‘Klimaatbestendig bouwen wordt het nieuwe normaal’

Nieuws - 26 juni 2019

Vrijwel alle aanwezigen waren het erover eens: de tijd begint te dringen, maar het is nog niet te laat om maatregelen te nemen waarmee Nederland de gevolgen van klimaatverandering kan opvangen. Dat bleek vorige week tijdens de drukbezochte bijeenkomst 'Klimaatadaptatie #hoe dan?’ bij The Green Village op de TU Delft Campus. 

Talrijke vertegenwoordigers van gemeenten, waterschappen en experts, ondernemers en andere professionals die bezig zijn met ‘klimaatadaptatie’ waren naar de bijeenkomst gekomen, die was georganiseerd door de provincie Zuid-Holland en VPdelta namens de partners van de WaterStraat. De hoge temperaturen die dag toonden nog maar eens de noodzaak aan van maatregelen die ons beschermen tegen hittestress en andere vormen van extreem weer. 

Verbindende kracht

De hoge opkomst bewijst dat alle betrokken partijen elkaar goed weten te vinden, zei Astrid de Wit van de provincie Zuid-Holland tijdens het plenaire gedeelte onder leiding van Charles Groenhuijsen. “De meerwaarde die wij als provincie bieden, is de verbindende kracht. Verschillende partijen zijn bezig met hun eigen projecten, wij zorgen ervoor dat zij bij elkaar worden gebracht en dat kennis en ervaring worden gedeeld.”

Als voorbeeld noemde De Wit nieuwbouwprojecten. Dankzij de provincie ligt er nu het Convenant Klimaatadaptief Bouwen, waardoor nieuwbouwhuizen in de hele provincie bestand zijn tegen extreem weer. “Klimaatadaptief bouwen wordt het nieuwe normaal”, aldus De Wit.

Ook de Klimaatatlas van de provincie is een initiatief dat alle partijen kunnen gebruiken. De Wit wist de aanwezigen te meldden dat er een aantal nieuwe kaarten is toegevoegd. Hierdoor kun je per postcodegebied kijken naar de gevolgen van een hoosbui.

Klimaatbewustzijn

“Wij zijn al 730 jaar bezig om dit gebied klimaatbestendig te maken”, zei hoogheemraad Manita Koop van het Hoogheemraadschap van Delfland. Maar net zo belangrijk als het nemen van de juiste maatregelen, is het zorgen voor voldoende ‘klimaatbewustzijn’. “Het is een taak om dat overal tussen de oren te krijgen: dat inwoners hun tuin niet gaan verharden, maar juist de tegels eruit halen en een plantje erin zetten.”

Zien is geloven

Om dat voor elkaar te krijgen, is het belangrijk om te laten zien wat voor goede innovaties er tegenwoordig allemaal zijn. “Voor waterbeheer geldt: zien is doen geloven”, zei programma-manager Marjan Kreijns van VPdelta. “Gemeenten gaan geen nieuwe innovaties gebruiken als ze niet zeker weten dat het werkt. Het moet goed werken. Dat laten we hier allemaal zien.” Op de WaterStraat kun je met eigen ogen zien welke nieuwe toepassingen van innovatieve ondernemers er zijn om steden klimaatbestendig te maken.

Energietransitie

Stef Meijs, die de Nationale Adaptatie Strategie voor de landelijke overheid opstelde, riep de aanwezigen op om de klimaatadaptatie te verbinden met andere grote opgaven, zoals de energietransitie. “Dat biedt kansen.” Als gemeenten een nieuwe, klimaatbestendige woonwijk ontwikkelen, zijn er vaak ook veel mogelijkheden op het gebied van duurzaamheid.

Na een boeiend rondetafelgesprek met Hugo Gastkemper (RIONED), Ferry Beerepoot (MRDH), Hanneke van der Heijden (Woonstad Rotterdam) en Karina Peña (Field Factors) over de praktijk van klimaatadaptatie, waren er verschillende interactieve workshops.

Amstelwijck

Tijdens de workshop ‘Waar moet een klimaatadaptieve wijk aan voldoen’ , gaf Gabby Prevo-Brenninkmeijer van de gemeente Dordrecht een fascinerend inkijkje hoe haar stad te werk gaat bij de ontwikkeling van Amstelwijck: een nieuwbouwwijk die bestand is tegen extreem weer. 

Bouwbedrijven worden daarbij actief gestimuleerd om innovatief te werk te gaan. “Wij stellen in het bestemmingsplan de minimale eisen op, die variëren van het bergen van regenwater tot hittebestendig bouwen”, vertelde Prevo-Brenninkmeijer. “Maar we schrijven geen concrete maatregelen voor. Marktpartijen moeten met creatieve oplossingen komen om aan deze eisen te voldoen.”

Creatieve oplossingen

Aan creativiteit geen gebrek. Binnen het VPdelta-programma zijn al ‘heel veel oplossingen’ ontwikkeld om wijken klimaatadaptief te maken , vertelde Robert van Roijen. Zo zijn er buffersystemen die regenwater kunnen opvangen, zuiveren en opslaan in de ondergrond  waardoor het later tijdens periodes van droogte hergebruikt kan worden. En op de WaterStraat wordt innovatieve, waterdoorlatende bestrating getest die de overlast tijdens hoosbuien beperken. Het groen-blauwe Polderdak zorgt naast waterberging voor meer biodiversiteit in de stad. 

De aanwezigen konden alle innovatieve oplossingen die de WaterStraat biedt, vervolgens zelf  bekijken tijdens de verschillende demonstraties van startups. “Bij de TU Delft worden de waterbeheerders van de toekomst opgeleid”, zei Kreijns. “Samenwerking is daarbij belangrijk: wat heeft de overheid nodig? Dat ontdekken we samen hier op de WaterStraat en hiermee zorgen dat de kennis van de TU Delft zijn weg vindt naar de maatschappij.”

Meer informatie