Interview met Diego Alatorre

Ontwerpen is geen kwestie van veel geld, het is een mentaal hulpmiddel waarmee je alles kunt halen uit wat je hebt.

Diego Alatorre

Na zijn afstuderen als industrieel ontwerper wilde Diego Alatorre meer dan alleen consumentenproducten ontwerpen. Daarom koos hij aan de faculteit Industrieel Ontwerpen voor de masteropleiding Design for Interaction. “Ik had bepaalde ideeën over ontwerpen voor duurzaamheid en over wat ik in Delft zou kunnen leren, maar toch ben ik hier over veel dingen anders gaan denken”, vertelt hij.

Voordat hij naar Nederland kwam, wist Diego Alatorre al dat hij ergens in Noord-Europa een masteropleiding wilde volgen. “Na mijn afstuderen ben ik naar Duitsland verhuisd. Mijn oma van vaderskant was geboren in Hamburg en ik wilde die kant van de familie leren kennen”, vertelt hij. Wat werk betrof was alles echter minder duidelijk. “Toen ik klaar was met mijn bacheloropleiding, vond ik dat de wereld geen behoefte had aan nog meer zoutvaatjes of stoelen. Waar kon ik mijn kennis dan wel voor gebruiken?” In Delft vond hij de antwoorden die hij zocht: “Daar leerde ik dat je ontwerpen kunt gebruiken als middel voor verandering, en daardoor ging ik de mogelijkheden een stuk breder zien.”

Diego ontdekte ook dingen over zichzelf: “Ik kwam erachter dat ik een heel sociaal type ben en graag met mensen werk. Gelukkig werd ik door sommige docenten ingezet als student-assistent, zodat ik gelegenheid had om les te geven.” Hij kwam tot het besef dat hij geïnteresseerd was in de interactie tussen mens en technologie. Dat was een centraal element in zijn afstudeerproject, dat hij deed bij een bedrijf dat psychologische hulp verleent. “Ik kreeg de opdracht om een reeks hulpmiddelen te creëren voor mensen met een burn-out, zodat die niet bij een psycholoog op de wachtlijst hoefden. Vaak krijgen mensen een burn-out omdat ze denken dat nog harder werken de oplossing is voor stress, maar dat veroorzaakt alleen maar meer stress: een vicieuze cirkel.” 

Tastbare wereld

Het oorspronkelijke idee was om een app te maken, de standaardoplossing van vandaag. “Maar daarnaast bedacht dat ik een fysiek hulpmiddel wilde maken ter ondersteuning van de app. We leven ons leven nu eenmaal in een tastbare wereld. Uber zou niets zijn zonder auto’s, en Airbnb niets zonder huizen”, stelt Diego. Met een aantal kant-en-klare sensoren ontwikkelde Diego een draagbaar sensorjasje dat de hartslag, ademhaling en fysieke activiteit van de drager kon monitoren. “Op basis daarvan konden we het stressniveau afleiden. Vervolgens werden ze door de app gestimuleerd om na te denken, bijvoorbeeld over waarom ze ‘s ochtends altijd gestrest waren, en kregen ze tips over beweging en ademhaling.” Uiteindelijk werd het product nooit gerealiseerd: “De miniaturisatiekosten bleken te hoog. Toch was ik tevreden over, omdat het project me de gelegenheid had geboden om veel van wat ik had geleerd in praktijk te brengen.”

Diego is nu fulltime docent en onderzoeker bij de UNAM (Universidad Nacional Autónoma de México), de grootste openbare universiteit van het land, gevestigd in Mexico City. “Ik kreeg de gelegenheid om mijn eigen opleiding co-design op te zetten. Daarin kon veel dingen kwijt die ik in Delft had geleerd – ideeën over ontwerpen voor emoties, context-mapping en creative facilitation”, aldus Diego. “Nu besteed ik ongeveer 60 procent van mijn tijd aan lesgeven, maar ik ben ook geïnteresseerd in onderwijs als onderzoeksobject, met name hoe we onderwijs kunnen bevorderen”, legt hij uit. Wat dat betreft kan het heel zinvol zijn om studenten uit de besloten ruimte van de collegezaal te halen, ontdekte Diego. “Als studenten aan anderen moeten uitleggen wat zij leren, krijgen ze daar zelf ook meer inzicht in. Daarnaast geeft het hun verantwoordelijkheid. Ze moeten zich committeren aan hun ideeën en ze uitproberen voordat ze die aan het publiek presenteren.”  

