Veerkracht vraagt om ontwerpen voor verandering

Natuurrampen en noodgevallen zijn dagelijkse kost voor dr. Tina Comes, onderzoeker disaster management bij TBM en wetenschappelijk directeur van het 4TU centrum voor Resilience Engineering.

“We hebben vorig jaar allemaal een stress-test ondergaan”, zei dr. Tina Comes in haar online speech over veerkracht in de maatschappij tijdens de Dies – het verjaardagsfeestje van de universiteit. Ze vertelt hoe zij en haar collega's de overstap hebben gemaakt naar online onderzoek en onderwijs. Als ouder van een vierjarig zoontje beleefde ze ook het thuisonderwijs van nabij. Ze benadrukt dat we zonder technologie voor transport en communicatie niet op dezelfde manier met Covid-19 hadden kunnen omgaan. “Zonder technologie,” concludeert ze, “is er geen veerkracht. Onderzoek heeft een centrale rol gespeeld in ons vermogen om ons aan te passen. Nu meer dan ooit met de komst van vaccins.”

Dr. Tina Comes: “Zonder technologie is er geen veerkracht.”

Paradoxaal genoeg vergroot de afhankelijkheid van techniek ook onze kwetsbaarheid. Daar kwam Comes achter tijdens een werkbezoek in Nepal. Haar team was daar in 2015 op bezoek bij door aardbeving getroffen dorpjes buiten Kathmandu toen ze geruchten hoorde dat in Amsterdam doden waren gevallen na een stroomstoring. “Door een stroomstoring?”, reageerden de dorpsbewoners verbaasd. “Die hebben we hier de hele tijd, maar daar vallen nooit doden door.” Zij twijfelde; het was de bedoeling dat zij hier mensen zou uitleggen hoe ze zich beter konden voorbereiden op natuurrampen. Maar wie had er nu de meeste veerkracht: de slachtoffers in Nepal, of de technologie-verslaafde Amsterdammers?

Wanneer in Amsterdam de stroom uitvalt, doet ook de telecommunicatie het niet meer. De stoplichten doven, met een verkeersinfarct tot gevolg. Als het lang genoeg duurt, doen ook de benzinepompen het niet meer en komt de samenleving knarsend tot stilstand. Rampenonderzoekers noemen dat het cascade-effect.

Onontkoombare samenhang

Wie de oorsprong zoekt van ‘resilience’ of ‘veerkracht’ als wetenschappelijke term, komt het woord als eerste tegen in de psychologie in de jaren 1960-1970. Het betekent daar het vermogen van mensen om te herstellen van een trauma. Rond die tijd werd de term ook gebruikt in de ecologie als veerkracht van natuurlijke systemen, en de daaraan verbonden grenzen. Als een bos eenmaal zo ver verdroogt dat het een savanne wordt, is die verandering onherroepelijk. Het ecologische systeem is dan een kantelpunt (tipping point) gepasseerd. Twintig jaar later wordt de term ook voor technische systemen gebruikt, zoals een tramverbinding. Als daar een boom overheen valt, hoelang duurt het totdat de vervoerscapaciteit weer hersteld is? Hoe korter de hersteltijd, hoe beter de veerkracht.

Binnen het 4TU centrum voor Resilience Engineering wordt de veerkracht in al deze betekenissen gebruikt: sociaal, technisch en ecologisch. Is dat geen onhanteerbaar breed begrip? “Natuurlijk is het eenvoudiger om een technische voorziening of een natuurlijke biotoop als losstaand te beschouwen”, legt Comes uit. “Maar dat heeft geen zin omdat in onze stedelijke omgeving alles steeds meer met elkaar in verbinding staat.”

Paradoxaal genoeg vergroot de afhankelijkheid van techniek onze kwetsbaarheid

Informatie- en communicatie-technologie koppelt transport- en energienetwerken steeds fijnmaziger en nauwer aan sociale netwerken. Maar die ontwikkeling vergroot ook de kwetsbaarheid voor externe verstoringen in de vorm van overstromingen of ziekten. Sinds een jaar of vijf groeit het besef dat veerkracht een overkoepelend concept is van sociale, ecologische en technische systemen.

Zo werd het belang van de sociaal-institutionele component afgelopen jaar geïllustreerd door het rampzalige verloop van de coronapandemie in de Verenigde Staten. In haar peilingen houdt de Wereldgezondheidsorganisatie WHO geen rekening met landelijk bestuur en sociale cohesie, vertelt Comes. En daardoor ontstond vooraf een veel te rooskleurig beeld van de impact van Covid-19 in Amerika. Immers, het aantal huisartsen per honderdduizend inwoners, de ziekenhuiscapaciteit en het scholingsniveau van het medische personeel waren allemaal keurig op orde. Toch vielen nergens meer coronadoden dan daar (meer dan 400 duizend) omdat de sociale cohesie ontbrak en er verdeeldheid uitbrak in plaats van een doelgerichte aanpak. De avondklokrellen brachten onlangs ook in Nederland breuklijnen in de sociale cohesie aan het licht.

Gemiddelde geen standaard

Terugkijken is één ding, maar ingenieurs willen vooruit. Comes ziet dat als misschien wel de belangrijkste taak van het 4TU programma DeSIRE (Designing Systems for Informed Resilience Engineering): het vertalen van inzichten in veerkracht naar een tastbare leidraad voor ontwerpers.

Veerkrachtig ontwerpen begint met het besef dat je niet langer kunt uitgaan van een gemiddelde dag als standaard, of het om een afwateringsleiding gaat, een stroomkabel of een weg. Door klimaatverandering staat het gemiddelde niet langer stil en de uitschieters worden extremer. Bovendien moeten ingenieurs beseffen dat hun constructies bepalend zijn voor vijftig tot honderd jaar in de (veranderlijke) toekomst. Het betekent volgens Comes dat infrastructuur aanpasbaar moet zijn. “We moeten infrastructuur zo plannen dat we onszelf er niet mee klemzetten. Een dijk moet je misschien in fasen aanleggen en versterken.”

Komen we daardoor duurder uit? “Het Nederlandse zorgstelsel gaat bij de capaciteitsplanning uit van een geschatte behoefde. Bij een epidemie moet je dan snel opschalen, wat een kostbare zaak is. Planners houden rekening met een nauwe band aan scenario’s, terwijl we hebben ervaren dat dat geen verstandige strategie is. Ontwerpers moeten meer rekening houden met een radicaal ander gebruik van hun creaties; gebouwen moeten snel opnieuw in te richten zijn, en steden moeten zich kunnen aanpassen bij hoogwater. Veerkracht vraagt dat we ontwerpen voor de verandering.”

De 179ste Dies Natalis van de TU Delft had ‘Resilience’ als thema. Op DiesNatalis2021.nl zijn de speeches te beluisteren van onderzoekers die over dit onderwerp hebben gesproken.