TU Delft werkt aan eenvoudige tool voor zuurstofsaturatiemeting bij COVID-patiënten

Nieuws - 14 april 2020 - Webredactie 3mE

Arjo Loeve en zijn onderzoek collega’s binnen TU Delft BioMechanical Engineering werken samen met het Jeroen Bosch Ziekenhuis en Hogeschool Rotterdam aan een nieuwe pulse oximeter die eenvoudig en goedkoop te produceren is. De pulse oximeter is een cruciaal monitoring-instrument dat de hartslag en hoeveelheid zuurstof in het bloed meet bij de behandeling van COVID-19 patiënten. Het doel van het onderzoek is om het dreigende tekort van dit instrument tegen te gaan.

Patiënten die COVID-19 hebben moeten nauwlettend gemonitord worden. Hun hartslag en de hoeveelheid zuurstof in hun bloed zijn cruciale parameters waaraan gezien kan worden of een patiënt in orde is, of er zuurstof toegediend moet worden en of de zuurstoftoediening al succesvol is. De pulse oximeter meet deze waarden. Door de Coronacrisis dreigt er een groot tekort aan deze cruciale monitoring-instrumenten te ontstaan.

Sinds de uitbraak van de crisis werkt Arjo Loeve al samen met zijn team en het Jeroen Bosch ziekenhuis aan de POxiM, een pulse oximeter die goedkoop en volledig uit goed beschikbare componenten te maken is. Docenten van de Hogeschool Rotterdam ondersteunt hen in dit project bij het ontwerpen van de elektronica. Marit van Velzen, Medical Engineer Advisor bij het Jeroen Bosch Ziekenhuis levert expertise op het gebied van het klinisch gebruik. Van Velzen promoveerde vorig jaar op het ontwikkelen van een soortgelijke sensor.

Projectleider Arjo Loeve

“Het is niet zo dat dit een heel ingewikkeld apparaat is om te bouwen. De bottleneck is dat er een wereldwijd tekort aan het ontstaan is waardoor sommige partijen onderdelen niet kunnen leveren. Daarom moeten we nú een manier bedenken om deze belangrijke monitoringtool heel eenvoudig te kunnen bouwen zonder daarvoor bij andere landen aan te hoeven kloppen. We kijken naar ‘less is more’: sommige functies die een pulse oximeter heeft zijn niet perse nodig. Deze laten we dan ook weg om de POxiM sneller en efficiënter te kunnen bouwen.”