Om een gebouw te kunnen behouden en blijven gebruiken zijn op enig moment ingrepen nodig. Het is doorgaans aan een architect om te bedenken welke interventies worden gepleegd. Maar welke doelen dienen ze eigenlijk? Hoe pakken ingrepen uit? Hoe bevredigend is het resultaat? De veertig masterstudenten die het nieuwe vak MASTERMIND CRASH volgden, kwamen er spelenderwijs achter.

Het nieuwe vak komt uit de koker van Ana Pereira Roders en de sectie Heritage and Architecture. Pereira Roders is hoogleraar Heritage and Values aan de faculteit Bouwkunde en wil de architecten en ontwerpers van morgen de uitwerking van hun ontwerpen kritisch en analytisch leren waarderen. In het bijzonder wanneer zij bestaande gebouwen onder handen nemen. “Ontwerpers in opleiding krijgen traditiegetrouw mee dat ze anderen ervan moeten kunnen overtuigen dat hun ontwerp een goed ontwerp is. Daarom zijn ze geneigd de gunstige effecten te benadrukken. Of er worden effecten verondersteld die niet met feiten zijn gestaafd. Ik pleit voor transparantie door analyse van de doelmatigheid van ontwerpkeuzen.” Verantwoording kunnen afleggen over zowel gunstige als minder gunstige effecten van een ingreep in het gebouwde en de omgeving zou inherent moeten zijn aan het ontwerpproces. “Net als producenten van medicijnen zouden architecten een bijsluiter moeten kunnen afgeven waarin de gunstige effecten maar ook de bijwerkingen zijn opgenomen.”

“ Net als producenten van medicijnen zouden architecten een bijsluiter moeten kunnen afgeven waarin de gunstige effecten maar ook de bijwerkingen zijn opgenomen.” -  Ana Pereira Roders

Nieuwe bestemming

Te vaak, vindt Pereira Roders, zijn gebouwen gesloopt om redenen die, bij nader inzien, geen steek houden. Omwille van gebruikersbelangen, omwille van een duurzame omgang met bouwstoffen of omwille van het behoud van cultuurhistorische waarde hadden die gebouwen beter een nieuwe bestemming kunnen krijgen. Voor het overgrote deel van de gebouwde omgeving, zegt ze, geldt dat herontwikkeling, hergebruik en zelfs herplaatsing mogelijk zijn én veel beter aansluiten bij het hedendaagse streven naar een duurzamer levensstijl. “Slopen om te kunnen beginnen met een schone lei is niet van deze tijd. Wat kunnen we met wat we al hebben en hoe gaan we daar respectvol mee om? Dat zou het startpunt moeten zijn.”

 Ze vindt het een gemiste kans dat sommige ontwerpers de voorwaarden die horen bij beschermd erfgoed als een belemmering van hun creativiteit ervaren. “Juist de aanwezige waarden dagen de ontwerper uit te excelleren en zich in het vak te ontwikkelen. Als je niet aan de gevel mag komen, dan kun je bijvoorbeeld met het dak of het interieur kwaliteit aan het gebouw toevoegen. Architecten zijn creatief genoeg om dat te doen. Dat is ook hun taak.” Vice versa is het weghalen van een stuk metselwerk uit een gebouw met een lange historie wellicht niet wenselijk vanuit cultuurhistorisch opzicht maar de ingreep kan er voor zorgen dat een ruimte opeens bruikbaar wordt. Bovendien kun je het weggehaalde metselwerk op een andere plaats in het gebouw hergebruiken. Oude gebouwen nieuw leven inblazen is dus een kwestie van onderbouwd wikken en wegen. Als het aan Pereira Roders ligt, krijgen bouwkundestudenten veel nadrukkelijker mee dat niet alleen toegevoegde onderdelen de signatuur van de ontwerper bepalen maar ook datgene wat hij verwijdert en datgene wat er overblijft. “Hoe je die drie elementen – toevoegingen, verwijderingen en overblijfselen – combineert en verenigt, maakt duidelijk wat voor architect je bent.”

