Professor dr. Ir. Albert Jan Kluyver

en het Microbiologisch Laboratorium, Nieuwelaan Delft

Het voormalig Laboratorium voor Microbiologie met daaraan vast het woonhuis van de hoogleraar is gebouwd in 1895 in de neo-Hollandse Renaissancestijl, naar een ontwerp van J. van Lokhorst, rijksbouwmeester voor de gebouwen van Onderwijs en Wetenschap. Het gebouw fungeerde van 1897 tot 1957 als laboratorium voor microbiologie. In het begin van de jaren tachtig is het pand omgebouwd tot elf appartementen van een woongemeenschap. Dit gebouw was van 1922 tot 1956 de thuisbasis van Albert Jan Kluyver die met zijn artikel (uit 1926) “Die Einheit in der Biochemie” een belangrijke bouwsteen voor de biotechnologie legde. Hij zag een overeenkomst tussen een bacterie die de melkzuur maakt en een sporter die zichzelf zwaar belast. De biochemische processen zijn gelijk: de omzetting van suiker in melkzuur.  

Gedurende de oorlog stond het laboratorium en het woonhuis open voor iedereen die bescherming, onderdak en/of voedsel nodig had. Na het bombardement op Rotterdam vonden vluchtelingen onderdak in het laboratorium en voerde het personeel op verzoek van het stadsbestuur het drinkwater op bacteriën, dit bleef het lab gedurende de hele oorlog doen. In de tuin van het laboratorium werd voedsel en tabak gekweekt.

Professor dr. Ir. Albert Jan Kluyver

Kluyver zijn professionele kennis van fermentatie kwam nu goed van pas om sigaretten te produceren. In de hongerwinter werd het zwaar Kluyver schrijft: ‘Met 1000 gram brood en 1 kg aardappelen per week kan het niet erg lang meer zo doorgaan. Doordat we ook evacués in huis hebben, moeten er dagelijks 11 monden worden gevuld en dat is een heel probleem’. In het lab verdunde het personeel alcohol en vulde dit aan met citroenschillen en ruilde het bij boeren voor aardappelen of spek. Aan het einde van de oorlog was Kluyver 37 kilo lichter. De oorlog heeft Kluyver bijzonder aangegrepen en heeft, naast zijn niet aflatende hang naar sigaretten, zeker bijgedragen aan zijn vroege overlijden. 

Commissie voor Contact met tewerkgestelde Studenten

Kluyver was niet een man van actief verzet, maar was wel sterk begaan met het lot van de studenten. In maart 1943 werd aan alle studenten gevraagd om een loyaliteitsverklaring aan de Duitse bezetter te tekenen, daar hadden zij tot 10 april de tijd voor. In Delft tekende ruim 25% van de studenten de verklaring, het hoogste percentage onder de Nederlandse universiteiten. Op 4 mei 1943 nam de Sicherheitspolizei de kartotheek met de namen van alle ingeschreven studenten samen met de lijst van studenten die de loyaliteitsverklaring hadden ondertekend in beslag. Op 5 mei maakte Rauter – de bevelhebber van de SS in Nederland – bekend dat alle mannelijke studenten die de loyaliteitsverklaring niet hadden ondertekend zich de volgende dag moesten melden voor de Arbeitseinsatz in Duitsland. Bijna een derde (800 a 900) van de TH Delft studenten werd afgevoerd. Om contact te houden met de studenten stelde de TH Delft begin juli de “Commissie voor Contact met tewerkgestelde Studenten” in, waar Kluyver voorzitter van werd. 

Voordat deze evenwel aan het werk kon gaan werd deze op bevel van de Duitse bezetter op 17 juli weer ontbonden. Kluyver zette het werk nu officieus, ondersteund door collega’s, voort. De Commissie verstuurde onder meer voedselpakketten en kleding naar Duitsland, hield ouders op de hoogte van de situatie en nam contact op met de Duitse bezetter om (individuele) werk- en leefomstandigheden van studenten te verbeteren. Ook bij andere universiteiten werden dergelijke commissies opgezet die geregeld overleg voerden, om informatie uit te wisselen en zo nodig gezamenlijk actie te ondernemen. De commissies zijn tot het eind van de oorlog in functie gebleven, vanaf het najaar 1944 werd het onderling overleg onregelmatiger toen het reizen moeilijker werd. Nauwgezet werden er lijsten van de studenten bijgehouden. Uit een van de overzichten blijkt dat er in juni 1943 739 Delftse studenten in Duitsland  tewerkgesteld waren, waarvan er 266 op 1 september 1944 in Nederland terug waren, 10 overleden en dat er nog steeds 463 gedwongen in Duitsland aan het werk waren.

Wetenschap in de oorlog: Bacinol

De wetenschap stond niet stil tijdens de oorlog. Kluyver was naast zijn hoogleraarschap adviseur van de Nederlandse Gist & Spiritus Fabriek (NGSF). De Gist was in 1869 opgericht door Jacques van Marken en een fabriek waar veel van Kluyver zijn studenten werk vonden, directielid Francois Gerard Waller was een van deze studenten. Iedere maandag was er overleg bij de Gist over wetenschappelijke en procestechnische zaken. Onder strikte geheimhouding startte Waller in 1943 de Delftse zoektocht naar penicilline onder de codenaam Bacinol. Waller was de drijvende kracht achter het project, maar Kluyver speelde een belangrijke rol vanwege zijn wetenschappelijke kennis en zijn expertise op gebied van fermentatie. Tot begin 1941 had Kluyver nauw contact met een promovendus die in de Verenigde Staten aan penicilline werkte. 

Het is niet helemaal duidelijk wat en wanneer de interesse van Waller in penicilline werd gewekt. In ieder geval hebben een Duitse wetenschappelijke publicatie, clandestien beluisterde radio-uitzendingen van de BBC en het illegale (in Engeland vervaardigde en door de RAF uit een vliegtuig afgeworpen) blad “De Wervelwind” er een rol in gespeeld.

Toeval speelde ook een rol in de ontwikkeling van de Delftse penicilline. Op advies van Kluyver werd de joodse arts Andries Querido als adviseur aangesteld. Hoewel Querido gevangen zat in kamp Westerbork mocht hij als 'essentiële medewerker' het kamp zo nu en dan verlaten om naar Delft te gaan. Op weg naar Delft kwam hij een vroegere collega tegen. Van hem kreeg hij het laatste nummer van het “Schweizerische Medizinische Wochenschrift” (van 10 juni 1944), dat gewijd was aan penicilline. Mede met deze informatie lukte het om juni 1944 een kleine hoeveelheid 50% zuivere goudbruine substantie te isoleren. Na de bevrijding kon de Delftse resultaat vergeleken worden met penicilline van de Amerikaanse fabrikant Chas. Pfizer& Co. Het bleek dezelfde werking te hebben als Bacinol; onder moeilijke omstandigheden en in korte tijd hadden onderzoekers van de Gist succesvol penicilline ontwikkeld.