Hoe lang grazen de koeien nog in de wei?

Satellietmetingen laten in Zuid-Holland een snelle bodemdaling zien van gemiddeld een centimeter per jaar. Wat is er aan de hand en is die trend nog te stoppen?

De bodemdaling in veenweidegebieden ligt tussen 0 tot 2 centimeter per jaar en is al zo’n 800 jaar bezig, vertelt prof.dr.ir. Ramon Hanssen (Civiele Techniek en Geowetenschappen). Zijn onderzoeksgroep levert de data voor de Nederlandse bodemdalingskaart.

De eerste droogleggingen van eeuwen geleden vormden het begin van de inklinking. De bovenste laag van de drassige bodem kwam droog te liggen, ging verrotten en slonk. Na verloop van tijd werd de grond weer drassig en moest het waterpeil verder verlaagd worden. “Er zijn polders in Delft waar acht meter bodem is verdwenen”, vertelt Hanssen.

Menselijk handelen

De vrees is dat dit proces versneld wordt door drogere zomers. Hierdoor komt het grondwaterpeil lager te liggen en wordt een dikkere bodemlaag blootgesteld aan verdroging en inkrimping. Daar komt bij dat tijdens verdroging kooldioxide en methaan vrijkomen – zo’n 1 tot 2 procent van de nationale broeikasgasemissies.

Na een droge hete zomer kan het grondwaterpeil een halve tot een hele meter lager komen te liggen dan normaal, vertelt grondwaterexpert prof.dr.ir. Mark Bakker (CiTG). De vraag van de waterschappen is altijd: is het grondwaterpeil komend voorjaar weer hersteld? En dat is niet vanzelfsprekend omdat de aanvulling nu eenmaal traag gaat. In Nederland valt gemiddeld 80 centimeter regen per jaar waarvan ongeveer de helft in het grondwater terechtkomt en de rest naar zee stroomt of verdampt. Voor de voorspelling van het grondwaterpeil ontwikkelde Bakker samen met adviesbureau Artesia en de universiteit van Graz het softwarepakket Pastas. Bakker: “Pastas kan gebruikt worden om te bepalen welke grondwaterstandsverlagingen het gevolg zijn van verminderde regenval en verhoogde verdamping of van bijvoorbeeld grotere grondwateronttrekking of verlaging van het peil in het oppervlaktewater.” De verdroging van de Zuid-Hollandse veenweidegebieden is volgens Bakker vooral het gevolg van menselijk handelen, met name drainage.

Boeren kunnen niet uit de voeten met een hoge waterstand en verlagen met drainagepijpen onder het weiland het grondwaterpeil tot 70 tot 80 cm onder het maaiveld om gras te laten groeien, koeien te kunnen weiden en met machines over het land te kunnen rijden.

De droogte heeft de belangentegen-stelling tussen natuur en landbouw vergroot.

Grazende koeien

Maar in de nabijgelegen natuur-gebieden zakt het grondwater mee, met negatieve effecten op de soms zeldzame bloemen en planten die daar groeien.

De droogte van de afgelopen zomers heeft de belangentegenstelling tussen natuur en landbouw vergroot. Meer dan ooit zijn de waterschappen een politieke arena geworden waar landbouwbelangen en het behoud van natuurwaarden tegenover elkaar staan. Hoe lang kunnen koeien nog in de wei grazen als het grondwaterpeil niet langer verlaagd mag worden? “Misschien is het typisch Nederlandse landschap met een boerderij en grazende koeien langs de sloot eindig”, overpeinst Hanssen.