Medezeggenschapsorganen

Medezeggenschap betekent dat medewerkers en studenten invloed hebben op het beleid en de besluitvorming binnen de TU Delft. De TU Delft heeft meerdere medezeggenschapsorganen. Op universiteitsniveau kent de TU Delft een gedeelde medezeggenschap, die bestaat uit de ondernemingsraad (OR) voor medewerkers, de studentenraad (SR) voor studenten en de “gezamenlijke vergadering” (GV). Afhankelijk van het onderwerp wordt met het CvB overleg gevoerd door de SR, OR of GV. Medezeggenschap vindt niet alleen op universiteitsniveau plaats, maar ook op faculteitsniveau, bij de universiteitsdienst en bij QuTech. Voor medewerkers is er daar de lokale ondernemingsraad, die dan “onderdeelcommissie” (OdC) heet, en voor studenten de facultaire studentenraad. Overleg vindt dan plaats met de decaan of de directeur. 
Op opleidingsniveau zijn de opleidingscommissies de medezeggenschapsorganen, voor zowel medewerkers als studenten. Overleg vindt plaats met de decaan en/of de directeur onderwijs.

Ondernemingsraad (OR)
De OR bestaat uit 25 leden, die gekozen worden voor een periode van drie jaar. De OR heeft informatierecht, beroepsrecht en initiatiefrecht, en daarnaast op specifieke onderwerpen adviesrecht of instemmingsrecht. In principe wordt overlegd over alle aangelegenheden die de TU Delft betreffen, of waarover ingevolge de Wet op de ondernemingsraden, de Arbowet en het convenant tussen CvB en OR uit 1998 overleg moet plaatsvinden. Op de webpagina van de ondernemingsraad staat een overzicht van de leden van de ondernemingsraad.


M.H. (Marianne) Geldof 
Ambtelijk secretaris Ondernemingsraad
Secr-OR@tudelft.nl 
+31 (0)15 2781765

Studentenraad (SR)
De SR bestaat uit 10 leden die worden gekozen voor een periode van een jaar. Op basis van de WHW en het Reglement Studentenraad heeft de SR het informatierecht, beroepsrecht en initiatiefrecht en op specifieke thema’s adviesrecht of instemmingsrecht. Op de pagina van de studentenraad staat een overzicht van de leden van de studentenraad.


J. (Nanette) van de Luitgaarden-Ninaber
Ambtelijk secretaris Studentenraad
J.vandeLuitgaarden-Ninaber@tudelft.nl
+31 (0)15 27 81430

Gezamenlijke Vergadering (GV)
De gezamenlijke vergadering bestaat uit de leden van OR en SR. De GV heeft op grond van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) instemmingsrecht op een aantal onderwerpen. Daarnaast heeft de GV het recht van voordracht bij het benoemen van het lid van de raad van toezicht-lid dat het bijzonder vertrouwen geniet van de medezeggenschap. Ook adviseert de GV bij de benoeming van leden van het college van bestuur. 

Onderdeelcommissies (OdC’s)
De ondernemingsraad kent tien OdCs; Ă©Ă©n binnen iedere faculteit, Ă©Ă©n binnen de universiteitsdienst en Ă©Ă©n bij onderzoeksinstituut QuTech. De leden van de OdC worden voor een periode van drie jaar gekozen; het aantal hangt af van de grootte van het betreffende organisatieonderdeel. De OdC heeft informatierecht, initiatiefrecht, en daarnaast op specifieke onderwerpen adviesrecht of instemmingsrecht, zoals vastgelegd in de wet op de ondernemingsraden (WOR), de Arbowet en het convenant tussen CvB en OR uit 1998. OdCs voeren overleg met de decaan van de faculteit respectievelijk de beheerder van de universiteitsdienst.

Facultaire studentenraad (FSR) 
Iedere faculteit heeft een facultaire studentenraad (FSR). De leden van de FSR worden voor een periode van een jaar gekozen; het aantal hangt af van de grootte van de betreffende faculteit. De FSR heeft het informatierecht en initiatiefrecht en op specifieke onderwerpen adviesrecht of instemmingsrecht; dit is vastgelegd in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en het Reglement Studentenraad. De FSR voert overleg met de decaan van de faculteit.

Opleidingscommissies (OC’s)
Elke opleiding of bundeling van opleidingen heeft een opleidingscommissie (OC). De leden worden benoemd door de decaan na het horen van FSR en OdC, voor een periode van een jaar (studentleden) en drie jaar (medewerkers). De omvang en het aantal commissies per faculteit is geregeld in het faculteitsreglement; bij opleidingen waar meer faculteiten en of meer universiteiten aan meedoen worden bij de start afspraken vastgelegd over de medezeggenschap. De Opleidingscommissie heeft sinds 2016 (Wet versterking bestuurskracht) informatierecht en initiatiefrecht en op specifieke onderwerpen adviesrecht of instemmingsrecht; dit is vastgelegd in de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). De opleidingscommissies voeren overleg met de decaan en/of de directeur onderwijs.

Lokaal Overleg
Het Lokaal Overleg bestaat uit vertegenwoordigers van de vier vakbonden (FNV Overheid, CNV Publieke Zaak, AC-HOP en CMHF) en het College van Bestuur. Het Lokaal Overleg overlegt over onderwerpen waartoe de CAO Nederlandse Universiteiten de Colleges van Bestuur verplicht of toestaat regelingen voor de medewerkers te treffen. Dit betreft met name de arbeidsvoorwaarden en de rechtspositie van de medewerkers.