Wat vertel je de bezoeker?

Introductie

Hallo, ik ben ... en studeer .... aan de TU Delft. Tijdens deze demonstratie gaan je de waterkwaliteit van verschillende typen water onderzoeken. Je hebt eigenlijk vier soorten water: grondwater dat in de bodem zit, kraanwater, regenwater een oppervlaktewater. Met oppervlaktewater bedoelen we eigenlijk al het water dat je buiten tegenkomt: rivieren, beken, slootjes, de zee, meren, noem het maar op. Oppervlaktewater staat altijd in contact met de bodem. Hierdoor worden allerlei mineralen en nutriënten uitgewisseld. Soms is dit goed, maar soms kan dat leiden tot vervuiling. Ook vervuiling die op of in de bodem terecht komt, kan zo het water in spoelen. 

Kraanwater wordt op zijn beurt weer gewonnen uit grondwater én oppervlaktewater. Hoeveel werk we moeten doen om dat water drinkbaar te maken, wordt beïnvloedt door de bodem én door wat we in het oppervlaktewater laten stromen. Planten en dieren gebruiken oppervlakte- en regenwater om te leven en te groeien. Wat in het water zit, komt dus ook weer in de planten en later de dieren terecht.  Op die manier staat water aan de basis van al het leven. Een goede kwaliteit is dus belangrijk! 

Vandaag gaan jullie zelf met zes verschillende metingen de waterkwaliteit meten in kraanwater en oppervlaktewater. Dit kan met watermonsters die je zelf hebt meegenomen, of water dat wij voor jullie hebben klaargezet. Je zult ontdekken dat een goede waterkwaliteit iets heel anders betekent als je het hebt over drinkwater dat uit de kraan komt, of over water dat uit de natuur komt en waarin allerlei dieren en planten moeten overleven. 

Als je alle proeven hebt gedaan, kun je een eindscore berekenen. Kijk daarbij goed naar de scorekaart.  Waarom denk je dat een bepaalde waarde wel goed is voor kraanwater, maar niet in water dat uit de natuur komt? We gaan samen stap voor stap aan de slag.

  • Geef de deelnemers een  overzicht van de metingen: wat gaan we nu meten? Noem elke  meting kort, maar geef geen verdere uitleg. 
  • Uitleg geven over water samples: indien mensen zelf watersamples hebben meegenomen, kunnen ze  die gebruiken om de metingen mee te doen. Hebben ze dat niet? Leg dan uit dat we van het Science Centre een sample Delfts kraanwater en oppervlaktewater uit de Schie hebben. Zorg dat ze het type water en eventueel de herkomst opschrijven in hun logboek.