Fulvio Scarano

20 JUNI 2012

Naam?

Prof. dr. F. (Fulvio) Scarano

Functie?

Hoogleraar/leerstoelhouder Aerodynamics.

Privé?

‘Van oorsprong kom ik uit Napels. Ik ben getrouwd met Ines, zij is Portugese, en samen hebben we twee prachtige kinderen: Tiago (7) en André (4). We wonen met veel plezier in Delft: een mooie, internationale stad met tal van voorzieningen, precies groot genoeg voor ons, zonder de stress van een metropool. Het is handig om in dezelfde plaats te wonen èn te werken. Zo ben ik de eerste back-up voor Tiago en André, aangezien mijn vrouw in Noordwijk werkt, bij the European Space Agency. Ik ben graag met de kinderen bezig, om hen te leren fietsen of van een trap te springen bijvoorbeeld, en we maken veel grapjes samen. In wezen ben ik een fulltime entertainer; soms ook hier op de faculteit trouwens. In mijn ideale levensstijl creëer ik een vriendelijke sfeer, gebaseerd op sympathie en wederzijds vertrouwen. Formele relaties zijn niet aan mij besteed en goede humor is het beste medicijn tegen boosheid. Ik probeer problemen dan ook altijd met een glimlach op te lossen, al nemen we elkaar natuurlijk wel serieus.’  

Favoriete vrijetijdsbesteding?

‘Van huis uit ben ik een atleet, met als specialisatie de 400 m. sprint. Ik ben een paar keer regiokampioen geweest en heb meegedaan aan nationale kampioenschappen. In Delft ben ik van lieverlee met atletiek gestopt, vanwege blessures en het slechte weer hier (grapje!). Nu de kinderen wat groter zijn, heb ik de draad weer opgepakt. Ik ben lid geworden van atletiekvereniging AV40 en heb mezelf ten doel gesteld om de 400 meter in minder dan één minuut te lopen. Het voelt alsof je na jaren een garage opent en daarin je oude raceauto ziet staan: een beetje roestig maar de motor zit er nog in. Een kwestie van opknappen, bijstellen en gaan! Zo is het ook met mijn lijf, dus ik ben fanatiek in training. Verder mag ik graag zeilen, bijvoorbeeld op de Kaag, tijdens het jaarlijkse hooglerarenoverleg met de decaan. Met mijn gezin catamaranzeilen in Tunesië is ook favoriet. Dat is inmiddels traditie in de meivakantie, we doen dan altijd mee aan een vriendschappelijke regatta. Als ik tijd heb, geniet ik ook erg van muziek. Ik speel piano, nu weer frequenter omdat mijn oudste zoon ook speelt. Overigens ben ik bij alles wat ik doe competitief ingesteld. Ik ga voor het maximale, het liefst met mensen die dat ook doen.’ 

Carrière in vogelvlucht?

‘Eerst heb ik drie jaar architectuur gestudeerd aan de Università degli Studi di Napoli. Mijn hart bleek echter toch uit te gaan naar mijn eerste liefde: wetenschap en technologie. Ik twijfelde nog even tussen cybernetica en luchtvaart, maar het werd toch dat laatste. Vergeleken met mijn medestudenten behoorde ik al tot ‘de oudjes’. Toch heb ik er geen spijt van gehad, omdat de jaren dat ik architectuur studeerde fantastisch waren. Mijn studie luchtvaarttechniek vormde een uitstekende springplank voor het verwezenlijken van mijn dromen en ambities. Ik realiseerde me dat ik in de academische wereld wilde werken en me wilde toeleggen op onderzoek en onderwijs.

Na mijn phd, grotendeels bij het von Karman Instituut in België, wilde ik het academische pad volgen en professor worden. In 2000 ben ik bij de sectie Aerodynamics van L&R gekomen. Sinds 2008 ben ik hoogleraar aerodynamica.’ 

Mooiste gebeurtenis uit uw carrière?

