De douane op Schiphol en in de haven van Rotterdam krijgt het de komende jaren flink druk. De enorme groei van e-commerce en de aankomende Brexit zorgen ervoor dat het aantal douane aangiften dat via deze grote logistieke hubs Europa in komt, stijgt van 160 miljoen naar 500 miljoen binnen nu en vijf jaar. Deze enorme toename vraagt om slimme manieren van werken om efficiënte risicoanalyse te waarborgen en kosten te besparen bij verwerking van de douane import aangifte. “Digitalisering en samenwerking tussen douane organisaties en de vervoersketen is hierbij van groot belang”, aldus Yao-Hua Tan, hoogleraar Informatie en Communicatie Technologie.

Toonaangevend

Tan: “Nederland is een belangrijke speler in de internationale handel. Zo’n 30 procent van alle import aangiftes in de EU wordt verwerkt door de Nederlandse Douane. Het is onmogelijk om de inhoud van alle pakketten en containers die hier binnenkomen te checken. Accurate vrachtinformatie is essentieel om goederen te kunnen ‘de-risken’ en verdachte containers er zo efficiënt mogelijk uit te halen, zodat het bedrijfsleven zo min mogelijk geïnspecteerd hoeft te worden aan de grens”. Helaas is de vrachtinformatie vaak onnauwkeurig omdat deze onderweg door veel verschillende handen gaat. Tussentijdse aanpassingen worden vaak niet door gegeven; goederen worden vaak tijdens transport doorverkocht, waardoor de naam van de koper op de import aangifte niet meer correct is. Dat zorgt dan voor ruis in het logistieke proces. Toch weet de douane hier zeer efficiënt mee om te gaan, door bijvoorbeeld aanvullende informatie op te vragen, zoals facturen waarin gegevens staan over de koper, verkoper en de waarde van de goederen, waardoor de-risking sneller kan plaatsvinden en de doorstroom soepel verloopt. “Dat maakt Nederlandse hubs ook zo aantrekkelijk voor vervoerders. De ‘hit-rate’ bij inspecties van containers met dubieuze inhoud is hoog, wat betekent dat er minimaal onnodig geïnspecteerd wordt in Nederland. Nederland is in haar effectieve werkwijze zelfs toonaangevend in de wereld. Maar het kan nóg beter”, aldus Tan.

“Digitalisering en samenwerking tussen douane organisaties en de vervoersketen is hierbij van groot belang” aldus Tan
“Digitalisering en samenwerking tussen douane organisaties en de vervoersketen is hierbij van groot belang,” aldus Tan.

Blokchain technologie

Idealiter maakt de logistieke keten gebruik van de brongegevens via de zogenaamde Data Pipeline. Dat is een soort Internet voor logistiek, waardoor de juiste logistieke en aangifte gegevens altijd beschikbaar zijn, en privacy en security tegelijkertijd zijn gewaarborgd. Een dergelijk systeem is inmiddels ontwikkeld in het FP7 project CORE, waarbij TU Delft, MAERSK Line (de grootste rederij ter wereld), en IBM waren betrokken: het Global Trade Digitalisation (GTD) Platform. Dit platform is het eerste wereldwijde blockchain platform voor uitwisseling van logistieke data en documenten. Het is een open source platform, wat dus ook door hun concurrenten kan worden gebruikt. Interessant genoeg genereert een open platform juist meer business voor alle partijen. “Het platform is niet alleen succesvol getest in Nederland, maar ook in Singapore, verschillende havens in de VS en in Latijns Amerika. De volgende stap is nu automatisering van data analytics van de data in data pipelines om verdachte goederen nog sneller te kunnen identificeren. In het nieuwe H2020 project PROFILE gaan we daar nu mee aan de slag. Het mooie is dat ook de logistiek hierdoor wordt geoptimaliseerd, want het oponthoud door de douane bij de grens wordt geminimaliseerd”, vertelt Tan.

Samenwerking

Tegelijkertijd is er ook een vijfjarig project gestart dat de samenwerking op IT innovatie tussen 14 EU douane organisaties bevordert. In het H2020 netwerk project PEN-CP gaan deze douane organisaties gezamenlijk pilots verrichten met IT innovaties voor douane inspectie zoals bijvoorbeeld blockchain, data analytics en container scanning technieken. Daarnaast wordt er gekeken naar douane modernisering en innovaties die nodig zijn om inspectieprocessen goed te laten werken. “Uiteindelijk resulteert dit in een Europese innovatie-agenda en roadmap hoe deze innovaties op een handige manier gedeeld kunnen worden. Ook dit project draagt bij aan het optimaliseren van efficiëntie in de transportketen en een verscherping van risicoanalyses bij douane organisaties”, geeft Tan aan.

Meer informatie

De onderzoekers van de ICT sectie van de TU Delft vervullen in Europa al 12 jaar een voortrekkersrol als het om trade facilitation gaat. Lees meer hierover in de research review ‘safe and secure tradelanes’.
Yao-Hua Tan is hoogleraar Informatie en Communicatie Technologie bij de TU Delft en werkt bij de afdeling Engineering Systems and Services op de faculteit TBM.