Supercomputer helpt zeilers ‘code van Tokyo’ kraken

Voor de Olympische zeilers kan een extra windvlaag het verschil betekenen tussen goud en zilver. Gedetailleerde kennis van weer, wind en stroming is een cruciale factor in de voorbereiding. In Tokyo krijgen de zeilers hulp van een supercomputer.

Zeilers maken strategische keuzes op basis van de wind en stroming. De stroming is vrij nauwkeurig te voorspellen, voor de wind ligt dit anders. Die heeft overal ter wereld net wat andere karakteristieken. “Wat op het IJsselmeer werkt, lukt niet bij Japan”, vat Jaap Zielhuis, hoofdcoach van het Nederlandse zeilteam, het samen. Hoe krijgen de zeilers in Tokyo vat op het olympische water van de baai van Enoshima? “Het is moeilijk om van minuut tot minuut te voorspellen wat de wind gaat doen”, aldus Zielhuis.

Samenwerking met TU Delft
Om het olympische water rond Tokyo beter te doorgronden, is het zeilteam een samenwerking aangegaan met onderzoeker Sukanta Basu van de TU Delft, die een uitgebreid modelleringskader voor windvoorspellingen ontwikkelde. “De set-up van dit project is uniek”, zegt Basu. “De zeilers zijn geïnteresseerd in een klein gebied met topografisch uitdagende factoren zoals Oshima Island en de vulkaan Fuji en met grote temperatuurwisselingen van het water.”

Wij doen voor elke tien minuten van de race een voorspelling van windrichting, windsnelheid en type windpatroon.

Sukanta Basu, Hoofddocent faculteit voor Civiele Techniek en Geowetenschappen TU Delft

De data die Basu gebruikt voor zijn modelleringskader, komt uit een openbaar toegankelijk meteorologisch computermodel. Dat model geeft echter slechts een keer per uur data vrij, terwijl een gemiddelde zeilwedstrijd minder dan een uur duurt. Basu: “Wij schroeven de frequentie op en doen voor elke tien minuten van de race een voorspelling van windrichting, windsnelheid en type windpatroon. Die data zetten we elke wedstrijddag om naar een plattegrond van de baai met daarop contourlijnen die de voorspelde windsnelheidspatronen weergeven. Vlak voordat de zeilers het water op gaan, krijgen ze deze kaart te zien”. De uiterst nauwkeurige voorspellingen helpen de zeilers bij hun beslissingen op het water en kunnen dus letterlijk goud waard zijn. Omdat het om honderden processor-uren en terabytes aan data gaat, maakt het team van Basu tijdens de Spelen gebruik van het nationale supercomputer-centrum SURFsara in Amsterdam.

 

Het kraken van de Code van Tokyo
“Voor ons als coaches is het de grote truc om ervoor te zorgen dat deze informatie op zo’n manier bij de zeilers terecht komt dat ze er ook iets mee kunnen”, vertelt Zielhuis. Je moet ze niet ‘doodgooien met data’, maar praktische informatie geven die aansluit bij hun ervaringen. Dat gaat goed. Het team is druk bezig om ‘de code van Tokyo’ te kraken”, aldus de coach.

Het model van Basu is waardevol, maar ‘uiteindelijk blijft het zeilen’, benadrukt Zielhuis. “Op het moment suprême is de inschatting van de zeiler bepalend. Hij ziet een windvlaagje op de golven en besluit: dat is mijn keuze, daar ga ik voor.” Het model is een manier om beter te begrijpen wat gaande is. “Het is een hulpmiddel, niet een vervanging van de creativiteit en inzichten van de zeilers.”

Onderzoeken en modellen voegen puzzelstukjes toe om sneller en beter het speelveld in kaart te brengen. Hierdoor kunnen we ons nog gerichter voorbereiden op winnen.

Douwe Broekens, Embedded Scientist Watersportverbond / Sailing Innovation Centre

Sukanta Basu
Hoofddocent bij de TU Delft

Jaap Zielhuis

Hoofdcoach TeamNL zeilen