Energie-efficiëntie staat voorop bij moderne kantoorrenovaties, maar of het ook comfort oplevert is vers twee. Promovendus Minyoung Kwon keert daarom de zaken om: kijk eerst naar de wensen van de gebruikers voor je hun werkplek ontwerpt. Dat hoeft zeker niet te leiden tot hoger energieverbruik.

Gebruikers komen in de huidige praktijk pas in beeld wanneer het gebouw af is, ontdekte Kwon. Duidelijke ontwerprichtlijnen voor renovaties ontbreken, daardoor is het ongewis of het er prettiger toeven is na de verbouwing. Uiteraard is het na oplevering lastig om er nog iets aan te verbeteren.

Voor haar onderzoek bekeek ze de renovatie van vijf kantoor- en onderwijsgebouwen uit de jaren zestig en zeventig. De upgrade bezorgde elk van de gebouwen een energielabel A. “Maar lang niet alle gebruikers waren tevreden over het comfort. Terwijl je dat zou mogen verwachten na de vaak grondige en dure ingrepen.” Dat is merkwaardig, want het belang voor de gebouweigenaar is evident: als gebruikers tevreden zijn, is het gebouw meer waard.

Om uit te zoeken wat kantoorgebruikers precies als prettig ervaren deed ze nader onderzoek in de vijf gerenoveerde gebouwen. Ze plaatste sensoren, hield de temperatuur bij en legde gebruikers vragenlijsten voor. Uit de antwoorden blijkt dat kantoorgebruikers in de zomer het liefst een temperatuur hebben tussen 23,4 en 24 °C. In de winter ligt dat iets lager: 21 tot 22 °C. Verder scoort luchtkwaliteit hoog, maar ook 'visueel comfort': mensen hechten belang aan voldoende daglicht of kunstlicht in een kantoor. Om dezelfde reden is de grootte van de ramen belangrijk, afhankelijk van de oriëntatie van het gebouw.

Omgevingscontrolesystemen
Van grote invloed op het welbevinden is verder de mate waarin mensen controle kunnen uitoefenen over hun omstandigheden. Zelfs als ze de temperatuur of daglichttoetreding slechts minimaal bijsturen voelen ze zich prettiger dan wanneer ze er geen enkele grip op hebben. Alle reden dus om vrij baan te geven aan individuele omgevingscontrolesystemen, concludeert Kwon. “Dat vergt geen hightech oplossingen, het kost nauwelijks meer.”

De lay-out van het kantoor is eveneens van invloed op het welbevinden. Zo blijkt de kantoortuin bepaald niet populair. Kantoorgebruikers voelen zich meer op hun gemak bij een combinatie van privékamers met ernaast een gezamenlijke ruimte. Ze ontdekte verder dat de juiste plek voor het bureau ongeveer twee meter van het raam is. Kantoorgebruikers krijgen dan voldoende daglicht, zonder dat het onaangenaam wordt op zonnige dagen.

Kwon ontwikkelde een model om de invloed van het ontwerp op de gebruikerstevredenheid en energie-efficiëntie te doorgronden. Op basis van haar praktijkonderzoek kon ze daarmee de energiebehoefte voorspellen én de verwachte comfortbeleving in verschillende kantoormodellen. Interviews met architecten en gebouwmanagers hielpen haar om vervolgens ontwerpprincipes te formuleren voor kantoorrenovaties. “Aan de hand van die ontwerpprincipes is het mogelijk tot een gebruikersgericht renovatieontwerp te komen met een voorspelbare tevredenheid en energievraag. Het wordt veel eenvoudiger om een balans te vinden tussen die twee”, zegt Kwon.

In een vervolgonderzoek hoopt zij de impact van individuele controle op het binnenklimaat en energieverbruik nader te onderzoeken. De impact daarvan op de gebruikerstevredenheid is veel groter dan verwacht. Ook de invloed van verschillende gevelconfiguraties op het comfort wil ze nader bestuderen.

Gepubliceerd: januari 2020