Een spannende nagelknipper

Engineering for forensics

Een goede nagelknipper kan het verschil betekenen tussen een moordenaar achter de tralies of op vrije voeten. “Je kunt nog zulke hightechapparatuur in je forensisch laboratorium hebben staan, als je er niet het juiste bewijsmateriaal in stopt, vind je nooit de dader.”

Wattenstaafjes, plakband en pincet zijn belangrijk gereedschap voor forensisch onderzoekers. Bewijsmateriaal verzamelen op de plaats delict is handwerk. “Low-tech. En daar is niets mis mee”, benadrukt onderzoeker Arjo Loeve, Delfts projectleider Engineering for Forensics bij ME. Loeve houdt van technologie maar ook van eenvoud. “Hoe eenvoudiger een instrument, hoe makkelijker het te gebruiken en schoon te maken is. En hoe kleiner ook de kans op besmetting.”

Maar low-tech betekent zeker niet dat het werk eenvoudig is. Forensisch onderzoekers moeten onder tijdsdruk snelle keuzes maken. Waar zijn sporen te vinden? Hoe stellen we ze veilig? De plaats delict kan immers een drukke snelweg zijn, een krappe kelderruimte of een strand bij laag tij. Ervaring en deskundigheid spelen een belangrijke rol. Loeve: “Juist daarom denk ik dat engineering nog veel kan bijdragen. Door betrouwbaardere of snellere instrumenten te ontwikkelen, maar ook door modelering. Wat is bijvoorbeeld de meest efficiënte volgorde om sporen te verzamelen in een bepaalde setting?”

Polyestervezel van textiel met sporenmateriaal
Stempel met plakband voor het verzamelen van sporen

Loeve, opgeleid als biomedical engineer, belandde min of meer bij toeval in het forensisch onderzoek. “Ik had een boeiend gesprek op een verjaardagsfeest met iemand van het NFI.” Het gesprek leidde tot een gezamenlijk onderzoeksproject. Ze wilden antwoord op de vraag hoe groot de kans is op DNA-versleping bij lichamelijk onderzoek na een zedendelict. Versleping is het onbedoeld en onopgemerkt ‘meenemen’ van DNA van de ene plek naar de andere tijdens het onderzoek.

Loeve experimenteerde met waarheidsgetrouwe modellen in het laboratorium, en schrok van de bevindingen. Met de klassieke methode–speculum en wattenstaaf–is de kans op versleping meer dan zestig procent. “Terwijl of je dader-DNA op of in het slachtoffer aantreft, uiteindelijk het verschil tussen vrijspraak en veroordeling kan zijn.”

Hoog tijd dus voor een nieuwe methode. “We ontwikkelden een ring met een soort plastic zakje eraan dat het wattenstaafje afschermt. In de negentig tests in het laboratorium zagen we geen enkele maal versleping. We hopen dat het snel in de praktijk gaat worden getest.”

Al snel volgden er meer onderzoeksprojecten. Loeve probeert bijvoorbeeld samen met het AMC en NFI de schatting van het tijdstip van overlijden van slachtoffers preciezer te maken. “Nu is er vaak een marge van uren. Met nieuwe sensoren (TU Delft) en rekenmodellen (AMC) die het lichaamsgewicht en allerlei omgevingsfactoren meewegen, denken we dat terug te kunnen brengen tot onder een half uur.” Ook ontwikkelt Loeve handzame instrumenten voor forensisch onderzoekers die een luchtdicht pak moeten dragen omdat de plaats delict gevaarlijk is.

Sommige van de onderzoeksprojecten hebben duidelijk raakvlak met Loeves biomedische onderzoek. Een voorbeeld is een studie naar het shakenbabysyndroom, de schade die baby’s oplopen door heftig schudden. Loeve: “Om mensen te kunnen vrijpleiten of juist veroordelen is meer kennis nodig over welke schade ontstaat bij schudden en welke door bijvoorbeeld vallen. Dat helpt overigens ook om betere voorlichting te geven aan ouders.” Loeve gebruikt hierbij kennis uit al langer lopend onderzoek naar hoe en wanneer botten breken. “Ik merk steeds vaker dat onze medische en forensische onderzoeksprojecten raakvlakken en zelfs overlap hebben.”

