“Erfgoed is belangrijk voor onze persoonlijke en collectieve ervaring, maar ook voor toekomstige generaties. Het is niet duurzaam als we slechts de parels behouden en verduurzamen”, aldus Ana Pereira Roders. Ze is tegelijkertijd met Uta Pottgiesser aangesteld naast Wessel de Jonge. Hiermee heeft de faculteit Bouwkunde van de TU Delft drie hoogleraren op het gebied van erfgoed. Dit om innovatie en duurzaamheid in de omgang met erfgoed te stimuleren en te integreren in het onderwijs. De ruimte voor erfgoed is bijzonder binnen een faculteit waarin iets nieuws ontwerpen en bouwen nog altijd de regel is. Pottgiesser: “Omgaan met het bestaande is voor architecten nu nog een andere benadering en dat moet veranderen. Dat het beperkend zou zijn is een misvatting, het is juist uitdagend omdat een groter beroep wordt gedaan op hun creativiteit.” 

Ana Pereira Roders is aangesteld als hoogleraar Heritage and Values, Uta Pottgiesser als hoogleraar Heritage and Technology. Dit betekent dat ze erfgoed vanuit een bredere invalshoek benaderen. Zo richt Roders zich op de waarde die we aan erfgoed toekennen, zowel de meer traditionele waardes, zoals de historisch en esthetische, als de hedendaagse waardes, zoals de sociale, de economische, en de ecologische die belangrijk zijn voor de duurzaamheid. Vervolgens kijkt ze in hoeverre deze waardes van invloed zijn op de besluitvorming over aanpassingen in de bebouwde omgeving. Pottgiesser onderzoekt welke technieken kunnen worden ingezet om erfgoed te behouden, maar ook welke technieken vroeger zijn gebruikt. “We zijn geneigd te denken dat nieuwe technieken iets oplossen, maar vaak voldoen bestaande technieken prima en hoeven ze niet te worden vervangen. Ze vormen een belangrijk onderdeel van onze geschiedenis en tradities.” 

Definitie

Beide hoogleraren hebben echter eenzelfde visie op wat erfgoed is. Roders: “Niet alleen wat op de monumentenlijst staat is erfgoed. Erfgoed is alles wat we hebben geërfd uit het verleden. Van het koffie kopje tot de muziek, maar binnen de faculteit Bouwkunde concentreren wij ons logischerwijs op de gebouwde omgeving en op de invloed ervan op ander erfgoed.” Nu wordt slechts een klein percentage van de gebouwde omgeving benoemd tot erfgoed. Vervolgens wordt er vaak verwacht dat er alles aan wordt gedaan om die bijzondere objecten zo goed mogelijk te behouden. Maar de conditie van lang niet al het erfgoed verbetert na de benoeming. Bovendien veroorzaakt dit onderscheid een onbalans in de stad, want de andere gebouwen hoeven niet te worden behouden en kunnen zomaar worden “weggegooid”. “Deze gebouwen worden beschouwd als waardeloos, al zijn ze vaak allerminst. De maatschappij erkent hun waardes niet, maar dat is wat is anders. Daarmee zijn de erfgoedlijsten een direct resultaat van onze consumptiemaatschappij”, stelt Roders. Pottgiesser vult aan dat erfgoed bijzondere waarde toekennen lang niet altijd het gewenste effect heeft. “Venetië staat bijvoorbeeld op de Werelderfgoedlijst, maar wordt niet als zodanig beschermd of behandeld. De realiteit overstemt haar beschermde status.”

Waardebepaling

Volgens Roders en Pottgiesser is de manier waarop we naar de waarde van onze gebouwde omgeving bepalen achterhaald. Zeker in tijden van klimaatverandering waarbij een duurzamere benadering noodzakelijk is. Pottgiesser: “Door het om te draaien en te stellen dat 100% van de gebouwde omgeving erfgoed is, verandert onze blik. We gaan onderzoeken wat waardevol is en wat de mogelijkheden zijn. Dit betekent dat niet we alles behouden. Wat minder waardevol is kan meer worden aangepast, waardoor grotere flexibiliteit en nieuwe kansen ontstaan voor bijvoorbeeld herbestemming.” Roders maakt zich in haar onderzoek daarom hard voor een goede waardebepaling. Door over erfgoed de nodig informatie te verschaffen wil ze innovatie stimuleren, maar ook een basis creëren om later te toetsen of de doelen zijn bereikt of zelfs overtroffen. “Als je bijvoorbeeld de ecologische of economische waarde van een gebouw erkent, dan is er vaak meer ruimte voor verandering, dan als je de aanwezige historische, sociale of emotionele waarde wilt behouden.” 

Bedreigingen

Als grote bedreiging voor een goede omgang met erfgoed zien ze allebei het globale kapitalisme, als een “nieuwe vorm van kolonisatie die de hele wereld overneemt”, aldus Pottgiesser. “De druk vanuit de markt is zo groot, dat er veel bestaande gebouwen en terreinen wordt gesloopt en leeggehaald ten behoeve van nieuwbouw, terwijl ik me afvraag of alles nieuw wel zoveel beter is.” Daarnaast vinden beide hoogleraren erfgoed een belangrijke getuige van een bepaalde tijdsgeest. Roders: “De wereld verandert continu, de cultuur past zich aan en nieuwe ontwikkelingen worden ingebracht. Het is belangrijk voor ons collectief geheugen dat al deze lagen worden gedocumenteerd en zichtbaar blijven. Zelfs die waar we minder trots op zijn, maar waarvan wel heel veel hebben geleerd. Het behoud van lokale tradities moet in balans zijn met globale druk om te moderniseren en innoveren.” Zo vertelt Pottgiesser dat bepaalde producten en technieken blindelings worden geëxporteerd, zoals beton naar een land waar arbeiders niet weten hoe ermee om te gaan en waar de klimatologische omstandigheden niet geschikt zijn, “met de nodige gevolgen van dien”.

Kennisdeling

Wil erfgoed een kans maken, dan is enerzijds steun van de overheid cruciaal, anderzijds zien Roders en Pottgiesser een belangrijke rol weggelegd voor de wetenschap door kennis te delen en toepassen. Ze zijn hiervoor samenwerkingen aangegaan met verschillende partners. Zo werken ze samen met de Monumentenwacht, inspectie en advisering voor monumentenbezitters, aan een handhavingsstrategie. Maar ook met de International Center on Space Technology for Natural and Cultural Heritage (CAS-RADI-HIST) door hun satellieten in te zetten om de ontwikkeling van werelderfgoed te monitoren en preventief te assisteren. Roders: “China maakt de afgelopen decennia enorme en snelle ontwikkelingen door. Dit is zichtbaar in hoe gebieden - steden maar ook het platteland - veranderen. Dankzij de satellieten kunnen we deze veranderingen grotendeels geautomatiseerd in kaart brengen en relateren aan beschermde gebieden in steden.” Groot voordeel in het opzetten van dergelijke samenwerkingen is dat beide hoogleraren de tijdgeest mee hebben. Pottgiesser: “Vanwege het grotere bewustzijn rondom de klimaatcrisis is er steeds meer aandacht voor lokale benaderingen en een zorgvuldigere omgang met het bestaande. Erfgoed is het bewijs hoe je steden eeuwig in stand kunt houden. Hierin ligt gouden kennis verborgen voor de toekomst van de circulaire economie.”

Gepubliceerd: maart 2020