Dick Simons

08 MEI 2014

Naam?

Prof. dr. Dick G. Simons

Functie?

Hoogleraar Acoustic Remote Sensing met nu als toepassingsgebied vliegtuiggeluid bij de (nieuwe) sectie Aircraft Noise and Climate Effects (ANCE) aan de TU Delft. Tevens: directeur van de Graduate School van Aerospace Engineering.

Privé?

‘Ik heb een zoon en een dochter: Richard (17) en Esther (14), met wie ik zeer betrokken ben. Eén van mijn hobby's is geschiedenis, een mooie compensatie voor het technische vak dat ik beoefen. Ik deel deze passie met mijn zoon, wat het een extra dimensie geeft. We lezen en discussiëren veel over historische zaken. Richard wil zelfs geschiedenis gaan studeren en stiekem ben ik daar best trots op. Mijn ontspanning vind ik verder in de natuurkunde. Ik koop voortdurend natuurkundeboeken, zowel populairwetenschappelijk als inhoudelijk. Heerlijk om daarmee bezig te zijn!’

Favoriete vrijetijdsbesteding?

‘Theaterbezoek en muziek luisteren. Ik ga al dertig jaar heel intensief naar het theater met vrienden. We bezoeken alles, van cabaret en toneel tot muziek. Op die manier zien we vertrouwde artiesten, maar doen we ook verrassend mooie ontdekkingen. Muziek was vroeger een actieve bezigheid van mij, tegenwoordig luister ik er graag naar. Ik heb nog allerlei instrumenten in huis staan, waar vooral mijn dochter nu wel raad mee weet. Zij speelt onder meer verdienstelijk klarinet en piano. Verder hou ik van films kijken, het liefst de klassiekers.’ 

Mooiste gebeurtenis uit uw carrière?

‘Mijn benoeming tot hoogleraar hier in 2006. Die stap zat altijd wel in mijn achterhoofd, maar mijn academische carrière verliep niet bepaald standaard. Na mijn studie natuurkunde in Leiden ben ik in 1988 gepromoveerd bij ruimteonderzoeksinstituut SRON en heb ik 16 jaar bij TNO gewerkt. Daar was het de bedoeling dat ik het management in ging, dus een hoogleraarschap was heel ver weg. Ik koos echter voor de inhoudelijk aanpak, waarbij ik in 2004 de mogelijkheid kreeg om deeltijdhoogleraar in Delft te worden, gefinancierd door TNO. Uiteindelijk leidde dit in 2006 tot een fulltime leerstoel - absoluut een hoogtepunt.’

Leukste aan uw werk?

‘De inhoud: de combinatie van onderwijs en onderzoek, en dan ook in die volgorde. De onderwijscomponent was nieuw voor mij toen ik in Delft begon, maar ik vond het zeer inspirerend. Er zat blijkbaar best een schoolmeester in mij. De combinatie met onderzoek is prettig, maar ook nuttig: het maakt je een betere onderzoeker. Immers, als je iets uit wilt leggen, moet je het ècht snappen. Studenten houden je wat dat aangaat goed bij de les met hun vragen! Mijn onderzoekswerk wordt natuurlijk hoofdzakelijk gedaan door mijn promovendi. Als hoogleraar heb ik meer een initiërende en coördinerende rol en probeer ik mijn ervaring over te brengen.’

Grootste uitdaging op dit moment?

‘In 2010 ben ik enigszins van vakgebied veranderd: van akoestische remote sensing (aardobservatie met geluid) naar het meten en modelleren van vliegtuiggeluid bij ATO. Onlangs ben ik zelfstandig gegaan, met de sectie ANCE en bijbehorend MSc profiel in de afdeling Control & Operations. Speerpunt is onderzoek doen naar de milieueffecten van de luchtvaart in relatie tot geluid en klimaat. Nu is het zaak om in de faculteit een topsectie op het gebied van milieu neer te zetten met bovendien een zeer aantrekkelijk programma voor studenten. Onze club is weliswaar klein, maar we hebben veel te bieden - mede dankzij twee visiting scientists op het gebied van vliegtuiglawaai en klimaat van respectievelijk het DLR Göttingen en het DLR München. Een tweede grote uitdaging betreft mijn werk voor de Graduate School. Ik geloof er heilig in dat we iets positiefs kunnen neerzetten voor onze promovendi en daar draag ik graag mijn steentje aan bij.’

Waarom Delft?

‘Ik ben geen Delftse ingenieur, maar gegeven mijn achtergrond, kennis en ervaring bij TNO was Delft wel de meest logische plek voor een vervolgstap. Bij TNO heb ik de akoestiek geleerd. Wil je daarin verder gaan op het niveau van hoogleraar, dan is Delft de juiste plek, vooral ook omdat hier veel met akoestiek wordt gedaan.’ 

Beste eigenschap?

‘Ik kan goed uitleggen (vinden zelfs mijn kinderen), ik ben redelijk flexibel en heb een brede belangstelling. Kijk maar naar de vele zijstappen die ik in mijn carrière heb gezet. Ook ben ik vaak degene die de ideeën heeft en opstart. Verder denk ik dat ik niet alleen informatie 'zend', maar  ook aardig kan luisteren.’

Minst goede eigenschap?

‘Ik ben zeer ongeduldig. Als er iets geregeld moet worden, moet het nog diezelfde dag. Ik kan dan echt niet wachten en dat is helemaal niet handig. Tegelijkertijd ben ik recht door zee. Mijn kaarten liggen altijd direct op tafel. Politiek is niet aan mij besteed, maar dat is ook wel weer positief, toch?’

Welk onderwerp hoort volgens u hoog op de politieke agenda?

‘De Nederlandse overheid moet veel makkelijker investeren in energie en klimaat. Dat kan door innovaties te stimuleren, maar ook door de beschikbare technologie beter toe te passen. Het is toch absurd dat je in ons land maar sporadisch zonnepanelen ziet. In Duitsland zie je ze volop! Of neem windmolens. Bij ons zie je ze te weinig, voor de kust van Denemarken heb je enorme windmolenparken. Onze overheid zou daar echt de knip voor moeten trekken. Extra financiële injecties zijn eveneens hoognodig om kwalitatief hoogstaand onderzoek, onderwijs en wetenschap te blijven doen in Nederland. En: het moet eenvoudiger worden om subsidie voor onderzoek te krijgen, dus niet alleen via de vele ingewikkelde onderzoeksprogramma’s.’ 

Inspiratiebron?

‘In mijn huidige werk: onderwijs geven en onderzoek doen. Als ik op één dag sommen heb gemaakt, een onderzoeksvoorstel heb besproken en voor de klas heb gestaan, ben ik tevreden. Voor mijn carrière: mijn natuurkundeleraar op de middelbare school, en later mijn promotor bij SRON, oud-directeur Johan Bleeker. Ondanks zijn overvolle agenda was hij een kei in het begeleiden van jonge promovendi. En tot slot, in de natuurkunde: Richard Feynman, één van de grootste natuurkundigen van de 20e eeuw. Zijn onafhankelijkheid en eerlijke principes inspireren mij enorm. Eén van zijn boeken, Surely you're joking, Mr. Feynman!, is een genot om te lezen. Verplichte kost voor iedereen.’

Levensfilosofie?

‘Wees eerlijk in alles wat je doet. Wees open, zeg waar het op staat en los het met elkaar op. Maar ook: hou plezier in je werk. Er zijn altijd zaken die minder leuk zijn, maar verlies de plezierige kanten niet uit het oog.’