Zichtbaar maken waar bedrijfsafval terecht komt. Dat was de uitdaging voor promovenda Rusnė Šilerytė. Vaak kan dit afval hergebruikt worden, maar dat gebeurt veel te weinig. “Er zijn veel gegevens beschikbaar, maar die moeten vanuit een ander perspectief worden bekeken”, zegt de onlangs gepromoveerde Rusnė Šilerytė.

Tot voor kort waren overheden en bedrijven in veel westerse landen niet echt geïnteresseerd in het omzetten van de afval van de industrie in hergebruikte materialen, zolang dit geen gevolgen had voor het milieu. “Door schaarste aan basismaterialen, mede veroorzaakt door de COVID-19-pandemie, komt nu echter de urgentie van hergebruik aan de oppervlakte”, merkt Rusnė Šilerytė, inmiddels specialist op het gebied van industriële afvalstromen. Volgens haar zouden we ons moeten richten op materialen die we nodig hebben in plaats van simpelweg de levensduur van afval te verlengen.

Een andere kijk op afval

Om een circulaire economie op gang te brengen en te voorkomen dat er veel afval geproduceerd blijft worden, moeten overheden de afvalstromen kunnen monitoren. Er worden al veel en gedetailleerde gegevens verzameld over transport en verwerking van afval dat binnen de landsgrenzen verwerkt wordt. Afval is daarmee een goed gereguleerd onderwerp, althans in de EU-landen. “Maar dit wordt expliciet gedaan om de schade die dit afval veroorzaakt te registreren en om milieuvervuiling te voorkomen. Nu we de overgang naar een circulaire economie maken, moeten we afval dat niet schadelijk is opnieuw in onze economie integreren. Dat is mogelijk op basis van het huidige dataverzamelingsproces, aangevuld met nieuwe informatie.”

Aangezien ongeveer de helft van al het industriële afval bouwafval is, kan deze sector een potentieel grote bijdrage leveren aan een circulaire economie. “Neem betonafval. Dit wordt meestal gebruikt voor wegfunderingen. Je bent er dan voorlopig van af, maar het is geen circulaire oplossing omdat wegen ook een keer afval worden en er dan niets hoogwaardigs meer van te maken valt. Bij de dataverzameling moet daarom ook de kwaliteit van beton worden betrokken. Het moet duidelijk zijn of het al dan niet geschikt is om het voor zijn primaire functie te hergebruiken. Het is slechts een kwestie van het aanpassen van de afvaladministratie die bedrijven van overheidswege moeten bijhouden. Ik ben ervan overtuigd dat voorkomen kan worden dat grote hoeveelheden beton en andere bouwmaterialen tot puin worden gedegradeerd.”

Interactieve kaarten met afvalstromen

Het resultaat van Rusnė Šilerytė’ onderzoek is een techniek om afvalstromen in kaart te brengen. Aan de hand van alle registraties die ze tot haar beschikking had slaagde ze erin landelijke transportstromen op interactieve kaarten weer te geven. “Veel stromen waarvan jij en ik ons niet bewust zijn, werden ineens zichtbaar. Afval blijkt intensief door het land te worden vervoerd van de ene afvalverwerker naar de andere. Zo werkt die markt en er is geen sturend mechanisme om dit te voorkomen. Ook werd duidelijk dat grote bouwwerkzaamheden, zoals de Noord/Zuidlijn in Amsterdam, nieuwe activiteiten in de buurt op gang brengen die ook weer afval produceren.”

Webapplicatie

Šilerytė bracht de door haar ontwikkelde techniek in de praktijk. Tijdens haar onderzoeksperiode richtte ze samen met een andere promovendus een bedrijf op en ontwikkelde ze een webapplicatie om te achterhalen welk afval er geproduceerd wordt, waar het naartoe gaat en wat de mogelijkheden zijn om dit afval opnieuw te gebruiken. Nu ondersteunt ze overheden en bedrijven om hun afval circulair in te zetten. Ze geeft een voorbeeld. “Enkele bedrijven waren op zoek naar betere alternatieven voor hun hoogwaardig houtafval in plaats van verbranding. Op basis van onze afvalkaarten hebben we een kozijnproducent in dezelfde regio gevonden die dat hout zou kunnen gebruiken. Dit bewijst dat algoritmen op basis van afvaldata kunnen helpen bij het bepalen van de best mogelijke bestemming voor ‘afval’.”

Dit verhaal is gepubliceerd: februari 2023

Meer informatie

Rusnė Šilerytė promoveerde op 19 januari 2023 op haar onderzoek 'Geographies of Waste: Significance, Semantics & Statistics in pursuit of a Circular Economy’. Dit onderzoek maakte deel uit van het EU H2020-project 'Resource Management in Peri-urban Areas: Going Beyond Urban Metabolism’.