De visie van Arjan van Timmeren

“Er woedt de komende decennia een slag om de publieke ruimte”, voorspelt Arjan van Timmeren, hoogleraar milieutechniek & ontwerp in de stedenbouw en wetenschappelijk directeur van het AMS Institute.

Steden zijn vooral ontstaan op plaatsen waar bijvoorbeeld een rivier uitmondde of wegen elkaar kruisten. Een stad is gebaseerd op een trage, natuurlijke ontwikkeling die later geoptimaliseerd is, maar er heeft zelden een werkelijk herontwerp plaatsgevonden. Al doen we dat in Nederland beter dan elders; hier is elk stukje land al diverse keren over de kop gegaan. Dus dat verwacht ik voor de toekomst ook.

De komende decennia vindt er een slag plaats om de publieke ruimte. Om iedere parkeerplaats die vrijkomt en elk park. Energieopwekking en klimaatadaptie zullen steeds meer plek vragen. En ook privatisering, hogere bevolkingsdichtheid en vrije tijd leiden tot een intensiever gebruik ervan. Hoe die publieke ruimte uiteindelijk wordt verdeeld, bepaalt de leefbaarheid van de stad. Vast staat dat Europa, en Nederland in het bijzonder, er zorgvuldig mee om moet gaan.

De grote transities van onze tijd leggen allemaal een claim op de ruimte. Ict en diverse technische innovaties maken het mogelijk om deze efficiënter te benutten of meerlaags te gebruiken. Bij het AMS Institute (Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions) lopen momenteel letterlijk 101 projecten op het gebied van verkeer, water en energie. Hierbij voegen we een informatielaag toe aan de conventionele engineering. Daarmee optimaliseren we het gebruik.

Maar uiteindelijk moeten er andere oplossingen komen. Zo moeten we bijvoorbeeld kijken naar de organisatie van het ‘systeem stad’. Deze zal minder centraal worden, en we moeten een soort decentrale, geclusterde én gekoppelde oplossingen ontwikkelen als onderdeel van centrale netwerken.

Ofwel, de afzonderlijke oplossingen voor energie, vervoer en klimaatadaptatie die er nu zijn, zullen we meer moeten integreren als systeem. Dit moet enerzijds door die strijd om de ruimte, anderzijds doordat de transities simpelweg niet voor elkaar te krijgen zijn: de bouwcapaciteit schiet tekort. Dat betekent dat je het ‘systeem stad’ zult moeten herontwerpen met samenhangende oplossingen voor energieopwekking, voedselproductie, vervoer, en afvalwaterzuivering. 

Foto Sam Rentmeester

Er zijn al voorbeelden van integraal ontwikkelde steden. Zo bouwt Google Quayside in Toronto en zijn in diverse Aziatische landen geheel nieuwe stedelijke constructen gerealiseerd of in ontwikkeling, zoals Masdar City in de Verenigde Arabische Emiraten. 

Tegen 2030 verwacht ik vergelijkbare transities ook in Nederland. We zullen de stedelijke infrastructuren voor energie, transport en water herontwerpen tot integrale ‘gedistribueerde’ systemen. De realisatie daarvan zal daarbij grotendeels circulair zijn: nieuwbouw met bestaande materialen en componenten, al dan niet met nieuwe bouwmethoden zoals 3D-printing. 

Ik denk trouwens dat er ook zeker een moment zal komen dat we weer een trek uit de stad zullen gaan zien. Los van dat dit altijd in cycli gaat, is het ook een logisch gevolg van de transities die gaande zijn, met de informatisering voorop.”