Iris Moes

Als kind had ik al interesse voor de medische wereld. Geïnspireerd door mijn omgeving en geromantiseerde doktersseries als House, was ik er dan ook al vroeg van overtuigd dat ik later arts wilde worden. Over deze richting heb ik nooit getwijfeld, tot het moment dat ik in de bovenbouw van de middelbare school ontdekte dat ik wiskunde en natuurkunde ontzettend leuk vind.

Deze vakken zou ik gaan missen in een opleiding als Geneeskunde. Ik besloot dan ook op zoek te gaan naar technische studies. Alleen ontstond voor mij nu een dilemma: als ik voor een opleiding als technische wiskunde gaan, dan zou ik mijn medische interesses moeten loslaten. Met het zoeken naar technische studies kwam ik in Delft uiteindelijk bij Klinische Technologie terecht, een studie en vakgebied waar ik nog niet eerder van had gehoord. Ik was meteen enthousiast: “Dit is het!”. Medische problemen vertalen naar technologische oplossingen, iets waar ik zowel mijn passie voor berekeningen als het verbeteren van de zorg en werken met patiënten in kwijt kan. Dat de opleiding toen nog maar net gestart was, zag ik als uitdaging om mijn eigen weg hierin te creëren.

Mijn interesse voor de medische wereld heb ik niet los hoeven laten, ik kan mijn technisch inzicht in de praktijk brengen én rondlopen in een witte jas.