Vroeg opstaan, in een kleine vissersboot op pad gaan en in de verte de zon achter de vulkaantoppen zien opkomen. Zo begonnen de dagen voor promovenda Silke Tas tijdens het veldwerk dat ze gedurende twee maanden in Indonesië uitvoerde. De rest van de dag was doorgaans minder idyllisch, rondstampend in de modder om de juiste metingen voor haar onderzoek te bemachtigen. Tas is geïnteresseerd in de werking van zandbanken aan de kust die mangrovebossen een kans geven zich te herstellen, zodat die bossen op hun beurt erosie van de kustlijn tegen kunnen gaan.

In oktober 2018 verruilden Tas en twee collega’s van het BioManCo-project hun computers en kantoren voor het kleine vissersdorp Timbulsloko aan de kust van Demak om de werking van de aan erosie onderhevige mangrove-modderkust te onderzoeken. Door de stabiliserende werking van hun wortels beschermden de mangrovebossen de kust van oudsher tegen erosie. Op natuurlijke wijze dus, zonder menselijke ingreep. Eigenlijk precies zoals de duinen hun werk doen in Nederland. Helaas zijn er de afgelopen jaren veel mangrovebossen gekapt, en nu is de kust aan snelle erosie onderhevig. Dit brengt het bestaan van vele vissers daar in gevaar.

Maar er is hoop. Aan deze modderkust komen opvallende zandbanken voor die de mangroves de ruimte geven om zich te herstellen zodat ze de kust opnieuw kunnen beschermen. Tas probeert de herkomst van deze banken te achterhalen, en hoe ze zich langs de kust bewegen. ‘’Als we achter het gedrag van deze zandbanken kunnen komen, is het mogelijk ze te manipuleren zodat de mangroves zich sneller kunnen herstellen en zo kusterosie kunnen vertragen,’’ droomt Tas.

De hulp van vissers

Tijdens haar veldwerk verbleef ze in het huis van een visser. Die ervaring maakte haar nog vastberadener om haar droom te verwezenlijken. Door zo nauw samen te leven met de vissers zag ze pas goed hoe de kusterosie hun levens beïnvloedt. Als het zo doorgaat, staat er voor hen veel op het spel. ‘’Veldwerk maakt het onderzoek tastbaar. Die mensen zijn echt blij met je komst - ze zien namelijk met eigen ogen dat hun omgeving gevaar loopt. Ondanks de enorme taalbarrière probeerde iedereen te helpen met het onderzoek en dachten ze erg mee,’’ aldus Tas.

Wachten op de storm

Voordat het grote veldwerkavontuur begon, had Tas maanden nodig om het onderzoek te plannen. Er waren bijvoorbeeld onderzoeksvergunningen nodig. ‘’Ik heb zoveel geleerd dat niets met promoveren te maken heeft,’’ lacht Tas. En ondanks haar grondige voorbereiding, blijken de dingen in het veld toch altijd net even anders te gaan. ‘’We hadden het werk in het stormseizoen gepland omdat we de invloed van golven op de zandbanken wilden bestuderen. Dit jaar begon het seizoen echter enorm laat, dus we hebben geen storm gezien. De hoogste golf was maar 40 centimeter.’’ Gelukkig bewogen de zandbanken uit zichzelf ook veel, en dat bleek al even fascinerend en bruikbaar. 

De natuur kan de onderzoeker soms parten spelen, maar culturele verschillen leveren soms ook problemen op. ‘’We hadden een bepaalde locatie op het oog die perfect was om onze apparatuur op te zetten, maar daar dachten de vissers anders over - dat was namelijk hun beste visplek. Dus verplaatsten ze onze apparatuur gewoon, waardoor de metingen onbruikbaar werden.’’ Uiteindelijk verdween er zelfs apparatuur. Grappig genoeg was dat een GPS-boei die zijn locatie bleef uitzenden en duidelijk in een vissersboot was gezet die op weg was naar een ander dorp. Achterop een scooter gezeten, hobbelend over slechte modderwegen, volgde Tas het signaal. Het kostte twee dagen om de boei terug te krijgen - hij was erg goed verstopt. Maar de visser die hem had meegenomen, vond het zo erg dat hij Tas naast de boei ook nog vier grote vissen gaf.

Hoewel het veldwerk niet over rozen ging, kijkt Tas er met een grote glimlach op terug. Het hielp zeker dat ze gewend was aan improviseren en innoveren. Op wat jongere leeftijd werkte ze als zeilinstructeur en ‘’wanneer je op een zeilschip zit en iets gaat niet volgens plan, dan moet je ook creatief worden en werken met wat er voorhanden is. Met veldwerk is het precies zo.’’

Terug op kantoor

Ondanks de onvoorziene omstandigheden was het veldwerk een succes. Tas wilde vooral graag weten waar de zandbanken vandaan kwamen. De kust bestaat uit modder, wat uit hele fijne deeltjes bestaat. En dan opeens ligt er een laag bovenop van veel grover zand, schijnbaar uit het niets. De verzamelde gegevens kunnen inzicht geven in dit fenomeen en het hopelijk verklaren. ‘’Momenteel probeer ik met bepaalde gegevens een model te maken van wat ik in het veld aantrof,’’ vertelt ze. ‘’Ik werk met drie hypothesen die het verschijnsel mogelijk kunnen verklaren, en hopelijk helpen de gegevens en het model me op de juiste weg.’’ De oorsprong van de zandbanken verklaart ook veel over hun bewegingen, en daarmee hoe ze gebruikt kunnen worden om mangrovebossen te laten herstellen.

Tas moest uiteindelijk de zonsopgangen in Indonesië weer verruilen voor haar kantoor. Maar ze is nog steeds enthousiast over haar onderzoek. ‘’Ik ben mijn promotie aan het afronden, en voor die tijd moet ik uitvogelen hoe de zandbanken functioneren. Wanneer we alledrie klaar zijn, gaan we terug naar Indonesië om onze resultaten te presenteren.’’ Tegen die tijd zullen er geen GPS-boeien meer worden gestolen en hoopt Tas te kunnen laten zien hoe haar onderzoek bij kan dragen aan kustherstel door middel van de kracht van de natuur zelf. 

Gepubliceerd: januari 2020