeenten, zijn ze toch niet anti-Nederland? Ook een mooi antwoord.
Standaardvraag 3: Het CDA draait weer, vroeger steunde het toch die Europese bevoegdheden?
Zeker, zegt Buma. Maar daar zijn ‘we, met z’n allen’ anders over gaan denken. We zijn allemaal gedraaid – dus dat kun je niemand verwijten. 
Het zijn antwoorden waarover is nagedacht. We zullen ze zeker vaker gaan horen.
Wat te doen als criticus van het CDA? Noem het de bekende standaardantwoorden. Die je altijd hoort. En dan gewoon je kritiek herhalen.

Zelfverrijking 

Trouw, 22 februari 2013    

Bert Molenkamp was baas van de scholengroep Amarantis. Hij zou zichzelf hebben verrijkt: hij kocht een huis van de school en verkocht het met forse winst. Een venijnig gerucht. De media vallen je keihard aan. Vrienden twijfelen aan je integriteit. Dus gaat Femke Halsema met een commissie het gerucht na. Molenkamp ‘treft geen enkele blaam’, schrijft ze. Er is ‘geen enkele reden om te veronderstellen dat sprake is van een misstand’. Molenkamp geeft een verklaring uit: hij is vrijgepleit. Halsema krijgt een vraag naar Molenkamps verklaring. Maar ze wil vooral haar verontwaardiging over Amarantis kwijt. Dus schakelt ze subtiel over op het meervoud en begint over de hele top van Amarantis. Een ‘deel van het gedrag’ was onwenselijk. Bestuurders hebben ‘soms’ op te grote voet geleefd. Een ‘aantal’ bestuurders zag zichzelf als CEO. Het is het type nuance, dat we natuurlijk niet horen. We zien haar verontwaardiging en horen ‘onwenselijk’, ‘te grote voet’, CEOtje-spelen. Inderdaad, zo ging dat daar, denken we – en we herinneren ons die aankoop van dat huis. Het is een oude waarheid: het gaat niet om wat je zegt, het gaat om wat we horen.  

Samenwerking

Trouw, 16 februari 2013    

PvdA’er Duco Hoogland wil dat de Kamer jaarlijks een gesprek voert met NS en ProRail. Die moeten namelijk beter samenwerken. Door zo’n gesprek worden ze zich daarvan bewust.

Achter het voorstel schuilt een bekende redenering: iets gaat heel erg fout en de oorzaak is slechte samenwerking. Incidenten in de jeugdzorg? Ergens een ramp? Problemen op het spoor? Steeds weer wordt gezegd dat het komt door gebrekkige samenwerking.

Het is een aantrekkelijke verklaring. Je hebt altijd gelijk: oorlogen, hongersnoden, begrotingstekorten, alle problemen in het leven zijn uiteindelijk te herleiden tot slechte samenwerking. En samenwerking kan altijd beter. Je hebt goed nieuws. De oorzaak van al die pech is slechts een tekort aan samenwerking. Dat is dus eenvoudig oplosbaar, denken we. Je maakt het jezelf gemakkelijk. Stel dat het stevig sneeuwt en het treinverkeer vastloopt. Welk Kamerlid durft dan te zeggen dat zoiets nu eenmaal een paar keer per jaar gebeurt? Dat soms geldt: shit happens? Het is veel gemakkelijker om te zeggen NS en ProRail blijkbaar nog stééds niet goed samenwerken. En dat je dat in het jaarlijkse gesprek met NS en ProRail aan de orde zult stellen. 

Zen

Trouw, 9 februari 2013    

Jeroen Dijsselbloem is voorzitter van de Eurogroep. Dat levert steeds die lastige vraag van journalisten op: krijgt Nederland meer invloed in Europa? Een ‘ja’ bruuskeert andere eurolanden. Maar een ‘nee’ klinkt ook zo knullig. Hoe stuur je journalisten het bos in?

