Vier prijswinnaars maar liefst leverde de Circularity in the Built Environment Graduation Award 2020-2021 op. Nieuwe structuren in de Rotterdamse haven ter versterking van de stadsnatuur, de in energie en voedsel voorziende potentie van een groene corridor in Amsterdam, een digitale tool die hergebruik van gevelcomponenten vergemakkelijkt, en een publiek gebouw dat sociale integratie bevordert: het is slechts een greep uit de oogst van afstudeerprojecten in de masteropleiding die een circulaire toekomst aankondigen. Maak kennis met de winnaars in de vier categorieën.

Gevelpaspoort in de steigers

Abhishek Holla (Materials & Components) werkte als architect in India toen hij in verband met een onderzoek in 2017 de Faculteit Bouwkunde in Delft bezocht. Hij raakte geïnteresseerd in het curriculum en besloot om er een masteropleiding te volgen. “In India werkte ik aan bouwprojecten met prefab-onderdelen. Met deze ervaring kwam ik naar Delft waar ik me verder verdiepte in geveltechniek. De colleges betroffen vaak circulaire aspecten, zoals het ontwerp van demontabele gevelonderdelen. Ik werd geïntrigeerd door de vraag hoe gevels aan het eind van hun levensduur aan het begin kunnen staan van een nieuwe productcyclus.” Tegelijkertijd wijdde hij zich aan de wereld van computergestuurd ontwerpen. “In mijn afstudeeronderzoek komen beide onderwerpen samen.”

Abhishek heeft veel waardering voor de initiatieven van de VMRG (Vereniging Metalen Ramen en Gevelbranche) om een circulaire productie van gevels te promoten, opkomende technologieën hiervoor te benutten en standaarden te ontwikkelen die leiden tot hoogwaardig hergebruik van gevelonderdelen. “Ik wilde graag op hun werk voortbouwen door een tool te ontwikkelen waarmee relevante informatie kan worden georganiseerd en gebruikt ten dienste van besluitvorming aan het eind van de levensduur van een gebouwgevel.” Hij begon aan een voorlopig conceptueel kader op basis van bestaande informatie. “Door betrokkenen te bevragen over knelpunten en wensen ten aanzien van de voor hergebruik van geveltechnologie benodigde informatie kon ik de tool verder ontwikkelen en verfijnen.”

Gevelonderdelen en -materialen belanden doorgaans op de schroothoop, ten dele omdat bij gebrek aan inzicht in de samenstelling en restwaarde ervan niet duidelijk is voor wie hergebruik of terugwinning interessant. “Verdienmodellen in de bouwsector zullen zich evenwichtiger moeten gaan verhouden tot de mondiale voetafdruk van bouwprocessen.” Doordat bijvoorbeeld duidelijk wordt in hoeverre de CO₂-belasting van toepassing van nieuwe materialen zich verhoudt tot recycling, kan deze kink in de kringloop worden verholpen, hoopt Abhishek. “Mijn voorstel is om de levenscyclus van onderdelen van een gevel op te knippen in fasen die gepaard gaan met registratie van productieprocessen, eigenschappen en prestaties. Dan heb je een algemeen toetsingskader voor de feitelijke CO₂-uitstoot in plaats van een geschat gemiddelde.” Zijn onderzoek heeft geen klant-en-klare toepassing opgeleverd, benadrukt hij, eerder een algemeen kader voor de industrie dat om verdere verfijning vraagt. “Dat vergt echt meer tijd en werk, maar de aanzet is er.”

Gemeenschappelijke haven voor gelaagde bevolking

Prijswinnaar Luca Fontana (Buildings & Neighbourhoods) laat er geen gras over groeien. Hij werkte al voor Studio Fuksas in Rome en verhuist volgend jaar naar Londen. Tijdens zijn studie in Delft verbaasde hij zich over de schijnbare tegenstelling tussen de consequent in ranglijsten vermelde hoge graad van leefbaarheid in Noord-Europese steden, Kopenhagen in het bijzonder, en de hoge mate van ruimtelijke segregatie tussen bevolkingsgroepen. “Soms kunnen mensen het zich simpelweg niet veroorloven ergens anders te wonen, soms voelen ze zich prettiger in een buurt met gelijken. Feit is dat voor bepaalde groepen, zoals mensen met een migratieachtergrond, integreren lastig blijft. Ik ben een dromer, maar wel een nuchtere dromer. Ik geloof niet dat je met ruimtelijk ontwerp de oorzaken van ongelijkheid kan wegnemen. Wel kun je een omgeving scheppen die sociale inclusie in de hand werkt.”

