Interview met Mickey Huibregtsen

Iets voor een ander doen, is vet cool

Mickey Huibregtsen

Mickey Huibregtsen studeerde in 1964 af bij de toenmalige opleiding technische mechanica. Na een lange carrière bij onder meer McKinsey, houdt hij zich nu vooral bezig op het maatschappelijk vlak. En met het overdragen van zijn kennis en ervaring aan volgende generaties.

Mickey Huibregtsen voelde zich al vroeg aangetrokken tot het bedrijfsleven. Na zijn afstuderen en zijn diensttijd bij de Koninklijke Marine, trad hij daarom in dienst bij de Verenigde Machinefabrieken Stork-Werkspoor (VMF). Een van zijn eerste opdrachten daar was het begeleiden van 70 monteurs bij de bouw van een marinefregat. Met zijn kennis van bijvoorbeeld partiele differentiaalvergelijkingen oogstte hij daar aanvankelijk weinig respect. “Dat veranderde toen we bij windkracht 11 een proefvaart gingen maken”, herinnert hij zich. “Iedereen was doodziek, behalve ik. Ik werd niet zeeziek en kon tegen alcohol: in één dag was ik een natuurlijk leider geworden. Dat leerde me dat je om als leider erkend te worden, moet tonen, dat je goed bent in dingen die je medewerkers kennen en begrijpen. Dat was een buitengewoon waardevolle ervaring.”

Het is volgens Huibregtsen een van de redenen waarom bijvoorbeeld voetballers alom bewondering oogsten. “Iedereen heeft weleens gevoetbald en weet uit ervaring hoe lastig het is om dat goed te doen. Manager – in het voetbal of het bedrijfsleven – zijn maar weinig mensen geweest. Ze begrijpen dus niet hoe moeilijk dat is en hebben er weinig waardering voor.” Huibregtsen begreep dat wel en besloot om wat aan zijn managementvaardigheden te doen. Want hoewel hij naar eigen zeggen ‘omhoogviel’ bij Werkspoor – op zijn 27e was hij er general manager van de gasturbinedivisie – wilde hij niet in de voetsporen treden van zijn eigen leidinggevende. “Dat was ook een ingenieur, een briljante man, maar een slechte manager.” Hij solliciteerde bij organisatieadviesbureau McKinsey & Company. “Daar vroegen ze mensen die over water konden lopen, dat sprak me wel aan.”

Zonder de gebruikelijke MBA-opleiding, maar met inmiddels de nodig praktijkervaring, werd hij bij McKinsey aangenomen om er vervolgens bijna 30 jaar te blijven: “Ik werkte met interessante mensen aan interessante problemen. Ik adviseerde 45 van de 50 grootste bedrijven in Nederland, de helft van de departementen en de helft van de academische ziekenhuizen. Dat kon in die tijd nog; nu zijn al die adviseurs erg gespecialiseerd”, vertelt hij. “Ook al werd ik een paar keer gevraagd om CEO te worden bij een bedrijf, er was eigenlijk niks leuker en interessanter dan wat ik al deed.” Huibregtsen werd Chairman van McKinsey & Company Benelux en Scandinavië en senior partner van de wereldwijde organisatie. Vanaf zijn 55e trok hij zich langzaamaan terug uit McKinsey. “In de loop der jaren realiseerde ik me dat het in het belang van de firma was, als mensen niet te lang bleven. Ik vond dat ik daar dan zelf het goede voorbeeld in moest geven”, legt hij uit. 

Maatschappelijk middenveld

Niet om achter de geraniums te belanden: Huibregtsen verschoof zijn inspanningen naar het maatschappelijke middenveld. Nog in zijn MicKinsey-tijd was hij al acht jaar lang bestuurder van het Olympische comité NOC*NSF. Zelf vroeger een fanatiek sporter – hij was ooit nationaal squashkampioen bij de veteranen en speelde zes jaar lang hoofdklasse hockey bij de Delftse Studenten Hockeyclub – heeft hij ook oog voor het maatschappelijk belang van de sport. “Sport is een ideaal platform om maatschappelijke waarden te ondersteunen”, vindt Huibregtsen. Waarden als gezondheid, sociale samenhang en leefbaarheid. Naast de sport volgde ook de wetenschap, onderwijs, gezondheidszorg en politiek. “Ik heb een universele belangstelling en heb me daarom overal tegenaan bemoeid.” 

Publieke zaak

Huibregtsen zet zich ook al jaren in voor meer burgerbetrokkenheid. Samen met oud-minister Pieter Winsemius zette hij hiervoor De Publieke Zaak op, een vereniging voor maatschappijvernieuwing. “Mensen is tientallen jaren verteld dat ze rechten hebben, maar nooit dat ze ook plichten hebben. Dan kun je ze niet kwalijk nemen als ze zich daar ook naar zijn gaan gedragen”, stelt hij. “Wij willen bewerkstelligen dat mensen naast consument ook als het ware weer producent in de maatschappij worden. We willen een mindset creëren dat zelf initiatief nemen en iets voor een ander doen eigenlijk ‘vet cool’ is.” Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk op MaatschapWij.nu, het inspiratieplatform voor een socialer en duurzamer Nederland. 