De communicatiestrategie van Dijsselbloem is eenvoudig. Eerst creëert hij een bepaalde sfeer: een zen-achtigeflow van relativering. Zijn nieuwe functie? Ach, die is toevallig ‘zijn kant opgekomen’. De werkdruk? Valt mee, vroeger werkte hij harder. Zijn Franse taalvaardigheid? Niveau Nederlander-op-de-camping. Brussel vergadert altijd tot in de kleine uurtjes? Zwaar overdreven. Het antwoord op een zeurderig vraagje over de PvdA? Ach, zo gaat dat in ‘zo’n partij’. ‘Zo’n partij’ – ook de PvdA is betrekkelijk.

Het luister prettig naar de minister, je suft een beetje weg. Het is ook heel Nederlands: gewoon gewoon doen.

Dan die vraag: meer invloed, ja of nee? Dijsselbloem zegt dat hij geen inhoudelijke invloed heeft. Maar wel invloed op het proces en de agenda. Maar eigenlijk ook weer niet. Daar gaan anderen ook over. Een werkelijk nietszeggend antwoord. Maar in de zen-flow valt het niet meer op. We zijn allang weggesoest.

Windmolens

Trouw, 2 februari 2013   

VVD-Kamerlid René Leegte vindt windmolens onrendabel. Ze leveren hooguit een goed gevoel op. Ze zijn peperduur. Als Europa kolen verruilt voor dure alternatieven, stoken Afrikanen en Aziaten die kolen op. Het gevolg: ‘Europa armer, de wereld warmer’. Daar staan we met onze goede, groene bedoelingen. We ‘staren als konijnen in de koplampen van het goede gevoel’.

Leegte heeft krachtige argumenten. Toch landt zijn kritiek niet, als je ook maar iets met groen hebt. Waarom niet?

Je ziet bij VVD’ers werkelijk nooit passie voor het milieu. Nee, economie is de ‘enige juiste focus voor het energiedebat’ verkondigt Leegte. Milieu en economie worden bij de VVD zo als Feyenoord en Ajax: je bent voor de een en dus tegen de ander. Dus gaan we schouderophalend aan Leegte’s kritiek voorbij – die is even relevant als kritiek van een Ajacied op Feyenoord. In het Ajax-Feyenoord frame is er leedvermaak als de ander verliest. En inderdaad, Leegte legt wel heel graag uit dat windmolens niet werken, met z’n konijnen en koplampen. 

De paradox voor de VVD: pas als je passie voor het milieu laat zien, worden we ontvankelijk voor je economische argumenten.

Bureaucratie

Trouw, 26 januari 2013   

De Vara heeft een schaduwkabinet samengesteld van ‘uiterst capabele personen’. De schaduwminister van OC&W is oud-Vara coryfee Joop Daalmeijer. Hij schetst visionaire vergezichten op het onderwijs. Dan volgt de aardse vraag hoe die te financieren? De schaduwminister, uiterst capabel,  vindt dat de organisatie en structuur van het onderwijs veel efficiënter kunnen. Zijn lesroosters wel goed afgestemd? Daar valt geld te halen. We moeten ‘eerst eens’ kijken naar kostenstructuren.

Het is een bekend frame. De zorg wordt onbetaalbaar? ‘Eerst eens’ de organisatie en bureaucratie aanpakken. Het is altijd weer het makkelijke antwoord van de politicus die geen idee heeft hoe zijn plannen te financieren. Of die er niet over heeft nagedacht. Of die geen pijnlijke keuzes aandurft. Het is een comfortabel antwoord: niemand wordt warm van organisatie en structuur, dus iedereen is het met je eens. Iedereen hoort graag dat er ergens nog geld te halen valt. En je critici? Die zet je weg als politici die bureaucratie en organisatorisch gedoe verdedigen.  

Lesroosters gaan geld opleveren? De Kamer moet de uiterst capabele schaduwminister onmiddellijk ter verantwoording roepen. Maar de Vara voelt nattigheid en heeft dus maar geen schaduwparlement ingesteld.