Luca maakte een herontwerp voor de Skydebanehaven, een park met speeltuin in de Kopenhaagse wijk Vesterbro. Hij projecteerde een publiek gebouw in het park als een multifunctionele en uitermate toegankelijke ontmoetingsplaats voor mensen uit diverse milieus. Haven, want zo heet zijn concept, is opgebouwd uit verticaal en horizontaal aangesloten platforms die een hoge dichtheid van gebruiksvormen en gebruikers toelaten. Een ruimte kan naar behoefte van de gebruikers als theater of bibliotheek fungeren, of er kunnen yoga- of judolessen worden gegeven.

Haven

Deze multifunctionaliteit nodigt uit tot een divers programma dat in principe een qua leeftijd en qua achtergrond diverse gebruikersgroep aanspreekt. Het ontwerp is gebaseerd op het circulaire business model ‘Sharing Platform’ waarmee intensiever gebruik van gebouwen wordt nagestreefd door deze te delen met veel andere gebruikers. “Het Ku.Be House of Culture and Movement van MVRDV in Frederiksberg diende als voorbeeld. Dit is een groot publiek gebouw met uiteenlopende gebruiksvormen: van spel en sport tot kunsteducatie. Echt bedoeld als een verzamelplaats voor stadsbewoners van diverse pluimage.” Het gebouw bestaat bovendien grotendeels uit hout en is zo ontworpen dat het houten skelet na het einde van de levensduur van het gebouw kan worden gebruikt in gevelrenovaties.  

Haven sluit aan op gemeentelijke plannen om de locatie toegankelijker te maken voor inwoners van andere wijken, vertelt Luca. Een geplande fietssnelweg, zo is het idee, zal als onderdeel van een groter netwerk voor duurzame mobiliteit ook de sociale mobiliteit in de stad doen toenemen. “Het principe van toenemende circulatie van mensen in de stad continueer ik in feite in het gebouw door een hoge mate van sociaal verkeer aan te moedigen.” De platforms vormen grote open ruimten, er zijn amper muren of andere scheidingen tussen gebruikers. “Men ziet en hoort elkaar, kan vrij bewegen en komt elkaar dus tegen. De ruimten worden letterlijk gedeeld door velen en vormen zo hopelijk een gemeenschappelijke haven.”

Haven as Sharing Platform

Warmtewinning en een wetland

Van een sociale haven naar de Rotterdamse haven. De voor en door industriële activiteit gevormde Waalhaven is gezien de grote hoeveelheid verhard oppervlak en eenzijdige vegetatie qua natuur een karige boel. Vanuit de Urban ecology and Ecocities ontwerpstudio ging Hanvit Lee (Cities & Regions) er op zoek naar ecologische waarden en naar kansen om deze te verhogen. Ze bracht zowel de aanwezige flora en fauna in de haven in kaart als de kansen voor opwekking van schone energie. Op basis van deze inventarisatie bedacht ze welke ruimtelijke ingrepen natuur, milieu en inwoners van de omliggende wijken zouden baten.

Welke infrastructuren voor hernieuwbare energie gaan samen met de ontwikkeling van stadsnatuur? Hanvit kwam tot de conclusie dat de onttrekking van warmte en productie van gas uit afvalwater en ‘stadswarmte’ uit de verwerking huishoudelijk en industrieel afval interessante want productieve opties zijn. “Maar er zijn ook heel wat lege daken waar nog zonnepanelen op kunnen. Warmte winnen uit asfalt biedt hier ook uitkomst. Je kunt komen tot een goede mix van methoden om naastgelegen wijken van schone energie te voorzien zonder het ecosysteem te belasten.” Ook kwam ze tot diverse ruimtelijke ingrepen teneinde veelzijdiger dan wel nieuwe habitats te creëren en zo het gebied te verrijken. “Dan kun je denken aan vijvers met moerasvegetatie die water zuiveren én insecten en andere dieren verder helpen, begroeide wadi’s die hemelwater filteren en in de ondergrond laten zakken, het geschikt maken van kaden en andere harde structuren voor aanhechting van planten, schelpen en sponzen. Deze trekken op hun beurt vissen en vogels aan. Ook drijvende, begroeide structuren kunnen het leven onder en boven de waterspiegel een boost geven.” Hanvit bracht alle voorstellen samen in een nieuw ruimtelijk raamwerk voor de Waalhaven.

Pièce de résistance is de aanleg van een wetland in de zuidoostelijke hoek van het havenbekken. “Dit landschap vormt een belangrijke overgangszone tussen water en land met habitats die de biodiversiteit in het gebied verhogen.” Waar het wetland grenst aan de bewoonde wereld met verkeerswegen en al, voorziet Hanvit een brug annex ecoduct dat zowel de inwoners van de naastgelegen wijk Charlois als de natuur in het aanzienlijke stadpark, het Zuiderpark, met die in de haven verbindt. “Dit soort corridors zijn doorslaggevend voor de verspreiding en ontwikkeling van stadsnatuur.”

