Onderzoeksprojecten


Zingiberaceae

In samenwerking met de Botanische Tuin van de Universiteit Wenen wordt onderzoek gedaan naar de secundaire plantenstoffen van de Zingiberaceae, Gemberachtigen, één van de SNP-deelcollecties die in de Botanische Tuin van de TU zijn ondergebracht. Secundaire plantenstoffen is een verzamelnaam van allerlei stoffen die een plant produceert en die niet direct betrokken zijn bij groei en voortplanting. Denk daarbij bijvoorbeeld aan kleurstoffen en insectenwerende stoffen.

Myristicaceae

Een belangrijke collectie van de Tuin zijn de Myristicaceae, de Nootmuskaatfamilie. Deze collectie is misschien wel de grootste van zijn soort in de wereld en wordt nog steeds uitgebreid. Naast het op naam brengen van de vele soorten wordt in samenwerking met het bedrijf Biomygreen onderzoek gedaan naar de mycorrhiza van de nootmuskaatachtigen. Mycorrhiza zijn schimmels die in symbiose leven met plantenwortels en als het ware een uitbreiding van het wortelstelsel zijn.

Marantaceae

Een andere deelcollectie van de Tuin zijn de Marantaceae, een familie met veel sierplanten en ook eetbare planten, bijvoorbeeld de Arrowroot. Aan de Universiteit van British Columbia wordt aan deze familie systematisch onderzoek gedaan door Prof. Dr. Helen Kennedy. Met zijn collectie ondersteunt de Botanische Tuin dit onderzoek.

EHDA

Veel onderzoek werd de afgelopen jaren gedaan naar het winnen van secundaire plantenstoffen, allereerst uit Taxussoorten door ze in een elektrostatisch veld te brengen. Het resulteerde in een nieuwe methode om het kankerremmend middel Taxol® te produceren. Deze methode, Elektrostatische Hydrodynamische Atomisering, is inmiddels gepatenteerd. De methode wordt nu ook op andere planten beproefd, zoals tijm en rozemarijn.
Het opladen van het fijnstof Geleidende draad met kleine doorsnede Geaard gaas Door de spanning in combinatie met de geringe doorsnede ontstaat rond de draad een elektrisch veld. Fijnstof wordt positief geladen.Fijnstof beweegt vervolgens langs de veldlijnen en door turbulentie naar het geaarde gaas en wordt vastgehecht.

Fijnstof

Sinds 2008 wordt door de Botanische Tuin onderzoek gedaan naar het zeer schadelijke fijnstof, aanvankelijk PM10, later ook PM2. Aanvankelijk in de Tuin zelf, waar een proefinstallatie gebouwd werd. Later in een tunnel en langs wegen met een installatie die de zwevende deeltjes elektrisch oplaadt en de geladen deeltjes op schermen van tegengestelde polariteit wegvangt. De eerste aanzet voor deze technologie was de observatie aan een plant, Duindoorn, Hippophae rhamnoides, tijdens een wandeling in de duinen van Voorne. Parallel aan deze ontwikkeling was er onderzoek naar het wegvangen van fijnstof door levende planten in verticale bouwkundige constructies.

Interceptie

Hoeveel water van een regenbui sijpelt door naar het bodem- en het grondwater, hoeveel blijft er in de boomkroon hangen, verdampt daar en bereikt de bodem niet? Enkele vragen bij twee onderzoeken in de afgelopen jaren. Er werd een internationaal meetnetwerk, waaronder een meetpunt in de Botanische Tuin, opgezet. Daaruit bleek dat een aanzienlijk deel van de neerslag, 5-20 % (loofbomen) tot 50% (naaldbomen), door de boomkronen wordt weggevangen.

Biomimetica

Een recent ontdekt fenomeen is het hygroscopische bewegingssysteem bij peristoomtanden, dat zijn de tanden rond de opening van sporenkapseldragende mossen. Gasthoogleraar Prof. Klaus Ammann ontdekte aan herbariummateriaal dat peristoomtanden, na 150 jaar in het herbarium nog steeds kunnen bewegen: biologisch dood en tóch een functioneel werkend systeem. Is dit systeem technisch toepasbaar? Onderzoek daarnaar is het werkterrein van de 'biomimetica'.

Mangrove

Twee jaar na de tsunami van 2004 werd in de Botanische Tuin een kweekprogramma voor mangrovesoorten opgezet. De vreselijke consequenties van het natuurgeweld waren mede het gevolg van het decennia lang op grote schaal kappen van de mangrovebossen met hun dempende invloed op de vloedgolf. De mangroves in de Tuin zijn nu drie meter hoog. Ze zijn in de tijd onderweg naar hun volgende groeiplaats, een bassin met golven. Daar zullen hun eigenschappen en potentiëel verder onderzocht worden.

Autoreparatief

Ook wel zelfhelend of zelfherstellend genoemd. Een voorbeeld is zelfherstellend beton: scheurtjes en aantastingen worden gerepareerd door calciumcarbonaat producerende bacteriën die aan de betonmortel werden toegevoegd. Voor andere materialen gelden andere principes voor zo'n 'ingebouwd' herstel van schade. Met de TU faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen CiTG en de Universiteiten van Valencia en Thessaloniki verkent de Botanische Tuin de mogelijkheden.