Haatmail

Trouw, 19 januari 2013  

PvdA-voorzitter Hans Spekman krijgt veel haatmails, vertelt hij in een interview. Op onverwachte momenten doen ze hem wat. Altijd weer dat woord ‘kanker’, terwijl twee zussen van hem aan die ziekte zijn overleden. En zijn kinderen kunnen inmiddels ook lezen. 
Spekman raakt je met het interview, roept emotie op. Als er emoties in het spel zijn, hebben we behoefte aan een duidelijk goed-fout schema. Spekman is goed. De malloten met hun haatmails zijn fout.

‘Hans, die haatmails deugen niet. Stel je je zelf ook de vraag waar die haat vandaan komt. Waarom jij ze krijgt?’ twittert SP-kamerlid Paul Ulenbelt. Zijn volgers vallen onmiddellijk over hem heen – hij praat haatmails goed, legt de schuld bij Spekman zelf. Zo gaat dat. Wie de vraag naar het ‘waarom’ stelt, lijkt aan het goed-fout schema te morrelen – en dat willen we niet na zo’n mooi interview. Maar Ulenbelt trapt het vuurtje vakkundig uit. Hij twittert over Spekman, zijn ‘goede politieke vriend’. Zijn ‘rookmaatje’. Hij wil Spekman juist helpen. Sterker, hij gaat hem persoonlijk helpen al die 1000 haatmails te analyseren. Inderdaad, dat willen we horen. Eerst de emotie, dan de analyse.

Onrechtvaardig

Trouw, 12 januari 2013 

GroenLinks senator Ruard Ganzevoort komt op voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Wie niet terug kan, moet kunnen blijven. Hij heeft een hard moreel oordeel: het Nederlandse beleid is onrechtvaardig, onmenselijk, onbarmhartig, een inhumaan opjagen van mensen.

Hij heeft gelijk, maar krijgt hij gelijk? Een ander beleid vergt de steun van rechts. Ganzevoorts frame roept zomaar een klassieke irritatie bij rechts op: links in het algemeen en GroenLinks in het bijzonder, heeft blijkbaar de morele waarheid in pacht. Het frame verscherpt tegenstellingen. Wij, van links zijn humaan en rechtvaardig – zij, van rechts inhumaan en onrechtvaardig. Het lokt de bekende rechtse reframing uit: links heeft geen hoogstaande moraal, maar is naïef. Met dit soort morele opvattingen beloont links identity strippers – asielzoekers die hun paspoort verscheuren en dus niet kunnen worden uitgezet. Dat is overigens ook immoreel.

Wie het debat over uitgeprocedeerde asielzoekers in een moreel frame zet, jaagt zijn tegenstander de loopgraven in en gooit het op slot. Misschien moet we zeggen dat we gewoon een praktisch probleem hebben met uitgeprocedeerde asielzoekers, die niet terug kunnen. En dat praktische problemen om praktische oplossingen vragen.

Kritiek

Trouw, 5 januari 2013

Kritiek op beleid is goed – beleid wordt er beter door. Maar ja, kritiek is vaak stomvervelend en dus helpt het als je kritiek reframet. Lodewijk Asscher krijgt een kritische vraag: er worden  miljarden bezuinigd, wat maakt die 100 miljoen om werklozen te helpen dan uit? Die druppel op een gloeiende plaat? ‘Dat is wel erg makkelijk’ zegt hij.  

Het is een mooi frame, dat een vergrotende trap heeft: ‘dat is wel erg negatief’. En een overtreffende trap: ‘dat is wel erg cynisch’. Je reframet kritiek tot gemakzucht, negativisme of cynisme. Blijft dat ‘cynisch’ bij ons hangen, dan is iedere vervolgvraag van de journalist een bevestiging van zijn cynisme.

Let even op. Cynisme als overtreffende trap past vooral bij links. Linkse politici willen de wereld verbeteren. Kritiek daarop is inderdaad al snel cynisme. 

Rechts houdt niet van die grote verhalen. Je hebt de spreadsheets op orde – en verder moet het vooral een beetje leuk blijven. Dus is kritiek niet ‘cynisch’, nee, kritiek is ‘zuur’. ‘Want bent u weer zuur vandaag’, zegt Mark Rutte op een vraag die hem niet bevalt. En hij loopt breed lachend door. 

