Testimonial Daan Achterbergh


Schoolvak: Natuurkunde en Wiskunde
Opleidingsvariant: Minor Educatie

 

 

Tien jaar geleden was ik bezig met mijn studiekeuze. Ik dacht aan van alles: geneeskunde, technische natuurkunde, conservatorium of filosofie. Geneeskunde vond ik wat afgezaagd, omdat veel mensen uit mijn familie dat hadden gedaan. Filosofie en conservatorium vond ik fantastisch leuk, maar mijn gitaarleraar waarschuwde me dat als je van gitaar spelen je beroep maakt, je soms je gitaar wel uit het raam wilt gooien. Ik zou het eeuwig zonde vinden als me dat zou overkomen, dus werden gitaarles en filosofie mijn hobby’s. Technische Natuurkunde aan de TU Delft werd mijn keus.

Minor Educatie
Tijdens mijn bachelor Technische Natuurkunde viel de studie mij zwaar. Op de middelbare school ging alles mij makkelijk af, maar tijdens je studie kom je ineens met alle bollebozen bij elkaar en ligt het tempo hoog. Maar zolang ik goed bleef studeren, dan lukte het wel. Tijdens mijn bachelor heb ik ook de Minor Educatie gedaan voor Natuurkunde. Je haalt dan een tweedegraads lesbevoegdheid, wat betekent dat je les mag geven aan de onderbouw op de middelbare school.

Onderwijs vind ik het allerleukste 
Ik denk dat mijn liefde voor onderwijs al voor die Minor Educatie is ontstaan. Ik merkte dat ik plezier had in lesgeven als ik bijles gaf aan leerlingen en ze het gevoel gaf dat ze iets waard waren. Ik merkte dat nog eens extra toen ik mijn Master Bionanoscience had afgerond. Ik zat veel in een lab te werken en hoewel de groep waarmee ik werkte heel gezellig was, was ik toch voor mijn gevoel vooral als individu bezig met mijn onderzoek. Dat werkte niet voor mij. Ik wist dat ik uiteindelijk een traineeship wilde doen die mij richting het onderwijs zou leiden en mij tot een eerstegraads docent zou opleiden (dan mag je aan de bovenbouw op de middelbare school lesgeven). Tegenwoordig heet dat traineeship ‘Trainees in onderwijs’, waarbij je onderwijs combineert met het bedrijfsleven, maar al snel bleek voor mij: onderwijs vind ik het allerleukste.  

Met een glimlach naar school 
Nu - tien jaar later - sta ik voor de klas als natuur- en wiskundedocent. En leuk dat het is! Ik ga natuurlijk ook weleens met een chagrijnige kop naar school omdat iets niet helemaal gaat zoals ik het wil, maar over het algemeen ga ik met een grote glimlach naar school. Ik heb echt het gevoel dat ik bijdraag aan de toekomst van mijn leerlingen. Niet op de eerste plaats omdat ik natuurkunde zo belangrijk vind, maar omdat ik mijn leerlingen het gevoel geef dat ze wat kunnen en waard zijn.   

Technische Natuurkunde is een redelijk prestigieuze studie, waarbij er hoog wordt opgekeken naar bepaalde beroepen. Docent op een middelbare school was er daar niet direct een van. Een vriend van mij zei twee jaar na mijn afstuderen: “Daan, ik vind het zo knap dat jij bent gaan doen wat je leuk vindt en waar je hart ligt”. Ik snapte zijn opmerking goed, omdat iedereen zich tijdens (en na) de studie wil bewijzen, kiezen weinigen voor het docentschap. Daar zit voor velen niet de uitdaging. Tegelijkertijd dacht ik: hoezo is het knap dat ik ben gaan doen wat ik leuk vind en waar ik achter sta? 

Vind je passie
Ik zou nooit zeggen dat iedereen docent moet worden. Maar ik vermoed wel dat je bepaalde waarden in je leven hebt en dat je hopelijk die waarden in je beroep kan uitdragen. Tijdens mijn studie werd er niet zo vaak naar mijn waarden gevraagd, maar ik hoop dat je daar zelf de ruimte voor neemt om daarachter te komen. Praat erover met medestudenten, docenten, professoren, familieleden, op je stages etc. Zij zitten (of zaten) in hetzelfde schuitje. Zo kom je er stukje bij beetje achter wat goed bij je past en waar je passie ligt!