TPM Portraits: Wil Thissen

Toen de TU Delft in 1992 startte met Technische Bestuurskunde was de opleiding een vreemde eend in de bijt. Hoorde bestuurskunde wel thuis op een technische universiteit? En moest het dan een zelfstandige studie of aanvullend vakkenpakket worden? Wil Thissen, Emeritus hoogleraar Systeem- en beleidsanalyse, is één van de grondleggers van TB. Hij vertelt hoe de opleiding, die de basis vormde voor TBM, met de nodige obstakels tot stand kwam.  

Nadat de TU Twente eind jaren 70 start met een opleiding Bestuurskunde wil de Haagse politiek ook een vergelijkbare opleiding ‘dichter bij huis’. “Zeker in de publieke sector was er ook behoefte aan bestuurskundigen met een technische achtergrond”, vertelt Wil Thissen. Daarom komt het ministerie van Onderwijs begin jaren 80 met het verzoek voor een opleiding in de Randstad.

De universiteiten van Leiden en Rotterdam komen al snel met plannen voor een gezamenlijke opleiding tot doctorandus in de Bestuurskunde. De TU Delft sluit niet aan. Thissen: “Delft wilde alleen ingenieurs opleiden en koos daarom voor een eigen pad onder de naam ‘Technische Bestuurskunde’.” Een viertal hoogleraren bundelt de krachten en gaat aan de slag met het opzetten van een multidisciplinair vakgebied.

Aan de slag in Delft

Een van deze hoogleraren, Albert Pols, vraagt Thissen in 1986 naar Delft te komen. “Er was een plek beschikbaar als universitair hoofddocent op het gebied van Technische Bestuurskunde. Daar had ik wel oren naar. Ik ben binnen Technische Natuurkunde afgestudeerd op systeem- en regeltechniek. Later heb ik in de VS gewerkt op het gebied van systems engineering en bij Rijkswaterstaat als hoofd van de sectie beleidsanalyse.” 

Toch heeft Thissen lichte aarzeling. “Wat ze precies wilden gaan doen, was nog vrij onduidelijk. Maar dat maakte het ook juist weer uitdagend. Bovendien was ik na vijf jaar Rijkswaterstaat wel toe aan iets nieuws. En het onderwijs en de wetenschap hadden me altijd al getrokken. Ik vind het leuk om met jonge mensen te werken en een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kennis en vaardigheden.” 

Als Thissen in Delft aan de slag gaat is Technische Bestuurskunde (TB) kort ervoor ingericht als interfacultair onderzoeksinstituut onder de naam OTB. “Wat betreft onderwijs was het idee om TB als vakkenpakket aan te bieden binnen bestaande opleidingen. Wie dan afstudeerde met het TB-pakket kreeg een aantekening op z’n titel. Ik vormde met de vier hoogleraren en een andere hoofddocent het kernteam van OTB.”

Conflict over invulling TB

Maar van het verder vormgeven van TB als vakgebied komt helaas weinig terecht. Binnen het instituut ontstaat namelijk een conflict. Thissen: “De vier hoogleraren – van Civiele Techniek, Bouwkunde, Geodesie en Wijsbegeerte & Technische Maatschappijwetenschappen – bleken enorm te verschillen in hun visie en aanpak. Terwijl de een bezig was met het binnenhalen van geld voor onderzoek, was de ander vooral bezig met een vakinhoudelijke aanpak.” Ook de verschillen in karakters helpen niet erg mee, vervolgt Thissen. “De een was meer een visionair, de ander vooral een praktische doener. Conclusie: op deze manier ging het niet werken.”

Om de impasse te doorbreken komt er een ‘boedelscheiding’ en richt het College van Bestuur (CvB) van de TU Delft een commissie op. Deze wordt geleid door twee onafhankelijke technisch-bestuurskundigen: oud-minister Schut en commissaris van de Koningin Oele. Ook Thissen wordt benoemd in de commissie. “Onze opdracht was om helemaal terug te gaan naar het begin en te bedenken wat we voor ogen hadden met de opleiding. Dit moest uiteindelijk leiden tot een advies aan het CvB.”   

Een vreemde eend in de bijt

Binnen de commissie zijn twee stromingen. Thissen: “De ene vond dat TB een soort kopopleiding moest worden bovenop bestaande technische opleidingen. Zo krijg je ingenieurs die zich daarna pas gaan verbreden. Daar was ik zelf geen voorstander van. Als je over een ingenieur een sausje gooit, gaat die namelijk niet wezenlijk anders naar problemen kijken. Terwijl we daar juist wel naar op zoek waren.”

