‘Je moet altijd een plan hebben’

De Syrische ingenieur Fares al Hasan verruilde Aleppo voor Nederland, waar hij werkt als onderzoeker op de TU Delft en als GIS-specialist op de Universiteit van Utrecht. De weg hier naartoe was vol hobbels. “Voor veerkracht moet wel ruimte zijn.”

Fares Al Hasan had een goede baan als landbouwkundig ingenieur aan de afdeling Bodemkunde en Drooglegging van de University of Aleppo. Maar nadat in maart 2011 in Syrië de burgeroorlog uitbrak, veranderde alles. Hij verhuisde met zijn gezin naar zijn ouders in Al-Bab, een plaatsje buiten Aleppo. De dagelijkse forensentocht die hij op zijn motor en te voet maakte naar West-Aleppo werd steeds gevaarlijker. Overal waren sluipschutters. “Toen ik op een dag een kogel langs mijn oor hoorde suizen, besloot ik niet meer naar mijn werk te gaan.” Hij raakte zijn baan kwijt. Nu, bijna tien jaar later, doet hij voor de TU onderzoek naar de droogte in de zomer van 2018. Hoe speelde hij dat klaar? Zorg dat je altijd doorgaat, zegt Al Hasan.

In Al-Bab smeedde hij een nieuw plan: een bestaan opbouwen als wetenschapper in Europa. Hij zocht naar wetenschappelijke beurzen en bleek welkom in Wageningen, bij de master internationaal land- en watermanagement van de WUR. Al Hasan kon zich in zijn eerste jaar nauwelijks concentreren op zijn studie. Er was weinig ruimte voor academisch denkwerk, zijn hoofd zat vol oorlog. “Mijn familie was achtergebleven in Syrië. Ik maakte mij dag en nacht zorgen om hun veiligheid.” Na een jaar wist hij zijn toenmalige vrouw en dochters naar Nederland te halen.

Het eerste dat we moeten doen is een nieuw onderwijssysteem opbouwen. Zonder goed onderwijs is een land nergens

Hij weet nu: “Er is niet altijd ruimte voor veerkracht.” Toch ging hij door. Door met studeren, door met zijn leven. “Ik had geen andere keus.” Na zijn master solliciteerde hij voor Hestia, een NWO-beurs die ervoor zorgt dat gevluchte wetenschappers hun carrière kunnen voortzetten in Nederland. In eerste instantie was hij alleen verbonden aan de TU Delft, maar eind 2019 kwam daar de Universiteit Utrecht bij. “Ik hoorde dat ze op de UU iemand zochten. Die kans kon ik niet laten liggen.” Zijn onderzoek voor de TU wordt tot oktober 2021 gefinancierd door Hestia.

En daarna? Zijn plan ligt al klaar, ook al schat hij in dat corona zijn kansen verkleint. “Ik wil zo snel mogelijk publiceren. Daarna stort ik me op solliciteren voor een PhD-plek.” Hoewel hij voorlopig niet meer weg wil uit Nederland -  “ik en mijn gezin hebben hier zoveel om voor te blijven” - droomt hij voorzichtig van het opbouwen van een nieuw Syrië. “Ooit wordt het rustig en keren mensen zoals ik terug. Het eerste dat we in mijn ogen moeten doen is een nieuw onderwijssysteem opbouwen. Zonder goed onderwijs is een land nergens.”