Rebuilding Society

Behalve de burger moeten ook de instituties in de samenleving veranderen. “De meeste instituties, zoals de politiek, hebben hun glans verloren. We moeten ze tegen het licht houden en kijken of we ze opnieuw kunnen uitvinden”, zegt Huibregtsen. “Grote ondernemingen zijn ook maatschappelijke instituties. Het is absurd om de aandeelhouderswaarde als enige maatstaf voor hun presteren te nemen.” De politiek verwijt hij gebrek aan lef. “De selectie op weg naar de top is negatief: ‘don’t rock the boat’ is het devies. Dan krijg je politieke kopstukken zonder durf.” Hoe het dan wel moet beschreef hij in 2013 in zijn essay ‘Rebuilding society from the ground up’. “We hebben een overheid nodig die richting geeft en inspireert, in plaats van stuurt en controleert. We hebben bedrijven nodig die waardecreatie voor alle belanghebbenden nastreven, en burgers die hun verantwoordelijkheid voor het welzijn van de samenleving weer oppakken”, zegt hij daarin. 

Meer Wij

Inmiddels staat er een nieuwe publicatie op stapel, ‘’Meer Wij’, over samenwerken in de 21e eeuw. “We moeten weer leren samenwerken en dat is een moeilijke opgave. Mensen zitten te veel in hun eigen kringetje en dat zie je steeds erger worden”, zegt Huibregtsen. “Dit terwijl er zoveel winst te behalen is. “Uit onderzoek blijkt dat driekwart van de ondervraagden verwacht dat ze tenminste 35% productiever zijn als ze meer samenwerken in hun eigen omgeving. Als je daarnaast de samenwerking tussen ondernemingen en tussen sectoren weet te vergroten, kunnen de effecten enorm zijn.” Huibregtsen propageert het samenwerken al 30 jaar. “In 1990 ging mijn eerste verhaal voor het NOC*NSF daar ook al over ‘Samen sporten, samen werken, samen leven’ heette dat.”

Management made simple

Zijn meer dan dertig jaar managementervaring bundelde Huibregtsen recent in het boek ‘Management made simple’. Daar is volgens hem juist behoefte aan vanwege de toenemende complexiteit van de maatschappij: “Vroeger maakten ondernemers een strategie in de veronderstelling dat de wereld stilstond. Op een dag kwam Shell met twee scenario’s, uitgaande van een hoge en een lage olieprijs. Dat vonden we toen heel geavanceerd, maar tegenwoordig zijn de vrijheidsgraden bijna oneindig”, zegt hij. Ondernemingen moeten daarom een flexibele strategie voeren: “Je moet weten waar je terecht wilt komen, maar hoe je daar komt, moet je steeds opnieuw uitvinden. Dat zegt iets over hoe we moeten functioneren tegenwoordig.” 

Onderwijs

Ook het onderwijs ziet Huibregtsen de komende jaren ingrijpend veranderen. “Klassikaal onderwijs gaat voor de helft van de leerlingen te snel en voor de andere helft te langzaam”, stelt hij. “Geef je kinderen echter de verantwoordelijkheid voor hun eigen ontwikkeling, dan zal 99 van de 100 uit zichzelf hard werken.” Hetzelfde geldt voor universitair onderwijs. “College volgen is verspilde tijd voor studenten. Slechts een op de tien docenten is entertaining genoeg om dat de moeite waard te maken. Het ‘flipped classroom’-model is al een grote verbetering, maar ik denk dat in de toekomst mensen veel meer individueel en in hun eigen tempo hun zelf samengestelde vakkenpakket zullen volgen.”

Toevallig was zijn eigen studie in Delft behoorlijk individueel: “Ik studeerde technische mechanica, een opleiding die maar heel even bestaan heeft. We hadden meer hoogleraren dan studenten.” Zijn ingenieursexamen kan hij zich nog levendig herinneren. “Ik werd drie uur lang ondervraagd door die vier hoogleraren over alle vakken die ik vanaf het eerste jaar gehad had. Daar heb ik jaren dag en nacht voor gestudeerd.” En daar bleef het niet bij: “Ik ontwierp een tankwagen, die destijds daadwerkelijk gebouwd is en op Schiphol rondrijdt. Verder ontwierp ik een Fokker met een onderliggende vleugel, maar die is nooit gebouwd.” Na zijn studie volgde zijn dienstplicht bij de Koninklijke Marine. “Na zeven weken training werd ik als aspirant-reserve-officier teruggestuurd naar Delft. Bij TNO heb ik toen gewerkt aan de sterkteberekeningen van een onderzeeboot en ook die is destijds gebouwd.” 

Inspirerende dialogen

Zijn contacten met de universiteit zijn warm gebleven. Als ‘Goede Vriend’ van het Universiteitsfonds Delft draagt hij financieel bij aan de talentontwikkeling van jonge mensen, maar hij deelt ook graag zijn ervaringen met studenten. En in februari is hij als eerste te gast bij ‘Inspiring Dialogues’, een serie interactieve interviews met alumni, speciaal voor studenten. “Ik vind het zonde om als je mijn leeftijd hebt bereikt en veel ervaring hebt, die niet continu te delen met jonge mensen. Daar mogen ze mee doen wat ze willen: het gaat om het delen van ideeën en het aansporen tot zelfontwikkeling,” vertelt hij. Huibregtsen spreekt ook vaak jongeren die carrièreadvies zoeken. Die gesprekken stemmen hem hoopvol voor de toekomst. “De huidige generatie is niet zozeer geïnteresseerd in werken voor winstgevende organisaties, als wel in dat wat ze gaan doen ook echt maatschappelijk nut heeft. Die ontwikkeling zal verder gaan en dat is hard nodig ook.”