Politiek 

Trouw, 29 december 2012

Zo aan het einde van het jaar gaat het in Den Haag veel over vertrouwen. Is Mark Rutte ons vertrouwen nog wel waard nu hij tijdens de campagne zo veel heeft beloofd – en dus grossiert in verbroken beloftes? Wilders vindt van niet. Mark Rutte heeft het aanzien van de politiek geschaad, zegt hij. VVD’er Onno Hoes, burgemeester van Maastricht, krijgt de vraag wat hij van die uitspraak van Wilders vindt.

‘Ach’, schampert hij ‘dat is allemaal politiek’. Een mooi zinnetje. Het is allemaal klein gekissebis, zegt Hoes. Maar hij laat ons zo natuurlijk vooral weten dat hij dat doorziet – en er dus eigenlijk boven staat. En Rutte? Die heeft niet te veel beloofd, doceert hij, maar niet zo best onderhandeld. Dat is ook al een mooi zinnetje. Wie te veel beloofd, is onbetrouwbaar. Van het imago van onbetrouwbaarheid komt je niet snel af. Wie niet zo best heeft onderhandeld, is even onhandig geweest. Je hebt nog  vier jaar de tijd om dat goed te maken. Het is een mooi geframede analyse – en bedenk, die komt niet van de eerste de beste, maar van iemand die  boven al dat politieke gedoe uitstijgt. 

Stille politiek 

Trouw, 22 december 2012

Deze column was onderdeel van een themanummer over stille, introverte mensen

Als er ergens geen plaats lijkt te zijn voor stille mensen, dan is dat in de politiek. Je moet je profileren, zichtbaar zijn, media-aandacht kunnen trekken.

Toch wordt er in de politiek heel vaak over stilte gesproken. Tijdens de formatie tussen VVD en PvdA was er een ‘radiostilte’. Oud-minister Ben Bot hoopt dat Nederland weer aanzien krijgt door diplomatie met ‘een glimlach en een zachte stem’ – en we kennen ook zoiets als ‘stille diplomatie’. Richard Nixon had het ooit over de silent majority - de stille, zwijgende meerderheid. En niet te vergeten, het huidige Nederland had niet bestaan zonder Willem de Zwijger.

Wat valt op? Achter de stilte gaat macht schuil. De radiostilte was nodig om een regering te maken, die keiharde maatregelen neemt. De glimlach en de zachte stem dienen er toe Nederland meer invloed te geven in de wereld. Een politicus die over een ‘zwijgende meerderheid’ begint, bedoelt te zeggen dat die meerderheid haar stem moet laten horen – en hem aan de macht moet brengen.
Opletten dus als het in de politiek stil wordt. En al helemaal letten op stille, zwijgende politici.

Brief

Trouw, 15 december 2012

PvdA-kamerlid Lea Bouwmeester is voor het elektronisch patiëntendossier, maar er zijn twee problemen: het kan worden gehackt en de privacy is nog onvoldoende gegarandeerd. Het zijn geen kleine dingen. Een journalist vraagt haar wat er moet gebeuren.

Er moet een brief van de minister komen, zegt ze. Die brief komt er ook aan, weet ze. De minister moet zorgen dat de brief er voor de begrotingsbehandeling ligt. Als we een goeie brief krijgen, ‘kan het  gewoon doorgaan.’ ‘Schrijf nou een brief’, zegt ze nog een keer. 

Het is wel heel Haags. Welke associaties roept een brief op? Met brieven los je dit soort problemen natuurlijk niet op. Een brief is iets procedureels. Een brief is de papieren werkelijkheid. Een brief sturen lijkt een bureaucratisch onderonsje – minister, schrijft u nu een briefje, dan is het verder in orde. Dat klinkt op z’n best als gemakzuchtig en op z’n slechtst als een politiek spelletje.

Een brief betekent iets in Den Haag, maar daarbuiten helemaal niets. Je nooit verantwoorden in de taal van Haagse procedures en vormen – tenzij je geen goed inhoudelijk antwoord weet. Of even iets te verbergen hebt.