‘Mijn installatie als professor was een zeer emotioneel moment. Jaren van hard werken werden bekroond, en mijn familie was voor de ceremonie overgekomen uit Italië. Een geweldige ervaring! Overigens heb ik altijd veel geluk gehad. Ik heb met mensen mogen werken die mij een kans gaven en stimuleerden, zoals mijn supervisors in Napels en Brussel en mijn collega’s in Delft. Kijk ik naar mijn tijd in Delft, dan ben ik heel blij met de VIDI-toekenning (2003) en natuurlijk de ERC Starting Grant (2008) - een subsidie van 1,5 miljoen euro voor innovatief experimenteel onderzoek naar aeroacoustiek door Tomographic Particle Image Velocimetry. Sinds 2010 coördineer ik een Europees samenwerkingsproject met een consortium van 12 partners, mijn grootste schaalproject tot op heden. Ik heb kortom altijd veel geluk gehad, of ik was de juiste persoon op het juiste moment.’ 

Leukste aan uw werk?

‘Dat ik tijd heb om na te denken. Dat zijn ook de momenten die ik het meest koester. Het allerliefst ben ik met collega’s samen puur aan het brainstormen. Ik werk nauw samen met briljante jonge onderzoekers, en dat is een groot privilege. Ik wil mijn studenten graag zien ontwikkelen tot onderzoekers; daarnaast stimuleer ik hen om goede ingenieurs te worden. Soms gaat hier een pijnlijk maar noodzakelijk proces aan vooraf, weg van de zekerheden van je eigen kennis en af van de gebaande paden. Ik geniet er ook van om college te geven. Soms stel ik me dan op als entertainer: met veel humor dus, en altijd semiserieus. Dat heeft vast te maken met de cultuur van mijn geboortestad. Verder vind ik het bijzonder dat ik in een internationale omgeving mag werken; een van mijn belangrijkste drijfveren twintig jaar geleden om voor de academische wereld te kiezen. Ik heb een hecht netwerk op Europees niveau opgebouwd. Het is fantastisch om met mensen uit andere landen en culturen te werken die dezelfde interesse delen in dezelfde onderwerpen als ik.’ 

Grootste uitdaging op dit moment?

‘Als het om onderzoek gaat: optimale data uit onze windtunnelexperimenten halen met minder voorbereidingstijd. Daarmee zijn we trouwens al op de goede weg. Zo is ons systeem Tomographic Particle Image Velocimetry nu als standaard instrument geïnstalleerd voor het kunnen kwantificeren van complexe stromingen in hun 3D-structuur. Met deze nieuwe driedimensionale meettechniek gebaseerd op optische laser tomografie proberen we tot een volledige beschrijving en kwantificering te komen van stromingen rond vliegtuigmotoren, het onderstel en de vleugels (aerodynamica) en het geluid dat hieruit voortkomt (aeroacoustiek). Als het om educatie gaat heb ik meegeholpen vorm te geven aan het doctoraal programma met de Graduate School of Aerospace Engineering. Hier wordt baanbrekend werk verricht voor het verbeteren van de onderwijsaspecten van het phd-programma, waarin Delft een uitstekende reputatie heeft inzake onderzoek. Eén van de hoofddoelstellingen is dat onze doctors goede carrièreperspectieven hebben als wetenschapper, onderzoeker of technisch specialist, iets wat ik ook nastreef voor mijn eigen promovendi.’ 

Waarom Delft?

‘Direct na mijn promotie zou ik bij NASA Houston gaan werken aan activiteiten voor het International Space Station. Terwijl ik al bezig was met een trainingsprogramma belde professor Peter Bakker mij of ik interesse had in een plek bij aerodynamica in Delft. Dat was hèt telefoontje voor mij. Ik wist dat het qua cultuur een hele stap zou worden. Ik spreek bijvoorbeeld geen woord Nederlands, maar wel Frans, waarmee je bijvoorbeeld in België al snel uit de voeten kunt. Maar eenmaal in Delft zag ik al snel dat dit een geweldige plek voor onderzoek was. Het aerodynamicalab is voorzien van uitstekende apparatuur, de collega's zijn inspirerend. De hele sfeer hier sprak me enorm aan. Mijn vrouw Ines was destijds nog haar postdoc in Lissabon aan het afronden. Daarna kwam zij naar Delft, al was het ook voor haar een grote stap. Nu zijn we hier heel gelukkig.’

