Proef 4: Zuurstof

Hoe moet ik de proef uitvoeren?

  • Geef uitleg over het belang van zuurstof in het water.
  • Geef een demonstratie van de zuurstofmeter. Als er tijd is, kun je ieders samples meten, zo niet, kies dan twee heel verschillende samples (bijv. kraanwater en oppervlaktewater. Of heel schoon en heel vies water, afhankelijk van wat er voor handen is) en meet die.
  • Bekijk voor de exacte handelingen per meting de “Handout stappenplan bezoekers”, liggen ook geprint en geplastificeerd bij de materialen.

Algemene informatie over zuurstof

Zuurstof is niet alleen in de lucht te vinden, ook in het water zit zuurstof. Dit lost gelijkmatig op in het water vanuit de lucht. Dit gebruiken dieren die in het water leven om adem te halen en het is een belangrijke spil in sommige chemische processen. Het zuurstofgehalte is dus vooral belangrijk in oppervlaktewater, waarin vaak veel leven zit. Te weinig zuurstof is schadelijk voor het waterleven, maar teveel is ook niet goed. Alles draait om evenwicht. 

Verdiepende informatie over zuurstof

  • Het geldt dat hoe warmer het water is, hoe minder zuurstof er in het water kan worden opgelost. Als het water erg warm is heeft, dit een negatief effect voor het waterleven dat zuurstof nodig heeft. Afvalwater, dat in de rivieren en kleine wateren wordt geloosd, mag daarom niet te warm zijn. Een te hoge DO brengt weer een overpopulatie met zich mee, zoals bijvoorbeeld extreme algengroei.
  • Het zuurstof percentage kan ook worden verkleind door middel van fosfaten en nitraten, die als gevolg van bemesten, in het water komen. Deze fosfaten en nitraten hebben indirect een positief effect op de bacterie groei (bacteriën gaan harder groeien) wat weer een negatief effect heeft op de zuurstofconcentratie in het water (want de bacteriën gebruiken dan dus meer zuurstof, waardoor er minder overblijft).
  • Hoe groot de DO moet zijn voor een organisme hangt af van verschillende factoren zoals soort, de conditie van het water waarin deze leeft, de temperatuur, vervuiling etc. Hierdoor is het moeilijk om het minimale DO niveau te bepalen dat bijvoorbeeld voor een vis nodig is. Aangezien vissen koudbloedige organismes zijn hebben deze het extra moeilijk, voor koudbloedige wezens geldt namelijk dat hoe hoger de temperatuur des te meer zuurstof deze organismes verbruiken, ondertussen geldt dat hoe warmer het water is des te minder zuurstof er in het water aanwezig zal zijn.

Informatie over de apparatuur

 Zuurstofdiode: we hebben voor deze demonstratie één zuurstofdiode ter beschikking. Dit zijn relatief dure apparaten, die snel kunnen beschadigen. Wees hier dus voorzichtig mee! Metingen doen met de zuurstofdiode,  Zie specifieke instructies zuurstofmeter. De diode (eigenlijk ook een sensor) meet de hoeveelheid opgeloste zuurstof in het water. Dit is vooral een belangrijke indicator voor oppervlaktewater, waarin veel dieren en planten afhankelijk zijn van de hoeveelheid aanwezige zuurstof. Voor problemen met de DO sensor, zie Troubleshoot DO Sensor.

Veiligheid

  • Geen veiligheidseisen/waarschuwingen van toepassing bij gebruik sensor.
  • Kalibreerstoffen wel mogelijk schadelijk bij verkeerd gebruik: alleen te gebruiken door getrainde professional (niet zelf mee aan de slag gaan!)