Kwaliteitsafspraken TU Delft

Zomer 2019 heeft  de Minister van Onderwijs het Kwaliteitsplan van de TU Delft (‘Plan voor de uitvoering van de kwaliteitsafspraken aan de TU Delft’) goedgekeurd. De middelen van de Wet Studievoorschot gaan bij de TU Delft grotendeels naar onderwijsgevend personeel om de kwaliteit van ons onderwijs – en met name de intensieve, kleinschalige onderwijsvormen die aan de TU Delft gebruikt worden - te kunnen behouden, ook met de stijgende aantal studenten.

Bij de invoering van de Wet Studievoorschot werd afgesproken dat de vrijkomende middelen geïnvesteerd zouden worden in de kwaliteit van het onderwijs. Vooruitlopend daarop zet de TU Delft al sinds 2015 eigen middelen in. In 2015 en 2016 was dit M€ 6 per jaar en vanaf 2017 heeft de universiteit dat verhoogd naar jaarlijks M€ 8. De middelen worden, met instemming van de medezeggenschap, bijna volledig geïnvesteerd in intensiever, kleinschalig onderwijs door het uitbreiden van de onderwijscapaciteit. Ook voor de jaren 2019-2024 heeft de TU Delft al een bedrag van ca. M€ 8.5 per jaar structureel vastgelegd, voor het merendeel in vast personeel.

De universiteiten zijn met de minister van OCW overeengekomen dat zij voor de periode 2019-2024 kwaliteitsafspraken maken. Daarbij leggen de universiteiten vast hoe ze omgaan met de middelen uit de Wet Studievoorschot. Centraal in deze afspraken staan de zes thema’s die de minister van OCW en de Vereniging van Universiteiten (VSNU), met instemming van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), hebben geformuleerd:

  1. Intensiever en kleinschalig onderwijs (onderwijsintensiteit)
  2. Meer en betere begeleiding van studenten
  3. Studiesucces
  4. Onderwijsdifferentiatie
  5. Passende en goede onderwijsfaciliteiten
  6. Verdere professionalisering docenten (docentkwaliteit) 

Bij de TU Delft liggen de investeringen voor de komende jaren vrijwel geheel vast in de aanstellingen van vast onderwijsgevend personeel. Hiermee wordt een impuls gegeven aan de thema’s 1, 2 en 3. Naar verwachting komen pas in 2021 voor het eerst aanvullende studievoorschotmiddelen beschikbaar waarmee nieuwe investeringen kunnen worden gedaan. In het plan wordt de bestemming van deze middelen – anders dan dat deze zullen bijdragen aan de zes thema’s - nog niet vastgelegd, om in te kunnen spelen op de behoefte van dat moment. Faculteiten kunnen t.z.t. voorstellen doen voor de structurele besteding van deze middelen. Zij hebben immers het beste zicht op wat hun onderwijs en hun studenten op een gegeven moment het hardste nodig hebben. Daarnaast hebben College van Bestuur en de medezeggenschap afgesproken dat een deel van deze middelen jaarlijks wordt gereserveerd voor een ‘Investeringsfonds’ waar tijdelijke projectvoorstellen uit kunnen worden bekostigd. Op deze manier is verzekerd dat elke studentenraad (die jaarlijks van samenstelling wisselt) jaarlijks over een projectbudget beschikt om investeringen mee te doen.

Lees hier het volledige kwaliteitsplan.

Meer over de voorinvesteringen leest u ook in het Jaarverslag 2018.