Spijkerschrift in de scannner

Kralen, botten, en pijlpunten: er hebben al veel vreemde voorwerpen in de micro-CT-scanner gezeten bij Civiele Techniek. Maar het kleitablet dat dit voorjaar werd gescand was wel heel bijzonder. Het bevatte een vierduizend jaar oude fraudebescherming.

De micro-CT-scanner, formaat vrieskist, staat in de glazen aanbouw van de faculteit Civiele techniek en Geowetenschappen (CiTG). Oorspronkelijk is het apparaat aangeschaft voor het onderzoek aan bodemmonsters, maar dr. Dominique Ngan-Tillard ontvangt steeds vaker verzoeken van archeologen die verborgen aspecten van oude voorwerpen willen opsporen.

Zoals dit kleitablet. Het eerste dat opvalt is de finesse ervan. Het tablet, zo groot als een stuk zeep, draagt een prachtig verfijnd en regelmatig handschrift. Spijkerschrift was vanaf 3300 vóór tot 300 na Christus in gebruik in het Midden-Oosten.

Dr. Rients de Boer is conservator van drieduizend kleitabletten van het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (Nino) in Leiden. Opgeleid als Assyrioloog en werkzaam als universitair docent aan de Vrije Universiteit kan hij spijkerschrift lezen. In de kluis van het Nino bewaart hij de zogenaamde Böhl-collectie. Deze bestaat uit twee manshoge metalen ladenkasten, geheel gevuld met kleitabletten. De grootste hebben het formaat van een aardappel, de kleinste van een walnoot. Ook hier valt de verfijndheid van de voorwerpen op. Hier is niets primitiefs aan.

Het tablet dat de micro-CT-scanner in gaat heeft iets bijzonders: het is omgeven met een envelop, eveneens van klei. Vroeger, en daarvan heeft de Böhl-collectie ook voorbeelden, wipte een conservator de envelop open om het binnenste tablet te kunnen lezen. Die destructieve methode wordt niet meer toegepast. 

Het kleitablet in de scanner bij Civiele Techniek. Foto (c) Sam Rentmeester.

De archeologen hopen dat de micro-CT-scanner het verborgen spijkerschrift aan de binnenkant zichtbaar kan maken. De scan duurt anderhalf uur. Stap voor stap draait het voorwerp rond in de scanner terwijl er 1.440 röntgenopnamen gemaakt worden. Het resultaat is een 3D-dataset van 8,2 gigabyte met een resolutie van 30 micrometer.

Uit de eerste dwarsdoorsneden werd duidelijk dat er inderdaad sprake is van een losse kleivorm, omhuld door een kleilaag. Overigens is nog onduidelijk hoe de Mesopotamiërs er in slaagden om een nat kleitablet met een kleilaag te omhullen zonder dat de boel aan elkaar kleefde. Mogelijk gebruikten ze zand, stro of bloem om de lagen te scheiden. Dat soort materiaalkundige vragen kunnen mogelijk opgelost worden dankzij de ultrascherpe scanbeelden.

De Boer herkent het tablet als een ontvangstbewijs van een hoeveelheid verse sesam

Reconstructie

Dr. Ngan-Tillard is een dag bezig geweest om het binnenste kleitablet te reconstrueren uit de scandata. Eerst heeft ze in alle dwarsdoorsnedes de (minieme) loze ruimte tussen tablet en envelop gemarkeerd. Zo selecteerde ze het oppervlak van het ingesloten kleitablet die ze later reconstrueerde als een driedimensionaal oppervlak. De reconstructie ziet er haarscherp en piekfijn uit. Om te voorkomen dat de reconstructie voor voorwerp wordt aangezien geeft Ngan-Tillard het berekende oppervlak een abstract blauwe kleur. De Boer herkent het tablet als een ontvangstbewijs van een hoeveelheid verse sesam. Het tablet is afkomstig uit de regio Girsu (Zuid-Irak) en opgesteld in het Sumerische spijkerschrift. De envelop vermeldt de levering van 15.280 liter verse sesam van ene Lu-Ningirsu aan zijn broer Ur-Abba. Het ingesloten tablet specificeert volgens De Boer 11.050 liter van een eerste levering en 4.230 liter van een tweede. Samen keurig 15.280 liter. 

De onderzoekers reconstrueren het kleitablet uit de scan data. Foto (c) Sam Rentmeester.

Fraudebestrijding

De conservator vertelt dat het heel makkelijk was om in natte klei veranderingen aan te brengen in het spijkerschrift. Dat bracht mensen op creatieve en mogelijk lucratieve ideeën. Door op de envelop en op het ingesloten tablet dezelfde hoeveelheid te vermelden werd fraude een stuk lastiger.

Door de 3D-datasets in 3D te printen kunnen de onderzoekers replica’s van kleitabletten maken voor studenten, zonder de originelen in gevaar te brengen. 

Zo komt een deel van in Raqqa verloren gegane tabletten weer tot leven

Verwante stukken die door historisch toeval in Berlijn, Londen, Parijs of Leiden terecht zijn gekomen kunnen naast elkaar gelegd worden zonder dat de originelen op reis moeten.

Een recent voorbeeld is het project Scanning for Syria waar ook Ngan-Tillard bij betrokken is. Het gaat om vierhonderd kleitabletten die tussen 1985 en 2010 in Noord-Syrië werden gevonden en die opgeslagen werden in het museum in Raqqa. Sinds de verwoesting daar door Islamitische staat wordt gevreesd dat de vondsten verloren zijn gegaan. Van twintig tabletten zijn indertijd kunststof mallen gemaakt.

Door die mallen te scannen ontstaat een 3D-dataset die geprint kan worden. Zo komen de verloren tabletten toch weer tot leven. En daarmee de brieven, contracten, de lijsten en de namen van de mensen die 1.400 jaar geleden met elkaar leefden en woonden.

Tot en met 28 oktober is de pop-up-tentoonstelling Scanning for Syria te zien in het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) in Leiden. De expositie maakt deel uit van het symposium Archeology of the Future dat in juni plaatsvond. Leuk detail: bij de tentoonstelling zijn chocolaatjes te koop die een exacte kopie zijn van een klein kleitablet.