Hotel Atlantic in Kijkduin kijkt uit over de Noordzee. Op het verlaten dak staat sinds kort een state of the art laserscanner, die elk uur het strand vastlegt. Sander Vos bekijkt of hij met deze scanner kan ontdekken hoe de kust zichzelf weer herstelt als na een storm veel zand van het strand en de duinrand in de zee terecht is gekomen. Met de data van de scanner hopen hij en zijn collega’s van de TU Delft ‘weermannen voor de kust’ te kunnen worden en nauwkeurig te voorspellen hoe het strand zich gedraagt na een storm. 

Weerbaarheid van de kust

Hoe het strand zich herstelt is nog niet zo goed bekend. Maar het is een belangrijk proces, dat de kustlijn in stand moet houden en de duinen hoog genoeg om zo ons land te beschermen tegen het water. We weten nog weinig over deze weerbaarheid of resilience, oftewel de omstandigheden waaronder het weggespoelde zand weer terug stuift. Sander legt uit: “Zand dat door storm of hoog water in zee terecht is gekomen, kan zich bij rustige omstandigheden weer naar land en duin begeven. Met relatief droog weer en een windkrachtje 4-6 kan het zand stuiven en zich vanaf de vloedlijn richting het duin verplaatsen.”

Altijd aanwezig zijn

Het terugstuiven van zand gebeurt dus alleen op bepaalde dagen. De moeilijkheid, aldus Sander, is dat je er meestal niet op tijd bij bent om dit te kunnen waarnemen. “Je moet maar net je apparatuur op het juiste moment opgesteld hebben om dit te kunnen meten.” Het zand verplaatst zich in kleine laagjes, zogenaamde fluxes, die je niet zomaar in kaart kunt brengen. Met deze laserscanner die continu aan staat en data verzamelt is hij er wel altijd op tijd bij. Daarmee kan hij terugzien wat er in de afgelopen tijd is gebeurd. “En deze modernste laserscanner is ontzettend precies. We kunnen nu op de centimeter nauwkeurig zien hoe het zand zich verplaatst!”

Figuur 1: het verschil van het gemeten strand op 16 en 21 januari 2017 bij Kijkduin. Aan de zeekant zie je duidelijke rode en blauwe gebieden die aangeven waar het strand hoger c.q lager is geworden.

Meer meten, meer weten

De onderzoeksgroep denkt een gat in de beschikbare kustdata te kunnen opvullen met de meetmethode die ze ontwikkelen. Hun data kan partijen als Rijkswaterstaat en waterschappen uiteindelijk helpen nauwkeuriger te voorspellen hoe zand zich in de toekomst gaat verplaatsen. Nu vliegt Rijkswaterstaat nog elk jaar met een vliegtuig over de kust om te bepalen waar deze versterkt moet worden met extra zand. Maar om het gedrag van de kust beter te begrijpen, zijn er simpelweg meer metingen nodig.

“Als we het nauwkeuriger kunnen doen, en precies snappen hoe zand zich over het strand verplaatst, dan weet je ook beter of je het op de goede plek neerlegt of waar je moet bijsturen.” Elk uur in een vliegtuig stappen is dan geen betaalbare optie. En dat is het mooie van deze scanner, verklaart Sander. “Het is een relatief goedkope manier om veel data te verkrijgen. Zo maken we het ophalen van deze data dus makkelijker, toegankelijker en veel vaker te herhalen.” 

Badgasten en strandtenten

Het onderzoek is nu nog fundamenteel van aard. Maar met de methode en de data hoopt de groep betere modellen te kunnen maken voor de droge kust. Het mooiste voor Sander zou zijn als dit dan bijdraagt aan een beter gebruik van de kust en de juiste maatregelen. Hij vraagt zich bijvoorbeeld af wat het effect is van badgasten en kuilengravers in de zomer. En is het goed in termen van kustbescherming dat er strandtenten vlak voor de duinen neergezet worden? Hoopt het zand dan niet op de verkeerde plaats op? “Dat soort vragen kun je mogelijk gaan beantwoorden met zulke nauwkeurige data. Je kunt het effect van dat soort ingrepen inzichtelijk maken. Dat heeft een behoorlijke maatschappelijke impact.”

Maar zover is het nog niet. Eerst moet de laserscanner optimaal werken. Over een week mag Sander weer terug naar het hotel om data op te halen. Even uitwaaien.

Gepubliceerd: maart 2017


Sander Vos promoveerde aan de TU Delft in 2002 bij Professor Battjes. Inmiddels werkt hij al jaren bij Ingenieursbureau Baars-CIPRO, dat onderwateronderzoek doet. In 2015 klopte Sander met zijn plan aan bij professor Marcel Stive. Sindsdien werkt Sander anderhalve dag per week als PostDoc / onderzoeker op de universiteit. Hij en zijn collega’s maken zich klaar om een voorstel in te dienen bij STW om hun meetmethode en model verder te ontwikkelen.