Cornelis Johannes van Doorn

Een scherp oog voor de mogelijkheden van water en land

Cornelis van Doorn studeerde aan de technische school in Utrecht en aan de Koninklijke Academie in Delft. Vanaf 1860 mocht hij zich civiel ingenieur noemen. 

De kersverse ingenieur vertrok direct naar Java en werkte enkele jaren mee aan het spoorwegnet, aangestuurd door T.J. Stieltjes. Terug in Nederland hielp hij mee aan de aanleg van de staatsspoorwegen in Noord-Holland. Vanaf 1965 was hij betrokken bij de aanleg van het Noordzeekanaal, waarbij hij zich richtte op de sluizen, het stoomgemaal en de afsluitdijk van het IJ bij Schellingwoude.

Zijn werk bleef niet onopgemerkt: in 1871 nodigde de Japanse overheid Van Doorn uit om als deskundige in dienst te treden. In de jaren die volgden was hij betrokken bij diverse invloedrijke projecten op het gebied van havenaanleg en rivierverbetering. Een van de meest bijzondere projecten is de irrigatie van de onvruchtbare Asaka-vlakte. De natuurlijke daling van het land benutte hij voor de toevoer van water over een traject van meer dan vijftig kilometer. Dit speelde een cruciale rol in de groei van Koriyama, van dorp tot bruisende stad. Bij het Asaka-kanaal staat een levensgroot bronzen standbeeld van Van Doorn. 

Na 1880 keerde hij terug naar Nederland, waar hij meewerkte aan het handboek Waterbouwkunde (1885) onder redactie van N.H. Henket. Van Doorn overleed in 1906 te Amsterdam.

Ir. Cornelis van Doorn krijgt deze award omwille van zijn internationale prestaties op het gebied van waterbouwkunde.