Meetfiets ontrafelt startgeheim bij BMX

De start bij BMX-wedstrijden is heel belangrijk voor de eindzege. Daarom hebben NOC*NSF samen met de KNWU en de TU Delft een speciaal meetinstrument ontwikkeld, waarmee het geheim van een optimale start kan worden ontrafeld. “Hier gaan we in Parijs ons voordeel uit halen”, zegt Prestatiemanager Technologie TeamNL bij NOC*NSF Bernadet van Os.

“Wanneer een van de atleten onderaan de startheuvel voorligt op de rest, dan is dat een hele goede voorspeller van het eindresultaat”, legt Van Os uit. De start is daarom ‘cruciaal’, en wordt er heel gericht getraind op de eerste meters.

Eerste seconden
In het fietsen wordt al heel lang vermogen gemeten, behalve bij het BMX’en. “Als we inzicht willen krijgen in wat er daadwerkelijk gebeurt tijdens de eerste seconden van de wedstrijd, moeten we meten welke vermogens de atleten produceren, hoeveel kracht leveren ze tijdens de start. Samen met de TU Delft is daarom gewerkt aan een meetinstrument waarmee we dit in kaart konden brengen.” Dit systeem meet de krachten en vermogens 400 keer per seconde. Dat is veel vaker dan de standaardvermogensmeters, die slechts 1 keer per omwenteling een vermogensmeting doen. “Dankzij de uitgebreide data, kunnen we nu precies zien wat er gebeurt”, aldus Van Os. Bovendien meet de onderzoeksfiets de uitgeoefende kracht in verschillende richtingen, waardoor je ook kunt bepalen hoe effectief er wordt getrapt.

BMX vaart veel op gevoel en ervaring, deze technologie geeft ze daarbij nu ook een gericht kompas.

Hylke van Grieken, Alumnus BioMechanical Engineering van de TU Delft

Vermogenscurve
Al deze data moeten vervolgens worden omgezet in een advies aan de BMX’er hoe hij de effectiviteit van de eerste en tweede pedaalslag kan vergroten. “De vermogenscurve van die pedaalslagen heeft een piek. Uit het onderzoek is gebleken dat we ernaar moeten streven om de top van die 00:00:35 curve niet alleen heel hoog, maar ook zo breed mogelijk te maken zodat het vermogen niet snel wegvalt”, legt Van Os uit. “Het onderzoek geeft ons inzicht in relevante factoren om daarop te gaan trainen.” De atleten hebben allemaal afzonderlijk met de meetcrank getest. Dat had nogal wat voeten in de aarde, want het moest elke keer passend worden gemaakt op hun eigen fiets. Van Os hoopt dan ook dat deze nieuwe technologie in de toekomst kan worden geïntegreerd in de eigen fietsen van de BMX’ers. Dan kunnen tijdens de training grote hoeveelheden data worden verzameld.

App
Idealiter komt er ook een speciale app, waardoor de atleten direct feedback krijgen. “Nu moeten we achteraf eerst alle ruwe data verwerken.” Hoeveel sneller de start gaat worden dankzij deze technologie, is moeilijk te zeggen. Maar duidelijk is dat het een belangrijke rol speelt in het verkrijgen van een beter inzicht voor een optimale start. “In de toekomst kunnen we meer datagedreven gaan trainen, en bijvoorbeeld ook de link leggen met krachttraining. Dat is in deze sport ook belangrijk: hoe verhoudt de prestatie in het krachthonk zich tot de prestatie op de fiets? Ook dat moeten we inzichtelijk maken voor de toekomst.”

Bernadet van Os
Prestatiemanager Technologie
TeamNL bij NOC*NSF