Kapen

Trouw, 8 december 2012       

Mark Rutte spreekt tegenwoordig bijbelse CDA-taal: de overheid is een schild voor de zwakken, zo betoogt hij. Waarom? Zijn kabinet is goed voor lage inkomens, maar minder goed voor midden- en hoge inkomens. Het CDA noemt dat ‘nivelleren’. ‘Rutte nivelleert en dat levert geen banen op en je werkt schulden niet weg’ zegt Buma. Dat is knap geframed omdat je de VVD op haar kernwaarden aanvalt. De VVD wil immers de banenkampioen onder de partijen zijn, die de overheidsfinanciën het meest op orde heeft.

Rutte gebruikt andere taal. Bezuinigingen treffen vooral de zwaksten. Niemand wil dat die door het ijs zakken, dus leg je een ‘ijsvloer’ aan – de overheid is immers schild voor de zwakken? En daar is het CDA tegen? Ook al knap, je valt het CDA ook op zijn kernwaarden aan.

Stel dat de taal van je opponent in de media gaat domineren. Dat duwt je in de verdediging – en niet zo’n beetje ook want het gaat om iets essentieels. Best een gevaarlijk spel dus, dat kapen van elkaars kernwaarden.  

Drie keer

Trouw, 1 december 2012      

Mark Rutte heeft het gehad met Geert Wilders. ‘Wilders liep weg uit de VVD, liep weg uit het Catshuis en wil weglopen uit Europa’, zegt hij als premier van Rutte-2. Het wordt de Power of Three genoemd. Zeg drie keer hetzelfde in andere bewoordingen en zorg voor een climax: weglopen uit de partij – het landsbestuur – Europa. Het creëert een flow, die ons zo maar meevoert.  Het is dwingend – wanneer we iets drie keer horen, gaan we onwillekeurig denken dat het waar is. Door de dwingende flow blijft dat ‘weglopen’ makkelijk hangen. En het schijnt dat een opsomming in drieën een gevoel van compleetheid oproept.
Ook Lodewijk Asscher gebruikt de Power of Three graag. Maar in zijn congrestoespraak maakte hij het onlangs wel heel erg bont - Asscher had het ene na het andere rijtje van drie over de onverwachte wederopstanding van de PvdA. 'De cynici zeiden, de cynici zeiden, de cynici zeiden'. 'Niemand zag, niemand zag, niemand zag'. 'Maar Diederik, Diederik, Diederik.'
Het is duidelijk: Rutte en Asscher hebben de Power of Three ontdekt. Het valt werkelijk te hopen dat ze zich een beetje inhouden, anders worden het knap vermoeiende gesprekken tussen die twee.

Communicatieprobleem 

Trouw, 24 november 2012     

‘De communicatie is niet goed gegaan’ is het excuus van Halbe Zijlstra bij het gedoe rond de zorgpremie. Het is het bekende frame als iets vreselijk is misgegaan: een communicatieprobleem. De onderliggende boodschap: inhoudelijk is er eigenlijk niet zo veel aan de hand – het is alleen zo ontzettend slecht uitgelegd. Door gedoe een communicatieprobleem te noemen, maak je het klein. Het was allemaal ‘geen schoolvoorbeeld van crisiscommunicatie’, zegt Mark Rutte in een zaaltje boze VVD’ers. Je ziet het hem bijna opgelucht zeggen – als iets slechts een communicatieprobleem is, kun je zonder al te veel kleerscheuren het strijdtoneel verlaten. Een ideaal excuus dus, met slechts een nadeel. Je valt zo maar in handen van communicatieadviseurs, die denken dat de wereld beter wordt door helder te communiceren – en dat is natuurlijk het laatste wat hier moet gebeuren. De zorgpremie was namelijk helemaal geen communicatieprobleem.
Bill Clinton had ooit een adviseur die een enorme hekel had aan het excuus van slechte communicatie én aan communicatieadviseurs. ‘De Titanic had geen communicatieprobleem, maar een ijsberg-probleem’ hield hij Clinton graag voor. Hij wordt nog altijd veel geciteerd.