Series zoals CSI en NCIS waren een groot succes. Hoe spannend is Loeves ‘crime lab’? “Wij doen zelf geen onderzoek op een plaats delict of in echte zaken. Ik praat wel veel met forensisch onderzoekers en lees casusrapporten om een goed beeld te krijgen van de praktijk.” Het gaat dan nooit om lopende zaken, benadrukt Loeve. “En geloof me sommige details had ik liever niet geweten. Wie denkt dat serieschrijvers teveel morbide fantasie hebben, vergist zich.” De dossierkennis mag schokkend zijn, triest en heftig, het drijft Loeve ook juist. “Het maakt wel duidelijk dat je bijdraagt aan iets belangrijks. Het is helaas nodig wat wij doen.”

Nodig is bijvoorbeeld de nieuwe nagelknipper die Loeve samen met zijn studenten en het NFI ontwierp. Het prototype is uitgebreid in het laboratorium beproefd en wordt momenteel doorontwikkeld. “Een nagelknipper klinkt weinig sexy of spannend”, grinnikt Loeve. Maar onder nagels kun je DNA-sporen aantreffen van dader of slachtoffer. Of materiaal dat iets verklapt over recente activiteiten of de omgeving waar hij of zij was.

De nieuwe Delftse nagelknipper maakt het mogelijk nagels te knippen van een verstijfde vuist zonder dat de vingers gebogen hoeven te worden. De nagel kan bij het knippen niet wegspringen. En het knipbekje is snel verwisseld voor een schoon exemplaar. Zo kun je linker- en rechterhand makkelijk apart knippen. Loeve: “De wetenschap dat iets met de linker- of rechterhand gedaan is, kan cruciaal bewijs zijn.”

Wat was er technisch het lastigst? “Er was niet echt een eurekamoment. We hebben stapje voor stapje het ontwerp aangepast totdat het aan alle vereisten voldeed. Een zo eenvoudig mogelijk instrument, snel en goed te reinigen en waarmee je in alle situaties aan twee handen genoeg hebt.” Bij de ontwikkeling van een nieuw instrument is het vooral belangrijk om ideeën los te kunnen laten en goed te luisteren naar wat echt nodig is, stelt Loeve. “De eenvoudigste oplossing blijkt uiteindelijk vaak de beste.”

 

Arjo Loeve

Co van Ledden Hulsebosch Center

De Delftse faculteit ME is sinds vorig jaar officieel partner in het CLHC, het Co van Ledden Hulsebosch Center. Dit onderzoekconsortium in de Forensische wetenschappen werd in 2013 gestart door wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam, het Amsterdam Medisch Centrum (AMC) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Het is vernoemd naar de eerste Nederlandse forensisch wetenschapper Co van Ledden Hulsebosch die in 1929 medeoprichter was van de International Academy of Criminology. Loeve is coördinator vanuit Delft: “Het CLHC brengt extra contacten en expertise. Zo’n consortium is prettig: korte lijntjes naar allerlei wetenschappers en bijeenkomsten waar je nieuwe mensen spreekt en problemen kunt delen.”

Lowlands Crime Lab

175 maal werd er tijdens Lowlands 2016 een ‘moord’ gepleegd voor de wetenschap. Dat gebeurde in een Crime Lab ingericht door de Hogeschool van Amsterdam, TU Delft, Politie en het NFI. Meer dan zeshonderd festivalgangers brachten een bezoek. Bijna tweehonderd smoorden met een kussen een etalagehoofd met beschilderde handen, wat 175 kussens met ‘smoorsporen’ opleverde. Voordat de moordenaars los gingen op het etalagehoofd, hadden ze eenzelfde sloop netjes om een kussen gedaan, ook met geschilderde handen. Arjo Loeve was erbij: “We onderzoeken zo of er een herkenbaar verschil is tussen gewone afdruksporen op hoofdkussens en sporen veroorzaakt door geweld.”

Online cursus Forensic Engineering

Forensisch onderzoek vind je op veel meer plaatsen dan je zou denken.  Zo worden forensisch ingenieurs ingeschakeld voor het analyseren van allerlei situaties waarbij technische systemen (lijken te) hebben gefaald. Zoals bij de gaswinning in Groningen, neerstortende vliegtuigen of patiënten in ziekenhuizen die besmet worden door bacteriën die worden overgedragen via chirurgische instrumenten. Samen met Karel Terwel (Civiele Techniek) en Michiel Schuurman (Lucht & Ruimtevaart) zet Arjo Loeve een Massive Open Online Course op. Deze gratis cursus “Forensic Engineering – Learning from Failures” vind je op www.edX.org en start medio oktober.