Warner Tjardus Koiter

Man van principes en invloedrijk mechanicus

In 1936 sloot Warner Koiter zijn studie werktuigbouwkunde cum laude af. Hij ging aan de slag bij de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart, vanaf 1937 het Nationaal Luchtvaartlaboratorium. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij aan zijn proefschrift over elastische stabiliteit: in 1942 was dat klaar om ter perse te gaan. Koiter weigerde echter te promoveren bij een universiteit die een loyaliteitsverklaring aan de bezetter verlangde. Direct na de oorlog promoveerde hij, met lof, bij dr. ir. C.B. Biezeno. De belangwekkende nieuwe theorie die zijn proefschrift bevatte, werd pas vijftien jaar later internationaal bekend. Pas toen verscheen de Engelse vertaling van zijn promotieonderzoek. 

In 1949 werd Koiter hoogleraar toegepaste mechanica in Delft, een functie die hij toegewijd vervulde. De democratisering bij de universiteiten in de jaren zeventig zorgde er echter voor dat hij in 1973 ontslag nam. Hij werkte een jaar aan het California Institute of Technology in de Verenigde Staten. Dankzij inspanningen van collega’s werd Koiter in 1974 benoemd op een persoonlijke leerstoel in Delft, zonder relatie met bestuursorganen. Hij bleef hoogleraar tot zijn pensioen. 

Koiter ontving diverse medailles en eredoctoraten van buitenlandse universiteiten. Hij was lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), alsook van de Amerikaanse, Franse en Britse tegenhangers. In 1996 vernoemde de American Society of Mechanical Engineers hun belangrijkste prijs naar hem: de Warner T. Koiter Medal. Koiter ontving op 82-jarige leeftijd zelf het eerste exemplaar.

Prof. dr. ir. Warner T. Koiter krijgt deze award omwille van zijn werk op het gebied van stabiliteit van constructies en de effectieve toepassing van deze theorieën, en zijn internationale leiderschap op het gebied van mechanica en luchtvaarttechniek.