World Bike Forum

Diego linkt projecten graag aan speciale evenementen, zoals het vorig jaar in Mexico City gehouden World Bike Forum. “We kwamen erachter dat veel kinderen niet kunnen fietsen, terwijl een hoop mensen thuis ongebruikte, vaak kapotte fietsen hebben”, vertelt Diego. “Uiteindelijk hebben we een service ontworpen waarbij we die fietsen verzamelen bij mensen die ze willen doneren, aan schoolkinderen leren hoe ze die moeten repareren en de fietsen vervolgens weggeven aan scholen. Kinderen die geen geld hebben voor een fiets kunnen zo dus toch leren fietsen.” Het project was in meerdere opzichten een succes. “De kinderen wilden leren fietsen, de leerlingen wilden een lucratieve vaardigheid leren en de studenten wilden leren hoe je een service ontwerpt voor het algemeen belang. Ontwerpen is geen kwestie van veel geld, het is een mentaal hulpmiddel waarmee je alles kunt halen uit wat je hebt”, licht Diego toe.

Makersruimte

De UNAM is een van de grootste universiteiten in Zuid-Amerika en heeft honderdduizenden studenten. “We kunnen niet meer studenten aannemen, dus proberen we de grenzen van de universiteit op een andere manier te verleggen door af te wijken van wat in de academische wereld gangbaar is, bijvoorbeeld door kennis via verschillende media te delen.” Op die manier komt ontwerponderwijs binnen het bereik van mensen die er nu geen toegang toe hebben. Met die mensen in het achterhoofd is Diego bezig met het opzetten van een laagdrempelige werkplaats, een ‘makersruimte’ waar mensen samen kunnen creëren en leren. “De meeste kinderen gaan naar een staatsschool, waar creativiteit niet wordt gefaciliteerd. Maar om te ontwerpen heb je geen dure machines nodig”, legt hij uit. “Het gaat erom dat je kritisch leert denken, een maatschappelijk perspectief hebt en in staat bent om eenvoudige oplossingen te bedenken voor de problemen in de wereld. Je moet je ideeën tastbaar maken en leren van hoe mensen er gebruik van maken.”

De tijd is rijp voor zijn plannen, dat weet Diego zeker. ”Mexico City is designhoofdstad van de wereld voor 2018, en allerlei groepen mensen komen hier bijeen om te laten zien wat zij in de ontwerpcommunity doen.” Voor één activiteit hebben zes lokale universiteiten hun krachten gebundeld. Met een beetje hulp van het Laboratorio para la Ciudad, een lokale creatieve denktank, kan hun gezamenlijke ontwerpproject straks misschien uitmonden in een permanente ontwerpopleiding. “Mexico City is een enorm grote, heterogene stad. Docenten en studenten van zes verschillende universiteiten managen is alleen al vanuit academisch oogpunt interessant”, aldus Diego. Voor een ander project zijn ontwerpers bijeengekomen die zich ‘ontwerpactivisten’ noemen en vraagtekens zetten bij de status-quo. “Ontwerp wordt meestal beschouwd als een middel om producten te verkopen, maar wij zien het als een middel om mensen te activeren. We willen een netwerk vormen van mensen die willen ontwerpen voor sociale verandering.”

Alumni vrijwilliger

In het kleine beetje vrije tijd dat hij heeft, treedt Diego ook nog op als vrijwilliger voor TU Delft Alumni Relations. “Ik ben goed in mensen met elkaar verbinden. Ik organiseer evenementen, zoals hackathons, en toen er een groep studenten Construction Management & Engineering naar Mexico kwam, heb ik een bijeenkomst georganiseerd om hen in contact te brengen met studenten en bedrijven.” Ook probeert hij een uitwisselingsovereenkomst tussen de UNAM en de TU Delft op te zetten, en geeft hij presentaties op beurzen over hoe je een studiebeurs kunt aanvragen. Diego houdt zich bovendien graag bezig met de sociale kant van het academische leven. “Toen ik in Delft studeerde, was ik lid van de Mexicaanse studentenvereniging. En nu organiseer ik reünies voor afgestudeerden van de TU Delft die in Mexico wonen. Het sociale aspect van academische projecten is heel belangrijk. Je leert mensen niet kennen door een kantoor met hen te delen, maar door samen te eten en plezier te hebben.”