Vanuit zijn werkervaring in de VS en bij Rijkswaterstaat is Thissen meer voor optie twee: een multidisciplinaire opleiding waarin techniek, systeemdenken en beleidsprocessen gezamenlijk aan bod zouden komen. Het CvB kiest in 1989 uiteindelijk voor een uitwerking van het tweede spoor, ondanks dat de meeste faculteiten het eerste spoor ondersteunen. “Een niet puur technische opleiding in Delft voelde voor hen toch een beetje als vreemde eend in de bijt”, aldus Thissen. 

Een multidisciplinaire basisopleiding

Er wordt een nieuwe commissie aangesteld onder leiding van oud-minister Zeevalking. In deze commissie is onder meer de organisatorische inpassing een belangrijk punt van discussie. Thissen: “Wil je een multidisciplinaire opleiding van de grond krijgen, dan moet je het sterk zelfstandig neerzetten. Anders blijft een faculteit waaronder je valt je zien als een koekoeksjong, een buitenbeentje. In de VS had ik met eigen ogen gezien dat vele pogingen tot het opzetten van multidisciplinaire opleidingen om die reden faalden.”

Met deze ervaringen in het achterhoofd adviseert de commissie Zeevalking tot het instellen van een eigenstandige faculteit die de TB opleiding van de grond zou trekken. Het CvB en de universiteitsraad nemen dit advies over. Toch is de race nog niet gelopen. Thissen: “De onderwijsraad adviseerde negatief over de nieuwe opleiding. En de minister wilde dit advies niet negeren.”
Om nog meer obstakels te voorkomen, wordt als kunstgreep besloten om TB op te richten als vrije opleiding in plaats van experimentele studierichting. Thissen: “Hierdoor hadden we geen toestemming van de minister meer nodig. Het enige dingetje was nog dat een vrije studierichting alleen vanuit een bestaande faculteit kon worden opgezet. Daarom werden we de eerste jaren ondergebracht bij Civiele Techniek.” 

TB kan eindelijk van start

In 1992 gaat Technische Bestuurskunde met een klein team van start. Thissen: “Het was flink pionieren, maar er heerste een ‘can do’ mentaliteit. Na moeizame jaren konden we eindelijk de vruchten plukken.” Pieter Bots is de eerste docent die wordt aangenomen.  Thissen: “De eerste jaren lag het accent op onderwijs, maar gelukkig hadden we ook ruimte om geleidelijk in onderzoek te investeren. Pas later kwamen facultaire onderzoeksprogramma’s van de grond.” 

In 1993 krijgt de opleiding een eigen faculteit, waarna uit een fusie met de faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen in 1999 TBM wordt geboren. De inmiddels gepensioneerde Thissen kijkt met trots terug op de totstandkoming en ontwikkeling van TB. “Vooral het feit dat er is gekozen voor een volledige basisstudie. Ik denk dat mijn bijdrage in de commissies hier een belangrijke rol bij heeft gespeeld.” 

Tegelijkertijd spreekt Thissen van een heftige periode. “Ik kwam in 1986 met de beste bedoelingen naar Delft, maar zat ineens midden in een conflict. Ik ben altijd een goede slaper, maar in die periode heb ik nachten wakker gelegen. Dat was niet leuk. Ik heb me ook een paar keer afgevraagd: moet ik hier wel blijven? Maar na het besluit van het CvB ben ik toch doorgegaan. Daar ben ik tot op de dag van vandaag blij mee.” 

Blijf de stam vasthouden

TBM is Thissens levenswerk, hij ziet de faculteit graag floreren. En de pioniersgeest van toen? Die is er volgens hem nog steeds. TBM moet alleen wel zorgen dat het haar unieke identiteit bewaakt, zegt Thissen. “De afgelopen decennia is de omvang van de faculteit en het aantal opleidingen sterk toegenomen. De afdelingen neigen ertoe om steeds meer hun eigen ding te gaan doen. Terwijl het oorspronkelijke idee juist was om over muurtjes heen te kijken en elkaar te versterken.” 

Hij vergelijkt TBM met een kerstboom, waarin elke nieuwe studie en specialisatie staat voor een nieuwe bal. “Hoe meer ballen je ophangt, hoe zwaarder de boom wordt. Wanneer je de stam niet goed verstevigt en vasthoudt, valt de boom om. Met andere woorden: met uitbreiding is niet direct iets mis, zolang je maar dicht bij de kern blijft.”

TPM Portraits

In de serie "TPM Portraits" spreken we TBM’ers, dwars door de faculteit heen. In het teken van het 30-jarig jubileum van TBM voeren we persoonlijke gesprekken met mensen die allemaal op hun eigen manier onderdeel zijn (geweest) van de TBM gemeenschap. Wat hebben zij meegemaakt binnen de faculteit? Wat is voor hen TBM vandaag de dag? En hoe zien zij de toekomst? Elke twee weken verschijnt er een nieuw portret.