Intergetijdengebieden zijn van groot belang voor de bescherming van onze kust en als tussenstop voor trekvogels. Maar steeds meer van deze zand- en modderplaten dreigen voorgoed onderwater te verdwijnen. Cynthia Maan onderzocht hoe we dankzij samenwerking met de natuur en met hulp van het systeemdenken ervoor kunnen zorgen dat ze behouden blijven.

Wie weleens met laarzen door de waddenblubber heeft geploeterd of met een bootje op zeehondensafari is geweest, kent ze ongetwijfeld: zand- en modderplaten die bij eb zichtbaar zijn en bij vloed weer kopje onder gaan. Hoewel de meeste, grootste en bekendste van deze intergetijdengebieden in het Waddengebied liggen, zijn ze ook aan de westkust te vinden, onder andere bij de Wester- en Oosterschelde. 

Wegrestaurant voor trekvogels

Intergetijdengebieden zijn niet zomaar stukjes modder die af en toe tevoorschijn komen, zegt onderzoeker Maan. Ze hebben namelijk belangrijke functies. “Ze herbergen een enorme biodiversiteit, ze zijn zelfs productiever dan tropische regenwouden heb ik weleens gehoord. Er leven schaaldieren, zeedieren en vele andere beestjes. Een ideale tussenstop voor trekvogels om voedsel te vergaren, het is een soort wegrestaurant voor ze. Ook vormen de gebieden een natuurlijke barrière voor de kust. Ze breken golven voordat die tegen de kust slaan.”

Dammen blokkeren sedimentaanvoer

Maar steeds meer intergetijdengebieden (dreigen te) verdwijnen. Dat komt onder meer door zeespiegelstijging, zegt Maan. “Die zorgt ervoor dat nu nog stabiele intergetijdengebieden hun hoofd straks niet meer boven water kunnen houden.” Maar ook menselijke activiteit heeft invloed. “Dammen blokkeren de aanvoer van zand en kleideeltjes (sediment) naar riviermondingen. Tegelijkertijd voeren de golven wel zand weg van een intergetijdengebied, waardoor die erodeert.”

Alle onderdelen beïnvloeden elkaar

Om meer begrip te krijgen van het ontstaan of verdwijnen van een intergetijdengebied bestudeerde Maan de zogenaamde morfodynamische ontwikkeling ervan: de krachten die water en sedimenten op elkaar uitoefenen bij het transport en de afzetting op een zandplaat. “Met computermodellen kunnen we berekenen hoe de aangroei of afname van een intergetijdengebied plaatsvindt. Maar om het hele systeem te kunnen sturen moeten we de resultaten van deze computermodellen ook kwalitatief goed begrijpen. En dat is lastig, want alle componenten beïnvloeden elkaar: de sterkte van de zeestroming, de waterdiepte, ligging van de dijken, hoeveelheid sedimentaanvoer.” 

Leren van behouden eigenschappen

Maan deed onderzoek bij intergetijdengebieden in de Westerschelde en de monding van de Chinese Yangtze-rivier. “De gebieden bij de Westerschelde zijn smaller en stabieler, die bij de Yangtze zijn wat groter en veranderlijker, vergelijkbaar met die in het Waddengebied.” Maar ook bij de veranderlijkere gebieden zijn bepaalde eigenschappen te vinden die behouden blijven, zegt Maan. Bijvoorbeeld als de gebieden opschuiven in hun vaste vorm. “Die observatie leidt tot de vraag: waarom zijn ze behouden? Als je begrijpt welke processen ten grondslag liggen aan de behouden eigenschappen, kun je deze vervolgens actief gaan beïnvloeden.” 

Dynamische en stabiele gebieden

Uit de resultaten bleek onder meer dat de wisselwerking tussen de bodemhoogte en de krachten van de zeestroming en de golven van grote invloed zijn op de toestand van een intergetijdengebied. Maan. “Gebieden die veel blootstaan aan getijdenstromingen blijken dynamischer: ze bouwen zeewaarts uit of trekken zich landwaarts terug. Gebieden die veel blootstaan aan golven zijn vaak stabieler. Verder is de afstand tussen de geul en de dijk belangrijk. Als de geul en dijk zich kort op elkaar bevinden, zoals in de Westerschelde, zijn de gebieden stabieler.”

Groeiende aandacht systeemdenken

Voor het behoud van intergetijdengebieden moet bij de aanleg van dammen en dijken meer aandacht zijn voor systeemdenken, vindt Maan. Bij systeemdenken gaat het om het besef dat de verschillende onderdelen uit een systeem samenwerken en elkaar beïnvloeden. Een vrij nieuwe benadering in de waterbouw, die langzaamaan steeds meer aanhangers krijgt.

Maan: “In de waterbouw wordt van oudsher vooral gekeken naar één onderdeel binnen een systeem, bijvoorbeeld hydrodynamica, hoe water zich voortbeweegt. Maar er is minder aandacht voor hoe de hydrodynamica en het sedimenttransport samenwerken, terwijl dat juist op lange termijn grote gevolgen heeft voor intergetijdengebieden.”

Prominentere rol voor de natuur

Volgens Maan kunnen er nog meer stappen gezet worden om de Nederlandse kust op een natuurlijke manier te beschermen volgens het building with nature principe. “Soms kun je voor een groter intergetijdengebied zorgen door dijken juist landwaarts te verplaatsen. Dat klinkt misschien gevaarlijk, maar het kan de kustveiligheid juist verbeteren. En als in een rivier veel dammen staan, zoals in de Yangtze, of dijken niet verplaatst kunnen worden, kun je met andere maatregelen het behoud van intergetijdengebieden beïnvloeden. Denk aan het plaatsen van vegetatie of kunstmatige ophoging met zand. Als je dat op de goede manier doet, dan doet de natuur de rest van het werk.” 

Gepubliceerd: maart 2019