Max Mulder
10 JANUARI 2012
Naam?
Prof. dr. ir. M. (Max) Mulder.
Functie?
Professor Aerospace Human-Machine Systems.
Privé?
‘Ik woon samen met mijn vrouw Loes en zoon Jonathan (11) in Pijnacker. Als je me vraagt wat ik het liefst doe naast mijn werk, dan is het om met hen op reis te gaan. Zo zijn we een keer door Amerika getrokken, langs alle canyons, prachtig. Onlangs nog zijn we samen zes weken in Duitsland geweest vanwege mijn werk. Ik heb daar tijdens een sabattical bij het Max Planck instituut artikelen afgerond die daar al een paar jaar om vroegen. Andere passies zijn coachen – ik coach een handbal jeugdteam – en piano spelen. Dat laatste stond altijd al hoog op mijn verlanglijstje, maar toen ik in 2009 hoogleraar werd ben ik de uitdaging daadwerkelijk aangegaan. Het vormde enigszins het antwoord op de vraag: en wat nu? Ik ben geen hoogvlieger, maar speel met veel plezier de wat eenvoudigere stukken van Bach tot Beatles. Omdat je zo geconcentreerd bezig bent, raakt je hoofd als het ware ‘leeg’, en dat is heerlijk. Die interesse in muziek was er trouwens altijd al. In mijn jonge jaren was ik punker. Nog steeds ben ik een fan van knalharde rockmuziek. Voorwaarde is wel dat het ergens over gaat: muziek moet uit het hart komen en de makers moeten iets te zeggen hebben.’
Andere hobby’s?
‘Ik zou graag leren zeilen. Het jaarlijkse hooglerarenoverleg is vaak bij de Kaag, en dan gaan we nogal eens zeilen. Ik hou van water en rust, en ben gecharmeerd van het kraken van het zeil en het hout als de wind opsteekt. Het lekker buiten zijn is ook heel belangrijk voor mij. Als kind was ik altijd buiten, en dat mis ik echt. Als ik geen professor was, zou ik akkerbouwer willen zijn, met wat vee erbij voor de lol. Hard werken, maar in de buitenlucht, dat lijkt me mooi.’
Mooiste gebeurtenis uit uw carrière?
‘In 2005 kreeg ik een Vidi-subsidie voor mijn onderzoeksproject Cybernetic Approach to Assess Simulator Fidelity. Dit onderzoek was gericht op de ontwikkeling van vluchtsimulator Simona, die zodanig moet gaan werken dat piloten in de simulator exact hetzelfde gedrag vertonen als in het vliegtuig. De Vidi-prijs was een mooie bevestiging voor me, dat heb je soms ook nodig. Ik voelde toen dat ik echt iets had bereikt.’
Leukste aan uw werk?
‘Voor een groot deel is ons onderzoeksgeld, en daarmee ons werk, extern gedreven. We werken voornamelijk aan vragen uit de industrie, en zijn dus toepassingsgericht bezig. De fundamentele vraagstukken worden daarbij vaak overgeslagen, terwijl dat juist de zaken zijn die mij echt interesseren. Ik ben altijd aan het nadenken over de fundamenten van mijn vakgebied, klopt het wel wat we doen? Doen we wel de goede dingen? Het leukste van hier werken is dat je met je studenten en promovendi ook de mogelijkheid hebt om deze echt fundamentele vraagstukken op te pikken. Die academische vrijheid vind ik het grootste goed hier. Verder is de dynamiek op onze afdeling groot. Je ziet elk jaar nieuwe gezichten, en dat geeft mij enorm veel energie. Ik miste onze studenten echt toen ik onlangs een mini-sabbatical bij het Max Planck instituut had.’
Grootste uitdaging op dit moment?
‘Voor mij persoonlijk: scherp blijven in de wetenschap. Sinds ik professor ben, bekleed ik ook de functie van afdelingsvoorzitter. Dat houdt in de praktijk in dat ik meer manager dan onderzoeker ben. De uitdaging is om bij het onderzoekswerk betrokken te blijven, daar ligt mijn hart ook. Eigenlijk is professor zijn een onmogelijke baan. Je zit voortdurend in een spagaat tussen supergoed moeten zijn in je vak en enorm veel vaak pietluttige zaken regelen. Het zou mooi zijn als een professor een wetenschappelijk boegbeeld kon zijn, met daarnaast een aparte manager voor bestuurszaken.’
Waarom Delft?
‘Ik heb altijd in Delft gewerkt. De sfeer is goed, we hebben mooie faciliteiten en heel slimme studenten. Desondanks stuur ik mijn promovendi na hun verdediging bij voorkeur weg om een paar jaar buiten de deur te kijken. Dat is goed voor hun ontwikkeling.’
Beste eigenschap?
‘Dat is, en daar verbaas ik me eigenlijk over, dat ik nog steeds enthousiast ben over mijn werk. En dat ik daarnaast studenten en promovendi kan enthousiasmeren, ook voor de moeilijke problemen. Verder past in dit rijtje dat ik het ontzettend leuk vind om nieuwe zaken te leren en ontdekken, nog steeds. Biologie, psychologie, meet-en regeltechniek, luchtvaart, simulatie; het boeit me allemaal. En het mooie is: al die vakgebieden komen samen in mijn interesse voor de mens-machine interactie, waar ik me zo intensief mee bezig hou.’
Minst goede eigenschap?
‘Ik kan snel boos of geïrriteerd worden. Tegenwoordig laat ik dat wat minder snel merken, ik heb geleerd eerst op mijn tong te bijten voor ik iets zeg. Waar ik vooral moeite mee heb, is als mensen om de hete brei heen draaien. Ik ben liever recht door zee: gooi maar op tafel wat je bedoelt, dan kunnen we er wat mee. Ook dingen die lang slepen vind ik irritant. Daar heb ik vaak het geduld niet voor. Anderzijds zijn deze eigenschappen ook wel weer positief in een bestuurlijke functie.’
Welk onderwerp hoort volgens u hoog op de politieke agenda?
‘De financiering van het hoger onderwijs. We moeten in Nederland voor elke cent knokken. Ga je daarentegen naar Duitsland, dan zie je een delta van verschil. Hoewel het maar 100 kilometer rijden is, scheelt het een lichtjaar als het gaat om de financiering van onderzoek. In Duitsland wordt gewoon volop geïnvesteerd, bijvoorbeeld in goede apparatuur en klinkende budgetten voor hoogleraren. Dat trekt natuurlijk de beste mensen aan, ook uit ons land, met alle gevolgen van dien. Overigens heeft onze groep voorlopig niets te klagen. We krijgen nog steeds veel gelden van derden en hebben een prachtige simulator staan.’
Levensfilosofie?
‘Mijn levensmotto, al sinds mijn studententijd is: Do It Yourself!! Wacht niet op wat anderen doen, maar onderneem het zelf. Niet lullen, maar poetsen, dan kom je er wel.’

Prof. Dr Ir. M. (Max) Mulder
Human-machine interaction in aerospace
✉ M.Mulder@tudelft.nl