Beste eigenschap?

‘Ik ben vriendelijk, optimistisch, en communicatief. Ik sla snel bruggen tussen mensen, en ben daarom lid van diverse comités. Ik ben ook perfectionistisch, wat positief maar ook negatief kan uitpakken. Zo ben ik niet snel tevreden. Ik hou van actie, ik wil snel verder en vooral niet wachten. Een kunst die ik mijn studenten probeer te leren, is om complexe zaken te vereenvoudigen, waar nodig door prioriteiten te stellen. Dat is een absolute voorwaarde om (snel) beslissingen te kunnen nemen. Mijn motto is: beter een fout maken en weten wat te doen, dan besluiteloos afwachten.’ 

Minst goede eigenschap?

‘Ik ben soms geneigd te zeer op mijzelf te vertrouwen. Ik zou meer kunnen leunen op de mensen om mij heen; hen eerder bij zaken betrekken. Op dat gebied heb ik al veel geleerd van mijn Nederlandse collega’s, want zij zijn uitstekende teamwerkers. Maar ik hoop mij op dit punt nog verder te verbeteren. Zoals gezegd ben ik optimistisch, maar ik kan ook polemisch zijn. Ik zou graag de onverwoestbare constructieve houding van mijn collega Hester Bijl bezitten. Overigens sta ik wel degelijk open voor andere visies; ik kan best van mening veranderen en toegeven.’

Welk onderwerp hoort volgens u hoog op de politieke agenda?

‘Ik volg de Nederlandse politiek niet zozeer; ik ben meer geïnteresseerd in de evolutie van het Europese systeem, gezien mijn achtergrond en familie. Natuurlijk zou er meer aandacht moeten zijn voor het hoger onderwijs, in de zin van geld, onderwijstijd, docenten. Wat mij verontrust is dat de TU Delft studenten in toenemende mate management georiënteerd onderwijs krijgen. Mijn vraag is: hoe lang blijft er nog verschil zichtbaar tussen studenten uit Delft en van andere universiteiten? Mijns inziens moeten we terug naar de kern, namelijk: meer technisch onderwijs. Na je afstuderen is het immers moeilijker om technische verdieping te vinden dan om managementvaardigheden aan te leren.’ 

Inspiratiebron?

‘Ik heb eens het boek Jonathan Livingston Seagul van Richard Bach gelezen, en dat is enorm blijven hangen. Het is een eenvoudig verhaal maar zit vol metaforen en waarden die ik herken. De zeemeeuw, Jonathan, legt de lat voortdurend hoger voor zichzelf. Dat spreekt mij enorm aan, gezien het perfectionisme waarover ik het al eerder had. De inspiratie in mijn werkzame leven komt hoofdzakelijk uit de lessen die ik heb gehad van bevlogen professoren. Op mijn beurt wil ik nu de huidige generatie studenten enthousiasmeren: met mijn passie laten zien hoe eindeloos de mogelijkheden zijn. Een tweede inspiratiebron zijn mijn kinderen. Ik heb een kinderlijke kant in mij, ik hou ervan om grappige dingen te doen. Ik kijk samen cartoons met hen, om de humor in ons aan te kweken. Tot slot observeer ik graag mensen op het werk, vooral collega’s en de phd-ers. Ik ben benieuwd hoe zij problemen aanpakken en neem dit mee. Zij zijn een constante bron van inspiratie, zeker als we in een brainstormsessie zitten.’ 

Levensfilosofie?

‘Carpe diem. En daar bedoel ik mee dat ik voorrang geef aan het heden, met oog voor het verleden en de toekomst. Dit betekent ook dat beslissingen gedreven moeten zijn door passie. Kies voor iets waar je plezier in hebt, maak niet te veel berekeningen van tevoren. Plan geen zaken over tien jaar, maar richt je op wat je nu graag wilt.’