Onderwijsprogramma
Als Bouwkundestudent werk je om het kwartaal aan een groot ontwerpproject. Twee dagdelen per week krijg je dan ontwerpbegeleiding. Verder bestaat je onderwijs uit colleges en practica. Tijdens de practica voer je onderzoeksopdrachten uit en schrijf je wetenschappelijke papers.

Studieschema
De bacheloropleiding duurt 3 jaar (180 studiepunten) en bestaat uit zes semesters. Vijf daarvan hebben een vastgesteld programma, één periode is vrij in te vullen (de minor).
De semesters zijn gesplitst in twee kwartalen. Een kwartaal bestaat uit twee of drie âmodulesâ, bijvoorbeeld één ontwerpprojectmodule en één module academische vaardigheden. Door deze opzet ben je niet met tien vakken tegelijk bezig, maar kun je de aandacht ieder kwartaal richten op twee of drie vakken.
Alle studieonderdelen maken deel uit van een van de zes leerlijnen, die de rode draad van het programma vormen.
- Ontwerpen (6 modules van elk 10 studiepunten)
- Technologie (5 modules van elk 5 studiepunten)
- Grondslagen (4 modules van elk 5 studiepunten)
- Maatschappij, proces en praktijk (3 modules van elk 5 studiepunten)
- Academische vaardigheden (3 modules van elk 5 studiepunten)
- Overdracht en vorm (3 modules van elk 5 studiepunten)
In het laatste semester van de bachelor staat de integratie van de deelgebieden centraal. Het eerste kwartaal gaat over gebiedsontwikkeling, ruimtelijke planning en vastgoedbeheer. In een rollenspel ontwikkel je een gezamenlijke visie en strategie voor een stedelijke herontwikkelingsopgave. In het tweede kwartaal ontwerp je een complex openbaar gebouw, bijvoorbeeld een museum, met extra aandacht voor de samenhang tussen architectuur, bouwtechniek en duurzaamheid.
-
De ontwerpleerlijn (60 ECTS) is het meest omvangrijk en bestaat uit 6 ontwerpprojecten van elk 10 ECTS. Ontwerpen leer je door het vaak te doen. De opgaven worden steeds complexer en uitdagender: van een klein gebouw tot een ontwerp voor een stad en openbare ruimte, van collectieve ruimtes tot gebiedsontwikkeling.
De projecten zijn gericht op architectonische, bouwtechnische, stedenbouwkundige en landschapsarchitectonische ontwerpopgaven. Je presenteert jouw ontwerpen met behulp van bouwkundige tekeningen, maquettes, computersimulaties en dergelijke. De vaardigheden die je hiervoor nodig hebt, doe je op in de leerlijn âOverdracht en vormâ.De leerlijn âOntwerpenâ bestaat uit de volgende 10 ECTS projecten:
- Huis en verankering in het landschap
- Ontwerp en engineering
- Stad en openbare ruimte
- Woongebouw en woonomgeving
- Gebieds(her)ontwikkeling in het metropolitane landschap
- Gebouw en techniek
-
De leerlijn âTechnologieâ (25 ECTS) gaat in op de technische kant van de bouwkunde. Je doet basiskennis op van bouwconstructief ontwerpen, toegepaste mechanica, klimaatontwerp, draagconstructies en materialen.
Deze kennis heb je nodig om te kunnen voldoen aan de bruikbaarheids-, veiligheids-, comfort-, klimaat- en duurzaamheidseisen van een gebouw(detail) en de gebouwde omgeving. De kennis die je opdoet, pas je toe in kleine analyse- en ontwerpoefeningen en in (grote) ontwerpprojecten van de leerlijn âOntwerpenâ.
De leerlijn âTechnologieâ bestaat uit de volgende 5 ECTS modulen:- Technisch-wetenschappelijke fundamenten 1
- Materiaal en constructie
- Technisch-wetenschappelijke fundamenten 2
- Constructie en klimaatontwerp
- Woningbouwtechnologie
-
Waarom ziet de gebouwde omgeving er zo uit zoals we die om ons heen zien en welke ontwerpprincipes liggen hieraan ten grondslag? In de leerlijn âGrondslagenâ (20 ECTS) krijg je een systematisch overzicht van en inzicht in de geschiedenis van architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur. In elke module staan veertig projecten centraal die de ontwerpprincipes illustreren.
Bij dit vak volg je colleges, voer je analyseoefeningen uit tijdens practica en neem je deel aan een excursie naar een Europese metropool.
De leerlijn âGrondslagenâ bestaat uit de volgende 5 ECTS modulen:
- Huis, tuin en landschap
- Openbare ruimte en publiek gebouw
- Wonen, gebouw en omgeving
- De Europese metropool
-
Bouwkundigen doen meer dan tekenen en ontwerpen alleen. In de leerlijn âMaatschappij, Proces en Praktijkâ (15 ECTS) maak je kennis met de cyclus van de gebouwde omgeving, die onderverdeeld is in drie fasen: initiatief en programma, voorbereiding en bouw, en beheer en gebruik. Deze leerlijn begint in het tweede jaar. Je leert een programma van eisen opstellen, leert de belangrijke fasen uit de continue cyclus van het bouwproces en bekijkt de verschillende perspectieven, actoren en strategieĂ«n van herontwikkelingsopgaven.
De leerlijn âMaatschappij, Proces en Praktijkâ bestaat uit de volgende 5 ECTS modulen:
- Planning en programma
- Ontwerp en bouwmanagement
- Beheer en (her)ontwikkeling
-
Deze leerlijn (15 ECTS) gaat in op de ins en outs van de bouwkunde als wetenschappelijke discipline. Je gaat aan de slag met vragen als:
- Wat is weten en wat is wetenschap?
- Wat voor een type wetenschappelijke discipline is bouwkunde?
- Wat is bouwkundig ontwerpen?
- Wat is bouwkundig onderzoek?
- Wat is een bouwkundige (plan)analyse?
- Hoe komen we dit tegen in de verschillende ontwerpmodulen van de opleiding?
In het eerste jaar word je getraind in academische basisvaardigheden, zoals wetenschappelijk schrijven, argumenteren, het doen van literatuuronderzoek, debatteren, het doen van onderzoek, evalueren en reflecteren. Ook krijg je een beter begrip van de methoden en technieken van bouwkundig ontwerp en onderzoek. Dit helpt je onder andere in de leerlijn âOntwerpenâ bij het evalueren van het ontwerp en ontwerpproces.
In het tweede jaar ga je aan de slag met een empirisch onderzoek en statistiek. De bacheloropleiding Bouwkunde sluit je af met het schrijven van een serie wetenschappelijke papers ter verdieping van het ontwerpproject Gebouw en Techniek.
De leerlijn âAcademische Vaardighedenâ bestaat uit de volgende 5 ECTS modulen:
- Bouwkunde als wetenschappelijke discipline
- Empirische onderzoekstechnieken
- Ontwerpreflectie
-
Als bouwkundige moet je plannen goed kunnen uitleggen aan anderen. In deze leerlijn (15 ECTS) leer je dit te doen op zowel 2D- als 3D-niveau. Je maakt hand- en technische tekeningen, vormstudies, maquettes, digitale modellen en simulaties.
De leerlijn âOverdracht en Vormâ bestaat uit de volgende 5 ECTS modulen:
- Ruimte en vorm
- Structuur en detail
- Parametrisch ontwerpen: analyse en optimalisatie
In het eerste jaar ontwikkel je een wetenschappelijke denk- en werkhouding en maak je kennis met bouwkunde als wetenschappelijke discipline. Je doet basiskennis op over onder meer: techniek, mechanica, bouw- en draagconstructies, klimaatontwerp, geschiedenis en basisbegrippen in de bouwkunde. Je leert ontwerpen, handtekenen, maquettes maken en digitaal tekenen. De ontwerpprojecten richten zich op de schaal van het gebouw en zijn omgeving: Huis en Verankering en Ontwerp en Engineering.

