Onderwijsprogramma

De bacheloropleiding duurt drie jaar en bestaat uit een mix van onderwijsvormen, zoals hoorcolleges, instructies, projecten en zelfstudie. De colleges vinden plaats tussen 8.45 uur en 17.30 uur. Een college duurt twee keer drie kwartier met een kwartier pauze tussendoor. Tijdens de projecten leer je in groepsverband kennis toe te passen én ontdek je het praktische nut van de verschillende vakken en de verbanden daartussen. Je oefent ook vaardigheden, zoals presenteren en rapporteren.

Studieschema

Het studieprogramma van Computer Science and Engineering bestaat uit zes leerlijnen: 

  • Mathematics
  • Systems
  • Models
  • Software
  • Data & AI
  • Multimedia

Je leert hoe computers, netwerken en embedded systems werken. Je buigt je over algoritmiek: wat is rekenen, wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden van computers en hoe beschrijf je machines op een wiskundige manier? Uiteraard leer je op welke beginselen programmeertalen zijn gebaseerd, verdiep je je in datastructuren, softwarekwaliteit en leer je complexe systemen—en de interactie van gebruikers met deze systemen —te modelleren. Je lost op een systematische manier problemen op. Kunstmatige intelligentie, computer graphics, datamining en beeldverwerking staan ook op het programma.

Het eerste jaar bestaat uit verplichte vakken met theorie en practica (projecten). Je krijgt vakken op het gebied van programmeren, redeneren en logica, computernetwerken, data management en wiskunde. Het tweede jaar bestaat voor driekwart uit verplichte vakken en een kwart zijn keuzevakken. Het derde jaar bestaat voornamelijk uit keuzeruimte en een Research Project.

Het eerste jaar

In het eerste jaar volg je een verplicht vakkenpakket. Je krijgt een mix van hoorcolleges, werkgroepen en practica. Tijdens de projecten pas je de opgedane kennis toe op problemen uit de werkelijkheid. Je ontwerpt bijvoorbeeld een applicatie die laaggeletterden helpt leren lezen en schrijven. Daarnaast heb je een mentorgroepje van tien tot vijftien personen. In het eerste semester kom je met de mentorgroep wekelijks een uur bij elkaar onder begeleiding van een docentmentor en een studentmentor die je helpen met studievaardigheden en andere studiegerelateerde zaken.

Vakken

Het tweede jaar

Het tweede jaar bestaat uit verplichte vakken en keuzeruimte. In het eerste semester kies je uit drie variantblokken: Multimedia, Systems of Data. Zo leer je meer over het gebruik van multimedia-data in bijvoorbeeld social media of leer je hoe je grote gegevensbestanden kunt analyseren.
In het tweede semester doe je een Software Project. Met een aantal medestudenten werk je aan een groot softwareproject, waarin je bij een bedrijf software bouwt om een maatschappelijk relevant probleem op te lossen. Voorbeelden van zulke projecten zijn het programmeren van een drone die zelfstandig een kas kan verkennen of het maken van een plannings­papplicatie  voor een ziekenhuis.

 

Vakken

Het derde jaar

Je start de eerste helft van het derde en laatste jaar van je bacheloropleiding met een minor. Je kunt kiezen uit bestaande minoren van de TU Delft, zoals Finance of Electrical Sustainable Energy Systems. Het is ook mogelijk om een minor van een andere universiteit te volgen, of een tijdje in het buitenland studeren.

Met het Research Project sluit je je opleiding af. Dit project doe je zelfstandig aan de TU Delft of een andere universiteit en betreft onderzoek naar een onderwerp dat verband houdt met informatica. Het bouwen van software om een nieuw algoritme te testen kan hier een onderdeel van zijn.

Vakken

Minor

In het eerste semester van het derde bachelorjaar krijg je de vrijheid om een half jaar lang je horizon te verbreden en je te verdiepen in een onderwerp dat je aanspreekt. Op de manier waarop jij dat wilt. Studenten van Computer Science and Engineering kiezen bijvoorbeeld vaak voor de minor Robotica of Finance, maar je kunt ook voor een minor op een andere universiteit of een studie in het buitenland kiezen en op die wijze je wereld vergroten. Een goed gekozen minor helpt je om de carrièrerichting te vinden die bij je past óf te ontdekken welke master je na de bachelor wilt volgen.

Meer informatie over Minors


Ga verder naar Toelatingseisen



Bindend Studieadvies

De TU Delft hanteert een Bindend Studieadvies (BSA). Dit betekent dat je in het eerste studiejaar ten minste 3/4 deel van je studiepunten moet halen om je opleiding te mogen voortzetten; dit is 45 EC van de 60 punten die je kunt halen. Als je een ‘negatief Bindend Studieadvies’ krijgt, kun je je de volgende 4 jaar niet meer voor deze opleiding inschrijven.