Fraude en plagiaat

Wat is fraude?

Onder fraude wordt verstaan: het handelen of nalaten van een student dat ertoe leidt dat het vormen van een juist oordeel omtrent de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student of van een andere student geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt gemaakt.

Plagiaat is een vorm van fraude. Onder plagiaat wordt verstaan: alle gevallen waarin wordt gesuggereerd dat het gaat om eigen werk terwijl dat niet het geval is.

Aspecten van fraude – intentie en resultaat

  1. Fraude is niet afhankelijk van intentie: fraude kan ook per ongeluk gepleegd worden, door slordigheid of uit onwetendheid.
    Het is geen excuus:
    • als je niet oplet bij de les of bij het lezen van de toetsinstructies;
    • als je vergeet je boek of rekenmachine op te bergen;
    • wanneer je denkt iemand te helpen door het juiste antwoord te delen;
    • als je groepsgenoot heeft gefraudeerd; bij groepswerk ben jij medeverantwoordelijk.
  2. Fraude is ook niet afhankelijk van resultaat. Bijvoorbeeld:
    • als je wordt betrapt met een spiekbriefje dat je (nog) niet hebt gebruikt, of
    • waarop dingen staan die niet van pas komen bij dit tentamen.
    • als je een verkeerd antwoord overneemt van een andere student. 
  3. Het type toets/opdracht is ook niet van belang. 

Kijk op de volgende tab voor uitleg over de fraudeprocedure.

Wat gebeurt er bij (een vermoeden van) fraude?

  1. Fraudemelding
  2. Fraudeonderzoek
  3. Horen student
  4. Besluit en nasleep
  5. Overwegingen
  6. Online proctoring en fraude

1. Fraudemelding
Mogelijke fraude wordt door de examinator gemeld bij de examencommissie.
Vermoeden fraude ontstaan tijdens afleggen tentamen

  1. De examinator of surveillant deelt het vermoeden van fraude tijdens of direct na afloop van het tentamen aan de student mee.
  2. De examinator voert voor de betreffende student (nog) geen resultaat in.
  3. De examinator of surveillant legt het vermoeden schriftelijk vast in een proces-verbaal.
  4. De examinator of de surveillant kan de student verzoeken eventuele bewijsstukken ter beschikking te stellen. Indien de student dit weigert, noteert de examinator of surveillant dit in het proces-verbaal.
  5. De examinator of de surveillant dient het proces-verbaal en eventuele bewijsstukken schriftelijk in bij de examencommissie via boardofexaminers-3mE@tudelft.nl.

Vermoeden fraude dat niet is ontstaan tijdens het afleggen van een tentamen (Bijvoorbeeld tijdens beoordelen tentamen of opdracht)
De examinator informeert de student en volgt zo veel mogelijk de bovenstaande procedure.

2. Fraudeonderzoek
De examencommissie onderzoekt als objectieve partij vermoedens van fraude. Daarvoor vraagt ze bewijsstukken en toetsinstructies op bij de examinator. Als fraude waarschijnlijk is, wordt de student benaderd.

3. Horen student
De student wordt door de examencommissie gevraagd om een toelichting en krijgt daarbij (in algemene zin) te horen wat het vermoeden van fraude heeft gewekt. De examencommissie wil een duidelijk beeld krijgen van de zaak en beide kanten van het verhaal horen voor zij een besluit neemt. Zaken die verdacht lijken hoeven dat niet altijd te zijn. Een onderzoek resulteert niet altijd in het schuldig bevinden van een student. Ook als een student wel schuldig, willen wij diens verhaal horen.

Wanneer jij een bericht ontvangt van de examencommissie met een verzoek om toelichting:

  • Je hebt een paar dagen de tijd om een antwoord te formuleren. Kun je een verklaring bieden voor de verdachte omstandigheid? Wat is er gebeurd?
  • Het is belangrijk dat je serieus op het bericht reageert, want het besluit wordt eenmalig genomen. Nadat de examencommissie fraude heeft vastgesteld, is er geen ruimte meer voor discussie of nadere toelichting, ook niet bij een incomplete/haastige/ontbrekende toelichting. Als je niet reageert kan dit in je nadeel werken, het voorkomt niet dat een besluit wordt genomen.
  • Ga je in de tussentijd gewoon verder met het vak/je studie.
  • Moet je rekening houden met een behandeltijd van een aantal weken. Er is geen maximale behandeltermijn. Als je mee wilt doen aan de herkansing kun je de docent vragen naar je score. Je kunt ook meedoen met de inzage en nabespreking.
  • Benader de docent niet met vragen over de fraudemelding.
  • Tot slot: als je niet hebt gefraudeerd en een goede verklaring hebt voor het vermoeden, maak je dan niet te veel zorgen.

Mondeling horen van de student
Een gesprek met een student vindt de examencommissie  niet altijd nodig. Soms zijn de omstandigheden en/of de verklaring van de student erg duidelijk. Wanneer de zaak voor de examencommissie nog niet duidelijk is en/of wanneer het een ernstige vorm van fraude betreft, dan vindt in kleine kring een gesprek met de student plaats. Het is mogelijk dat daarbij ook inhoudelijke vragen worden gesteld over de toets, of over de voorbereiding daarop. Soms wordt er samen gekeken naar de gemaakte toets. Er kunnen kritische vragen worden gesteld over de verklaring van de student.
Als jij hier zelf behoefte aan hebt, dan kun je ons in je toelichting ook om een gesprek vragen. Je kunt ter ondersteuning een vriend of familielid meenemen naar het gesprek, tenzij die persoon bij de fraudezaak betrokken is.

4. Besluit, sancties en nasleep
Pas na het schriftelijk en/of mondeling horen van de student wordt er door de fraudesubcommissie een advies gegeven aan de examencommissie. Het besluit wordt doorgaans genomen tijdens een vergadering van de examencommissie. Je ontvangt daarna binnen enkele werkdagen het besluit. Als een student niet schuldig is wordt het resultaat z.s.m. vastgesteld en geregistreerd.
De mogelijke sancties staan beschreven in artikel 7 van het RRVE. De sancties resulteren vaak in studievertraging, bijvoorbeeld omdat je wordt uitgesloten van de volgende toets van dit vak, of voor toetsen van meerdere vakken. N.B. Bij de opleidingen KT en TM is het mogelijk dat een student (ook) wordt doorverwezen voor een gesprek met de commissie Professioneel Gedrag.
Als je denkt dat de examencommissie haar besluit niet op de juiste gronden heeft genomen, dan kun je er tegen in beroep gaan bij het Cbe. Zie de procedure ‘klachten en beroep’ voor meer informatie.

5. Stof tot nadenken
Fraudeonderzoeken dragen regelmatig bij aan het verfijnen van de toets (methodologie) van het vak of aan het verbeteren van de communicatie over de toetsing. Tegelijkertijd kost een fraudeonderzoek alle betrokkenen tijd en energie. Wanneer er sprake blijkt te zijn van een ‘vals alarm’ kunnen studenten naast opluchting ook boosheid voelen. Bedenk daarbij dat fraudeverdenkingen niet persoonlijk zijn en dat fraudeonderzoek kritisch dient te zijn. Bovendien dragen fraudemeldingen en -onderzoeken bij aan de borging van de kwaliteit van het studieprogramma en de waarde van jouw (toekomstige) diploma.

Kijk op de volgende tab voor links naar relevante websites.

 

Meer informatie