Onderling afhankelijk

Vanuit deze overtuiging initieerde de hoogleraar een nieuw mastervak, MASTERMIND CRASH. Het tweede woord is een acroniem van Conservation, Reuse, Architecture, Sustainability en Heritage. Studenten kregen de opdracht een uitgevoerd herontwerp van een gebouw tegen het licht te houden voor elk van deze domeinen. Ze zijn niet willekeurig gekozen, vertelt Pereira Roders. “Elk domein is analoog aan een aspect van het menselijk leven. Conservation staat voor gezondheid, Reuse voor levensstijl, Architecture voor het DNA. Sustainability geeft weer in hoeverre jouw handelen de leefomgeving beïnvloedt en Heritage reflecteert jouw krachten en de waardering ervan door anderen. Met deze aanpak komen studenten die het vak volgen tot het inzicht dat die vijf domeinen onderling afhankelijk zijn en dat een integrale afweging nodig is om te kunnen bedenken welke interventies de beste resultaten opleveren.” 

Codes kraken

Acht teams van vijf studenten analyseerden en beoordeelden in totaal acht casussen, waaronder het Gemeentemuseum in Den Haag, het Atlasgebouw in Eindhoven, De Buigerij in Hengelo, de Van Nellefabriek in Rotterdam en het gebouw van de Reinwardt Academie in Amsterdam. Het vak, dat van start ging vóórdat de COVID-19-pandemie uitbrak, heeft een spelvorm gekregen. Overeenkomstig het spel Mastermind vertalen de studenten hun bevindingen naar een kleurcode. Van het minst naar het meest geven rood, oranje, geel, groen en blauw de mate aan waarin volgens de student het herontwerp recht doet aan het beschouwde domein. Bijzonder is dat de voor het herontwerp verantwoordelijke architecten bij het vak zijn betrokken. Ze kunnen door de studenten worden bevraagd en kennen op hun beurt een kleur toe aan de verschillende domeinen. Pereira Roders: “De bedoeling was om de studententeams en architecten hun tot dan toe geheimgehouden codes te laten onthullen tijdens een feestelijke slotbijeenkomst, een soort tv-spelshow. Door de lockdown ging dat niet door.” Met digitale middelen is echter een coronaproof variant van de eindfase gerealiseerd. “De resultaten van de studententeams zijn online gepubliceerd en de architecten hebben in korte filmpjes hun kleurcode toegelicht. Zo zijn de twee ‘spelers’ per casus virtueel toch bij elkaar gekomen.”

Sterke punten

Ook Dick van Gameren, decaan van de faculteit Bouwkunde, was als architect betrokken bij de cursus. Studenten ontleedden zijn ontwerp voor het appartementencomplex De Buigerij uit 2009. De woningen werden gerealiseerd op een voormalig industrieterrein van de firma Stork in Hengelo. “Dat studenten een afweging leren maken tussen gevolgen van ontwerpkeuzes op basis van kwantitatieve analyse vind ik een sterk punt. En ook dat ze leren waarderen hoezeer het behoud van structuren die op zich helemaal niet zo bijzonder zijn, zoals de stalen kolommen en stenen muren van een fabrieksgebouw, kan bijdragen aan de identiteit van een object of een locatie.” Een oude loods vergelijken met een appartementencomplex waarin alleen de schil van die loods is behouden, bleek echter lastig. “Deze casus leende zich wellicht zich iets minder goed voor de formule van het vak.”

 Net als De Jonge ziet Van Gameren dat ontwerpopdrachten meer en meer de gebouwenvoorraad aangaan, zowel in Nederland als over de grens. “Het curriculum verandert mee. Zo hebben we in de bacheloropleiding vernieuwing en renovatie van woningen enkele jaren geleden al een veel nadrukkelijker rol gegeven. Aan deze faculteit zie je verschillende recente voorbeelden van onderwijs en onderzoek waarin het bestaande centraal staat. Dat worden er alleen maar meer, denk ik.”

Wordt vervolgd

Pereira Roders wil volgend jaar graag een tweede editie van CRASH aanbieden. “Het coronavirus bleek een spelbreker, maar gelukkig hebben we niet alles hoeven omgooien. Sommige studenten vonden het lastig om zich te concentreren op één domein”, constateert ze. “Veel informatie verzamelen is vaak goed, maar in dit geval zochten we focus en verdieping. Met hun feedback kunnen we het format fijnslijpen. Deze eerste editie was een meer dan geslaagd experiment voor zowel begeleiders als studenten maar kende een onverwachte afloop door de lockdown. Volgend jaar sluiten we de cursus zeker anders af. Hoe, dat wordt een verrassing.”

Kijk hier voor meer informatie over de rest van de projecten, studenten, docenten en architecten die deel hebben genomen aan de eerste editie van het vak MASTERMIND CRASH.