Stoppen met MKBA en kiezen voor PWE

Nieuws - 31 augustus 2020 - Webredactie

Auteur: Bas van Holst

Minister Wouter Koolmees geeft in de rubriek “MKBA in de praktijk” aan dat een maatschappelijke kosten-batenanalyse structuur kan bieden aan de discussie over een Nieuwe Westelijke Oeververbinding in Rotterdam. Bevoegd gezag in de regio denkt daar duidelijk anders over, de voorkeur ligt al vast (van Holst, 2019). Ook in de Nota van Antwoord op de ingediende zienswijzen en adviezen inzake de reikwijdte en detailniveau voor de MIRT-verkenning ligt het accent op een beoordeling op effectiviteit van boogde maatregelen en niet op de doelmatigheid (Projectteam MIRT-verkenning Oeververbinding Rotterdam, 2020). Uiteindelijk, mede door de ingebrachte zienswijzen, is er nu wel een maatschappelijke kosten-batenanalyse toegezegd voor de tweede “zeef”, de onderbouwing van de voorkeurvariant. Het dossier blijft echter lezen als eerst bestuurlijk kiezen en dan rekenen. Bevoegd gezag in de regio getuigt niet van enig inzicht in het nut van een MKBA, de voorkeur gaat uit naar kwalitatieve informatie. Als een MKBA dan moet, dan moet het maar dan zonder een onafhankelijke toets. Niet nodig, want niet voorgeschreven, het is geen Speciaal Rijksproject.

Het standpunt is begrijpelijk, de kans op een positief resultaat is klein, de oplossingen met het best mogelijke resultaat op reistijdwinst was de westelijke variant. Het bestuurlijk niet gewenste alternatief (van Holst, 2019). Ruim twintig jaar geleden verzuchte een hoofdingenieur-directeur (HID) van Rijkswaterstaat Zuid-Holland in een ambtelijk overleg: “Economen hebben ons nooit projecten bezorgd”. Methoden zijn verbeterd, het draagvlak niet.

Bevoegd gezag in de regio Rotterdam staat in deze niet alleen. In de Nota van Antwoord betreffende de zienswijzen op NRD Luchtvaartnota van het ministerie voor Infrastructuur en Waterstaat valt te lezen dat aan een plan-MER de voorkeur wordt gegeven (minIenW, 2020). Een MKBA-benadering zou tot veel aannames leiden om effecten gedegen te kwantificeren en de kosten ervan te berekenen. Zeker als het gaat om ‘zachte’ waarden, zoals natuur, leefomgeving en gezondheid. Met andere woorden, economen kunnen het niet!

Bezien in het licht van deze recente bevindingen lijkt het zin te hebben om nut en noodzaak van maatschappelijke kosten-batenanalyses in ons land opnieuw ter discussie te stellen. Laten we stoppen met semantische spelletjes of een MKBA nu wel of niet verplicht is. Als bestuurders het moreel missen om hun voorgenomen beleid ex ante te laten toetsen op doelmatigheid is stoppen beter dan voortmodderen. Rest ons economen meer tijd voor vernieuwend onderzoek in plaats van onderzoek volgens voorgeschreven recepten.

Laten we stoppen en aandringen op meer gebruik te maken van de methode “Participatieve Waarde Evaluatie (PWE)”. Niek Mouter (zie www.tudelft.nl/pwe) heeft met diverse studies laten zien wat in korte tijd met deze methode kan worden bereikt. De methode heeft meerdere praktische voordelen boven een MKBA met een voorgeschreven rekenregels en tabel met effecten voor de komende 100 jaar bij een discutabele discontovoet.

Een PWE kan tijdens een besluitvormingsproces informatie bieden waar de preferenties van de huidige generatie burgers en/of participanten liggen. Wijken de voorkeuren van beleidsmakers hier te veel vanaf dan kunnen deze tussentijds op basis van voortschrijdende inzichten een voorkeurbesluit amenderen. Zo niet, dan wacht een afrekening bij de eerstvolgende verkiezing. Een nieuwe variant op “boter bij de vis”.

Literatuur

Bas van Holst (2019) Oostelijke Stadsbrug Rotterdam is luxe, geen noodzaak, Me Judice, 4 april 2019.

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (2020) Nota van antwoord betreffende zienswijzen op de NRD Luchtvaartnota 2020-2050, Den Haag.

Projectteam MIRT-verkenning Oeververbinding regio Rotterdam (2020) Nota Reikwijdte en Detailniveau verkenning Oeververbinding regio Rotterdam, Rotterdam.