Humans of Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science

Dylan Schouten

De suiker in je koffie is nog niet weggesmolten of je hebt al niks anders gedaan dan lezen en schrijven: je leest het nieuws, je beantwoordt WhatsApp-berichtjes en stuurt een paar mailtjes uit. Maar wat als je dit eigenlijk niet zo goed kan? Het is misschien lastig voor te stellen, maar er zijn nog steeds 1,3 miljoen mensen in Nederland die laaggeletterd zijn. Met dit gegeven in het achterhoofd, en de wil de wereld een klein beetje beter te maken, besloot Dylan Schouten mee te doen aan project VESSEL.

Laten we meteen met de deur in huis vallen: wie ben je en wat doe je?

Mijn naam is Dylan Schouten en ik heb een PhD gedaan aan de afdeling Interactive Intelligence. Ik heb de interactie tussen mens en technologie altijd fascinerend gevonden. Na mijn master stuitte ik op een project dat later de mysterieuze naam VESSEL kreeg: Virtual Environment to Support the Societal participation Education of Low-literates. Daar wilde ik meteen meer over weten! Ik heb maatschappelijke betrokkenheid in mijn werk altijd belangrijk gevonden en dat kwam in dit project heel sterk naar voren.

VESSEL is namelijk een digitaal hulpmiddel dat bestaat uit twee delen: een virtuele coach en een online omgeving voor het maken van opdrachten. In de online omgeving probeerden we zoveel mogelijk de werkelijkheid na te bootsen, zodat deelnemers konden oefenen met bijvoorbeeld internetbankieren. Daarnaast hebben we ook een virtuele coach gemaakt. Deze coach kan laaggeletterden helpen met het maken van opdrachten, ze motiveren of gewoon een praatje maken ter ontspanning. In het begin gebruikten we de therapiesoftware van Willem-Paul Brinkman. Die software was een mooi startpunt voor het ontwerp van de coach. Naarmate het project vorderde, hebben we onze eigen software gemaakt, helemaal toegespitst op VESSEL.

Kan je iets meer vertellen over voor wie VESSEL bedoeld is?

In Nederland heerst de aanname dat iedereen wel weet hoe en waar aan informatie te komen. Dit geldt alleen niet voor laaggeletterden – een grote groep mensen die moeite heeft met lezen, schrijven, spreken en/of luisteren. Internetbankieren of een doktersafspraak maken, bijvoorbeeld, kan dan al snel lastig worden. Laaggeletterden draaien dus minder goed mee in de samenleving. Dat leidt bijvoorbeeld tot eenzaamheid of gezondheidsklachten.

Het was een hele interessante doelgroep om mee te werken. Vaak denkt men dat laaggeletterden niet goed met technologie om kunnen gaan. In de praktijk blijkt dat helemaal niet zo te zijn. Helaas zijn online omgevingen vaak gebaseerd op lees- en schrijfvaardigheid, wat de doelgroep afschrikt. Het was voor ons dus de uitdaging om een hulpmiddel te maken dat aansloot bij wat de doelgroep daadwerkelijk wilde en fijn vond om te gebruiken.

Laaggeletterdheid is een taboe. Mensen die laaggeletterd zijn, schamen zich daar vaak voor. Hoe ben je dan tóch in contact gekomen met de mensen die je – met VESSEL – zo vreselijk graag wil helpen?

Daar hadden we in het begin inderdaad heel veel moeite mee, omdat deze groep heel goed onzichtbaar kan zijn als ze dat willen. Uiteindelijk hebben we Stichting ABC benaderd. Deze stichting zet zich in voor laaggeletterden door bijvoorbeeld trainingen en taallessen aan te bieden of ontmoetingen te organiseren. Zij brachten ons in contact met een aantal docenten van taalklassen. Nadat de docent mij aan iedereen had voorgesteld, ging er een wereld voor me open. Iedereen wilde enorm graag meewerken. Hun verhalen, ervaringen en suggesties waren een onmisbare toevoeging voor VESSEL. Het project was anders nooit van de grond gekomen. Daarvoor zijn we alle deelnemers heel dankbaar.

Is deze prachtige samenwerking iets dat VESSEL uniek maakt?

Soms denken mensen dat laaggeletterden zich bijvoorbeeld niet goed kunnen uitdrukken, dus zij bepalen dan wat de beste oplossing is voor hún problemen. Dat gebeurt natuurlijk met de beste bedoelingen, maar deze manier pakt zelden goed uit. Het loont echt om te vragen naar de ervaringen van laaggeletterden zelf, daar kunnen ze goed over vertellen. Juist als je luistert, kom je tot nieuwe inzichten en met oplossingen die je zelf nooit had kunnen bedenken. Daarom hebben we tijdens het ontwikkelproces mensen die moeite hebben met lezen en schrijven vanaf het begin betrokken. We wilden niet top-down een oplossing geven, we zeiden: ‘We willen heel graag samen naar een oplossing zoeken, maar we weten niet precies wat jullie ervaringen zijn. Kunnen jullie óns helpen?’

Het leukste aan dit project?

Eigenlijk vond ik veel dingen leuk. Ik heb er in ieder geval een heel fijn en voldaan gevoel aan overgehouden. Mijn advies aan alle afstudeerders binnen EWI: ‘Kijk naar projecten waarin je kan werken met mensen, zoek dat uit! Het is zo interessant, betekenisvol en bevredigend om deel te zijn van een project dat mensen helpt. Opeens heb je namelijk iets ontwikkeld dat een leven écht beter maakt.’