Compromis

Trouw, 17 november 2012    

Vanwaar die allergie voor het woord ‘compromis’? VVD en PvdA beperken de hypotheekrente-aftrek en nemen daar 28 jaar voor - 28 jaar! Noem dat nou toch gewoon een compromis. Een compromis is een besluit van beide partijen. Je kunt er allebei trots op zijn. Zeg dat de twee grote politieke stromingen tot een historisch vergelijk zijn gekomen, tot een Pacificatie van deze langslepende discussie. Dan kan er in de praatprogramma's eindeloos worden gekakeld over de vraag of dit een waterig compromis is, of een historisch compromis en of de vergelijking met de Onderwijspacificatie van 1917 terecht is. Allemaal volkomen onschuldig.
Maar hoe noemen VVD en PvdA dit besluit? Het is onderdeel van ‘uitruilen’. Uitruilen betekent dat er een duidelijke verliezer is en dat er maar een partij trots is op het besluit. De media zijn dol op winnaars en verliezers en dus gaat het over de vraag hoe groot het verlies is, of de VVD dit wel had mogen weggeven en valt om de twee minuten het woord ‘pijnlijk’. Allemaal heel gevaarlijk. Uitruilen doe je maar aan de onderhandelingstafel, maar begin er niet over in de media. 

Bij ons dus niet 

Trouw, 10 november 2012   

Het is een bekende wijsheid: wie een beeld ontkent, roept dat beeld juist op. ’Het CDA is géén stoffige partij’ zegt een CDA’er in een reclamefilmpje. Dat is waar ook, denken we, veel mensen vinden het CDA saai en stoffig. ‘Ik ben niet moe’  benadrukt Emiel Roemer tijdens de campagne. O ja, herinneren we ons, er wordt geklaagd over zijn vermoeidheid – daar zal best wat van waar zijn.
Het kabinet vindt dat er te veel provincies zijn en dus te veel ambtenaren, die te veel overleggen. Vooral minister Stef Blok wil daar heel graag van af.
Allemaal onzin, vindt Overijssel, dat een oneliner heeft uitgedokterd. ‘Dagenlang vergaderen over niks? Bij ons dus niet’. Dat is waar ook, denken we, provincies vergaderen dagenlang over niks – in Overijssel zal dat echt niet anders zijn. Het ernstige is dat Overijssel een hele serie ‘bij ons dus niet’-oneliners heeft. We moeten weten dat Overijssel géén ambtenaren heeft die toekijken uit hun luie stoel. Overijssel is níet de weg kwijt. Overijssel heeft géén geitenwollensokkenambtenaren en géén visieloze topambtenaren. 
Een ding is zeker: Stef Blok moet hier heel hard om lachen.

Zorgen 

Trouw, 3 november 2012  

Jos van Rey treedt af als wethouder van Roermond met een prachtige oproep aan zijn collega's: ‘Zorg goed voor onze stad’. Als VVD’ers toch ergens een hekel aan hebben, is het een overheid die voor je zorgt. Zelf initiatief nemen, niet naar de overheid kijken voor oplossingen – dat is VVD-taal. Jos van Rey zegt het anders – je moet zorgen voor onze mensen. Hij gebruikte zijn netwerken, zijn reputatie, zijn macht voor een beter Roermond. Dankzij Van Rey konden vele Roermonders weer aan het werk, lezen we. Als je dat weet, klinkt ‘zorgen’ warm, roept het een familiegevoel op. Maar wie zichzelf ziet als iemand die altijd weer zorgt voor de ander, loopt ook een risico. Je neemt het niet altijd even nauw met de regels – je doet het immers uit zorg voor de ander, niet voor jezelf. Wie zorgt voor de ander, stijgt ook boven die ander uit, als het hoofd van de familie. Regels gelden voor iedereen, maar niet altijd voor het familiehoofd, dat zich het vuur uit de sloffen loopt. Natuurlijk, gelijke gevallen moet je gelijk behandelen. Maar ongelijke gevallen niet altijd. En dat is wel weer VVD-taal. 

