Informatietechnologie zorgt (nog) niet voor veel nabijheidsvoordelen

Nieuws - 19 maart 2020 - Communication BK

In een tijd waar de halve wereld thuis werkt wegens een pandemie lijkt het nauwelijks voorstelbaar. Toch blijkt telewerken als strategie om te profiteren van de nabijheid van een grote stad minder succesvol dan gedacht. “Als werknemers één of meerdere dagen thuis kunnen werken zijn ze bereid om grotere woon-werkafstanden te accepteren,” vertelt De Vos. Het is één van de belangrijkste effecten die hij ontdekte in zijn promotieonderzoek.

Duco de Vos verdedigde op 17 februari zijn proefschrift via Skype

Goede breedbandverbindingen vereenvoudigen telewerken, maar het betekent niet dat je op afstand altijd profijt hebt van de nabijheid van een stad. Bouwen in de stad lijkt daarom vooralsnog goed verdedigbaar beleid. Duco de Vos richtte zich in zijn onderzoek ‘Information technology and urbanisation economies’ vooral op het fenomeen van 'nabijheidsvoordelen'. Het idee hierachter is dat gemeenten nabij grote steden urbanisatievoordelen kunnen 'lenen', de zogenaamde ‘borrowed scale’, wanneer ze worden verbonden door goede wegen en openbaar vervoer. Immers, mensen profiteren van de aanwezigheid van voorzieningen van de grote stad, zoals werk, uitgaansleven, restaurants en openbaar vervoer, maar betalen in randgemeenten minder voor een huis en hebben minder last van luchtvervuiling. Het blijkt ook te zorgen voor verbetering van de arbeidsproductiviteit. Kernvraag van zijn promotieonderzoek is of goede infrastructuur voor informatietechnologie ook een significante bijdrage levert aan deze ‘nabijheidsvoordelen’.

Bestudering van reisgedrag wijst uit dat mensen duidelijk vaker in de auto stappen of het openbaar vervoer gebruiken naarmate ze meer via internet werken. Ze zijn bereid een baan op grotere afstand van hun woonplek te accepteren. De woon-werkafstand stijgt gemiddeld met twaalf procent.  Mensen reizen ook veel verder voor ‘diensten en persoonlijke verzorging’. Anders gezegd: als ze op internet makkelijk kunnen uitvogelen waar het beste restaurant zit of een interessant theatergezelschap optreedt, stappen ze er graag voor achter het stuur. Hoe meer mensen op het internet zitten, hoe groter de reisafstand. Het is een van de opmerkelijke conclusies uit het onderzoek.

Grote vraag is natuurlijk of mensen die uitstekend internet hebben – en dat ook gebruiken – makkelijker aan een goede baan komen. “Het is lastig om daar hard bewijs voor te vinden. De effecten die ik heb gevonden zijn niet dramatisch,” zegt De Vos. Ook in Zweden kon hij slechts een zeer bescheiden verband vinden met kansen op een goede baan. “Gemeenten die investeren in supersnel internet moeten dus geen hooggespannen verwachtingen hebben over de werkgelegenheidseffecten,” stelt hij. Ook de effecten van telewerken als strategie voor uitstootvermindering moeten we niet overschatten. Wat dat betreft is het prima dat de enorme woningbouwopgave waar Nederland voor staat grotendeels binnenstedelijk wordt gerealiseerd. Als mensen per saldo alleen maar meer gaan rijden kun je de huizen beter in de stad zetten waar de banen zijn.

De Vos sluit niet uit dat informatietechnologie in de toekomst randgemeenten alsnog een handje gaat helpen. Voor Thais of Japans eten hoef je al niet meer van Purmerend naar Amsterdam en online diensten als Skype, Facetime en Microsoft Teams maken op afstand vergaderen steeds comfortabeler. De Vos: “Als stedelijk wonen langzaamaan onbetaalbaar wordt, kun je er als bewoner van een randgemeente op termijn misschien toch nog iets van meepikken dankzij informatietechnologie. En wie weet, misschien komen mensen er door de huidige pandemie wel achter dat thuiswerken leuk is.”

De Vos gaf op 17 maart het goede voorbeeld: hij verdedigde zijn proefschrift met succes via Skype.