Voor haar veldwerk reist geoloog Fiorenza Deon naar afgelegen streken in Indonesië en leerde ze de taal om met lokale autoriteiten te kunnen onderhandelen. Haar bodemonderzoek vormt onderdeel van GEOCAP, een samenwerkingsproject waar Nederlandse en Indonesische overheden, bedrijven en universiteiten de handen ineen hebben geslagen om het gebruik van aardwarmte verder te onderzoeken en ontwikkelen. GEOCAP beslaat veel meer dan enkel wetenschappelijk onderzoek, benadrukt Deon. “Bilaterale samenwerking biedt iedereen enorme voordelen.”

Hoofddoel van dit onderzoeksprogramma, dat uit verschillende projecten bestaat, is het doorontwikkelen en verbeteren van de productie van geothermie: het winnen van energie door aardwarmte. Voor Indonesië, dat honderden vulkanen telt, vormt deze duurzame vorm van energieopwekking een enorme potentie. Het onderzoek richt zich op de eigenschappen van gesteentereservoirs geschikt voor geothermische doeleinden, vertelt Deon. “Ons team, bestaande uit mij, prof. David Bruhn en dr. Auke Barnhoorn, heeft tot doel deze gesteenten beter te karakteriseren. Meer kennis van de bodem is daarvoor hard nodig. Door stenen en het oppervlaktewater te bestuderen, hopen we uiteindelijk te kunnen zeggen welke gebieden geschikt zijn voor het bouwen van aardwarmtecentrales.”

Geochemie en grondwater

Deon verzamelt gesteente- en watermonsters op verschillende eilanden als Java, Sumatra en binnenkort ook Sulawesi.“Dat doen we in gebieden waar nog weinig data van bestaat en in gebieden waar aardwarmtecentrales al in gebruik zijn. Het ontbreekt Indonesië nog aan een algemeen overzicht van de samenstelling en geochemie van gesteenten en grondwater. Vooral op het vlak van gesteenteonderzoek is er nog een boel werk te verrichten, en Indonesië is zo’n enorm groot land!”

Door gebieden op deze wijze in kaart te brengen, is hopelijk sneller te achterhalen of het zinvol is om te gaan boren voor geothermie. Dat zal Indonesië kosten besparen, stelt Deon. “Nu start met vaak meteen met boringen en met seismisch bodemonderzoek, en dat is altijd behoorlijk prijzig. Als we eerst in kaart brengen of een gebied potentie heeft voor geothermie,  dan kunnen we gefundeerd beslissen om dit met seismische methodes verder te onderzoeken. Ik wil daarom graag een praktische gids achterlaten hoe het beste kan worden gekarteerd in verschillende gebieden.”

Kennisoverdracht

Maar GEOCAP omvat niet alleen het opbouwen van kennis, benadrukt Deon. Samenwerking tussen de verschillende partners en kennisoverdracht zijn een integraal onderdeel van het project. Deon: “Samen is beter dan alleen. Kijk bijvoorbeeld naar de ambitie van dit project om de elektriciteitsproductie in Indonesië te verhogen en de CO2-uitstoot te verminderen. Dat lukt je niet alleen. Bilaterale samenwerking biedt iedereen enorme voordelen. In de wereld van vandaag bereik je zonder samenwerking vrijwel niks meer.”

Om die kennisdeling te bevorderen, verzorgt het team onder andere workshops en trainingen aan de Bandung Institute of Technology, een van de universiteiten waar ze mee samenwerken. “Het gaat er om dat wij mensen opleiden en hen vertrouwd maken met de onderzoekstechnieken. Ook wij leren daarvan: we hebben onze lesmethode veranderd omdat we trainingen geven aan een veelzijdig publiek, ook aan mensen zonder academische achtergrond uit het bedrijfsleven of de regering.” Deon geniet van de vragen die ze niet direct kan beantwoorden. “Dat geeft mij de feedback die ik nodig heb om mijn lessen te kunnen verbeteren. Ik combineer mijn trainingen waar ik kan met veldwerkactiviteiten, om studenten bijvoorbeeld te leren hoe zij moeten monsteren. Tenslotte is ook dat kennisoverdracht.”

Meer dan wetenschap

Door haar vele weken veldwerk in Indonesië spreekt de van oorsprong Italiaanse Deon inmiddels al een aardig mondje Bahasa, de officiële Indonesische taal. Dat kon voor haar onderzoek ook niet anders. “Je komt als wetenschapper in Indonesië gewoon niet ver door alleen Engels te spreken. Je moet de tijd nemen om met plaatselijke overheden te praten, dorpjes te bezoeken en te praten met de verschillende landeigenaren.

Werken in Indonesië is voor Deon dan ook meer dan alleen wetenschap. Het culturele aspect is ontzettend belangrijk voor haar. “ Ik ben het bijvoorbeeld gewend geraakt om voedsel met mijn handen te eten. Dat is een manier om te laten zien dat je het voedsel waardeert. Het is belangrijk om dat soort dingen te weten en de mentaliteit en taal van het land te begrijpen.”

Het werken met de Indonesiërs is een belangrijke motivatie voor Deon. “Het idee dat mijn werk enigszins kan helpen bij het verbeteren van de leefomstandigheden van de plaatselijke bevolking, of mensen in de toekomst kan voorzien van duurzaam opgewekte elektriciteit, dat is mijn belangrijkste persoonlijke drijfveer.”

Gepubliceerd: Maart 2017