Sexisme

Trouw, 27 oktober 2012  

Tony Abbott, de oppositieleider in Australië, geniet. De voorzitter van het parlement heeft grof-seksistische smsjes verzonden. Aftreden dus, vindt Abbott. Zijn frame: seksisme past niet bij deze hoge functie. Dat is lastig voor premier Julia Gillard. Zij strijdt altijd al tegen seksisme en moet het dus wel met Abbott eens zijn. Maar de voorzitter is ook een coalitiegenoot. Hoe reageert Gillard? Een kwartier lang vaart ze uit tegen Abbott met zijn verwijten. Ze laat zich niet de les lezen over seksisme door 'deze man'. Nu niet, nooit niet. Ze werd persoonlijk beledigd toen hij abortus een gemakkelijke keuze noemde. Ze werd persoonlijk beledigd toen hij bij een plakkaat stond met 'Weg met de heks'. Ze werd persoonlijk beledigd, nee, alle Australische vrouwen werden beledigd toen hij hen 'huisvrouwen' noemde. 'Seksisme en misogynie, elke dag opnieuw, bij deze man'. Wat is Gillards strategie? Heel eenvoudig: ze stapt niet in het frame van Abbott, maar zegt iets over zijn frame. Het effect? Gillard hoeft niet te kiezen tussen strijd tegen seksisme en de parlementsvoorzitter. En Abbott zit opeens in de verkeerde film, waarin het veel minder genieten is.  

Wel sociaal

Trouw, 20 oktober 2012 

Moet de PvdA nu niet een beetje zuinig zijn op dat woord ‘sociaal’? VVD en PvdA verhogen de AOW-leeftijd en Samsom voegt er direct aan toe dat het wel een ‘sociale verhoging’ is. Wie rechts DNA heeft, ergert zich daar natuurlijk aan – alsof er zonder de PvdA alleen een a-sociale verhoging mogelijk is.

Ook bij andere maatregelen komt Samsom gelijk met ‘sociaal’ op de proppen. Een beetje meer rechts DNA en je hoort in ‘wel een sociale-dit’ en ‘wel een sociale-dat’ toch vooral dat de VVD weer iets heeft ingeleverd. Dat helpt niet als je nog vier jaar met elkaar te gaan hebt. En dan de SP – die weet ongetwijfeld raad met dat ‘wel sociaal’. We horen het Roemer zeggen: de VVD bezuinigt, bevriest en verhoogt, de PvdA plakt er ‘sociaal’ voor en denkt dat het dan allemaal wel meevalt.

Over vier jaar wil de PvdA graag vertellen dat je de grote problemen van deze tijd kunt aanpakken en tegelijk sociaal kunt zijn. Tot die tijd het woord ‘sociaal’ niet te veel gebruiken – dan wordt het van zijn charme beroofd en is het straks helemaal versleten. 

Beter af? 

Trouw, 13 oktober 2012

In 1980 debatteert Ronald Reagan met president Carter. Aan het einde van het debat stelt Reagan de Amerikanen een eenvoudige vraag: are you better off than you were four years ago? – gaat het u beter, nu we vier jaar verder zijn? Het is een klassieker geworden en wat de Republikeinen betreft het frame voor de campagne van 2012. Het antwoord is bekend: veel Amerikanen gaat het niet beter en dus willen de Democraten niet terugkijken, maar voortuitkijken. Tegelijk proberen ze voortdurend de better off-vraag te demonteren. Hoe het na vier jaar is? Vier jaar geleden lieten de Republikeinen een totale chaos achter – en dan nu verontwaardigd zijn dat die nog niet helemaal is opgeruimd? Het fundament voor verbetering is er – dankzij Obama ligt er een stevige vloer onder de economie. "Ask Osama Bin Laden if he is better off than he was four years ago" zegt John Kerry en iedereen moet lachen. Het is niet zonder risico. Iedere keer dat de Democraten een opzichtige poging doen om de better off-vraag te demonteren, worden we toch weer aan die vraag herinnerd – en dat zien de Republikeinen maar al te graag. 

