Verslag en presentaties

Bepalen grote bedrijven en handelsverdragen ons milieubeleid?

Rondom deze centrale vraag organiseerde de directie KIS een masterclass. Hier spraken Erik Denters, universitair hoofddocent aan de VU over de invloed van vrijhandelsverdragen op ons milieubeleid en Magda Smink, gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht over de invloed van gevestigde bedrijven op duurzaamheidsbeleid.

De laatste tijd laaide de discussies over het nieuwe vrijhandelsakkoord tussen de EU en VS, het Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP), op in de media. We zouden onze milieustandaarden moeten verlagen en binnenkort chloorkippen in de Nederlandse supermarkten gaan verkopen. Ook zouden buitenlandse investeerders met miljardenclaims kunnen komen als er bijvoorbeeld nieuwe milieuregels zouden worden geïntroduceerd door een overheid.  Economische belangen zijn gebaat bij betere samenwerking, maar is het milieu dat ook?

“Wij hoeven een chloorkip zeker niet te accepteren” vertelt Erik Denters ons. “De bedoeling is om technische standaarden zoveel mogelijk te harmoniseren, maar we kunnen vasthouden aan onze eigen standaarden.” Nadat een vrijhandelsakkoord is gesloten wordt er overleg gepleegd over de standaarden in een samenwerkingsorgaan. Het is mogelijk dat de EU daar concessies doet aan de VS – maar dat kan ook visus versa. TTIP hoeft dan ook geen race to the bottom te zijn.

Wel is het van belang om te kijken naar geschillenbeslechting tussen overheid en investeerder. “Er moet een goede balans ontstaan tussen de belangen van de investeerder en die van de bestuurder met maatschappelijke doelstellingen.” Er worden nu nieuwe clausules daarvoor toegevoegd: “Maar hoe dit in de praktijk zal aflopen is buitengewoon onduidelijk” aldus Denters.

Tot slot geeft Denters nog aandacht aan “het enige waar ik een hele duidelijke mening over heb”. Dat is de procedure om als investeerder, wanneer je een conflict hebt me de overheid, naar een internationale arbitrage commissie te kunnen stappen. “Je kunt als Amerikaanse investeerder dan het gehele Nederlandse recht overslaan. Dat is natuurlijk van den zotte. Er wordt nu wel over verfijning hiervan gesproken, maar we moeten hier echt vanaf. In die zin is TTIP een enorme bedreiging van de Nederlandse rechtsorde.”

Smink’s onderzoek focust op de invloed van het (Nederlandse) bedrijfsleven op het duurzaamheidsbeleid: “Ik bedacht me toen ik startte met mijn onderzoek, waarom gaat de Nederlandse energie-vergroening zo langzaam? Tevens hebben we veel belang uit de olie industrie” . TNO vermeldt dat 20% van het staatsbudget origine kent in fossiele activiteiten.

Smink houdt ons een spiegel voor: “Stel je wil het bijmengen van biobrandstoffen voorkomen als industriële partij, wat doe je dan?”

Ze geeft vier strategieën die uit verschillende casussen komen:

1. Je gaat samenwerken met de overheid. Je sluit zo vroeg mogelijk aan bij de werkgroep, taskforce, platform, etc. 
2. Je geeft een alternatief. Je bent als bedrijf nooit tegen maar komt met een alternatief. “Met plastic heroes heeft de verpakkingsindustrie een alternatief tegenover het statiegeldsysteem gezet. Daarmee is dat systeem ook uitgehold.”
3. Je gebruikt het juiste frame. Wat je ziet als privaat belang vertaal je naar een publiek belang. Je zegt nooit: “dat is voor mijn bedrijf een probleem want dat kost geld”. 
4. Je laat een onderzoek uitvoeren door een gerenommeerd instituut om je punt te onderbouwen. Denk aan de gassector die lieten zien dat biomethane goedkoper is dan windenergie, iets wat discutabel is.  
5. Je agendeert het in de media.

Smink geeft ons tips mee om met dit soort strategieën om te gaan. “Wees je vooral bewust van de subtiele effecten van lobby. Schrijf daarom bijvoorbeeld vooraf je eigen ideeën op en nodig altijd een divers palet aan mensen die input kunnen geven uit”. Maar ook: “houdt als organisatie de kennis in huis om input te boordelen. Denk daarbij ook goed na: is deze partij aan het helpen versnellen of aan het meestribbelen?”

Genoeg input voor ons als IenM-er om over na te denken en mee te nemen in verdere milieu-beleidsontwikkeling. Een geruststellende noot komt van Bart van Bolhuis: we zitten gewoon in de werkgroep voor TTIP als IenM en onze input wordt meegenomen in de onderhandelingen.

Presentatie Magda Smink & Erik Denters