Kwaliteitszorg systemen

Ontstaan

Om de kwaliteit van het onderwijs voortdurend te kunnen bepalen, is een systeem voor onderwijskwaliteitszorg opgezet. Dit systeem is ontwikkeld in nauwe samenwerking met docenten en studenten. Het is gegroeid door praktijkervaring en het combineren van diverse theorieën over kwaliteitszorg tot een model voor het monitoren van het onderwijs. Het model is continue aan te passen aan de behoefte van de onderwijsorganisatie.

Het systeem functioneert zowel binnen de opleidingen van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) als het interfacultaire onderwijs (IFO). Omdat het IFO anders is opgezet als de opleidingen liggen accenten binnen de onderwijskwaliteitszorg ook anders. 

In de pagina's hieronder wordt het onderwijs kwaliteitszorg systeem verder uitgewerkt:

Functie

De wens is om alle niveaus in de onderwijsorganisatie te kunnen evalueren en zonodig bij te stellen. Het systeem voor onderwijskwaliteitszorg heeft als functies de kwaliteit van het verzorgde onderwijs zichtbaar te maken, te monitoren en een aanzet te geven tot verbetering. Verder is het systeem gericht op verantwoording en dossiervorming.

Opzet

Het systeem van onderwijskwaliteitszorg dat binnen TBM gebruikt wordt, kent drie verschillende niveaus. De functies van kwaliteitszorg en de instrumenten  voor evaluatie van het onderwijs zijn afgestemd op deze drie niveaus. Het onderwijs wordt op de verschillende niveaus binnen de organisatie en in samenhang met elkaar gemonitoord. 

niveaus:

  • Het hoogste niveau omvat de opbouw van het curriculum (onderwijsprogramma) resulterend in de eindtermen.
  • Het laagste niveau is de uitvoering van deze modules/ vakken; dit noemen we het onderwijsleerproces.
    (de interactie tussen docent en studenten binnen een module)
  • Tussen beide niveaus in staat de ontwikkeling en vormgeving van de modules/ vakken en de opeenvolging van de verschillende modules (module- en vakniveau).

Er is consistentie binnen deze drie niveaus wanneer de eindtermen van het onderwijs, de leerdoelen van de modules, de leerinhoud, de didactische werkvormen, de wijze van toetsing en het lesgeven zelf goed op elkaar zijn afgestemd.

Het onderwijsleerproces (laagste niveau) wordt door de unit onderwijskwaliteitszorg (OKZ) geëvalueerd door Evasys-vragenlijsten (Course Evaluation) en gesprekken met studenten (College Responsie Groep). Op dit niveau wordt nagegaan of het onderwijs op onderwijskundig juiste wijze die past bij het curriculum, wordt uitgevoerd. Daarnaast wordt gelet of er onderwijsorganisatorische aspecten zijn die het studeergedrag van studenten zou kunnen belemmeren.

De unit OKZ overlegt met secties en met groepen docenten over de inrichting van modules/ vakken. De inhoud van een module/ vak moet namelijk voldoen aan de eindtermen en doelstellingen die in het curriculum zijn geformuleerd. Vervolgens dienen deze doelstellingen, de leerinhoud, toegepaste didactische werkvormen en toetsing op elkaar te zijn afgestemd. Op cursus- en programmaniveau heeft de unit OKZ vertegenwoordigers in bijeenkomsten van de modulemanagers en het overleg van de clustercoordinatoren van de TB-opleiding.

Ten slotte wordt op het hoogste niveau nagegaan of het curriculum gebaseerd is op de nieuwste wetenschappelijke stand van zaken en of het curriculum wetenschappelijk relevant is. Nagegaan wordt of de opleiding alumni voldoende heeft voorbereid op de arbeidspraktijk. Dit wordt gedaan in de tweejaarlijkse alumni- en werkgeversevaluaties

Fasering

De cyclus voor onderwijskwaliteitszorg bestaat uit 4 fasen: signalering, diagnose, aanpak en rapportage/ dossiervorming & feedback.

 

  1. De signalering vindt plaats door gegevens uit diverse informatiebronnen op elkaar te betrekken. Deze informatie is bijvoorbeeld afkomstig uit de College Responsie Groepen (CRG-en), de standaardvragenlijst aan het eind van een module en de onderwijsrendementgegevens. Ook kunnen klachten van studenten of vragen van docenten tot de signaleringsfase horen. 

  2. De diagnose vindt plaats door de verzamelde evaluatiegegevens te bekijken en te leggen naast de ervaringen van de betrokken docenten. Dit is meestal de modulemanager van het vak, soms met docenten erbij en soms met meerdere modulemanagers wanneer het vakoverstijgende issues betreft. Gekeken wordt wat er goed gaat of wat is een best practice om vaker toe te passen; wat kan beter en hoe. Welke acties moeten ondernomen worden en door wie.   

  3. Na de diagnostische fase bestaat de taak van de unit kwaliteitszorg uit de ondersteuning van de docenten bij de gemaakte afspraak. Deze ondersteuning kan bestaan uit advisering bij, begeleiding of uitwerking van (een gedeelte van) de aanpak

  4. Ten slotte wordt een rapportage met de resultaten van de Evasys-vragenlijst, meestal samen met (re)acties van de modulemanager geplaatst op Brightspace. 

Modulemanagersoverleg

In de modulemanagersoverleggen worden zaken met betrekking tot de verschillende modules en vakoverstijgende onderwerpen kort tegen het licht gehouden. Ook is er aandacht voor spreiding van de studielast door het jaar heen. Input wordt geleverd vanuit de onderwijsevaluaties (College Responsie Groep en module evaluatie).
Er zijn aparte overleggen voor het 1e jaar van de Bacheloropleiding TB, voor het 2e & 3e jaar van de Bacheloropleiding, voor de Masteropleiding CoSEM, de Masteropleiding MOT en de Masteropleiding EPA.

Samenstelling

Aan het modulemanagersoverleg nemen deel: de programmadirecteur (voorzitter), alle modulemanagers van de betrokken modules (zie digitale studiegids), de commissaris onderwijs van Curius. De vergaderingen worden ondersteund door de bij het programma betrokken onderwijsadviseur (ambtelijk secretaris).

Vergaderdata

1 keer per kwartaal

Clustercoördinatorenoverleg

Taak

De taak van het clustercoördinatorenoverleg is de afstemming van de vakken binnen de clusters Technische Bestuurskunde, Bestuur en Bedrijf, Wiskundige modelvorming, de vier domeinen (Informatie- en Communicatietechnologie (ICT); Energie, Water en Industrie (EWI); Ruimte: Gebruik en Ontwikkeling (RGO); Transport, Infrastructuur en Logistiek (TIL) ) en de Vaardigheden.

Deze vakkenlijn is met name in de Bacherloropleiding Technische Bestuurskunde.

Samenstelling

De commissie is als volgt samengesteld: 

Jan Anne Annema

 Opleidingsdirecteur TB

Petra Heijnen Wiskunde en Statistiek
Floortje d’Hont Programmeren en Modelleren
Joyce Kooijman Bestuurd van Socio-technische systemen

Pieter Bots

Analyse van socio-technische systemen
Mark de Bruijne Vaardigheden

Lydia Stougie

 E&I-domein

Jan Anne Annema Transport en Logistiek (T&L)
Anneke Zuiderwijk-van Eijk Internet en communicatie (I&C)

 

Vergaderdata

1 keer per kwartaal