Stevig

Trouw, 6 oktober 2012 

Het helpt enorm als het verhaal van een politicus in een eenvoudige structuurtje past: er is een schurk, een slachtoffer en een held. Ziehier de verklaring voor de populariteit van Jan Kees de Jager. Er zijn schurken: zuidelijke eurolanden, die een storm over Europa hebben veroorzaakt. Er zijn slachtoffers: wij, Nederlanders – al onze zekerheden worden bedreigd door de schuldenstorm. En er is een held: Jan Kees de Jager, die ten strijde trekt tegen de schurken. De held laat zich niet omver blazen – om de zin gebruikt De Jager het woord ‘stevig’. Hij moet zich ‘stevig opstellen’, voert ‘stevige gesprekken’, vaak ook ‘hele stevige gesprekken’, heeft een ‘stevige lijn’ en er komen ook altijd ‘stevige maanden’ aan. Hoe eentoniger het taalgebruik, hoe duidelijker de boodschap: hier is iemand in gevecht – voor ons. Welke resultaten heeft De Jager geboekt? Hij heeft het over ‘lichtpuntjes’, een ‘klein lichtpuntje’ – ‘één zwaluw maakt nog geen zomer’. Iedere politicus met zulke resultaten wordt naar huis gestuurd. Maar als we iemand eenmaal als held hebben geframed, bewijzen magere resultaten vooral hoe zwaar de strijd is. Ze maken de held nog groter.

Sorry

Trouw, 29 september 2012

Wie verkiezingsbeloften breekt, beroept zich meestal op zware verantwoordelijkheden in zware tijden. Je gebruikt het Maarten Luther-frame: ‘hier sta ik, ik kan niet anders’.

Nick Clegg, de Britse vicepremier, gaat verder. Hij verontschuldigt zich voor een verbroken verkiezingsbelofte: hij moest collegegelden toch verhogen. Een heldere boodschap, maar het gevolg is een keten van voorspelbare reacties, die je liever niet ziet. Politici bieden niet vaak excuses aan, dus is de vraag onmiddellijk hoe oprecht ze zijn. De slachtoffers – de studenten – vinden ze natuurlijk onoprecht. Clegg excuseert zich alleen voor de gebroken belofte, niet voor de hogere collegegelden en daar gaat het om. Cleggs tegenstanders prijzen hun eigen oprechtheid. Zij vertelden voor de verkiezingen het eerlijke verhaal, wisten allang dat deze belofte onbetaalbaar was. Twijfel over de oprechtheid van Clegg, roept een volgende discussie op: is excuseren verstandig? ‘Ik ga geen sorry zeggen voor het sorry zeggen’ antwoordt Clegg en daar gaat je heldere boodschap.

Vorig jaar sprak hij zijn partijgenoten toe. ‘Verontschuldig je nooit voor de zware beslissingen die wij iedere dag weer moeten nemen’ hield hij hen voor. Dat is een boodschap die een stuk veiliger is.

Hoop

Trouw, 22 september 2012 

In 2008 had Obama het over Hope en Change.  Vier jaar later staat Amerika er beroerd voor en dus slijpen de Republikeinen de messen. Hoop en verandering? Amerika heeft niet gekregen wat was beloofd, zegt Mitt Romney.

Lastig voor Obama – hij moet iets zeggen over zijn woorden van toen. En dus reframed hij ‘hoop’. Weten jullie waar ik mijn hoop aan ontleen?, vraagt hij zijn toehoorders in een meeslepende toespraak. Aan jullie – you’re the reason is het refrein van 2012. Hij noemt voorbeelden. Een dakloze studente die een beurs heeft gekregen. Iemand die bij een autofabriek werkt. Een familiebedrijf dat niemand ontslaat, terwijl de concurrenten dat wel doen. Dat is drie keer pijnlijk voor Romney, die beurzen kort, felle kritiek had op Obama’s redding van de auto-industrie en heel veel werknemers heeft ontslagen. Zo krijgt  Hope een nieuwe invulling en dus is het uitkijken voor Romney. Als hij Obama op Hope aanvalt, krijgt hij ongetwijfeld uitgelegd aan wie Obama zijn hoop ontleend. Aan gewone Amerikanen. En voor je het weet gaat het over studiebeurzen, de auto-industrie en bedrijven die hun mensen níet ontslaan