Construction Cultures

De maatschappelijke uitdagingen omtrent klimaatverandering, energietransitie, verstedelijking, mobiliteit en ouderenzorg vragen om een kwalitatief hoogwaardige Nederlandse bouw- en infrasector. Deze sector moet oplossingen bieden voor de noodzakelijke transitie naar een klimaat adaptieve en toekomstbestendige gebouwde omgeving. Om deze transitie te ondersteunen is de ontwikkeling en toepassing van organisatiewetenschappelijke kennis op het gebied van samenwerking en verandering cruciaal.

Voor deze oplossingen zijn revolutionaire (organisatie-)veranderingen in de bouw- en infrasector nodig (Wientjes, 2017). Deze veranderingen raken de rollen, competenties en uitvoeringspraktijken van (publieke) opdrachtgevers, architecten, constructeurs, ingenieursbureaus en aannemers. Zo vraagt de ambitie om gebouwen te realiseren op basis van circulair bouwen om nieuwe bouwprocessen, andere leveranciers van grondstoffen en slimmere ketensamenwerking (Zuidema, 2018). Ook het ontwerpen van energiezuinige, slimme gebouwen vraagt om nieuwe samenwerking tussen architecten, constructeurs, IT-platformbeheerders en banken om zo daadwerkelijke de energietransitie vorm te geven.

(Publieke) opdrachtgevers, architecten, constructeurs, ingenieursbureaus en aannemers in de bouw- en infrasector onderkennen de noodzaak tot veranderende samenwerking om een klimaat adaptieve en toekomstbestendige gebouwde omgeving te realiseren. Innovatieve samenwerking wordt soms wel in pilotprojecten en experimenten gerealiseerd, maar dit resulteert slechts zelden in structurele cultuurverandering in de bouwsector (Van Marrewijk et al., 2014). Zelfs breed gedragen initiatieven, zoals bijvoorbeeld de Bouwagenda, veranderen maar mondjesmaat de dagelijkse uitvoeringspraktijken. Om tot daadwerkelijke vernieuwing in de bouwsector te komen is het niet voldoende te zeggen; “we gaan het gewoon doen” (Nijhof et al., 2008).

Het succesvol realiseren van organisatieveranderingen in de bouwsector is uitdagend en tot op heden nog niet goed begrepen (Cropper and Palmer, 2008; Nijhof et al., 2008). De realisatie van de gebouwde omgeving wordt gekenmerkt door ingesleten praktijken van samenwerking (Sminia, 2011) en een sterke fragmentatie van het bouwproces, met een groot aantal partners, waarin onduidelijkheid bestaat over verantwoordelijkheden (Jones and Lichtenstein, 2008). Zo constateert de Onderzoeksraad voor Veiligheid dat de sector er ‘nog onvoldoende in slaagt om het proces van ontwerp en uitvoering zo te organiseren dat veiligheidsrisico’s goed worden beheerst’ (Joustra et al., 2018: 7). Het rapport spreekt over de noodzaak een ‘leercultuur’ te ontwikkelen in de bouwsector. Om de transitie naar een kwalitatief hoogwaardige Nederlandse bouw- en infrasector te ondersteunen is het daarom noodzakelijk cruciale organisatiewetenschappelijke kennis op het gebied van samenwerking en verandering te ontwikkelen én toe te passen in de sector.

Samenwerking
Deze leerstoel wordt mogelijk gemaakt door Bouwend Nederland. De onderzoeksvragen komen voort uit in de praktijk ervaren problemen. De antwoorden vaak in samenwerking ontwikkeld, onder andere met collega’s Management in the Buil Environment bij de faculteit Bouwkunde en collega’s van de facutleit Civiele Techniek en Geowetenschappen en collega’s van de Erasmus Universiteit.