Rode Scheikunde 1918

Het voormalige Rode Scheikunde, heden Bouwkunde (BK City)

Heden: Bouwkunde (BK City)
Adres: Julianalaan 134
Bouwjaar: 1918-1923
Architect: G. van Drecht

Voormalig hoofdgebouw
Het huidige Bouwkunde (BK City) aan de Julianalaan fungeerde als hoofdgebouw voor de Technische Universiteit. Dit gebouw werd ook wel Rode Scheikunde genoemd, en was samen met de oude gebouwen voor Elektrotechniek, Physica en Geodesie één van de eerste tekenen van een beweging zuidoostwaarts van de Technische Universiteit vanuit het centrum van Delft naar de Wippolder. Het gebouw lag destijds het verst van het centrum verwijderd, nog geheel omgeven door Weilanden. Dit gebouw was oorspronkelijk helemaal niet bedoeld als hoofdgebouw voor de Technische Universiteit en was ook niet haar eerste hoofdgebouw. Vanaf de oprichting van de Koninklijke Academie in 1842 had Oude Delft 95 als zodanig gediend.

Rode baksteen en oorspronkelijke bestemming
De naam "Rode Scheikunde" heeft het gebouw te danken aan de gebruikte kleur baksteen en natuurlijk aan zijn oorspronkelijke bestemming. Rode Scheikunde is opgebouwd uit rode baksteen in combinatie met veel natuursteen. Deze natuursteen is te vinden boven en onder de ramen, in de doorlopende daklijst en in de gehele entree-partij. Ornamenten zijn vrij veel toegepast, niet alleen in natuursteen zoals bij de entree, maar ook zijn er vlakken metselwerk voorzien van baksteenfiguraties. Voor de bouw van Rode Scheikunde zijn destijds vrij exclusieve materialen gebruikt.

Waterreservoir in de toren
De oorspronkelijke bestemming van het gebouw is nog op enkele plaatsen afleesbaar. In de gevel zijn namelijk rijk gedecoreerde dichtgemetselde openingen te zien die zouden dienen als uitlaat voor zuurkasten voor scheikundige proeven. In de toren bevond zich een waterreservoir, dat bij brand ten gevolge van de scheikundige proeven ingezet kon worden.

Trillende reagentierekken
Het ontstaan van het voormalige Rode Scheikunde begon met de zeer slechte behuizing van de afdeling der Scheikundige Technologie. Deze afdeling was gevestigd in enige gebouwen aan de Westvest. Door vele interne verbouwingen was het pand aan de Westvest dermate verzwakt dat bij het lopen door de lokalen verschillende voorwerpen gingen trillen, zoals flesjes in de reagentierekken. In de eerste maanden van 1917 werd besloten dat er actie moest worden ondernomen. Niet alleen vanwege de slechte huisvesting, maar ook vanwege de grote belangstelling voor deze studierichting. Om iedereen op een behoorlijke manier te kunnen herbergen was een nieuw gebouw voor Scheikundige Technologie noodzakelijk. In de Wippolder was het laboratorium voor Analytische Scheikunde (Scheikundige Propedeuse, op de De Vries van Heijstplantsoen 2) in aanbouw. Het tegenoverliggende terrein leek mede vanwege de reeds aanwezige bouwactiviteiten uitermate geschikt voor de Afdeling der Scheikundige Technologie en in juni 1917 werd dat terrein gekocht van de gemeente zodat met de bouw van nieuwe laboratoria kon worden begonnen. Zolang de nieuwe laboratoria nog niet in gebruik konden worden genomen werden alle zeilen bijgezet om de scheikundestudenten een plaatsje te kunnen bieden in de bestaande scheikundige laboratoria.

Economische malaise
Toen de jaren twintig aanbraken ging het de overheid economisch niet erg voor de wind. Exorbitante uitgaven moesten achterwege blijven. Zelfs voor het strikt noodzakelijke was amper geld beschikbaar. Tevens waren de vooruitzichten voor scheikundigen ook niet zo rooskleurig meer; scheikundige ingenieurs werden veel minder gevraagd dan verwacht was, terwijl het aantal afstudeerders steeds groter werd. Het nieuwe gebouw stond intussen reeds in de steigers. Het bouwtempo daalde en viel tenslotte midden 1923 helemaal stil. De economische malaise bleef voortduren, er moest worden bezuinigd. Zo besloot de regering de nieuwe scheikundelaboratoria in Delft voorlopig niet af te werken. De ruwbouw was gereed; muren en dakbedekking waren klaar, maar het gebouw was nog niet water- en luchtdicht. Ook waren nog nergens leidingen aangelegd en waren de vloeren en de plafonds nog niet afgewerkt. De officiële reden die werd aangevoerd voor de stopzetting van de bouw was dat het aantal nieuwe studenten achterbleef bij de verwachtingen.

Er werd een schutting om het gehele bouwwerk werd geplaatst. Alles wat niet aan het gebouw was verankerd, werd meegenomen of zwaar beschadigd. Van oud bouwhout werden regelmatig vuurtjes gestookt. Mede doordat de economische crisis onverminderd voort bleef duren, leken de plannen voor de afbouw van de nieuwe scheikundelaboratoria steeds meer in rook op te gaan.

Passend en modern onderkomen na zo'n dertig jaar
In december 1946 was de verhuizing naar Julianalaan 136 "Gele Scheikunde" voltooid: Technische Scheikunde had na zo'n dertig jaar op uiterst primitieve wijze te zijn gehuisvest eindelijk een passend en modern onderkomen betrokken. Rode Scheikunde werd begin jaren vijftig alsnog afgebouwd.