In het tweede jaar ligt de nadruk op de gebouwde omgeving. In de ontwerpprojecten en in Grondslagen komt dat tot uiting in de wat grotere schaal en toegenomen complexiteit: het ontwerpproject Stad en Openbare Ruimte gaat over de schaal van straten, parken, pleinen en het verband daartussen, het ontwerpproject Woongebouw en Woonomgeving over de transformatie van een bestaand woongebied.
De modules Maatschappij, Proces en Praktijk 1 en 2 gaan over bouwmanagement en het bouwproces, de modules Technologie 4 en 5 over de integratie van verschillende technische aspecten en module Academische Vaardigheden 2 betreft een empirisch onderzoek naar de wensen van bewoners. De module Overdracht en Vorm 3 bereidt studenten voor op het ontwerpen in een digitale 3D omgeving.

Het derde jaar begint met een vrij in te vullen minor, binnen deze opleiding of aan een andere opleiding. In het laatste semester van de bachelor staat de integratie van de deelgebieden centraal. Het eerste kwartaal gaat over gebiedsontwikkeling, ruimtelijke planning en vastgoedbeheer. In een rollenspel ontwikkel je een gezamenlijke visie en strategie voor een stedelijke herontwikkelingsopgave. In het tweede kwartaal ontwerp je een complex openbaar gebouw, bijvoorbeeld een museum, met extra aandacht voor de samenhang tussen architectuur, bouwtechniek en duurzaamheid. Tegelijk met dit ontwerpproject loopt de module Academische Vaardigheden 3 Ontwerpreflectie, waarin je de gemaakte ontwerpkeuzes in Ontwerpen 6 toelicht, evalueert en positioneert.

Bij de Faculteit Bouwkunde kun je kiezen uit verschillende minoren:
- TU Delft minor
- Individuele minor
- Stageminor
- Buitenland minor
Bindend Studieadvies
De TU Delft hanteert een Bindend Studieadvies (BSA). Dit betekent dat je in het eerste studiejaar ten minste 3/4 deel van je studiepunten moet halen om je opleiding te mogen voortzetten; dit is 45 EC van de 60 punten die je kunt halen. Als je een ânegatief Bindend Studieadviesâ krijgt, kun je je de volgende 4 jaar niet meer voor deze opleiding inschrijven.