Zelfvoorzienend voedselsysteem

Eleonora Farcomeni (Cross-scale) volgde haar bacheloropleiding in Turijn op met een masteropleiding in Delft om meer te weten te komen over stoffen- en materialenkringlopen in steden en wijken. “Als architect wil ik gebouwen en omgevingen kunnen maken uitgaande van circulair ontwerp. Zie mijn afstudeeronderzoek als een proeve van bekwaamheid.” De Bretten, een groene corridor van circa 130 ha ten zuiden van het westelijk havengebied in Amsterdam, trok haar aandacht. Zou het mogelijk zijn om hier een gezamenlijke voedselvoorziening te creëren die aan de behoefte van de buurt tegemoetkomt? Behalve sportvelden en volkstuinen omvat het gebied ook een stuk ruig groen. “Deze natuur dient beschermd te worden. Ik heb geprobeerd om met minimale interventies de aanwezige hulpbronnen te benutten.”

Inspiratie haalde Eleonora uit Parijs, waar in het Parc de la Vilette met bescheiden ingrepen verschillende landschappen en functies zijn geschapen. “In mijn ontwerp vormt een paviljoen, The Food Community House, de spil van een voedselsysteem waarin tuinen en velden voor de biologische teelt van gewassen samengaan met sociale activiteiten zoals het oogsten en het gezamenlijk bereiden en eten van voedsel. De bedoeling is dat deze plek omwonenden aanspoort tot een meer bewuste omgang met voedsel.” Het paviljoen is modulair van opzet, onderdelen zijn gemaakt van lokaal geoogst hout, zoals wilgenhout.

The Food Community House

Riet dient als isolatiemateriaal. “Ik kwam erachter dat elzenhout, ook in De Bretten aanwezig, een voor dit natte gebied geschikt funderingsmateriaal is. Wist je dat Amsterdam en Venetië deels op elzenhout zijn gebouwd?” De benodigde energie is beschikbaar in de vorm van uit gecomposteerd groenafval verkregen biogas. Opgevangen regenwater wordt grijs water of gietwater. Eleonora maakte dankbaar gebruik van een door een promovendus ontwikkelde rekentool waarmee het ruimtebeslag van een bepaalde hoeveelheid te produceren voedsel kan worden geschat. “Zo kon ik calculeren hoe, dankzij een uitgekiende variatie in gewassen, op circa dertien procent van de 120 ha het hele jaar rond in tweeduizend wekelijkse voedselpakketten voor de omringende buurten kan worden voorzien.” Er is dus nog ruimte voor schaalvergroting.

Stilzitten was er in de afgelopen twee jaar niet bij. In haar vrije tijd ontwierp Eleonora mee aan de energieneutrale woning waarmee het SUM-studententeam van TU Delft solliciteert naar een toppositie in de Solar Decathlon Europe. Vanaf november kan het prototype worden bewonderd in proeftuin The Green Village op de campus van de universiteit. “Het evenement in Wuppertal heeft plaats in juni 2022, dus het is nog even spannend.”

Meer informatie

De volledige afstudeerrapporten zijn beschikbaar via deze pagina

Circulair ontwerpen en bouwen centraal in onderwijsprogramma
“In Delft slagen we er steeds beter in circulariteit te verweven in ons onderwijsprogramma“, zegt Olga Ioannou, assistant professor aan de faculteit Bouwkunde en een van de drijvende krachten achter de Circular Built Environment Hub. “De Hub is voortgekomen uit de kennis én het enthousiasme van vele medewerkers die verduurzaming van de gebouwde omgeving een warm hart toedragen. Circulariteit is nu een van de zes thema’s die ten grondslag liggen aan de verdere ontwikkeling van ons onderwijs. Door op een natuurlijke manier nieuwe leermiddelen en activiteiten toe te voegen, ontwikkelen we doorlopende leerlijnen in zowel het bachelor- als het masteronderwijs. Zo raakt circulariteit almaar beter ingebed in ons curriculum én ons bewustzijn. De studenten die wij hier verwelkomen, beschouwen het als een urgent vraagstuk en verwachten er hier zoveel over te leren dat zij vervolgens als deskundigen kunnen bijdragen aan oplossingen. Ik denk dat deze tweede editie van de Circularity in the Built Environment Graduation Award hiervan getuigt. Met onze groeiende reeks online cursussen over circulariteit en een eerste Summer School on Circularity in the Built Environment hopen we bovendien zoveel mogelijk belangstellenden buiten ons programma te bereiken en bij dit thema te betrekken.”

Abhishek Holla

Category: Materials & Components

Luca Fontana

Category: Buildings & Neighbourhoods

Hanvit Lee

Category: Cities & Regions

Eleonora Farcomeni

Category: Cross-scale

Graduation Award 2021-2022

Studenten van de Faculteit Bouwkunde TU Delft die in het academisch jaar 2021-2022 afstuderen op een onderwerp gerelateerd aan circulariteit, kunnen deelnemen aan de derde editie van de Circularity in the Built Environment Graduation Award